Stichting Kata

Theater
Aangevraagd: € 80.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Kata maakt theater en ontwikkelt methoden en formats voor performances die in samenwerking met mensen uit alle lagen van de samenleving worden gemaakt. Dit theater en deze formats gaan uit van wat er in de samenleving leeft. Zo ontstaan voorstellingen waarmee ook diegenen bereikt worden die normaal niet met theater in aanraking komen. Artistiek leider Edit Kaldor is van Hongaars-Amerikaanse origine. Sinds 15 jaar woont en werkt zij in Amsterdam. Zij vertelt in haar theaterstukken een verhaal over vreemd zijn en vervreemding, communicatie en het onvermogen daartoe, onmacht en macht, en situaties die aan Kafkaiaanse situaties in de maatschappij zijn gelieerd. Specifieke situaties, waarin mensen uitgesloten worden of lijden aan een zelf gekozen isolement. Kaldor maakt daarbij gebruik van digitale media. Ook het werken met niet- professionele performers hoort bij haar signatuur.

De voorstellingen die Edit Kaldor in de periode 2017-2020 zal maken, staan allemaal in het teken van het thema immigratie en de vluchteling. Er is, zo merkt Kata op, nog geen maatschappelijke discussie waarbij alle partijen rond dit thema aanwezig zijn: in het debat komen ervaringsdeskundigen amper aan bot, noch eerdere immigranten, noch de huidige vluchtelingen. Voor de subtiele betekenissen van het verschil tussen autochtonen (wij) en allochtonen (de ander), moet een taal ontwikkeld worden. Dat kan in het theater.

De activiteiten die Stichting Kata in de periode 2017-2020 zal ondernemen zijn: Speak Up!, een vierjarig project van Edit Kaldor en Podium Mozaïek, in samenwerking met andere artistieke en sociale organisaties. Door het inzetten van het theater, wordt een model ontwikkeld voor een toegankelijke en navolgbare vorm voor maatschappelijke debat; Games People Play (2017) waarin kinderen volwassen toeschouwers uit het publiek tijdens rollenspelen inzetten als stand-ins; L’Etranger (2018) voor de Duitse Staatstheaters met als doel het bewerkstelligen van een betere communicatie tussen vreemdelingen en niet-vreemdelingen (allochtonen en autochtonen) en Sick (2019) waarin een verbinding wordt gelegd tussen geestelijke gezondheid en immigratie; en een reprise van Web Of Trust.

In de periode 2013-2016 is Stichting Kata opgenomen in het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam. voor een bedrag van € 49.950 per jaar. Stichting Kata vraagt voor de activiteiten, in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 een subsidie van € 80.000 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Stichting Kata formuleert een heldere artistiek-inhoudelijke visie op basis van het thema rond migratie en vluchtelingen. Die komt voort uit de persoonlijke ervaringen van Edit Kaldor en heeft een grote actualiteitswaarde en verbindende kracht. De commissie verwacht dat de voorstellingen een grote zeggingskracht hebben voor een breed en ook cultureel divers publiek.
De gekozen thematiek is in het plan aanstekelijk gebracht en zorgt voor een heldere samenhang tussen de verschillende activiteiten. In de relatie die Kata wil leggen tussen journalistiek, de actualiteit en theatraliteit is het gezelschap, in de ogen van de commissie, onderscheidend en designatuur van Edit Kaldor is daarbij duidelijk herkenbaar. Ze zoekt naar interessante vormen waarin de realiteit tot uitdrukking kan komen.

De commissie is echter van mening dat de gekozen vorm bij sommige activiteiten te veel leidend is, en dat het artistieke concept en theatraliteit in de voorstellingen meer zichtbaar mogen worden. De commissie twijfelt, op basis van voorstellingen uit het verleden, aan het vakmanschap waarmee de voorstellingen worden uitgevoerd. De commissie is niet altijd overtuigd dat de gemaakte keuzes voor makers en inhoudelijke partners leiden tot het gewenste artistieke resultaat. Kaldor is daarnaast afgelopen periode weinig in Amsterdam zichtbaar geweest. Uit de plannen blijkt niet duidelijk hoe ze zich binnen de Amsterdamse cultuursector wil positioneren. Omdat Edit Kaldor ook werkt met amateurspelers, vergt dit extra structuur in de opbouw van de voorstelling en meer regie-inspanning om te komen tot een artistiek kwalitatief resultaat. De oprechte betrokkenheid van Kaldor met de deelnemers in haar werk is echter wel van meerwaarde volgens de commissie. Dit omdat de werkwijze en het onderzoek, die zich vervolgens tussen het publiek en de theatervloer afspelen, als een onderliggende artistieke lijn herkenbaar wordt.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. Stichting Kata is een kleine organisatie en de bedrijfsvoering is op orde. De subsidie die in het kader van het Kunstenplan wordt aangevraagd is nodig om te investeren in het professioneler maken van de basisorganisatie. De begroting is haalbaar, door het beperkte aantal activiteiten. De aanvrager streeft een grote stijging van totale inkomsten na ten opzichte van voorgaande periode. Een visie op en aanpak voor het opvangen van risico’s met financiële consequenties ontbreken in het plan. De risico's die de stichting daarbij loopt zijn naar mening van de commissie echter relatief klein, doordat er voldoende inkomsten komen uit de geplande internationale coproducties.

De financieringsmix is divers met publieksinkomsten, sponsorbijdragen, bijdragen van coproducenten, private middelen en subsidies. Het valt commissie op dat de begrote toegangsprijzen voor de voorstellingen hoger zijn dan voorgaande jaren. Er worden bovendien relatief weinig bezoekers en daarmee publieksinkomsten per productie verwacht. Geen bijdragen zijn begroot van internationale fondsen. Gezien de internationale focus van de maker ligt het volgens de commissie wel voor de hand dat Kata deze aan zou vragen. Uit de plannen blijkt verder geen concrete meerjarenaanpak voor het behalen van de beoogde inkomstenmix. Stichting Kata werkt met een bestuur. De commissie vraagt zich af in hoeverre deze toezicht op de stichting houdt. De aanvraag geeft hier geen inzicht in. In het bestuur ontbreken een penningmeester en secretaris. Dit is niet in overeenstemming met de Governance Code Cultuur. Ook is in de afgelopen periode veel wisseling geweest in de zakelijke leiding. Hierdoor twijfelt de commissie aan de stabiliteit van de organisatie. De stichting heeft geen concrete visie op en aanpak van de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur geformuleerd.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. Stichting Kata geeft in de plannen blijk van een visie op publiek en deze is verbonden aan de werkwijze van Edit Kaldor. Het publiek maakt onderdeel uit van haar werk. De samenwerking met amateurs en de werksessies in samenwerking met maatschappelijke organisaties tonen dit. De bestaande doelgroepen worden in dit verband helder omschreven en gedefinieerd. Uit de plannen blijkt niet dat de organisatie zicht heeft op welke andere doelgroepen nog te bereiken zijn. De voornemens ten aanzien van publieksbereik liggen fors hoger dan voorgaande periode is bereikt. De commissie mist een concrete aanpak van hoe het publiek kan verbreden en groeien. Opvallend in de marketingaanpak is het dat nieuwe multimedia platforms worden opgericht. De commissie ziet niet dat gebruik gemaakt wordt van al bestaande soortgelijke platforms in samenwerking met partijen als bijvoorbeeld De Waag, om nieuwe doelgroepen te bereiken. Ook sluit het netwerk dat door de organisatie wordt ingezet in de ogen van de commissie niet goed aan op een cultureel divers samengesteld publiek, omdat het te veel gericht is op een beperkte groep vakgenoten uit een voornamelijk academische wereld.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als zwak. Hoewel de thematiek van het werk van Edit Kaldor in essentie een verbinding heeft met onderwerpen die ook in Amsterdam spelen, mist de commissie concreet deze directe link met de stad. Het discours over de thema’s wordt niet concreet gevoerd met bewoners van de stad. De focus van de maker ligt met name in het buitenland: voorstellingen die voor een internationale markt gemaakt zijn worden ook in Amsterdam gepresenteerd, zonder een directe verbinding aan te gaan met de stad of de bewoners. Daarnaast zijn er ook geen inhoudelijke coalities of verbindingen met andere culturele instellingen in het Amsterdamse veld.

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. Het grootste deel van het publiek wordt in stadsdeel Centrum behaald, maar een flink aandeel activiteiten wordt daarnaast in stadsdeel West uitgevoerd. Hiermee draagt Stichting Kata voldoende bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie adviseert gelet op bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Kata niet te honoreren.