De Rode Hoed

Theater
Aangevraagd: € 175.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Uitgangspunt voor alle aspecten en afdelingen van de Rode Hoed is het zoeken en bieden van verbinding, ongeacht de bijeenkomst. De Rode Hoed wil bezoekers een ervaring bieden, waarbij de organisatie ernaar streeft een gevoel of een inzicht mee te geven, dat ze bij binnenkomst nog niet hadden. De inhoudelijke lijnen zijn: politiek en maatschappij, zingeving, religie en filosofie, kunst en cultuur, wetenschap en educatie, economie en duurzaamheid.

Met de brede programmering in deze vijf domeinen wil De Rode Hoed een algemeen publiek van verschillende generaties en van verschillende herkomst bereiken. Bij het ontwikkelen van nieuwe programma’s wil De Rode Hoed zich laten leiden door in de hoofdstad nog ontbrekende inhoud, en is het streven deze ook voor nieuwe bezoekers toegankelijk te maken.

In 2016 krijgt de samenwerking tussen De Rode Hoed, De Nieuwe Liefde, Felix Meritis en het Compagnietheater gestalte. Deze heeft tot doel de programmering van de Rode Hoed te kunnen voortzetten en een financiële basis hiervoor te creëren. In deze samenwerking met de andere podia onder de hoede van Amerborgh worden de podia organisatorisch en in de backoffice samengevoegd, zodat één organisatie ontstaat, waaruit de vier huizen worden geëxploiteerd. Hiermee wil men de onderscheidende programma’s van de vier huizen mogelijk maken en de mogelijkheid tot scherpere profilering van de afzonderlijke podia in stand houden. Een ander doel van de samenwerking is specifieke programmaonderdelen, bijvoorbeeld op gebied van educatie, inhoudelijk te versterken.

Er wordt daarbij gestreefd professionalisering op alle vlakken plaats te laten vinden, met name op gebied van commerciële activiteiten, marketing, publieksbereik, financiën en personeelsbeleid. Door de kostenbesparing die de organisatie hiermee wil realiseren kan geïnvesteerd worden in de programmering en meer (financiële) ruimte voor experimenten worden gecreëerd. Inhoudelijk zijn de gezamenlijke en eigen programmering en de concrete plannen van deze samenwerking nog niet in de plannen voor 2017-2020 uitgewerkt, vanwege het prille ontstaan van deze samenwerking. De Rode Hoed is in elk geval voornemens in komende periode jaarlijks 10 eigen producties en 25 coproducties in Amsterdam te realiseren.

De Rode Hoed vraagt in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 een subsidie van € 175.000 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zwak. De Rode Hoed beschrijft in het ondernemingsplan de met name maatschappelijke doelstellingen die het nastreeft en de activiteiten die de organisatie in het algemeen ontplooit, maar beschrijft geen artistiek-inhoudelijke visie of koers voor de nabije toekomst. De Rode Hoed benoemt daarnaast dat ze aan cultuureducatie willen doen, maar nergens wordt een onderbouwing of uitwerking in een visie hierop gevonden. Ten aanzien van talentontwikkeling wordt in het plan een programma genoemd dat in voorgaande periode heeft plaatsgevonden, namelijk Literaturfest en het daaruit voortvloeiende Das Mag. Uit het plan blijkt niet hoe het onderdeel talentontwikkeling concreet wordt voortgezet.

Ondanks dat de samenwerking met de partners De Nieuwe Liefde, Felix Meritis en het Compagnietheater nog pril is en de programmering nog niet inhoudelijk is ingevuld, zou het artistiek profiel van de Rode Hoed toch duidelijker omschreven moeten kunnen worden. Daarnaast is niet inzichtelijk gemaakt hoe de Rode Hoed zich wat betreft inhoudelijke visie en programmering zal positioneren ten opzichte van de samenwerkingspartners. Ten aanzien van de positie die de organisatie wil innemen in de sector, geeft de aanvrager aan een aanvulling te willen zijn op ontbrekende inhoud in de stad en daarmee dus onderscheidend te zijn. Wat dit precies inhoudt, wordt niet duidelijk gemaakt.

Evenmin krijgt de commissie zicht op de wijze waarop de organisatie de kernonderwerpen die ze benoemt in een samenhangende programmalijn wil invullen. Kern van de activiteiten van de organisatie lijkt te rusten op verhuur aan diverse partijen, die het programma daarmee inhoudelijk grotendeels invullen. Wat het vakmanschap is van de leiding van De Rode Hoed als programmerende en presenterende partij, wordt hierbij niet helder. De Rode Hoed heeft als debatpodium een bewezen reputatie en de thema’s die in de afgelopen periode aan bod zijn gekomen zijn vaak van een belangwekkende actualiteit en zeggingskracht. Uit het plan wordt echter niet duidelijk met welke onderwerpen de organisatie de komende periode het publiek aan wil spreken, zodat de zeggingskracht van het toekomstige programma door de commissie niet kan worden beoordeeld.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De bedrijfsvoering van De Rode Hoed en de gekozen constructie met de samenwerkingspartners en Amerborgh worden in de plannen niet helder gepresenteerd. De commissie heeft bewondering voor de zakelijke ontwikkeling van de Rode Hoed de afgelopen jaren. Komend uit een kwetsbare financiële positie met nauwelijks reserves, is gewerkt aan het behalen van een hoog aandeel eigen inkomsten, die geïnvesteerd wordt in de programmering. Het feit dat Amerborgh bij de overname van De Rode Hoed de financiële tekorten heeft kwijtgescholden, waardoor de organisatie met een schone lei kan beginnen, wekt vertrouwen.

Omdat in de loop van 2016 een hele nieuwe situatie ontstaat door de samenwerking met Felix Meritis, het Compagnietheater en De Nieuwe Liefde, die ook financiële consequenties zal hebben, geeft de begroting nu geen realistisch beeld. Hoe de organisatie qua personeel is ingericht en hoe de inzet op de culturele programmering plaats zal vinden de komende periode is eveneens niet uit de begroting op te maken. De eigen inkomsten van De Rode Hoed zijn hoog, dit is - zeker gezien de hoge huisvestingskosten en overige beheerslasten - een teken van goed ondernemerschap.

Er is een gezonde mix aan inkomstenbronnen, bestaande uit: publieksinkomsten, bedragen van fondsen, inkomsten uit zaalverhuur en overige commerciële inkomsten en sponsoring. De inkomsten die worden verwacht uit de culturele programmering zijn echter laag in verhouding tot de totale inkomsten. Daarmee is het gevraagde subsidiebedrag in het kader van het Kunstenplan niet te relateren aan de voorgenomen activiteiten. Uit de plannen is nu niet herleidbaar waar de gevraagde subsidie voor wordt ingezet.  

Het bestuur is op orde, De Rode Hoed heeft een directeur bestuurder met een raad van Toezicht en de Governance Code Cultuur wordt nageleefd. De organisatie heeft geen concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht geformuleerd.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als zwak. De Rode Hoed beschrijft in het ondernemingsplan geen visie op publiek of hoe een nieuw publiek aangesproken zal worden. De commissie krijgt daarmee geen beeld van de doelgroepen waar de organisatie zich de komende periode op richt. Uit het plan blijkt dat de programmering leidend zal zijn bij het bereiken van het hierbij beoogd publiek, maar deze programmering is niet inhoudelijk ingevuld en het beoogd publiek dus nader niet beschreven. Het huidige publieksaandeel en de ambities ten aanzien van het bereiken van nieuw publiek met de culturele programmering zijn daarbij ook in kwantitatieve zin gering.

De marketinginspanningen worden slechts summier beschreven en zijn met name gericht op de samenwerking met de - overigens sterke - mediapartners. Het plan om via internet de cultureel maatschappelijke avonden te streamen vindt de commissie een interessante wijze om meer publiek te bereiken, maar is niet specifiek gericht op het benaderen van Amsterdamse publieksgroepen. Wel is duidelijk dat De Rode Hoed veel partners in de stad heeft die bij kunnen dragen aan dit publieksbereik.

Behalve uit het feit dat met de thema’s die in afgelopen periode aan bod kwamen een breed publiek aangesproken kan worden, is uit het plan niet te herleiden dat de komende periode een cultureel divers publiek bereikt gaat worden. Ook hoe de organisatie via educatie of talentontwikkeling het beoogde jong publiek wil benaderen wordt niet duidelijk.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als voldoende. De Rode Hoed zoekt in zijn functie als multidisciplinair debatpodium in de programmering verbinding met grootstedelijke en actuele thema’s, die echter niet per se Amsterdams zijn. De mate waarin hierdoor verbinding wordt gelegd met de stad en het gepresenteerde betekenis krijgt voor de bewoners, lijkt beperkt. De Rode Hoed werkt met een grote hoeveelheid cultureel-maatschappelijke partners samen en heeft nauwe banden met een aantal mediapartners.

De commissie beoordeelt de spreiding als zwak. De Rode Hoed bevindt zich in het centrum van de stad, alle activiteiten vinden daar plaats. Hierdoor draagt de organisatie weinig bij aan de spreiding van het cultuuraanbod en het publiek in de stad.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van De Rode Hoed niet te honoreren.