Nederlands Jazz Archief

Muziek / muziektheater
Aangevraagd: € 135.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Het Nederlands Jazz Archief is een archief en kennisinstituut voor de jazz. De organisatie beoogt een bruggenbouwer te zijn naar lokale en internationale jazz communities, experts, musici en collega-archieven. Het Nederlands Jazz Archief ziet de bijdragen van jazzcomponisten en jazzmusici als onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse cultuurgeschiedenis en van actuele en intrinsieke waarde voor de samenleving. Hierom wil zij het erfgoed en de rijke traditie niet alleen documenteren, maar ook openbaar maken, levend houden en doorgeven aan volgende generaties. Met verschillende activiteiten en producten wil het Nederlands Jazz Archief verdieping brengen en ook verbreding met de nadruk op kennismaking, ervaring en beleving onder jongeren.

In de periode 2017-2020 wil het Nederlands Jazz Archief op zakelijk gebied naast de bestaande private inkomstenbronnen ook publieke gelden verwerven voor de organisatie en uitvoering van activiteiten. Naast de uitbouw van het vriendenbestand wil de organisatie donateurs werven en zich richten op mecenaatvorming. De groei van het aantal activiteiten vergt een uitbreiding van de vaste personeelsformatie en extra tijdelijke capaciteit. Er worden samenwerkingsverbanden ontwikkeld met organisaties die aansluiten op de directe leefomgeving en leefstijl van doelgroepen zoals de muziekschool, het primair en voortgezet onderwijs, podia, festivals, andere archieven en de academische wereld. Deze strategie is erop gericht om in samenwerking met de partners de kennis over en waardering voor jazz te versterken. Het online platform wordt hierbij ingezet als instrument in samenhang met ‘klassieke’ en social media.

De komende jaren beoogt het Nederlands Jazz Archief de bestaande samenwerkingen verder te ontwikkelen en nieuwe partnerschappen aan te gaan, zowel in Amsterdam als daarbuiten. Hierbij verheugt de organisatie zich op de uitvoering van educatieve activiteiten en samenwerking met scholen. De wens daarbij is dat de waardering voor jazz onder een breder en jeugdiger publiek zal toenemen, waardoor de toekomstige beroepspraktijk en documentatie hiervan beter is gewaarborgd.

In het kader van het Kunstenplan 2017-2020 vraagt het Nederlands Jazz Archief een subsidiebedrag van € 135.000 per jaar, voor het geheel van de activiteiten.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. Het Nederlands Jazz Archief heeft naar de mening van de commissie een belangrijke nationale functie als kennisinstituut op het gebied van de (geschiedenis van) de jazz en de geïmproviseerde muziek in Nederland. De commissie beschouwt dat ook als kerntaak van de organisatie. Het ondernemingsplan is helder en duidelijk verwoord. Naast het in stand houden en ontsluiten van het archief, gaat de organisatie in de komende periode meer inzetten op het organiseren van concerten en op educatie. De organisatie beoogt haar collectie in te zetten als middel om het verhaal over de jazz te vertellen en nieuwe en jongere publieksgroepen aan te spreken.

Het Nederlands Jazz Archief heeft aan zichtbaarheid gewonnen sinds de organisatie zelfstandig is en geen deel meer uitmaakt van het opgeheven Muziekcentrum Nederland. De activiteiten die rond het archief georganiseerd worden - waaronder concerten, tentoonstellingen en het verzorgen van publicaties - dragen bij aan die zichtbaarheid en daarmee ook aan de toegankelijkheid van de Nederlandse jazzgeschiedenis. De internationale samenwerkingen en het opzetten van het Jazzportal maken dat de organisatie ook over de landsgrenzen gezien wordt.

De commissie meent echter dat het produceren en presenteren van activiteiten, die rond het archief georganiseerd worden, niet tot de kerntaken van een kennisinstituut behoren. De concertactiviteiten zijn goed opgezet en worden altijd met verschillende samenwerkingspartners gerealiseerd. Het is, gelet op de kerntaak van het Nederlands Jazz Archief, volgens de commissie logischer als de samenwerkingspartners de activiteiten onder eigen verantwoordelijkheid zouden uitvoeren. Dat geldt ook voor de educatieplannen. Zo wil het Nederlands Jazz Archief via de muziekschool een les over jazz in de leerlijn muziek in het primair onderwijs integreren. De Amsterdamse muziekscholen hebben echter de taak om deze leerlijn vorm te geven. Het Nederlands Jazz Archief kan daarin adviseren en stimuleren, maar het budget en de werkkracht moeten volgens de commissie door de muziekscholen worden geleverd. Om deze reden is de aanvraag van het Nederlands Jazz Archief voor deze activiteiten niet op haar plek bij het AFK; de activiteiten zouden in financiële en inhoudelijk zin volgens de commissie een logisch onderdeel moeten zijn van datgene wat de beoogde samenwerkingspartners presenteren en ondernemen.

Er is vertrouwen in het vakmanschap van de organisatie, vooral met betrekking tot het conserveren en het ontsluiten van het archief. De zeggingskracht van dat werk is goed: het Nederlands Jazz Archief weet haar publiek te interesseren en te betrekken bij wat ze doet. Wat de organisatie doet, het ontsluiten van de Nederlandse jazzgeschiedenis, is uniek en daarmee weet zij zich te onderscheiden. De commissie is echter van mening dat het Nederlands Jazz Archief een sterk landelijke - geen uitgesproken Amsterdamse - functie heeft. Ze ziet daarbij geen motivatie voor ondersteuning vanuit het Amsterdamse Kunstenplan.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als ruim voldoende. Met als vertrekpunt een bedrag uit de erfenis van Muziek Centrum Nederland, is het Nederlands Jazz Archief erin geslaagd een grote schare jazzliefhebbers als donateur aan zich te binden. Daarnaast slaagt de organisatie erin met zijn activiteiten en uitgaven, ondanks dat de investeringskosten voor die activiteiten hoog zijn, een aanzienlijk bedrag aan eigen inkomsten te genereren. Die inkomsten zijn voor de komende periode, met 50% meer dan in 2014, optimistisch geraamd in de ogen van de commissie. Ook zonder de subsidie inkomsten zijn de baten in 2017-2020 hoger dan in 2014.

Door haar gedegen beleid is het Nederlands Jazz Archief erin geslaagd reserves op te bouwen. Die reserves worden nu deels ingezet voor activiteiten als het Jazzportal. De conservator kan vanaf 2017 echter nog slechts voor 50% worden betaald door de Universiteit van Amsterdam, waar het archief is ondergebracht. Ook daarvoor is ondersteuning nodig. Zakelijk zijn er risico’s: de reserves nemen af en er is een negatief exploitatiesaldo. De commissie concludeert dat de structurele lasten stijgen door de toename van de activiteiten, terwijl het onzeker is of de beoogde inkomsten gerealiseerd gaan worden. Er wordt in het ondernemingsplan geen visie geformuleerd op het opvangen van financiële risico’s.

Blijkens de begroting wordt sterk geleund op subsidie van het AFK. Een landelijke bijdrage zou volgens de commissie op zijn plaats zijn, zeker nu de rijksoverheid en Europa de digitalisering van (cultureel) erfgoed de komende jaren als speerpunt hebben geagendeerd. Er wordt in de aanvraag meermalen aangegeven dat een landelijke subsidie terecht zou zijn, maar er wordt ook aangegeven dat daar geen mogelijkheden voor zijn. Ook wordt verschillende keren het Fonds Podiumkunsten genoemd, maar volgens de begroting wordt daar niet aangevraagd. Hoewel de commissie de situatie van het Nederlands Jazz Archief begrijpt, meent zij dat het AFK niet de juiste plek is voor structurele ondersteuning voor deze organisatie.

De aanvrager werkt met een bestuur, conform de Governance Code Cultuur. De organisatie heeft geen concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. Het Nederlands Jazz Archief is nog nooit zo zichtbaar geweest als nu. De concerten en tentoonstellingen worden goed bezocht en spreken, mede door hun historisch kader, een breed publiek van jazzliefhebbers aan. Hier wordt in het plan echter niet op gereflecteerd met het oog op de toekomst. Een visie op het publieksbereik, alsook een marketingplan ontbreekt. Het ondernemingsplan gaat bovendien niet in op de samenstelling van het (beoogde) publiek. Toch meent de commissie dat enige prioritering gepast is: voor wie wil de organisatie er zijn? Dat het Nederlands Jazz Archief zich voor educatie wil inzetten, is in het licht van de visie en functie van het archief begrijpelijk. De commissie wijst er echter op dat de plannen hiervoor nu sterk vanuit het aanbod zijn opgezet en dat een educatieve onderbouwing daarbij ontbreekt. Cultuureducatie is specialistisch werk, en de commissie meent dat de organisatie daarvoor beter zou kunnen aansluiten bij een partner die hier ruim ervaring mee heeft. Dit zal naar verwachting ook het bereik van de activiteiten vergroten.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als zwak. Het Nederlands Jazz Archief heeft een landelijke uitstraling en betekenis. De organisatie draagt slechts in bescheiden mate bij aan een samenhangende Amsterdamse cultuursector door coalities en verbindingen met samenwerkingspartners. Er is geen verbinding met stedelijke vraagstukken, bewoners of de buurt en/of andere maatschappelijke organisaties in de stad.

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. De organisatie formuleert geen visie op de spreiding van activiteiten en/of publiek in de stad. Ongeveer een derde van de activiteiten vindt plaats buiten Stadsdeel Centrum en Stadsdeel Zuid.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van het Nederlands Jazz Archief niet te honoreren.