De frisse blik

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 113.461
Toegekend: € 0

Inleiding

De frisse blik zet non-fictiefilm in om vier- tot veertienjarigen op te leiden tot kritische kijker binnen een door beelden gedomineerde samenleving. De organisatie wil hen leren film als creatief middel te gebruiken om te leren observeren, creëren, participeren, ontmoeten, verbinden, op onderzoek uit te gaan en positie in te nemen. Ter bevordering van creativiteit, mediawijsheid en burgerschap ontwikkelt De frisse blik een doorlopende leerlijn ‘Begrijpend kijken en non-fictiefilm’ voor kinderen en jongeren, en implementeert deze op een groeiend aantal scholen. In 2008 startte zij met het centraal stellen van begrijpend leren kijken naar media in het project ‘Wat is waar?’ waarin leerlingen actief, receptief en reflectief werken. Later werd dit uitgebreid met projecten die zich meer specifiek richten op verbinding tussen jong en oud in de wijk. Zo werkt de organisatie naar eigen zeggen al jaren aan cultuuronderwijs voor de toekomst en geeft zij concreet en zinvol invulling aan 21e-eeuwse vaardigheden.

In de periode 2017-2020 wil De frisse blik zich in Amsterdam vestigen. De bestaande leerlijn van twaalf tot veertien jaar voor het vmbo wordt uitgebreid tot een leerlijn van vier tot veertien jaar voor alle niveaus. Deze wordt in samenwerking met vier Amsterdamse basisscholen geïmplementeerd. Er wordt steviger ingezet op inspiratie en training van docenten en op buitenschoolse talentontwikkeling. Daarnaast wil De frisse blik zich vanuit de Amsterdamse vestiging, samen met coalitiepartner De Meervaart, richten op aanbod in naschoolse talentontwikkeling. Ook gaat de organisatie aan de slag met nieuwe filmprojecten in de wijk, een mediawijsheidsproject, projecten met bibliotheken en de Bromet Film School. De frisse blik zegt zich te onderscheiden van andere aanbieders door haar gerichtheid op non-fictiefilm, docententraining, de combinatie van workshops en projecten met lessen in begrijpend kijken, en een aanbod voor zowel het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het mbo, het hbo als het wo. De organisatie streeft ernaar geen ‘filmpjes’ te maken, maar haar projecten in te bedden in een groter kader en een visie, waardoor maatprogramma’s ontstaan die inspelen op actuele vragen uit het onderwijs- en maatschappelijke veld.

De subsidie die in het kader van de Kunstenplanperiode 2017-2020 aan het AFK wordt gevraagd is gemiddeld € 113.461 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. De educatieve visie is helder geformuleerd. De frisse blik vertaalt deze naar een aanbod film- en mediawijsheid voor kinderen van vier tot veertien jaar, met aanvullend aanbod voor een kleinere, oudere leeftijdsgroep. De aanvrager mengt zich in het landelijke debat rondom cultuureducatie en geeft daarmee blijk van betrokkenheid. Film- en mediawijsheid zijn relevante en actuele onderwerpen en vanuit het onderwijs is er behoefte aan aanbod en expertise op dit vlak. De commissie constateert een sterke journalistieke, op mediawijsheid gerichte benadering. Het team van De frisse blik bestaat volgens de commissie uit deskundige medewerkers met een relevante achtergrond en ervaring. Dit getuigt van vakmanschap, met name op het gebied van de overdracht van technische vaardigheden en de ontwikkeling van kritisch mediagebruik door kinderen en jongeren.

Uit het ondernemingsplan spreekt een minder overtuigende kunstzinnige insteek. Er ontbreekt naar mening van de commissie een duidelijke artistieke visie en een onderbouwde uitwerking hiervan in de activiteiten. De frisse blik wil de intensieve leerlijn ‘Begrijpend kijken en non-fictie film’ verder ontwikkelen en implementeren in het primair onderwijs. In het plan wordt echter niet beschreven hoe de methodiek specifiek op (de belevingswereld van) deze doelgroep aansluit. Het gegeven dat film als doel en als middel wordt ingezet, levert volgens de commissie rijke lesstof op. De frisse blik opereert hiermee op het snijvlak van mediawijsheid en het op creatieve wijze non-fictie film maken. Dit creatieve deel wordt echter artistiek-inhoudelijk mager onderbouwd. Het ontwikkelen van filmvaardigheden en creativiteit is slechts één van de vier hoofddoelstellingen van de beoogde leerlijn ‘Ik kijk, denk, onderzoek en ontmoet met film’.

De commissie vindt het vakoverstijgend werken en de beoogde verdieping middels doorlopende leerlijnen wel goede elementen, de eerdergenoemde kanttekening daargelaten. Vooral de wijkgebonden onderdelen zijn interessant. Het naschoolse aanbod wordt nauwelijks uitgewerkt; dit betreft nog te ontwikkelen pilots. De zeggingskracht hiervan voor de deelnemers kan daarom niet beoordeeld worden. Hoe het aanbod talentontwikkeling voor jongeren vanaf 14 jaar aan de genoemde groei en zichtbaarheid bijdraagt, wordt niet nader toegelicht.

De nadruk op non-fictie is deels onderscheidend. Niet veel, maar wel enkele andere organisaties als bijvoorbeeld stichting Bekijk ’t, werken met non-fictie in het vmbo. Graag had de commissie meer onderbouwing gelezen van de keuze van de organisatie om zich sterker in Amsterdam te vestigen en de gevolgen hiervan voor het landelijke aanbod. Ook mist de commissie een duidelijke positionering van De frisse blik in het Amsterdamse veld, waar bijvoorbeeld ook HOLY, dat zich met burgerschapsontwikkeling bezighoudt, een partij is.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De commissie vindt de begroting voor de periode 2017-2020 ruim. De kosten zijn hoog in relatie tot de beoogde activiteiten. De totale personele lasten nemen flink toe ten opzichte van de realisatie in 2015. De materiële lasten nemen juist behoorlijk af. Deze ontwikkeling wordt onvoldoende toegelicht. In de optelling van de beheerslasten van de begroting staat onder het kopje verzekeringen een (formule) fout, waardoor de lasten jaarlijks € 16.530 hoger uitvallen. In het ondernemingsplan wordt daarbij een – fors - ander subsidiebedrag gevraagd dan in het online aanvraagformulier. De commissie vindt deze formele fouten slordig.

De lasten voor het Amsterdamse deel van de begroting worden gespecificeerd. De hiermee samenhangende eigen inkomstenpercentages zijn verkeerd berekend, en voldoen niet aan de norm van 25%. De eigen inkomsten voor Amsterdam zijn teleurstellend laag, en bovendien opvallend veel lager dan het percentage eigen inkomsten van de landelijke activiteiten. In 2017 is het landelijk eigen inkomstenpercentage bijvoorbeeld ruim drie keer zo hoog. De financieringsmix voor het Amsterdams deel is eenzijdig en omvat geen private fondsen. Gezien het vermogen van De frisse blik om wel landelijk verschillende (private) fondsen aan zich te verbinden, vindt de commissie dit niet acceptabel. Een scholenbijdrage van € 3.000 staat niet in verhouding tot het aantal activiteiten dat hiervoor geboden wordt. De commissie vindt de visie op de toekomstige ontwikkeling van het verdienmodel daarbij onvoldoende uitgewerkt. Voor de naschoolse activiteiten zijn er geen inkomsten opgenomen, maar wel kosten begroot. De aanvrager stelt als gevolg van de crisis niet in te zetten op groei van de eigen inkomsten. Dit is geen ondernemende opstelling.

De risicobeheersing bij het niet doorgaan van een structurele financiële bijdrage uit het Kunstenplan, behelst het vervallen van het nieuw te ontwikkelen activiteitenonderdeel dat specifiek op Amsterdam gericht is. Dit vindt de commissie teleurstellend. De aan het AFK gevraagde subsidie voor 2017-2020 staat niet in verhouding tot het percentage activiteiten en bezoeken in Amsterdam ten opzichte van het landelijk bereik en het totaal aan begrote subsidies. Er wordt in de ogen van de commissie een te hoog bedrag aangevraagd in verhouding tot het Amsterdams bereik.

De organisatie heeft geen concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht. De aanvrager stelt de Governance Code Cultuur voor kleine organisaties te volgen. Er zijn geldstromen van de Bromet Film School aan zowel de baten- als de lastenzijde. Frans Bromet is voorzitter van het bestuur van De frisse blik en is tevens werkzaam voor de Bromet Film School en Lucas Westerbeek is directeur van beide instellingen. Deze samenloop van functies is niet conform de principes van de Governance Code Cultuur.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. De frisse blik bereikt een belangrijke, veelal cultureel diverse Amsterdamse doelgroep in het primair onderwijs en het vmbo. Het heeft aandacht voor kinderen met een mindere beheersing van de Nederlandse taal. Zij wil haar positie in Amsterdam verstevigen en uitbreiden. Er worden gerichte projecten ingezet voor specifieke doelgroepen, zoals het Vreedzame Scholenproject en wijkgerichte projecten. De organisatie doet aan evaluatie en onderzoek, maar dit is blijkens de aanvraag met name op het proces van de leerlijnontwikkeling gericht en minder op het (deelnemers-)publiek.

Er lijkt de afgelopen periode een goed contact te zijn opgebouwd met het Amsterdamse onderwijs. Met een digitale leeromgeving, netwerkbijeenkomsten en gratis introductielessen probeert De frisse blik nieuw publiek aan te boren. Met doorlopende leerlijnen wordt de band met de scholen en deelnemers verduurzaamd. Hiertoe zijn reeds toezeggingen van vier Amsterdamse zogenoemde voorhoedescholen. De organisatie wil met delen van de doorlopende leerlijnen 40 Amsterdamse scholen bereiken, maar licht in het ondernemingsplan niet toe hoe zij dit denkt te realiseren, anders dan door het benaderen van schoolbesturen. De beoogde verdubbeling van het Amsterdams bereik vindt de commissie door deze onvoldoende onderbouwing dan ook niet realistisch. De concurrentie met Stichting Bekijk ’t wordt wel benoemd, maar niet toegelicht. De aanvrager heeft wel een duidelijke visie op culturele diversiteit in zijn bereik.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als voldoende. Er wordt verbinding met de stedelijke samenleving gelegd door samenwerking met bijvoorbeeld het onderwijs, wijkprojecten en woningcorporatie Eigen Haard. Voor de (landelijke) projecten zijn er tot nu toe samenwerkingen aangegaan met overtuigende partijen als IDFA, EYE, Het Mediacollege Amsterdam en het Jeugdjournaal. Voor de komende periode zijn De Meervaart, De Slootermeerschool, Basisschool ’t Gein, De Narcis Querido school en Basisschool De Springplank de meest directe coalitiepartners. Graag had de commissie in het plan meer toelichting gezien op eventuele beoogde samenwerking en afstemming met de collega-leden van het Amsterdams Filmmenu. Artistiek-inhoudelijk zou naar mening van de commissie nog vanuit een sterkere visie of met een meer innovatieve aanpak samengewerkt kunnen worden met de diverse partners.

De spreiding beoordeelt de commissie als goed. De frisse blik is in alle stadsdelen werkzaam, met een nadruk op de stadsdelen West en Nieuw-West.

Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van De frisse blik niet te honoreren.