Stichting BAU

Podiumkunsten & Letteren
Aangevraagd: € 82.500
Toegekend: € 66.900

Inleiding

Stichting BAU presenteert zich als platform voor de onafhankelijke dans- en performancekunstenaars in Amsterdam. Zij stelt zich ten doel de werkcondities voor deze groep te verbeteren, activiteiten te initiëren, informatie te verzamelen en te verstrekken, het netwerk te versterken en cross-disciplinaire artistieke uitwisseling tussen kunstprofessionals te stimuleren. BAU wil als schakel tussen de Amsterdamse onafhankelijke makers en de theaters vruchtbare samenwerking stimuleren. Als vertegenwoordiger van de onafhankelijke dans- en performance-community profileert BAU zich als gesprekspartner voor beleidsmakers, culturele instellingen en belangenorganisaties in de stad. De meeste activiteiten die BAU opzet zijn toegankelijk voor de hele scene, van urban dance tot performancekunst.

BAU wil haar huidige positie als platform van en voor onafhankelijke makers versterken.
De ontwikkeldoelen van BAU liggen op artistiek en zakelijk vlak. In 2019-2020 wil BAU inzetten op
het professionaliseren van de bestaande projecten festival Come Together en BAU Labs. Daarnaast geeft BAU prioriteit aan het ontwikkelen van twee projecten die volgens de achterban onontbeerlijk zijn: de ontwikkeling van een internationaal Artist-in-Residence-programma (BAU AIR) voor dans en performance in Amsterdam en een researchproject dat moet leiden tot een Agentschap voor Dans en Performance.

BAU zet verder in op professionalisering en uitbreiding van de organisatie. Daarnaast wordt gezocht naar nieuwe financieringsmogelijkheden en inkomstenbronnen. Ten slotte vindt BAU het van belang om zichtbaarder te worden door middel van de inzet van marketing en publiciteit.

Stichting BAU vraagt aan het AFK een bijdrage van gemiddeld € 82.500 per jaar, waarvan € 39.600 is bestemd voor ontwikkeling en € 42.900 voor de reguliere activiteiten.

Artistieke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als voldoende.
BAU is opgericht door de doelgroep voor de doelgroep. De organisatie verbindt en ondersteunt met name mid-career makers in de Amsterdamse dans- en performancesector. BAU geeft de makers die ze vertegenwoordigt een platform. Daarmee vervult zij een belangrijke functie als een transparante en toegankelijke schakel in de keten van de dans- en performancemakers en culturele instellingen. De artistieke leiding en het comité dat BAU van advies voorziet, bestaan uit ervaren vakmensen uit het dans- en performanceveld. BAU toont volgens de commissie vakmanschap in het bundelen van de krachten van de onafhankelijke makers in de dans- en performancesector.

BAU organiseert zelf in principe geen publieksgerichte activiteiten omdat zij primair fungeert als kennisinstituut met een ondersteunende functie richting makers. De deelnemers die BAU bedient bestaan vooral uit de onafhankelijke makers in de dans- en performancesector.
De organisatie geeft geen inzicht in wie de deelnemers zijn die zij momenteel bereikt met de activiteiten. Daardoor kan de commissie niet goed beoordelen of het werk van de organisatie zeggingskracht heeft voor de doelgroep. De commissie signaleert dat er draagvlak is voor de activiteiten die BAU onderneemt. BAU heeft de afgelopen jaren succesvol een repetitieruimte geëxploiteerd. Ook was er veel belangstelling voor de bijeenkomsten en BAU Labs, dat bestaat uit onderzoekstrajecten naar samenwerking tussen dans en performance en andere disciplines. De commissie ziet dat deze activiteiten de deelnemers aanspreken. Ook de plannen voor de komende jaren bevatten activiteiten die direct aansluiting vinden bij de doelgroep van BAU. Het gaat om het versterken van het bestaande netwerk en het stimuleren van artistieke uitwisseling op een cross-disciplinaire manier. Ook wil BAU werken aan het verbeteren van de randvoorwaarden waaronder de makers werken. Dit wil BAU doen door hen de expertise en kennis van alle betrokkenen aan te reiken en werkruimte te verschaffen in de BAU-locaties. De commissie vindt dat deze activiteiten zeggingskracht hebben omdat zij niet alleen van belang zijn voor de artistieke en organisatorische ontwikkeling van de dans- en performance-sector, maar ook voor het positioneren van Amsterdam als dansstad op internationaal niveau.

BAU merkt in de aanvraag artistieke kwaliteit als ontwikkeldoel aan. Daarom wordt binnen dit criterium tevens de kwaliteit van de ontwikkeling beoordeeld.
Het plan geeft de beginsituatie duidelijk weer en staat stil bij het bestaansrecht van BAU als platform voor de onafhankelijke danssector.  BAU heeft zich sinds de oprichting ontwikkeld tot een kenniscentrum voor onafhankelijke kunstenaars. De infrastructuur die de organisatie heeft weten op te zetten heeft geleid tot concrete activiteiten die deze sector ten goede komen.

De noodzaak van de ontwikkeling vindt de commissie helder verduidelijkt en aannemelijk ingegeven vanuit de behoefte die in de sector leeft.  Het is van belang dat BAU in haar functie als kennisinstituut en ondersteuning aan onafhankelijke makers in kan blijven spelen op de behoeften die in dit veld leven en daartoe activiteiten op kan starten. Het plan noemt als artistieke einddoelen een aantal specifieke activiteiten:

BAU stelt dat het Artist-in-Residence programma (BAU AIR) nodig is om de verbinding tussen de (inter)nationale scene en de Amsterdamse makers te versterken. Dit vindt de commissie aannemelijk, maar het plan onderbouwt niet overtuigend op welke wijze die binding versterking behoeft. Niet wordt bijvoorbeeld duidelijk gemaakt op welke wijze het de samenwerking van makers met theaters zal bevorderen.
Daarnaast wil BAU research doen voor het opzetten van een Agentschap voor Dans en Performance ten behoeve van de productie en verkoop van het werk van onafhankelijke makers. De commissie onderschrijft het belang hiervan voor een toekomstbestendige ontwikkeling van de sector.
De aanvraag maakt niet duidelijk of en waarom BAU uiteindelijk ook de organisatie zal moeten zijn die dit Agentschap gaat voeren. Ook wordt er geen inzicht gegeven in de omvang die zo’n organisatie zal moeten hebben en de activiteiten die het zal moeten ontplooien. De commissie mist in de aanvraag informatie over de markt voor dansgezelschappen en over de mogelijkheden die er in Nederlandse theaters zijn, waarmee de reikwijdte van een dergelijk Agentschap kan worden aangegeven.

Het festival Come Together is een reguliere activiteit van BAU die tot stand is gekomen met sterke coalitiepartners. Het festival, gericht op uitwisseling en ontmoeting tussen onafhankelijke makers en het presenteren van hun ideeën aan publiek, heeft in afgelopen periode gezorgd voor een onderzoeksmatige artistieke dialoog binnen choreografie en performance en maakte dit zichtbaar in de stad. BAU heeft als ontwikkeldoel opgenomen dat het dit festival, waarvan het co-producent is, wil professionaliseren.  De commissie ziet in de aanvraag niet verklaard waarom BAU de professionalisering van dit festival op zich neemt. De commissie is van mening dat Come Together als  publieksgericht festival beter past bij een producerende organisatie dan bij de kerntaken en functie van BAU als discipline ondersteunend kennisinstituut. BAU wil voorts de BAU labs versterken en professionaliseren, dit vindt de commissie wel een realistisch doel. Deze BAU labs zijn in het verleden vruchtbaar gebleken ten behoeve van de artistieke uitwisseling van de onafhankelijke danssector. 

Uit de aanvraag blijkt niet wanneer voor BAU de nieuwe artistieke plannen voor AIR en het Agentschap als een succes kunnen worden beschouwd. Ook ontbreekt een stappenplan waarmee de ambitieuze plannen gefaseerd ontwikkeld kunnen worden tot een realistisch einddoel. Zodoende kan de commissie niet goed beoordelen of deze doelen realistisch zijn.

In het plan ontbreekt voorts een reflectie op de ontwikkeling van de BAU labs en het Come Together festival in de afgelopen periode. Daardoor is de noodzaak om de professionalisering van deze onderdelen als ontwikkeldoelen aan te pakken niet helder onderbouwd.

BAU noemt als instrument het samen stellen van teams en inhuren van producenten om AIR en het Agentschap te kunnen implementeren, hetgeen een logisch gevolg is van deze tamelijk arbeidsintensieve initiatieven.

De commissie vindt alleen de bezoeken in het buitenland om informatie te vergaren over residencies of agentschappen geen overtuigend instrument. Zeker gezien de achterban van BAU zou de organisatie ook op andere manieren aan de benodigde informatie moeten kunnen komen.

BAU wil voor AIR en het Agentschap coaches aanstellen. De gekozen coaches passen bij de voorgenomen activiteiten en zijn daarmee een zinvol en realistisch instrument dat aansluit bij de behoeften in dit dansveld. De commissie vindt dat deze bijdragen aan het einddoel om de functie van BAU als discipline-ondersteunend kennisinstituut te versterken.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende.

De bedrijfsvoering van BAU is momenteel gezond.  De organisatie bestond tot nu toe uit een bescheiden backoffice en een onbezoldigd comité. Uit de plannen blijkt dat BAU versterking in de zakelijke organisatie nodig heeft, maar onduidelijk blijft hoe de bedrijfsvoering eruit moet zien om de voorgenomen plannen te kunnen realiseren. Daardoor is de commissie er niet zeker van of BAU voldoende toegerust zal zijn om de ambitieuze plannen te realiseren.

BAU werkt met een onafhankelijk bestuur. De samenstelling sluit goed aan op de belangen van de sector waar de organisatie voor werkt en oogt gedegen. De Governance Code Cultuur wordt nageleefd. BAU heeft het voornemen bij een komende bestuurswisseling meer aandacht te besteden aan diversiteit.

De commissie vindt de ingediende begroting realistisch. Alle kosten zijn inzichtelijk gemaakt. De personeelskosten zijn in de begroting hoger dan voorheen. Dat laat zich verklaren door de uitbreiding met 0,9 fte en de invoering van een gepaste beloning van de zakelijk en dagelijks leider.
De commissie vindt de noodzaak van de kosten voor het afleggen van bezoeken in het buitenland in het kader van de artistieke ontwikkeling niet overtuigend en daarnaast aan de hoge kant.

Het doelpercentage eigen inkomsten wordt ruim behaald. Een redelijk groot aandeel van de inkomstenmix bestaat uit inkomsten uit verhuur van ruimte. De commissie merkt op dat de afhankelijkheid van subsidies niettemin groot is waardoor de mix van inkomsten niet evenwichtig is. Zij vindt dat BAU de mogelijkheden voor meer ondernemerschap nog te weinig benut. Opvallend is dat er geen inkomsten voor de initiatieven AIR en het Agentschap zijn opgenomen. Internationale voorbeelden laten zien dat een AIR-programma met een beter verdienmodel kan opereren, bijvoorbeeld door de productiekosten en studiohuur door samenwerkingspartners op te laten brengen. BAU zou zich daarnaast kunnen inzetten voor het vinden van externe gelden bij private fondsen en inkomsten uit dienstverlening moeten kunnen genereren.

BAU merkte in de aanvraag zakelijke kwaliteit als ontwikkeldoel aan. Daarom wordt binnen dit criterium tevens de kwaliteit van de ontwikkeling beoordeeld.
De beginsituatie op zakelijk vlak is helder: BAU nam vanaf 2016 de verhuur van studio’s op zich en heeft zich in de periode daarna als platform ontwikkeld voor de dans- en performancescene in Amsterdam.
De noodzaak voor de versteviging van de huidige organisatie is ook duidelijk: met de huidige werkwijze en de huidige salariëring kan de organisatie niet overeind blijven en kan zij haar ondersteunende functie niet goed blijven vervullen. De commissie onderschrijft dat professionalisering van de organisatie noodzakelijk is. Het einddoel om de functie als discipline-ondersteunend kennisinstituut te versterken acht de commissie realistisch. De aanvraag noemt daarnaast bij de zakelijke ontwikkeling enkele doelen die ook onderdeel uitmaken van het artistieke ontwikkelplan. De commissie constateert dat niet inzichtelijk is hoe het professionaliseren van BAU labs en festival Come Together en het uitbreiden van marketingmiddelen van BAU bijdragen aan de zakelijke ontwikkeling.

BAU wil vanuit 0,5 fte in de backoffice groeien naar 1,4 fte om twee nieuwe projecten te kunnen ontwikkelen en de bestaande projecten te kunnen bestendigen en verstevigen. Zowel de dagelijks leider als zakelijk leider krijgen meer uren en er wordt een nieuwe functie gecreëerd voor een marketing/productiemedewerker voor 0,2 fte. Ook wil BAU haar adviseurs vacatiegeld gaan betalen voor hun inzet.
De uitbreiding van de organisatie en de verbetering van de bezoldiging zijn in de ogen van de commissie realistische instrumenten die passen bij het beoogde einddoel om de functie als discipline-ondersteunend kennisinstituut te versterken.

De commissie merkt op dat het plan alleen voorziet in het benoemen van coaches met het oog op de artistieke ontwikkeldoelen. Er worden geen coaches op zakelijk vlak benoemd.

Publieksbereik

De commissie beoordeelt het publieksbereik als voldoende.
BAU richt zich met hun activiteiten voornamelijk op het eigen “publiek” van onafhankelijke makers in de dans- en performancescene. Het programma sluit hier goed op aan. De commissie heeft vanuit de activiteiten die BAU tot nu toe heeft ondernomen vertrouwen dat BAU het publiek goed bedient. Er wordt daarnaast effectief samengewerkt met relevante partners zoals Frascati, Veem, Julidans en Splendor. Tot de doelgroep behoren onafhankelijke kunstenaars, gezelschappen, culturele organisaties, podia, festivalproducenten en het kunstvakonderwijs. In de aanvraag is niet gespecificeerd welke dansmakers en -initiatieven BAU meer precies bedient, waardoor de potentiële omvang en de mogelijke groei van het bereik nog niet helder is, evenmin als de culturele diversiteit ervan.
De commissie is van mening dat de voorgenomen nieuwe activiteiten BAU AIR en het Agentschap voor Dans en Performance passen bij de samenstelling van het publiek dat BAU wil bedienen en ingegeven zijn vanuit de behoefte die bij hun achterban leeft. 
BAU bereikt zijn doelgroepen via kanalen als mailings, de website, nieuwsbrieven en social media en via het netwerk van de onafhankelijke makers-scene, de theaters, de opleidingen en belangenorganisaties. Dit zijn logische en effectieve kanalen voor de beoogde doelgroepen. Als discipline-ondersteunend kennisinstituut voor de dans- en performancesector speelt BAU indirect ook een rol ten aanzien van het bevorderen van het publieksbereik voor deze sector. BAU beheert bijvoorbeeld een dansagenda voor Amsterdam. Wat het bereik en effect hiervan is, wordt in de aanvraag niet beschreven.
BAU geeft aan de marketing te willen versterken om de zichtbaarheid te vergroten. BAU is van plan om hiervoor een marketingmedewerker aan te stellen voor een dag per week.  Een heldere marketingvisie ontbreekt echter. BAU zegt in te willen zetten op een overkoepelende marketing 'voor een breed publiek' voor de bij hen aangesloten makers, met een online agenda en een website, maar dat blijft erg algemeen. Niet duidelijk wordt hoe de online dansagenda in de markt wordt gezet om een breed publiek te bereiken of en hoe het bijdraagt aan het bereiken van een cultureel divers publiek.

Bijdrage aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod in de stad

De bijdrage aan de veelzijdigheid van het Amsterdamse cultuuraanbod beoordeelt de commissie als voldoende.

De commissie constateert dat de hedendaagse dans – en performancesector goed vertegenwoordigd is in het Kunstenplan. De functie van BAU als discipline-ondersteunend kennisinstituut is complementair aan het bestaande aanbod en vervult een belangrijke rol ten behoeve van de Amsterdamse danssector.

Conclusie

De commissie concludeert dat BAU een beter verdienmodel kan neerzetten voor BAU AIR; de hiervoor opgenomen productiekosten en studiohuur zouden door partners kunnen worden opgebracht. Zij adviseert daarom deze kosten niet te subsidiëren.

De commissie adviseert daarnaast geen subsidie voor de kosten van buitenlandse bezoeken te honoreren omdat de noodzaak hiervoor niet is aangetoond. Ook adviseert de commissie de kosten voor professionalisering van het festival Come Together niet te honoreren, omdat BAU niet inzichtelijk maakte waarom het als niet-producerende organisatie hiervoor de aangewezen partij zou zijn.

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van BAU gedeeltelijk te honoreren voor een bedrag van gemiddeld € 66.900 per jaar, waarvan € 24.000 per jaar voor de uitvoering van de ontwikkelactiviteiten en € 42.900 per jaar voor de reguliere activiteiten.

De aanvraag van BAU is beoordeeld binnen de adviescommissie Podiumkunsten & Letteren.