TENT Circustheater Producties

Theater
Aangevraagd: € 190.000
Toegekend: € 90.000

Inleiding

TENT Circustheater Producties (hierna: TENT) is een productiehuis voor hedendaags circus van Nederlandse bodem. Als ontwikkelinstelling biedt TENT makers met verschillende artistieke, culturele en geografische achtergronden een huis en ondersteunt hen in verschillende stadia van hun artistieke ontwikkeling. Daarnaast ondersteunt de organisatie hen op zakelijk en productioneel vlak. Zo maakt de organisatie ontmoetingen tussen makers onderling en publiek mogelijk. Daarbij werkt zij samen met een groot aantal partners uit het veld. TENT zet zich voornamelijk in voor de circusdiscipline maar stimuleert ook de verbinding met makers en kunstenaars uit andere disciplines. 

In de komende periode richt TENT zich vooral op makerstrajecten op maat, de verdere ontwikkeling van circus als een volwaardige kunstdiscipline, verduurzaming van de artistieke praktijk voor makers, meer en diverser publiek voor het hedendaagse circus en de verdere professionalisering van de eigen organisatie. TENT presenteert circus in Amsterdam tijdens een jaarlijks weekendfestival in samenwerking met Theater Bellevue en tweemaal per jaar vindt het open podium Back to Base plaats bij Dansmakers in Amsterdam-Noord. Met de circuscoalitie, een nieuw nationaal samenwerkingsverband van presenterende en (co)producerende instellingen, produceert TENT een landelijke tournee voor jong talent. Daarnaast zet TENT zich in voor de bredere ontwikkeling van circus als genre, in Amsterdam, Nederland en daarbuiten. 

TENT Circustheater Producties ontving een tweejarige subsidie 2017-2018 binnen het Kunstenplan van € 61.369 per jaar (incl. indexatie 2018). 
De organisatie ontvangt een tweejarige subsidie 2019-2020 binnen het Kunstenplan van € 87.278 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld €190.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie vindt dat TENT een herkenbare artistieke signatuur heeft met een vernieuwende, interdisciplinaire vorm van circus. Daarmee onderscheidt het productiehuis zich ook van grote en meer traditionele verschijningsvormen van circus. De organisatie kiest er nadrukkelijk voor om echt een talentonwikkelingsinstituut te zijn. Daarbij heeft het volgens de commissie een duidelijke signatuur in de geboden begeleiding. Ze heeft een prikkelende en uitgesproken visie op talentontwikkeling, op de fases die makers daarin doorlopen en hun begeleiding. Een opvallende, waardevolle artistieke keuze vindt de commissie daarin bijvoorbeeld de invulling van het concept ‘huismaker’. De huismaker onderzoekt en maakt voorstellingen, maar brengt daarnaast advies uit aan de directie en andere jonge makers, waardoor er artistieke kruisbestuiving ontstaat. Voor de periode 2021-2024 is gekozen voor Monki, die vanuit een heel eigen artistieke signatuur naar circus kijkt, startend vanuit de actualiteit en ook gebruik maakt van tekst in zijn voorstellingen. Het instellen van een ‘Raad van Inspiratie’ ziet de commissie binnen het talentontwikkelingstraject ook als een origineel initiatief. Dit is een collectief samengesteld uit kunstenaars en inspiratoren buiten het circusveld die met de huismaker twee maal per jaar een programma cureert van presentaties en workshops om inspiratie op te doen en netwerk en expertise te delen.  

De artistieke betekenis voor het beoogde publiek van TENT is duidelijk uit het plan te herleiden. Het publiek van het productiehuis is, omdat TENT een ontwikkelinstelling is, voornamelijk te zien als de makers waar de organisatie zich op richt. De artistieke betekenis voor de makers komt naar voren in de inhoudelijke wijze waarop de organisatie ruimte voor onderzoek en presentatie biedt, voor makers in verschillende fasen van hun ontwikkeling. De organisatie hanteert daarvoor een ‘makersmeetlat’ en onderscheidt vier stadia in het ontwikkeltraject: gangmakers, nieuwe makers, kwartiermakers en huismakers. De verschillende makerstrajecten vindt de commissie goed doordacht. Ze sluiten aan bij de ontwikkeling van circusmakers die de organisatie voor ogen heeft, waarbij makers hun eigen signatuur moeten kunnen ontwikkelen en kunnen doorstromen. De commissie vindt dat het plan echter geen duidelijkheid geeft over wanneer makers doorstromen, waar ze naartoe gaan en wat hun perspectief is binnen de beroepspraktijk. Dat had inzicht gegeven in hoeverre het ontwikkeltraject ook daadwerkelijk betekenis en effect heeft in hun verdere loopbaan. De commissie vindt dat TENT de makers met de geboden trajecten op een sterke manier inspireert en faciliteert. 
De relatie met bezoekers van voorstellingen is volgens de organisatie onderdeel van het onderzoek van de betrokken makers. Uit het plan krijgt de commissie echter geen beeld van de wijze waarop de makers worden ondersteund in het maken van producties voor publiek. Ze vindt dit een gemis in het plan, omdat artistieke betekenis uiteindelijk immers ontstaat op het moment van wisselwerking met het publiek. 

De commissie vindt dat TENT goede stappen heeft gezet in zijn artistieke ontwikkeling van 
(co)producent van circustheater naar ontwikkelinstelling. Daar bouwt dit plan logisch op voort. TENT reflecteert echter in de ogen van de commissie in het ondernemingsplan onvoldoende kritisch op wat de organisatie aan ervaringen heeft opgedaan en geleerd gedurende de afgelopen periode, waarbij het met twee keer een tweejarige ontwikkelsubsidie van het AFK de gelegenheid heeft gehad om de organisatie te ontwikkelen. Er wordt in het plan ook niet aangegeven hoe wordt geïnvesteerd in het artistiek potentieel van de medewerkers van de organisatie. 
De organisatie geeft wel duidelijk aan welke artistieke ontwikkeling het voor de betrokken makers beoogt. Belangrijk daarbij is de extra focus op makers door vergroting van het aantal makerstrajecten, waardoor er meer op maat trajecten ontstaan en de daarbij behorende ondersteuning. De commissie is er echter niet van overtuigd dat de nieuwe ambitie om komende periode ook educatieve activiteiten voor het onderwijs te organiseren binnen deze ontwikkeling past: de organisatie onderbouwt deze keuze niet. Daarnaast vindt de commissie dit onderdeel niet uitgewerkt. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De commissie vindt de verbinding met de stedelijke samenleving beperkt. TENT is geworteld in de stad door de ontwikkeling van makers binnen het circus. Er is samenwerking met andere culturele organisaties in de Cultuurtafel Noord, met Over het IJ Festival en de DAT!school, die de organisatie ondersteunt bij het ontwikkelen van educatie bij de voorstellingen. De samenwerkingen zijn daarmee echter vooral op artistiek vlak. De organisatie ontplooit geen buurtinitiatieven, en er is in het plan geen samenwerking terug te lezen met maatschappelijke organisaties of een directe verbinding met bewoners. 

TENT draagt bij aan de spreiding van het culturele aanbod en het publiek. Met hun thuislocatie in Noord bij Dansmakers, vinden daar de meeste activiteiten voor de makers plaats. TENT is in de tien jaar dat het in Noord is gehuisvest goed ingebed in dat stadsdeel. Met de voorstellingen voor publiek is TENT ook te zien op Over het IJ Festival, in CC Amstel, Theater Bellevue en tijdens evenementen in de publieke ruimte als Amsterdam Roots Festival, waarmee activiteiten ook buiten Noord voor publiek te zien zijn verspreid over de stad. 

TENT heeft als eigen accent gekozen voor het thema Wereldstad. De commissie vindt dit in het plan niet overtuigend uitgewerkt. De commissie herkent echter wel de aansluiting bij het thema terug in de wijze waarop TENT zorg draagt voor internationale promotie en verkoop van lokale makers en daarmee uitwisseling creëert. De bij TENT betrokken makers werken samen met internationale artiesten die in Amsterdam komen spelen. Dat de organisatie stelt dat zij om een internationaal publiek te bereiken geen apart programma hoeft te ontwikkelen, omdat circus als genre uit zichzelf al een internationaal publiek aanspreekt, vindt de commissie daarentegen niet erg overtuigend.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak. 
De commissie vindt het plan van TENT grotendeels realistisch en uitvoerbaar wat betreft organisatie, werkwijze en vakmanschap, maar heeft een aantal kanttekeningen. De organisatie heeft afgelopen periode getoond de artistieke deskundigheid in huis te hebben om talenten weloverwogen te selecteren en te begeleiden. De criteria waarop makers worden geselecteerd zijn duidelijk en passend bij de visie van TENT om het circusgenre als vernieuwende, interdisciplinaire vorm te ontwikkelen. De commissie vindt dat de werkwijze met diverse makerstrajecten resulteert in passende trajecten op maat. De commissie vindt echter dat de organisatie weinig onderbouwt hoe met de beoogde schaalsprong in het aantal makers dat wordt begeleid ten opzichte van afgelopen periode, een intensieve en kwalitatieve begeleiding in de werkwijze wordt geborgd. TENT wil daarnaast een ambitieuze groei doormaken in het aantal medewerkers. De commissie vindt dit deels te verklaren uit het feit dat ontwikkelen, presenteren  en produceren van circus arbeidsintensief is, maar ziet weinig reflectie op de benodigde expertise op zakelijk-organisatorisch vlak die nodig is bij een dergelijke schaalsprong. 

TENT heeft volgens de commissie geen gezonde bedrijfsvoering om de plannen uit te voeren en op langere termijn effectief te functioneren. TENT kende in voorgaande periode een onstabiele financiële situatie en heeft geen eigen vermogen om tegenvallers het hoofd te kunnen bieden. Mede daarom vindt de commissie de verwachte schaalsprong in personele organisatie en het aantal te begeleiden talenten niet goed onderbouwd en risicovol. TENT erkent zelf in het plan ook het risico van de huidige financiële situatie en geeft aan een reserve op te willen bouwen. Het plan laat het volgens de commissie te veel in het midden hoe de organisatie zich daar concreet voor gaat inzetten. TENT wijst wel op nieuwe te verwachten inkomsten uit educatie en een vriendenstichting. De commissie verwacht echter niet dat dit tot dusdanige substantiële inkomsten zal leiden dat TENT mede daarmee een financiële basis creëert om op langere termijn effectief te kunnen functioneren. 

De commissie beoordeelt de begroting van TENT niet realistisch en passend door de beoogde schaalsprong van de begroting in de komende jaren. De commissie vindt de beoogde groei in personele lasten ten opzichte van voorgaande periode niet realistisch. De verhoging van de personele lasten door alle medewerkers conform cao te betalen, in combinatie met de enorme uitbreiding in fte’s die wordt beoogd, wordt gecompenseerd door aanzienlijke hogere subsidieaanvragen bij zowel het AFK als bij OCW. De financieringsmix kent verder enkel bescheiden inkomsten uit publieke en private middelen en educatie. Dit vindt de commissie niet in verhouding met de overige baten, waarmee de financieringsmix uit balans is.

Het marketingplan van TENT is deels realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken.
TENT richt zich in eerste instantie tot haar deelnemers, de makers die ze binnen de talentontwikkelingstrajecten wil faciliteren. De organisatie is zich er goed van bewust dat het als ontwikkelinstelling lastig is om aan publieksopbouw voor de voorstellingen te doen, omdat zoveel diverse individuele makers worden vertegenwoordigd. Daarom wil TENT een marketingstrategie benutten die zowel focust op de individuele makers als de ‘branding’ van TENT, hetgeen de commissie een passende strategie vindt. De bestaande doelgroep waar TENT zich op richt is vooral jong publiek dat van de fysieke speelstijl houdt. De commissie vindt dat TENT voor dit bestaande publiek passende activiteiten ontplooit om het aan zich te binden, zoals nevenprogrammering, participatieactiviteiten en het werken aan een (online) gemeenschap. TENT wil zich echter komende periode inspannen om het potentiële publiek voor hedendaags circus beter te leren kennen en geeft daartoe cultuursociologe Anna Elffers opdracht een publieksonderzoek te doen. De organisatie ziet dat er voor het bereiken van nieuw publiek veel uitgegaan wordt van de inspanningen van de samenwerkingspartners en vindt de aanpak voor het bereiken van nieuw publiek daarmee nog beperkt en niet overtuigend. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Het plan van TENT draagt in artistieke zin nauwelijks bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Zoals de organisatie zelf aangeeft, zijn de (internationale) artiesten waar het productiehuis mee werkt grotendeels van West-Europese herkomst. De commissie herkent in het plan niet hoe TENT in inhoud, vorm of presentatiewijze of via samenwerkingspartijen bij gaat dragen aan een cultureel divers aanbod. 

Het plan van TENT kan volgens de commissie bijdragen aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. TENT geeft aan dat het bereiken van een cultureel divers publiek een van de speerpunten is de komende periode. De organisatie kiest voor partners die volgens de commissie aantoonbaar een cultureel divers publiek bereiken, zoals Amsterdam Roots Festival, DAT!school en DAT! Theater, en het Noorderparkfestival. Waar het gaat om haar deelnemers, de makers, is de bijdrage aan de culturele samenstelling volgens de commissie nog beperkt. Culturele diversiteit is wel een duidelijk een criterium in het kader van de Makersmeetlat, het toetsinstrument dat TENT hanteert bij de selectie van potentiële makers, maar in de praktijk resulteert dat nog voornamelijk in het aantrekken van makers uit westerse landen.

TENT heeft een plan voor diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht. Het plan meldt dat er nog geen visie geformuleerd is en dat de organisatie die de komende jaren gaat ontwikkelen. Dat vindt de commissie weinig concreet en weinig voortvarend, al laat de organisatie in de ogen van de commissie wel zien dat ze hierop reflecteert en de wil heeft om verbeteringen door te voeren. De huidige samenstelling van de organisatie is wel cultureel divers; de raad van toezicht is dat nog niet. De organisatie zoekt actief naar medewerkers met diverse culturele achtergronden en laat zich daartoe adviseren door bijvoorbeeld werving- en selectiebureau Colourful People.


Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van TENT Circustheater Producties gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 90.000 per jaar.
De schaalsprong van de begroting van TENT ten opzichte van voorgaande periode vindt de commissie niet goed onderbouwd en risicovol in relatie tot de huidige bedrijfsvoering. De commissie adviseert om die reden de aanvraag van TENT te honoreren met een bedrag dat meer in verhouding staat tot de subsidie in voorgaande periode, ten behoeve van de bestendiging van de organisatie en talentontwikkelingstrajecten.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.