Sphinx Art Productions

Film
Aangevraagd: € 123.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Sphinx Art Productions (hierna: Sphinx) wil met het organiseren van haar kernactiviteiten Festival Cinéma Arabe, Cinéma Arabe in de Buurt, Cinéma Arabe Special en Cinéma Arabe Educatie een platform zijn voor films uit de Arabische wereld. Thema’s hierbij zijn: migratie, identiteit, Arabische lente en politieke repressie, burgeroorlog en de toestroom aan vluchtelingen en de positie van de vrouw in de Arabische wereld.

Op het jaarlijkse Festival Cinéma Arabe worden speelfilms, documentaires en korte films vertoond en er vindt debat plaats over relaties tussen culturen, met name tussen Europa en de zuidkust van de Middellandse Zee. Cinéma Arabe Special wordt sinds 2014 georganiseerd in Rialto en bestaat uit een of twee filmvertoningen met aansluitend een gesprek en een Arabische maaltijd. Cinéma Arabe in de Buurt wordt het hele jaar door aangeboden aan culturele centra en buurttheaters in Amsterdam. Met dit project richt de organisatie zich op jongeren, vrouwen en ouderen van Nederlandse en Arabische komaf; groepen voor wie de drempel naar de reguliere bioscoop doorgaans te hoog is. Cinéma Arabe Educatie richt zich bij de educatieve activiteiten op twee groepen: het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs. In de stad werkt Sphinx tijdens en buiten het festival samen met andere culturele instellingen zoals Podium Mozaïek, Tolhuistuin en Paradiso. Deze samenwerkingen zijn op het gebied van film, maar ook met programma's rond beeldende kunst en muziek.

Het streven op de langere termijn is Cinéma Arabe Special uit te breiden naar maandelijkse filmvertoningen in Rialto. Voor de komende vier jaar wil de organisatie dit programmaonderdeel ook graag brengen in andere filmtheaters, zoals Studio/K en het Ketelhuis. Daarnaast wil de organisatie de activiteiten op het gebied van muziek en kunst voortzetten in de nieuwe zaal van Paradiso, in de Tolhuistuin. Behalve met de verschillende buurtcentra, wil Sphinx voor Cinéma Arabe in de Buurt graag nauwere samenwerking aangaan met buurttheaters zoals de Meervaart, Podium Mozaïek en de Tolhuistuin.

Vanuit het huidige kunstenplan heeft Sphinx geen educatieplicht, maar is wel steeds doorgegaan met het ontwikkelen en aanbieden van een educatief aanbod, zowel voor basis - als middelbaar onderwijs. De organisatie wil de komende jaren de educatieve projecten uitbreiden.

Sphinx Art Productions ontvangt in de periode 2013-2016 meerjarige subsidie vanuit het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam, voor een bedrag van € 48.450 per jaar. De meerjarige subsidie van € 123.000 per jaar die nu aan het AFK wordt gevraagd is bedoeld voor het geheel aan activiteiten.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. De stichting organiseert al jaren een Arabisch Filmfestival en daarnaast diverse kleinschalige buurtgerichte en educatieve activiteiten. Hiermee wil Sphinx zowel platform zijn voor films uit de Arabische wereld, als een plek voor discussie over relaties tussen culturen. De commissie is positief over de primaire doelstellingen van Sphinx en onderschrijft het belang van dergelijke activiteiten in een cultureel diverse stad als Amsterdam. De Arabische wereld staat volop in de belangstelling, ook in Amsterdam. Migratie en bi-culturaliteit zijn actueler dan ooit. De stichting onderscheidt zich, door de keuze voor Arabische cinema, ten opzichte van andere filmaanbieders in de stad. Wel worden de bekendste films uit het programma van het festival ook vertoond op de grote festivals of aangekocht door Nederlandse distributeurs.

De organisatie heeft een aantal criteria voor samenstelling van het programma beschreven in de plannen. Zo selecteert de stichting op basis van cinematografische kwaliteit, relevantie voor het Nederlandse publiek en de bijdrage die de film levert aan het publieke debat. In de uitwerking in de aanvraag voor de komende periode mist de commissie scherpte. De visie en doelstellingen in de aanvraag laten in de ogen van de commissie een nog weinig uitgesproken blik op het onderwerp zien. De filmprogrammering die de afgelopen periode echter werd gerealiseerd is volgens de commissie in de praktijk van ruim voldoende kwaliteit gebleken en getuigt van voldoende vakmanschap. De nu op het festival vertoonde films lijken de commissie daarnaast herkenbaar voor de bestaande doelgroep en zijn meestal niet of sporadisch op andere plekken (bijvoorbeeld IDFA of IFFR) te zien. 

De commissie onderschrijft het maatschappelijk belang van het bereiken van - zoals de stichting het zelf omschrijft - doelgroepen voor wie de drempel naar de reguliere bioscoop doorgaans te hoog is. De educatieve en buurtgerichte activiteiten waardeert de commissie. Wel constateert de commissie dat deze activiteiten vooralsnog van kleinschalige aard zijn. De organisatie wil deze activiteiten intensiveren en vraagt hiervoor gedeeltelijk een hogere bijdrage van het AFK. In de plannen wordt echter nog weinig concreet hoe de activiteiten worden geïntensiveerd: er zijn vooralsnog alleen gesprekken gaande om samen te gaan werken met de Meervaart, Podium Mozaïek en de Tolhuistuin. Intentieverklaringen of nadere invullingen van de samenwerkingen zijn niet bijgevoegd. Hetzelfde geldt voor de structurele uitbreiding van de Special-avonden naar Studio/K en het Ketelhuis: de status van mogelijke samenwerkingen is onduidelijk.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De stichting geeft aan behoefte te hebben aan meer continuïteit in de organisatie. Het ontbreekt echter aan een systematische analyse van de behoefte van de gehele organisatie. Vanuit de wens tot professionalisering is er bijvoorbeeld een specifiek voornemen om te investeren in de administratie en verantwoording. Dat is in de ogen van de commissie weliswaar een belangrijk aspect van de organisatie maar een beperkte opvatting van professionalisering. Bovendien wil Sphinx groeien. De commissie mist een coherente analyse, visie en totaalplan op hoe de stichting de verschillende ambities van continuïteit, groei en professionalisering tegelijkertijd wil realiseren. Met betrekking tot de bedrijfsvoering en de kosten valt het de commissie verder op dat de directie voor 1,1 fte op de begroting staat.

De mix van inkomsten lijkt niet aannemelijk en wordt onvoldoende onderbouwd. De commissie zet een vraagteken bij de haalbaarheid van meer eigen inkomsten uit recette. Deze is summier uitgewerkt met bezoekersaantallen terwijl in de afgelopen jaren de recettes niet evenredig of meer stegen met de (lichte) toename in publieksbereik. Bovendien blijkt uit de aanvraag niet hoe de beoogde uitbreiding van activiteiten wordt vertaald naar meer eigen inkomsten. Prijsbeleid of een visie op het verbeteren van de eigen inkomsten blijven in het ondernemingsplan onderbelicht. Wel is het de bedoeling uitkoopsommen, sponsorinkomsten en diverse inkomsten te vergroten. In voorgaande jaren zijn daar echter weinig tot geen inkomsten uit terug te zien in de jaarrekeningen. Voor de aankomende periode ontbreekt bovendien een concrete strategie hoe deze inkomsten te verbeteren. Daarbij is het ook relevant dat Sphinx de afgelopen jaren de inkomsten substantieel hoger begrootte dan men in praktijk aan inkomsten wist te realiseren.

Sphinx werkt met een flexibele schil en een schaalbaar activiteitenniveau om fluctuaties op te kunnen vangen. Dit maakt de organisatie wendbaar. Verder bestaat de risicobeheersing uit het opbouwen van langdurige samenwerking met partijen, waaronder subsidiegevers en het versterken van de inkomstenmix. Deze maatregelen zijn volgens de commissie niet overtuigend. Subsidies zijn periodiek en vormen bij afwijzing het grootste risico. Bij de haalbaarheid van de hoogte en de mix van eigen inkomsten plaatst de commissie kanttekeningen, mede gezien de wisselende resultaten van de afgelopen jaren. Bovendien wordt het belangrijkste gedeelte van de stijging in baten voor de komende periode gerealiseerd door een verhoging van de AFK-subsidie met meer dan 150%. Hierdoor neemt het aandeel subsidie in de begroting toe ten koste van het aandeel eigen inkomsten.

De commissie is van mening dat gezien de aard van de activiteiten van Sphinx, waarbinnen een publieksfestival een van de pijlers is, een grotere inspanning verwacht mag worden voor het verwerven van eigen inkomsten in het algemeen en de publieksinkomsten in het bijzonder. Daarbij valt het de commissie op dat er een disbalans is tussen de kosten en opbrengsten. Bijvoorbeeld voor de huur van films in relatie tot de beoogde recettes. De filmhuur verdrievoudigt ten opzichte van 2015. Een groei die geen gelijke tred houdt met de beoogde groei in publieksbereik en recettes.

Het bestuur van de stichting streeft naar het toepassen van de belangrijkste elementen van de Governance Code Cultuur, waaronder ook culturele diversiteit van het personeelsbestand. In de samenstelling van de organisatie is de toepassing van de Code Culturele Diversiteit zichtbaar.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als zwak. Sphinx wil hét podium voor Arabische kwaliteitsfilm in Nederland zijn en een breder publiek bereiken. De organisatie heeft een visie op haar publiek, maar de opsomming van doelgroepen en bijbehorende marketingmiddelen is in de ogen van de commissie weinig geprofileerd. Het geeft weinig inzicht in prioriteiten, specifieke investeringen in bepaalde groepen, en de doelgroepen waarbinnen de beoogde groei vooral verwacht wordt. Verder wordt er met name op communicatie-instrumenten ingegaan; de commissie mist een marketingvisie in bredere zin. Dit is opvallend, omdat Sphinx wel publieksonderzoek doet en dus beschikt over kennis van haar doelgroepen.

Qua doelgroep en publieksbereik liggen er naar mening van de commissie vele kansen. De Arabische wereld staat volop in de belangstelling, ook in Amsterdam. Migratie en bi-culturaliteit zijn actueler dan ooit. De commissie is van mening dat er in een stad als Amsterdam, mede gezien de actualiteit van vraagstukken over de Arabische wereld, publiek is en ruimte moet zijn voor een Arabisch filmfestival gericht op verbinding tussen de Arabische en West-Europese cultuur. Het aantal bezoekers voor de activiteiten van Sphinx is de afgelopen jaren gezien de potentie van het onderwerp echter beperkt gebleken met rond de 5.000 bezoekers en deelnemers. Er zit de afgelopen jaren weliswaar een stijgende lijn in het aantal bezoekers, maar deze stijging was in absolute aantallen bescheiden. Gezien de geringe publieksaantallen die op dit moment worden bereikt, het ontbreken van een overtuigende marketingvisie en de groei in begrote kosten voor de komende periode, vindt de commissie de ambitie voor publieksgroei die in het ondernemingsplan staat beschreven (jaarlijks 10%) weinig ondernemend. Zeker in het licht van het potentieel.

De aanvraag geeft geen kwantitatief inzicht in het bereik van publiek met een niet-westerse achtergrond. Gezien de doelstellingen en samenwerkingsverbanden van Sphinx, gaat de commissie er echter van uit dat op dit punt een evenwichtige mix bereikt wordt.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als goed. Men werkt nauw samen met Rialto, waar het grootste deel van het festival plaatsvindt. Sphinx verbindt zich inhoudelijk met de stedelijke samenleving en de thema’s die daar leven. Tevens organiseert Sphinx laagdrempelige buurt- en educatieactiviteiten in diverse wijken verspreid door de stad en zijn er samenwerkingen met maatschappelijke organisaties als Combiwel en Akros.

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. Het grootste gedeelte van het publiek wordt bereikt met het festival dat plaatsvindt bij Rialto, in stadsdeel Zuid. Sphinx is daarnaast bewust actief met het organiseren van kleinere activiteiten en samenwerkingsverbanden in verschillende stadsdelen en wijken verspreid door de stad.

Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van stichting Sphinx Art Productions niet te honoreren.