Over het IJ Festival

Theater
Aangevraagd: € 295.000
Toegekend: € 195.000

Inleiding

Over het IJ Festival positioneert zich als hét locatietheaterfestival van Amsterdam, dat een eigentijdse en eigenzinnige programmering beoogt en een breed en gemêleerd publiek. Iedere zomer, begin juli, vormt de stad met al haar verhalen, vraagstukken en ontwikkelingen het uitgangspunt voor een tiendaags festivalprogramma, met werk van theatermakers en kunstenaars die werken vanuit een engagement met de urbane omgeving. De NDSM-werf en een focus op Amsterdam-Noord vormen de basis, maar de spanbreedte is groter, doordat ook andere wijken en bijzondere stadse locaties als speelgebied en inspiratiebron bij het festival worden betrokken. De voorstellingen van de makers, die gepresenteerd en ook vaak ontwikkeld worden op locatie, zijn bepalend voor het profiel van Over het IJ Festival.

Over het IJ Festival laat talentontwikkeling hand in hand gaan met de ontdekking van nieuwe theatertalen en -vormen buiten de context van een theaterzaal. Het festival wil de stad Amsterdam en zijn IJ-oevers de inspiratiebron laten zijn voor innovatief en hoogstaand theater, met als vaste bestanddelen interdisciplinaire samenwerkingen en het verkennen en laten versmelten van nieuwe theaterstijlen. Dit varieert van locatietheater (speciaal gemaakt voor de betreffende locatie) en ervaringstheater (zoals een theatrale wandeling) tot meer installatie-achtige vormen met een knipoog naar architectuur en performancekunst. Binnen het programma wordt gezocht naar een inhoudelijke verbinding van de voorstellingen, met hun fysieke locatie en de (sociale) context hiervan.

Over het IJ Festival wil de komende jaren de stad en het begrip stedelijkheid blijven verkennen en zich scherper verhouden tot de fysieke en sociale omgeving waar het zich in beweegt. Het presenteren en ontwikkelen van locatietheater blijft essentieel. Die ambitie wil de organisatie verbreden en verdiepen, door te zoeken naar geëngageerde makers die zich wezenlijk bezighouden met wat er speelt in de stad en met de invloed daarvan op ons leven en onze leefomgeving.

Vanaf 2017 wordt het festivalprogramma telkens langs drie lijnen opgebouwd. De eerste lijn is de Festivalstad, waarin vierdejaars studenten en recent afgestudeerden van kunstvakopleidingen in Nederland en België uitgenodigd worden om in een begeleid ontwikkelingstraject in korte tijd een volwaardige mini-locatietheatervoorstelling of -installatie te maken in, om, op of met een zeecontainer. Tevens worden binnen deze lijn 6 Platform projecten ontwikkeld, waarin overwegend jonge theatermakers en kunstenaars een kortdurend onderzoek naar of experiment binnen locatietheater op de NDSM-werf ontwikkelen, gericht op een kleine voorstelling. De tweede lijn is die van De Lokale Stad, waarin nieuw werk wordt gemaakt in een rechtstreekse relatie met bewoners en lokale partijen, met koppelingen naar lokale thema’s. Deze projecten kunnen langer worden doorgetrokken dan de festivalperiode alleen. Tijdens het festival worden binnen deze programmalijn diverse voorstellingen op locaties in de buurt gerealiseerd. De derde lijn tenslotte is De Stad als Metropool, met voorstellingen waarin urgente stedelijke vraagstukken als inspiratie dienen, in een jaarlijkse internationaal (samenwerkings-)project de globale stedelijkheid wordt verkend en de verschillende programmalijnen middels verdiepende gesprekken aan elkaar worden gekoppeld.

In de periode 2013-2016 is Over het IJ Festival opgenomen in het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam voor € 164.820 per jaar. Over het IJ Festival vraagt een bijdrage in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 van jaarlijks € 295.000.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zeer goed. Over het IJ Festival heeft een goed omschreven artistieke visie, die nieuwsgierig maakt en de tijdsgeest goed vertaalt. De artistiek-inhoudelijke visie komt duidelijk voort uit de ontwikkelingen die het festival de afgelopen jaren heeft doorgemaakt en toont aan op welke manier de organisatie zich positioneert in de sector. In het ondernemingsplan is een sterke evaluatie opgenomen over de afgelopen periode, op basis waarvan de organisatie beargumenteerde veranderingen in wil zetten en ook al heeft ingezet.

De voorgenomen programmalijnen sluiten hier nauw op aan en hebben door hun directe relatie met de visie een overtuigende onderlinge samenhang. Ook spreekt een steeds herkenbaarder artistiek-inhoudelijk profiel uit de ingezette veranderingen, waarmee het festival zich steeds meer onderscheidt van andere festivals in het Amsterdamse. Met ruimte voor nieuwe vormen, met de blik op actuele thema’s in de stad en de samenleving gericht en de interdisciplinaire samenwerkingen die daarvoor worden aangegaan, krijgt het programma een grote mate van oorspronkelijkheid en eigenheid.

Het vakmanschap toont zich in de wijze waarop de organisatie kwalitatieve makers aan zich weet te binden met een duidelijk artistiek profiel, die de ruimte krijgen voor experiment en reflectie binnen de gekozen thematiek. Over het IJ Festival focust op de stad en haar bewoners, waarbij steeds gezocht wordt naar een directe relatie tussen de voorstelling, de makers en de speellocatie. Ook de heldere thematische kaders dragen daar aan bij. De voorstellingen verhouden zich tot de actualiteit, worden gerealiseerd met de blik naar buiten en zoeken op deze wijze verbinding met de bewoners van de stad. Hierdoor is de zeggingskracht van het programma groot. Over het IJ Festival weet het publiek met ervaringstheater te verrassen, inspireren en inzichten te geven, waartoe ook de experimenten, kleinschaligere projecten en de randprogrammering bijdragen, die ook toonaangevend zijn.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De bedrijfsvoering van de organisatie is naar de mening van de commissie niet gezond. De laatste jaarcijfers laten een negatief exploitatieresultaat zien, de organisatie heeft momenteel slechts een klein eigen vermogen. De afgelopen periode was de financiële positie van de organisatie zorgelijk en kende het festival tekorten. Dit is veroorzaakt door slechte resultaten in voorgaande jaren omdat het festival te kampen had met slechte weersomstandigheden. De organisatie wil een deel van de subsidie inzetten om te bouwen aan verbetering van het eigen vermogen, waardoor de organisatie minder kwetsbaar wordt. Er zijn geen reserves en daardoor is er te weinig basis om tegenvallende resultaten, zoals in het verleden, op te vangen. Buiten de opbouw van een eigen vermogen, wordt uit de plannen niet duidelijk hoe de organisatie wil omgaan met risico's.

Het feit dat de organisatie te kampen heeft met onverwachte uitval van de algemeen directeur van het festival, zet de organisatie momenteel extra onder druk. De begroting, die voor elk jaar gelijk is, is volgens de commissie realistisch, maar de beoogde sprong in publieksinkomsten staat of valt met de weersomstandigheden, terwijl de organisatie in financieel opzicht sterk leunt op deze sprong voorwaarts. De mix van inkomstenbronnen is niet erg divers, maar bestaat voor het grootste deel uit subsidies. Wel zoekt de organisatie veel partnerschappen gekoppeld aan de locaties van de festivalactiviteiten, maar vooralsnog brengen dit nauwelijks extra inkomsten met zich mee.

Het bestuur en toezicht zijn op orde, de organisatie past de Governance Code Cultuur toe. Een visie op de diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur en een aanpak daarvan ontbreken.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als zeer goed. Over het IJ Festival formuleert een heldere visie op het bestaande publiek en hoe dit vast te houden en beter te leren kennen. De thematiek van het festival en de manier waarop de programmering tot stand komt draagt bij aan voorstellingen, die mooie ervaringen bieden en echt indruk maken en verbindingen leggen met het publiek.

Met de duidelijke focus op het artistiek-inhoudelijk profiel oogt ook de publieksaanpak gerichter en minder grillig dan voorheen. De commissie verwacht dat het festival een unieke plek in kan gaan nemen in het Amsterdamse veld. Het festival richt zich expliciet op een cultureel divers samengesteld publiek. Dit spreekt niet alleen uit de gerichte marketingaanpak, maar ook uit de wijze waarop banden met de wijk en haar bewoners worden aangegaan, met een daadwerkelijke inbedding van deze verbindingen in de projecten. Al is er blijkens de plannen geen publieksonderzoek gedaan in afgelopen periode, de organisatie geeft goed weer te investeren in de duurzame opbouw van haar publiek en benoemt concrete plannen om het publiek verder uit te breiden. Er worden verschillende doelgroepen benoemd en omschreven.

De marketingaanpak is zoveel mogelijk maatwerk, er worden nieuwe wegen verkend, expliciet gericht op deze doelgroepen en ook verbonden aan de activiteiten. Hoewel marketingideeën op dit moment vooral op papier bestaan en nog moet blijken hoe effectief de concrete acties die hieruit voortvloeien zijn, beoordeelt de commissie deze als innovatief en veelbelovend. Ook krijgt de commissie uit de omschreven plannen de indruk dat de organisatie goed genoeg is ingericht om dit experiment aan te gaan. Dat hierbij, naast de inzet van de eigen marketingmedewerker, tevens gebruik gemaakt wordt van de marketingtrajecten van samenwerkingspartners, is gezien het karakter van de organisatie een begrijpelijke keuze.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als goed. De organisatie verbindt zich nadrukkelijk met stedelijke vraagstukken en de bewoners van de stad. Middels buurtprogramma's worden relaties gesmeed met verschillende wijken in Amsterdam. Hierin wordt samengewerkt met partners in deze wijken met grote diversiteit, zowel maatschappelijke organisaties als commerciële partijen en culturele instellingen. Daarnaast zoekt het festival verbindingen met de Amsterdamse cultuursector, door samen te werken met verschillende partners op inhoudelijke thema’s en op het gebied van talentontwikkeling voor jonge makers.

De commissie beoordeelt de spreiding als goed. De activiteiten vinden plaats in de hele stad, met name in Amsterdam-Noord. Hiermee draagt de organisatie bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Over het IJ gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van
€ 195.000 per jaar.

De organisatie heeft in de subsidieaanvraag van het AFK een bedrag van jaarlijks € 100.000 opgenomen aan stadsdeelgelden, die de organisatie in de afgelopen vier jaar van stadsdeel Noord ontving. Binnen de regeling meerjarige subsidies van het AFK kunnen wegvallende structurele stadsdeelbijdragen worden gecompenseerd, voor zover dit vierjarige middelen betreft en voor zover het stadsdeel de middelen overdraagt aan het AFK. De commissie wijst erop dat projectmatige en eenjarige subsidies van stadsdelen niet in de subsidieaanvraag bij het AFK kunnen worden betrokken. Stadsdeel Noord heeft geen middelen overgedragen aan het AFK. Op het aangevraagde bedrag is het aandeel van stadsdeelgelden daarom in mindering gebracht. Het resterende bedrag adviseert de commissie volledig te honoreren. Wanneer er geen alternatief wordt gevonden voor het tekort op de begroting bij uitblijven van de voormalige stadsdeelbijdrage, ziet de commissie dat de organisatie in haar voortbestaan kan worden bedreigd.