Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (de 5 O'Clock Class)

Dans
Aangevraagd: € 90.000
Toegekend: € 0

Inleiding

De 5 O’Clock Class is in 1994 opgezet door de afdeling dans van de Theaterschool aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Het is een opleidingstraject voor Amsterdamse jongeren met meer dan gemiddeld danstalent, die professioneel willen werken aan een langdurige toekomstige loopbaan in het dansvak. In 1999 is 5 O’Clock Class gevestigd in Stadsdeel Zuidoost. Door daar structureel te werken in NoLIMIT en het Bijlmer Parktheater en tegelijkertijd in de Theaterschool in het centrum van Amsterdam, heeft de 5 O’Clock Class jongeren weten aan te trekken met zeer uiteenlopende achtergrond.

In de 5 O’Clock Class worden met een gericht curriculum en met producties de deelnemers van 11 tot 21 jaar klaargestoomd voor het auditieniveau van het dansvakonderwijs op HBO-niveau. Het curriculum van de 5 O’Clock Class loopt parallel aan het schooljaar van de bachelor dansopleidingen aan de AHK, maar biedt de lessen juist na schooltijd en op de zaterdagen aan. Hierdoor kunnen de deelnemers de 5 O’Clock Class combineren met school en/of werk. De deelnemers zijn in drie groepen ingedeeld. In het Junior Performance Programma ligt de nadruk op het ontwikkelen van jongeren van 11 tot 13 jaar. Het Teen Performance Programma richt zich op het bekwamen van jongeren van 14 tot 16 jaar en met het Peer Performance Programma wil de organisatie jongeren van 17 tot 21 jaar verder bekwamen.

Gemiddeld wordt bijna 55 procent van de deelnemers toegelaten tot een HBO-dansopleiding. De 5 O’Clockers die de afgelopen jaren zijn doorgestroomd worden daarbij als ambassadeurs ingezet voor de 5 O’Clock Class; zij delen hun ervaringen met jongeren in de wijken. De Theaterschool wil zo een band opbouwen met wat er in de periferie van de georganiseerde dans gebeurt: de (dans)straatcultuur komt op deze manier de school binnen. Dat heeft volgens de organisatie een verfrissende invloed op het curriculum van de HBO-opleidingen, de instelling en nieuwsgierigheid van de docenten.

In de periode 2017-2020 wordt de focus verbreed naar structurele samenwerkingen met binnenschoolse, buitenschoolse en professionele instellingen in andere delen van de stad en daarbuiten. De 5 O’Clock Class start deze nieuwe verbindingen met een pilotproject in 2016-2017 met als doel de nieuwe coalities in te bedden in de organisatie en programmering in de periode 2017-2020. De 5 O’Clock Class neemt in de komende periode deel aan de ‘Tafel van Talentontwikkeling’, een structureel werkend Amsterdams platform voor talentontwikkeling in theater en dans.

Tevens wil de organisatie een besparing in kosten realiseren door samenwerking met andere vooropleidingen (zoals de Nationale Balletacademie). Ook wil de organisatie extra inkomsten verwerven, onder andere door het geven van meer commerciële lessen en investeringen in meer studioruimte. Doel is tevens het herijken en emanciperen van het artistieke profiel, net zoals dit met de hedendaagse dansopleidingen binnen de Theaterschool gebeurt.

De AHK vraagt in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 een subsidie van € 90.000 per jaar voor de 5 O’Clock Class.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. De AHK formuleert voor de 5 O’Clock Class een heldere visie op talentontwikkeling met de nadruk op de doorstroom van jong talent richting een professionele dansopleiding. De organisatie neemt hiermee een duidelijke positie in de keten van talentontwikkeling in gericht op Amsterdams danstalent. Het lesprogramma is overzichtelijk en vertoont samenhang in activiteiten.

De commissie vindt het positief dat het de bedoeling is dat er meer variatie komt in het lesaanbod. Daarmee zullen de activiteiten meer onderscheidend worden en meer aansluiten bij ontwikkelingen binnen de dansdiscipline. Uit het programma wordt duidelijk dat de organisatie goed weet wat noodzakelijk is in de ontwikkeling van jong danstalent om binnen de huidige danssector verder te komen. De commissie heeft de indruk dat de 5 O’Clock Class voor de AHK zelf een belangrijk acquisitie instrument is om binnen de eigen organisatie aansluiting te vinden met talent dat niet de weg vindt naar het opleidingsinstituut en als zodanig ook voor de AHK zelf een belangrijk onderdeel vormt van het onderwijscurriculum.

De focus van de activiteiten ligt op verbetering van de technische vaardigheden van de deelnemers en minder op voorstellingen, waarmee de jonge talenten hun vorderingen voor publiek kunnen tonen. Hierdoor is de zeggingskracht van de eindproducten voor publiek beperkt. De commissie mist dat daarin door de organisatie een verbeterslag wordt gemaakt. Dit zou bijvoorbeeld worden bereikt door -buiten de betrokken docenten van het AHK- ook meer professionele choreografen van buitenaf te betrekken bij het maken van de producties. De commissie is wel overtuigd van het docerende vakmanschap van de betrokken docenten.

Daarnaast zorgt het feit dat de leiding al lang betrokken is bij de organisatie en over een goed netwerk beschikt, voor vertrouwen in een continuïteit van de koers van de 5 O’Clock Class. Het vakmanschap waarmee de voorstellingen worden uitgevoerd is vanzelfsprekend wisselend, afhankelijk van het niveau van de individuele deelnemers. De wijze van selectie van deelnemers aan het begin van het traject is in de ogen van de commissie sterk. Daarbij worden deelnemers bereikt die normaal gesproken niet vanzelfsprekend op een dansopleiding terechtkomen. De commissie vindt het goed dat ook talent met een verlate danswens kan participeren. Wel vindt de commissie dat – gezien de ambities voor het aantal deelnemers – de organisatie oog moet blijven houden of het aantal deelnemers dat wordt toegelaten ook matcht met de doorstroomkansen voor dit talent.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. Omdat de kosten en baten van de 5 O’Clock Class niet apart in kaart zijn gebracht in een zelfstandig jaarverslag, maar zijn opgenomen in het totale financiële overzicht van de AHK, ontbreekt een gedetailleerd beeld van de bedrijfsvoering van de 5 O’Clock Class als zelfstandig project binnen de AHK. Uit het overzicht in de begroting van de financieringsbronnen wordt niet helder op welke manieren er eigen inkomsten specifiek voor de 5 O’Clock Class gegenereerd worden. Sponsoracties die genoemd worden zijn niet specifiek genoeg uitgewerkt en lijken niet gericht op de financiering van de activiteiten, maar op het op kleine schaal ondersteunen van de deelnemers.

Aangezien alle activiteiten gericht zijn op de doorstroom van talent naar de eigen opleiding, en personeel van de AHK wordt ingezet, verwacht de commissie dat het merendeel van de kosten door de opleiding zelf gedragen wordt, maar dit komt niet expliciet naar voren uit het genoemde doelpercentage eigen inkomsten. In de meerjarenbegroting is een bijdrage van de AHK opgenomen voor de 5 O’Clock Class, die in de komende periode jaarlijks oploopt van circa € 60.000 in 2017, € 75.000 in 2018, € 78.000 in 2019 tot € 80.000 in 2020, die daarmee echter ook aan het slot van de periode nog steeds lager is dan de jaarlijkse subsidievraag voor het Kunstenplan.

De commissie is er op grond van de aanvraag niet van overtuigd dat er daadwerkelijk extra middelen nodig zijn om de activiteiten binnen het 5 O' Clock Class programma uit te kunnen voeren. Alle geldstromen lopen direct via de AHK en worden niet apart verantwoord, waardoor het voor de commissie onvoldoende transparant is hoe de subsidie wordt gebruikt binnen de totale geldstromen van de AHK. In de periode 2013-2016 was de 5 O’Clock Class niet opgenomen in het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam, maar bij de beoordeling van de aanvraag 2009-2012 heeft de Amsterdamse Kunstraad opgemerkt dat de vooropleiding idealiter dient te worden bekostigd binnen het onderwijs zelf. De commissie is van mening dat de O’Clock Class voor de AHK een belangrijk instrument is om aansluiting te vinden met talent dat niet vanzelfsprekend de weg vindt naar de HBO-dansvakopleiding van de AHK. Daarmee is het voor de AHK  een belangrijk onderdeel van het onderwijscurriculum. De commissie is van mening dat gelet op het bovenstaande de AHK ook in financiële zin de verantwoordelijkheid voor de 5 O’Clock Class zou moeten dragen.

Het bestuur is op orde; de aanvrager werkt volgens een model met een Raad van Toezicht voor de gehele AHK. In de jaarverslagen wordt melding gemaakt van het feit dat de vergoedingen voor de leden van de Raad van Toezicht op de website van de AHK zijn terug te vinden, bezoldiging van Raad van Toezichtleden is niet verenigbaar met de Governance Code Cultuur. De organisatie heeft tenslotte, voor zover na te gaan uit de plannen, geen concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. De 5 O’Clock Class heeft een heldere visie op het talent dat zij wil bereiken. Daarnaast wordt aantoonbaar geïnvesteerd in het duurzaam vasthouden van de bereikte deelnemersgroep en blijven deze op sterke wijze betrokken bij de opleiding. Via goede samenwerkingspartners en door de inzet van deelnemers als ambassadeurs worden nieuwe deelnemers geworven. Daarbij blijkt de organisatie succesvol te zijn in het aantrekken van moeilijk bereikbare cultureel diverse doelgroepen. Met de sterke banden in Zuidoost van de 5 O’Clock Class wordt een cultureel diverse doelgroep bereikt. De commissie is van mening dat deze doelgroep nog verbreed zou kunnen worden, door zich ook te richten op andere stadsdelen.

De commissie betwijfelt wel de wenselijkheid van de beoogde groei in deelnemers, omdat de AHK juist een daling van het aantal leerlingen dat toegelaten wordt op de dansopleiding heeft ingezet en er ook oog moet blijven voor de daadwerkelijke doorstroom- en carrièrekansen van de deelnemers. 

Ten aanzien van het publiek dat naar de eindproducten van de deelnemers komt kijken merkt de commissie op dat op dit moment vooral mensen uit de directe omgeving van de deelnemers en organisatie bereikt worden. Uit de plannen blijkt nu niet dat er marketinginspanningen worden verricht om het publiek verder uit te breiden, terwijl dit tot grotere zichtbaarheid zou kunnen leiden.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als goed. De wijze waarop de organisatie een traject van professionele talentontwikkeling biedt voor jongeren voor wie de drempel tot de kunstvakopleiding hoog is, heeft een verbindende waarde voor jong talent in de stad. Daarbij vindt tegelijkertijd empowerment van een kwetsbaardere groep jongeren plaats, waarmee stedelijke problematiek wordt aangepakt.

Er zijn inhoudelijk gemotiveerde verbindingen met verschillende culturele organisaties in Amsterdam. Uit de gekozen samenwerkingspartners blijkt dat de organisatie de doorbegeleiding van talent centraal stelt en zich daarin verhoudt tot andere talentontwikkelingsprogramma's in de stad.

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. De aanvrager is gevestigd is Stadsdeel Centrum en is in Amsterdam met name actief in de Stadsdelen Centrum en Zuidoost, al wordt de werving van deelnemers stadsbreed aangepakt. Hiermee draagt de organisatie voldoende bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie vindt dat de 5 O’Clock Class voorziet in een zeer belangrijk traject van professionele talentontwikkeling binnen de danssector in Amsterdam. De commissie is van mening dat de 5 O’Clock Class voor de AHK een belangrijk acquisitie instrument is om binnen de eigen organisatie aansluiting te vinden met talent dat niet de weg vindt naar het opleidingsinstituut. Het vormt voor de AHK een belangrijk onderdeel van het onderwijscurriculum. De commissie is er op grond van de aanvraag niet van overtuigd dat er daadwerkelijk extra middelen nodig zijn om de activiteiten binnen het 5 O' Clock Class programma uit te kunnen voeren. Dit alles afwegende komt de commissie tot de conclusie dat de organisatie een structurele bijdrage uit het kunstenplanbudget ten behoeve van de exploitatie goed beschouwd niet nodig heeft. Daarbij verwijst zij naar artikel 1.6 lid 2 onder c van de regeling vierjarige subsidies. Hierin staat dat het bestuur de subsidie geheel of gedeeltelijk kan weigeren als de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de activiteit te realiseren. De commissie is van mening dat de AHK ook in financiële zin de verantwoordelijkheid voor de 5 O’Clock Class zou moeten dragen en adviseert de aanvraag van de AHK voor de 5 O’Clock Class niet te honoreren.