Huize Frankendael

BFNA
Aangevraagd: € 85.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Huize Frankendael programmeert hedendaagse beeldende kunst tentoonstellingen van met name jonge kunstenaars in de 17e-eeuwse buitenplaats Huize Frankendael, de tuin bij het huis en het gelijknamige park. De tentoonstellingen hebben een thema dat past bij het huis en haar historie en worden samengesteld door een gastcurator. De stichting hanteert vier tentoonstellingsconcepten waarin met kunstenaars, musea en culturele organisaties, particuliere kunstverzamelaars en galeries wordt gewerkt. Rondom de tentoonstellingen is een randprogrammering met een artist talk en er worden rondleidingen georganiseerd door huis en tuin. Huize Frankendael doet mee aan festivals in Amsterdam zoals: Unseen Photo Fair, Amsterdam Art Weekend en de Museumnacht.

Voor de komende periode wil Huize Frankendael jaarlijks negen presentaties en zes producties realiseren. Er worden randprogramma’s gemaakt, gericht op de buurt. De organisatie werkt daarin onder andere samen met Tugela85, een culturele wijkonderneming in de Transvaalbuurt. Nieuw is ook de samenwerking met galeries, het tonen van een privécollectie van een galeriehouder tijdens Amsterdam Art Weekend en de samenwerking met TAAK voor het curatorschap bij de nieuw op te richten residency. De eerste editie vindt plaats in 2016-2017, waarbij er twee keer per jaar een kunstenaar 'in huis' is. Huize Frankendael heeft daarnaast de ambitie om het publieksbereik uit te bouwen. Om de toegankelijkheid te vergroten, wil de organisatie een jaarlijkse buitententoonstelling realiseren en worden bezoekers tijdens rondleidingen breder geïnformeerd.

Huize Frankendael vraagt een subsidiebedrag van € 85.000 per jaar voor een gedeelte van de activiteiten.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zwak. In de ogen van de commissie is er nauwelijks sprake van een visie, meer van algemene uitgangspunten die als volgt zijn beschreven: "Huize Frankendael is de buitenplaats voor hedendaagse kunst in Amsterdam. Het is (als het ware) een buitenverblijf voor gastcuratoren. Gastcuratoren stellen hier tentoonstellingen samen". De stichting geeft in de aanvraag aan, bewust te hebben gekozen voor een model van bestuur zonder directie. De artistiek-inhoudelijke invulling van de activiteiten wordt overgelaten aan gastcuratoren die per tentoonstelling wisselen. Juist bij zo'n werkwijze is, in de ogen van de commissie, een scherpe, richtinggevende visie van belang om vakmanschap, onderscheidende waarde en zeggingskracht over de hele linie consistent en herkenbaar voor bezoekers te kunnen houden. Dit kader ontbreekt echter.

Er is in de ogen van de commissie dan ook geen sprake van een samenhangende en daardoor onderscheidende programmering in de stad, die logisch voortvloeit uit de artistieke visie. De structuur van het programma is gebaseerd op vormaspecten (samenwerkingen met kunstenaars, galeries, musea en verzamelaars) en niet op een artistiek-inhoudelijke koers. Op die manier kan elk idee passen in de programmering. De interactie tussen actuele kunst en erfgoed wordt genoemd als uitgangspunt, maar de commissie ziet van deze ambitie geen praktische uitwerking terug in de plannen. Verder ontbreken duidelijke selectiecriteria voor het programmeren van kunstenaars, omdat deze bij de wisselende curatoren liggen. Inzicht in de manier waarop en de criteria op basis waarvan de gastcuratoren worden geselecteerd, wordt niet gegeven. Verder mist de commissie een overtuigende visie op de rol van beeldende kunst binnen de context van Huize Frankendael. De programmering is gebaseerd op beeldende kunst, maar nergens wordt duidelijk gemaakt waarom. Binnen de visie, die er nu ligt, had de nadruk van de programmering in de ogen van de commissie net zo goed op muziek of film kunnen liggen.

De programmering van de afgelopen jaren toont overigens dat de organisatie wel in staat is curatoren en kunstenaars aan te trekken die het vakmanschap in huis hebben om prikkelende werken en tentoonstellingen te maken die van zeggingskracht getuigen. De commissie vindt echter dat de presentaties tot nu toe een nog weinig consistente en onderscheidende lijn hebben vertoond. Met de nu voorliggende plannen heeft de commissie er geen vertrouwen in dat daar de komende periode verandering in komt.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De commissie vindt de bedrijfsvoering onvoldoende gezond. Het risico van onvoldoende financiering wordt benoemd in de aanvraag. De organisatie vangt dit risico op door geen directeur meer aan te stellen, flexibel te zijn met kosten en niet meer uit te geven dan verdiend wordt. De cijfers laten dat echter niet zien. Eind 2013 waren er betaalmoeilijkheden. In 2014 is dat opgelost, maar hoe wordt niet duidelijk uit de stukken. Uit de stukken blijkt bovendien dat er ook in 2014 liquiditeitsproblemen zijn geweest. Het stichtingsvermogen per eind 2014 is daarnaast zeer gering: in verhouding tot de begroting minder dan één procent. De jaarrekening over 2015 is niet aangeleverd aan het AFK. Op basis van bovenstaande constateringen twijfelt de commissie aan de draagkracht en continuïteit van de organisatie. De commissie vindt het in dat licht weinig vertrouwenwekkend dat de organisatie voor het dagelijkse beheer een projectleider wil werven onder "jonge kunsthistorici, jonge talentvolle curatoren en jonge talentvolle marketeers." Er lijkt naast het bestuur meer zakelijke sturing nodig om de financiële kant in goede banen te leiden.

De organisatie draait bescheiden omzetten. In 2014 is de omzet meer dan gehalveerd ten opzichte van 2013. Voor de komende periode wordt uitgegaan van realisering van gemiddelde baten, die dubbel zo hoog zijn als de omzet van 2013. Een belangrijk gedeelte van die stijging is afhankelijk van de aangevraagde subsidie. Dat vindt de commissie een weinig evenwichtige aanpak.

Er is een mix van inkomsten, met een relatief groot gedeelte aan eigen inkomsten, voor een dergelijke instelling. Deze eigen inkomsten zijn voor het belangrijkste gedeelte afkomstig van de bijdrage van de horeca die in het pand gevestigd is. De afgelopen jaren is gebleken dat de grote afhankelijkheid van alleen die inkomstenbron precair kan zijn. Positief is dan ook dat daarnaast een sponsor is gevonden voor een substantieel bedrag. Het doel is de sponsorinkomsten de komende jaren verder uit te bouwen. De organisatie werkt hiervoor samen met een bureau. De inkomsten uit deze beoogde sponsorvergroting vertalen zich echter niet in oplopende baten voor de komende jaren. Dat vindt de commissie van weinig ondernemingszin getuigen. Verder blijkt uit de meerjarenbegroting dat de instelling op kleine schaal fondsen wil werven. Er staan geen inkomsten uit entree op de begroting, omdat de organisatie eerder heeft ervaren dat het heffen van entree een zeer negatieve invloed had op het publieksbereik. Verdere diversificatie van inkomsten is, in de ogen van de commissie, echter noodzakelijk en lijkt ook mogelijk gezien de prachtige locatie, maar wordt niet concreet gemaakt in de aanvraag.

Met ingang van 2016 is er een bestuur zonder directie. Het bestuur en toezicht volgt de Governance Code Cultuur. Een visie op vergroting van culturele diversiteit binnen bestuur en personeel ontbreekt in de aanvraag.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als zwak. De aanvraag bevat slechts een schatting van de bezoekersaantallen in de periode 2012-2015: gemiddeld 34.000 bezoekers per jaar, waarvan er 12.000 (35%) voor de tentoonstellingen komen. Het feitelijke bezoekersaantal is niet geteld. Daardoor kan de commissie niet beoordelen of het geraamde publieksbereik voor de tentoonstellingen realistisch is, en daarmee wat het realisme is van het voor de aankomende periode beoogde publieksbereik van 12.400. Indien de aannames kloppen, dan is de commissie van mening dat er met een stijging van 400 bezoekers weinig ambitie is om het publieksbereik de aankomende periode te vergroten.

Er is een algemene visie op opbouw van publiek en er zijn vrij brede doelgroepen gedefinieerd die behoorlijk overlappen. Vanwege het kleine budget richt de organisatie zich vooral op ‘free publicity’. De organisatie deed in het verleden op bescheiden schaal publieksonderzoek. In de komende periode wil men de onderzoeken uitbreiden. Onduidelijk is of de organisatie de komende periode zijn aanbod voldoende afstemt op de beoogde doelgroepen: het (marketing)plan is daarvoor te weinig concreet. Voor het betrekken van doelgroepen buiten het stadsdeel, wordt de aansluiting bij stadsbrede evenementen gezocht. Op zich vindt de commissie dat een positief element. Kijkend naar het verleden concludeert de commissie dat Huize Frankendael vooral slaagt in afstemming tussen aanbod en hun doelgroep tijdens de Museumnacht, of Amsterdam Art Weekend. Met de reguliere programmering van tentoonstellingen en randactiviteiten, is de mate waarin het lukt het aanbod goed af te stemmen wisselend. Dat Huize Frankendael gestopt is met entree vragen, omdat daardoor het publieksbereik in een vrije val terecht kwam, is in dat opzicht tekenend vindt de commissie.

De visie lijkt verder moeilijk realiseerbaar door de beperkte openingstijden. De tentoonstellingen zijn alleen op zondagen te bezoeken. Dat maakt het publieksbereik beperkt. Hoe hierin verbetering kan komen wordt slechts globaal aangegeven in de plannen. De doelgroepen zijn door de voorgenomen gastprogrammering per tentoonstelling bovendien steeds zeer verschillend, waardoor het voor het kleine team een (te) grote uitdaging is om die doelgroepen te bereiken en te behouden. De commissie constateert dat de organisatie het voor het publieksbereik het vooral moet hebben van het bring-your-own-audience effect van het inschakelen van gastprogrammeurs.

Over bereik van publiek met een niet-westerse achtergrond, constateert de commissie dat er in de aanvraag aandacht voor is. Er is de intentie om met Tugela85 randprogramma's te gaan maken om een cultureel diverser publiek te trekken. De pilot daarvan moet in 2016 plaats gaan vinden. Omdat deze nog niet gerealiseerd is en er in de aanvraag weinig concrete uitwerking staat, heeft de commissie geen inzicht in het effect van dit voornemen. Huize Frankendael op zich heeft een buurtfunctie en trekt daarom ook buurtbewoners aan met een cultureel diverse achtergrond.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als zwak. De commissie vindt het positief dat er intenties zijn om samenwerking te zoeken met CBK Oost en Nowhere, maar dit zijn vooralsnog intenties. De samenwerking met Tugela85 lijkt in een verder stadium van ontwikkeling, maar concrete resultaten zijn er nog niet. De andere samenwerkingen die de organisatie noemt zijn vooral op incidentele basis, het gaat daarbij niet om wezenlijke coalities. Verbinding met de stad is vooral op basis van het gegeven dat de locatie een centrale plek voor buurtbewoners is. In de programmering ziet de commissie echter nog weinig concreets terug.

De commissie beoordeelt de spreiding als goed. Alle activiteiten vinden plaats in stadsdeel Oost.

Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van stichting
Huize Frankendael niet te honoreren.