Stichting DOEK

Muziek / muziektheater
Aangevraagd: € 90.000
Toegekend: € 0

Inleiding 

Stichting DOEK (hierna ook: DOEK) is een collectief van tien vooraanstaande improvisatiemuzikanten gesteund door een zakelijk leider/coördinator. De aanvrager initieert en organiseert uiteenlopende activiteiten en programmaseries waarmee ze de Amsterdamse improvisatiescene wil representeren, ondersteunen, voeden en aanjagen. Door deze activiteiten creëert DOEK ruimte voor vooruitstrevend muzikaal onderzoek en voor een artistiek-inhoudelijke ontwikkeling die gestoeld is op tradities binnen de improvisatiekunst. Met deze publieksactiviteiten, de aandacht voor artistiek-inhoudelijke ontwikkeling en de organisatorische en financieel ondersteunende rol zegt DOEK uitgegroeid te zijn tot een nationaal en internationaal platform voor improvisatiemuziek.

Voor de periode 2021-2024 wil DOEK vier nieuwe programmalijnen in de vorm van series realiseren en een aantal kernactiviteiten continueren. De twee series in De Ruimte in Stadsdeel Noord, wil de stichting voortzetten. In Splendor, in het stadsdeel Centrum, wil het collectief een zomerse serie gaan doen. In de Brakke Grond wil men een interdisciplinaire serie met De Nwe Tijd realiseren. Ook wil de stichting in de komende periode verdere activiteiten ontplooien met musici, kunstenaars en andere partners in het stadsdeel Zuidoost. Naast de concertseries in Amsterdam richt DOEK zich op internationalisering door samenwerking aan te gaan met centra voor creatieve muziek in Europa: Brussel, London, Berlijn en Kopenhagen. De jaarlijkse kernactiviteiten die worden voorgezet zijn: het DOEK Festival, gewijd aan improvisatiemuziek; de DOEK Workshop voor gevorderde muziekstudenten en professionals en de Amsterdam Real Book Fietstour, een ontdekkingsreis per fiets gekoppeld aan een reis door de muziek van de stad.

Stichting DOEK ontvangt geen vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 90.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek Belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
DOEK staat voor improvisatiemuziek en kan beschouwd worden als een paraplu waaronder tien muzikanten van verschillende generaties als kernleden gezamenlijk en zelfstandig met hun (meer dan twintig) groepen opereren binnen Amsterdam en daarbuiten. Dit doet het collectief door concerten, workshops en festivals te organiseren. Omdat geïmproviseerde muziek vanuit de kern vaak individueel van aard is, vindt de commissie het bijzonder dat deze groep al dertig jaar samenwerkt aan dit collectieve doel. In de improvisatiemuziek wordt de artistieke eigenheid bepaald door een ondeelbaar samenspel van de muzikale originaliteit en artistieke kwaliteit van de muzikant of muzikanten. In die zin zijn de tien muzikanten die tezamen het kernteam van DOEK vormen, in de ogen van de commissie allemaal musici met een eigen signatuur, die zowel solistisch, als in hun groepen en ad-hoc formaties een inspirerende meerwaarde verlenen aan de optredens van DOEK. 
Naast het voortzetten van bestaande projecten als het DOEK Festival, de Doek Workshop, de Amsterdam Real Book Fietstour en de activiteiten in De Ruimte, beoogt Doek een aantal nieuwe series te ontwikkelen die zich toespitsen op de stadsdelen waar ze uitgevoerd worden. In die series vervult Doek de rol van ‘componerende programmeur’ die elke aflevering samenstelt met diversiteit in muziekgenres en muzikanten, en interdisciplinariteit als uitgangspunt. In stadsdeel Centrum bijvoorbeeld worden in Splendor twee series opgezet: Reclaim the centre en een serie in samenwerking met de Antwerpse maatschappelijk geëngageerde theatergroep De NweTijd. De internationale component wil DOEK verstevigen door samenwerkingen met collectieven in London, Brussel, Kopenhagen en Berlijn aan te gaan. De commissie vindt al deze nieuwe plannen in aanleg interessant, omdat zij ziet dat DOEK daarmee probeert de improvisatiemuziek in een bredere muzikale context te plaatsen. Zij constateert echter dat de concrete uitwerking ervan nog in een zeer vroeg stadium verkeert. Daarom moet de commissie concluderen dat zij de artistieke eigenheid van die plannen (nog) niet kan beoordelen.

DOEK stelt dat zij een veelzijdig publiek bereikt dat zoekt naar wat DOEK te bieden heeft. Bij enkele beschreven activiteiten weet de stichting welk publiek zij wil bereiken en wat de artistieke waarde voor dat publiek is. Bijvoorbeeld bij de jaarlijkse DOEK Workshop en de Impro Jam zegt de organisatie studenten, jonge makers, amateurs en professionele musici te bereiken die op zoek zijn naar verdieping van hun muziekpraktijk. Bij andere activiteiten besteedt DOEK in het plan echter geen aandacht aan mogelijke nieuwe doelgroepen die DOEK nog niet kennen voor nieuwe activiteiten, zoals de serie in Zuidoost. De commissie kan daarom niet vaststellen of die activiteiten ook van artistieke betekenis zijn voor het publiek. De commissie constateert dat DOEK-groepen niet alleen op kleine podia, maar ook op grotere podia en festivals optreden, zoals Paradiso, Lowlands, Down The Rabbit Hole en Oerol. Dat vindt de commissie positief, maar of er ook daadwerkelijk artistieke betekenis is voor het publiek betwijfelt de commissie gezien de vluchtige omgeving van een grootschalig festival. In de ogen van de commissie verdiept DOEK zich nog onvoldoende in de interesses van het beoogde publiek. 

De commissie ziet in het ondernemingsplan goede aanzetten voor artistieke ontwikkeling. Zij stelt vast dat DOEK voor de komende periode flinke ontwikkelambities heeft. Bijvoorbeeld de avond met reguliere optredens van DOEK-muzikanten, gevolgd door een nachtevenement waarin improvisatie verbonden wordt met dance-grooves en het publiek tot diep in de nacht kan dansen met optredens van speciaal voor die nachtevenementen opgerichte groepen van DOEK-muzikanten zoals The Zebra Street Band, Superinca and the Galactic Green en Bacchanalia. Bij deze avonden, die met name over dansmuziek gaan (vrije improvisaties op grooves), ziet de commissie dat DOEK zich op andere terreinen ontwikkelt. In 2019 werd een nieuwe wending aan DOEK-festival gegeven met The Market, waarbij het BIMHUIS veranderde in een multidisciplinair marktplein met muziek, dans, literatuur en meer. De commissie is positief over deze artistieke ontwikkelingen. Ook de toevoeging van nieuwe leden aan het collectief, waaronder twee vrouwelijke leden, ziet de commissie als een teken van nieuw elan. De internationale component wil DOEK verstevigen door samenwerkingen aan te gaan met Europese collectieven zoals hierboven beschreven. Vanuit de artistiek-inhoudelijke urgentie om muziekontwikkeling te bevorderen, heeft DOEK voor deze plannen de volgende pijlers geformuleerd: diversiteit van generaties, (culturele) achtergrond en gender, interdisciplinariteit van kunstvormen, internationalisering en genre-inclusiviteit; een benadering waarbij diversiteit in genres gevierd wordt. DOEK heeft volgens de commissie, bijvoorbeeld in Noord, de afgelopen jaren laten zien het speelveld hiermee open te kunnen breken. Een voorbeeld van deze nieuwe samenwerkingen is bijvoorbeeld de maandelijkse double bill Space Is The Place ft. DOEK & The 2nd Stop Is Jupiter, in De Ruimte in Amsterdam Noord. Hiermee heeft DOEK volgens de commissie laten zien het traditionele speelveld open te kunnen breken.


Belang voor de Stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De stichting verbindt zich vooral op cultureel vlak met de stedelijke omgeving en haar bewoners. De samenwerkingen die de organisatie daartoe aangaat in verschillende stadsdelen zijn intensief en sluiten aan op de muzikale praktijk ter plekke. Ze zijn echter vooral artistiek van aard en niet zozeer maatschappelijk gedreven. Het plan vermeldt geen expliciet maatschappelijke samenwerkingen en heeft inhoudelijk geen raakvlakken met stedelijke of maatschappelijke vraagstukken. De bijdrage aan stedelijke verbinding is in dat opzicht beperkt. 

De commissie waardeert echter de serieuze wijze waarop DOEK de artistieke samenwerkingen in verschillende stadsdelen aanpakt, die wel van betekenis zijn voor de spreiding van cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan door de stad. De activiteiten die DOEK wil realiseren, zijn stevig verspreid over Amsterdam. DOEK wil nieuwe stadsdelen betrekken (Zuidoost), bestaande verbindingen uitbreiden (Noord), en ‘verloren gegane gebieden terugveroveren’ (Centrum). Daarnaast speelt DOEK ook in West (Zaal 100) en Oost (Bimhuis). De commissie is positief over de intentie van DOEK om zich vooral structureel te manifesteren in Noord en Zuidoost. In Zuidoost, de nieuwe thuisbasis van DOEK, beoogt de organisatie bijvoorbeeld gedurende meerdere jaren samenwerking en uitwisseling aan te gaan met musici, kunstenaars en andere partners in de wijk. Zo wil men DOEK-groepen koppelen aan gospel, de hiphopscene en de Ritmo Percussion Band. Op die manier wil DOEK onderzoeken hoe impro en die genres elkaar kunnen inspireren. Ook wil men gaan samenwerken met musici van de Heesterveld Creative Community. 

De commissie vindt het accent Leefbare stad weinig uitgewerkt in het plan. DOEK benadert het accent Leefbare stad vooral vanuit de eigen speelpraktijk. DOEK wil met zijn activiteiten langdurige verbindingen aangaan met verschillende stadsdelen om daar een impuls te geven aan de infrastructuur en speelmogelijkheden van een levende muziekpraktijk. Zo wil DOEK bijdragen aan de leefbaarheid van de buurt en de stad. De commissie vindt de keuze van het accent vanuit die visie begrijpelijk, maar zij constateert ook dat DOEK daarmee vooral een indirecte benadering van het onderwerp kiest en geen bijdrage levert aan maatschappelijke vraagstukken rond wonen, burgerschap of sociale cohesie.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
De commissie vindt het plan dat DOEK voorlegt realistisch en uitvoerbaar. Het tienkoppige kernteam van DOEK bestaat uit muzikanten van hoog niveau en groot vakmanschap die met hun eigen groepen bijzondere artistieke prestaties leveren. Daarnaast werken zij als bevlogen curatoren en organisatoren van de verschillende DOEK-activiteiten. Tezamen met een vakkundig zakelijk leider vormen zij volgens de commissie een hecht team dat in de afgelopen jaren veel ervaring heeft opgebouwd en over voldoende artistieke, productionele, technische en zakelijke kwaliteiten beschikt om de huidige activiteiten uit te voeren. DOEK heeft stevige ambities voor de komende periode en wil, naast de huidige activiteiten, nieuwe activiteiten opzetten in verschillende stadsdelen en de activiteiten in het buitenland uitbreiden. De commissie is van mening dat die plannen organisatorisch realistisch zijn, mits DOEK de voorgenomen uitbreiding van menskracht op het gebied van productie en marketing daadwerkelijk plaatsvindt. 

De commissie vindt dat de bedrijfsvoering van DOEK voldoende basis geeft om de voornemens uit te voeren, maar wel enige risico’s met zich meebrengt voor de continuïteit van de organisatie. De organisatie heeft weinig vaste kosten en is daardoor financieel wendbaar. DOEK heeft in zijn lange bestaan bewezen goed in staat te zijn om tekorten weg te werken en flexibel te opereren. Ook waardeert de commissie het dat de organisatie actief is in het vinden van financiering door middel van projectsubsidies, crowdfunding en donaties. De commissie constateert echter dat DOEK al jaren weinig weerstandsvermogen heeft, waardoor de organisatie vrij kwetsbaar is. De organisatie reflecteert wel op de risico’s daarvan en geeft aan dat zij bij tegenvallende inkomsten activiteiten kan aanpassen of schrappen. DOEK streeft er naar de komende jaren een hogere structurele reserve op te bouwen. Dat vindt de commissie positief, maar zij ziet dat de organisatie daarvoor geen voorziening heeft opgenomen in de begroting. De stichting hanteert het uitgangspunt dat het collectief subsidies niet inzet voor de betaling van de honoraria van de musici en legt die verantwoordelijkheid neer bij de presenterende organisaties, zoals podia en festivals. De commissie vindt dit een verdedigbaar uitgangspunt, maar wil daarbij wel de kanttekening plaatsen dat dit in de praktijk kan leiden tot honoraria die niet in overeenstemming zijn met het principe van de fair pay dat DOEK onderschrijft. 

De commissie vindt de begroting ten dele passend en realistisch om het ondernemingsplan uit te kunnen voeren. De begroting voor de periode 2021-2024 stijgt aanzienlijk ten opzichte van het verleden vanwege de uitbreiding van de activiteiten in Amsterdam en het buitenland, hogere salarissen door het toepassen van fair pay, extra ondersteuning voor de grote groepen, de uitbreiding van de kern met twee leden waardoor er meer te ondersteunen groepen bijkomen, en een hoger budget voor marketing. De commissie vindt de stijging acceptabel, maar zij is op een aantal punten ook kritisch. Zo valt het de commissie op dat in de begroting uitgaven noch inkomsten zijn opgenomen voor de serie nieuwe activiteiten die de aanvrager in Zuidoost beoogt te organiseren. DOEK motiveert dit niet. De commissie vindt dat de financieringsmix in principe evenwichtig is, maar is wel van mening dat het mogelijk zou moeten zijn om meer bijdragen van private fondsen te genereren. Daarnaast wil de commissie een kanttekening plaatsen bij het feit dat de organisatie voor de komende vier jaren een gemiddelde begroting presenteert, waardoor de commissie niet kan vaststellen of er in de loop van die jaren sprake is van een ontwikkeling in de kosten en baten, zeker gezien de beoogde toename van het aantal activiteiten en dito stijging van het publieksbereik.

De commissie vindt het marketingplan niet passend en realistisch. De commissie ziet dat het marketingplan sterk leunt op de podia waar DOEK speelt en de relaties van de individuele musici. Een heldere marketingstrategie ontbreekt nagenoeg. DOEK wil zijn bestaande en nieuwe publiek niet definiëren in de traditionele termen van onder meer leeftijd, afkomst en geaardheid, maar in termen van waarden en interesses. Wat het DOEK-publiek volgens de organisatie deelt, is onder andere: nieuwsgierigheid, lef, comfort met het onbekende, affiniteit met avant-garde en experiment, met spannende muziek, kunst en cultuur. DOEK benoemt doelgroepen voor specifieke activiteiten, maar geeft geen uitleg hoe deze doelgroepen bereikt gaan worden. De commissie vindt dat daarmee het risico bestaat dat het publieksbereik voor de nieuwe activiteiten beperkt blijft tot de selecte groep van DOEKs bestaande publiek. DOEK beoogt de mailing, website en Facebook te actualiseren door meer video’s en posts te plaatsen en ook Instagram structureler te gaan inzetten om hiermee actiever publiek te bereiken, naast de inzet van traditionele middelen als posters en flyers. DOEK wil een marketingmedewerker aantrekken om in de komende jaren met name voor de nieuwe activiteiten in de stadsdelen nieuw publiek te werven. De commissie vindt de bescheiden nieuwe stappen die het plan beschrijft zinvol, maar de marketingaanpak als geheel te algemeen om ook een nieuw publiek effectief te bereiken. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
De commissie vindt de bijdrage van DOEK aan de culturele diversiteit in het aanbod gering. De aanvraag gaat in op de nadruk die DOEK legt op het vieren van verschillen: hoe pluriformer de muziek, hoe beter. DOEK wil de diversiteit in de muziekprogrammering verder vergroten door allianties aan te gaan met partners in Zuidoost zoals Lola Bae en Heesterveld Creative Community. De commissie vindt dat positief, maar DOEK geeft niet aan of al concrete afspraken hierover met de samenwerkingspartners zijn gemaakt en wat die inhouden. De commissie waardeert de intenties die de stichting beschrijft, maar de weinig uitgewerkte plannen hebben haar er niet van overtuigd dat DOEK veel impact op de culturele diversiteit van het aanbod zal hebben.

In de stadsdelen Zuidoost en Noord onderzoekt DOEK de mogelijkheden voor langdurige samenwerkingsvormen om zo in de loop van de jaren een nieuw cultureel divers publiek aan te spreken. De commissie ziet in het plan niet veel meer dan de intentie om tot een cultureel meer diverse publiekssamenstelling te komen; een concrete aanpak om dit te bereiken ontbreekt. Om met improvisatiemuziek een brug te slaan naar een cultureel divers publiek is in de ogen van de commissie meer nodig dan nieuwsgierigheid of onderzoek. Daarom is de commissie van mening dat DOEK geen bijdrage levert aan het bereiken van een cultureel divers publiek.

De commissie stelt vast dat DOEK geen duidelijk plan heeft op het gebied van de diversiteit van het personeelsbestand en bestuur. 
Het bestuur heeft een lid met een cultureel diverse achtergrond. In de aanvraag stelt de organisatie dat ze op zoek gaat naar een vrouwelijke medewerker met kennis van het stadsdeel Zuidoost. De commissie vindt dit niet toereikend om de organisatie cultureel diverser te maken. De organisatie stelt in de samenstelling van de artistieke commissie een diverse internationale scene te weerspiegelen wat betreft nationaliteit en gender. Dit betekent naar mening van de commissie niet noodzakelijk dat ruimte wordt gemaakt voor culturele diversiteit in de zin van een bredere representatie van de verschillende culturele achtergronden van de stad. De commissie ziet geen overtuigende visie of concreet plan om die culturele diversiteit binnen de organisatie te versterken.


Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Stichting DOEK te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 90.000 per jaar. De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Muziek en Muziektheater.