BOG.

Theater
Aangevraagd: € 75.000
Toegekend: € 75.000

Inleiding

BOG. noemt zich een collectie van vier theatermakers, een dramaturg en een zakelijk leider. Het gezelschap is gevestigd in Amsterdam en speelt in binnen- en buitenland. BOG. maakt naar eigen zeggen filosofische, talige en muzikale voorstellingen over wezenlijke thema’s uit het leven van ieder mens. Sinds de eerste voorstelling in 2013 bouwt het gezelschap aan een oeuvre van gezamenlijk geschreven en gespeelde stukken, in zijn eigen woorden over alles waar de mens vat op tracht te krijgen maar wat te groot is om vast te pakken. Met elke voorstelling probeert BOG. het eigen perspectief te overstijgen, zich te verplaatsen in de ander en het publiek een bredere blik op het menszijn te bieden. Vanuit de overtuiging van het gezelschap dat we moeten zoeken naar wat ons als mensen bindt zonder de waarde van het verschil uit het oog te verliezen, wil het compromisloos, eigenzinnig en open theater maken voor de zoekende mens anno nu.

De makers van BOG. maakt in de komende vier jaar drie gezamenlijke voorstellingen: BEN., BOG.#2 en BAS., ondersteund door partners als Het Zuidelijk Toneel, de Brakke Grond, Oerol en Het Paleis. Daarnaast wil het twee coproducties maken met andere collectieven, zoals Wunderbaum, Nineties Productions, Urland en Lars Doberman. Bovendien plant het vier individuele projecten/trajecten van de afzonderlijke makers, reprises uit de collectie en tot slot diverse op Amsterdam gerichte publieksactiviteiten in samenwerking met partners zoals De Nieuwe Liefde en de Brakke Grond. Van deze projecten gaan er, zo is het voornemen, minstens zes in première in Amsterdam. BOG. speelt gemiddeld 56 voorstellingen per jaar: 34 gezamenlijke, twaalf individuele en tien reprises in zowel binnen- als buitenland. 

BOG. ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020. 
Voor de periode 2021-2024 vraagt BOG. bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 75.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
BOG. heeft volgens de commissie een duidelijke artistieke eigenheid. Het gezelschap is bijzonder in de wijze waarop het voorstellingen vorm geeft met een filosofische inhoud voor de zoekende mens anno nu. BOG. weet universele thema’s persoonlijk en menselijk te presenteren. De artistieke signatuur komt allereerst naar voren in de inhoud, waarin een centrale plek is ingeruimd voor de voortdurende zoektocht naar wat mensen samenbindt, ondanks al hun waardevolle verschillen. Tevens vindt de commissie de signatuur herkenbaar in de vorm: talig, maar met veel aandacht voor de muzikaliteit van tekst, voor beeldtaal en voor een open, directe speelstijl. 
De activiteiten voor komende periode zijn op prikkelende wijze uitgeschreven vanuit het begrip ‘collectie’, de voorstellingen zijn een verzameling ideeën omtrent een bepaald thema, waarbij door vooronderzoek verschillende perspectieven op dat thema wordt onderzocht. De commissie vindt de werkwijze van het collectief origineel door het grondige onderzoek dat voorafgaat aan hun voorstellingen. Onderdeel van de research is wat BOG. zijn ’ledenbestand’ noemt, een groep van ongeveer 350 mensen die ervaringen en gedachten omtrent een bepaald thema met het gezelschap deelt. Deze werkwijze is in het plan helder uitgewerkt, maar de plannen voor de voorstellingen zelf zijn erg beknopt. De commissie begrijpt dat dit deels inherent is aan de werkwijze, waarbij het onderzoek de uiteindelijke vorm mede bepaalt. Het gevolg is wel dat de plannen nog niet overtuigen in ideeënrijkheid omdat de beknopte beschrijvingen sterk op elkaar lijken. De commissie vindt plannen voor bepaalde voorstellingen wel direct aansprekend, zoals de voorstelling Toerisme. Het collectief wil met deze productie te midden van het commerciële geweld van de Nutella-kramen en Amsterdam Dungeons een plek creëren waar de local en de toerist elkaar kunnen ontmoeten via een voorstelling. Dit vindt de commissie zeer aansprekend, omdat dit onderwerp in deze stad actueel is.

De artistieke betekenis voor het beoogde publiek van BOG. is duidelijk uit het plan te herleiden. BOG. spreekt volgens de commissie brede publieksgroepen aan van zowel jongeren als ouderen. Het collectief onderhoudt een sterke inhoudelijk band met een vast publiek. Vanuit deze visie is het ‘ledenbestand’ ontstaan: een groep mensen die niet alleen naar de voorstellingen komt, maar die het gezelschap betrekt bij het vooronderzoek. Dit vanuit het idee dat iedereen expert is van het leven en dus van de onderwerpen van de voorstellingen. De commissie vindt dit een sterk concept, omdat het niet alleen bijdraagt aan de voorstelling, maar ook aan de artistieke betekenis voor het publiek. Door het betrekken van een groep trouwe bezoekers is BOG. goed op de hoogte van de culturele interesses van het publiek en van wat hen beweegt en bezighoudt. Door hun perspectieven in hun voorstellingen te verwerken hebben de voorstellingen volgens de commissie overtuigend impact en betekenis voor het beoogde publiek.

De commissie ziet dat de artistieke ambitie van BOG. om zich te ontwikkelen voortkomt uit een reflectie op eerdere perioden. BOG. stelde zich in de afgelopen jaren ten doel om zijn kenmerkende artistieke signatuur aan te blijven scherpen en te verdiepen. Daarbij heeft BOG. zichzelf naar eigen zeggen uitgedaagd om tegelijkertijd nieuw artistiek terrein te ontginnen. Dit leidde onder meer tot de eerste familievoorstelling en nieuwe samenwerkingen met andere collectieven. Hierop wordt volgens de commissie de komende periode overtuigend op doorgebouwd met o.a. BAS (14+) en Toerisme (in samenwerking met Wunderbaum/Nineties Productions). 
Ook de individuele projecten van de makers van BOG. vindt de commissie een logisch vervolg op eerdere voorstellingen. De artistieke ontwikkeling daarvan is meer gericht op de individuele makers dan op het collectief. De individuele leden volgen een eigen ontwikkel- en prestatieprogramma. Op zich vindt de commissie het een goede zaak dat de makers op deze manier kunnen investeren in hun individuele ontwikkeling en dat zij als maker niet te afhankelijk te worden van het collectief. Het leidde er in de ogen van de commissie wel toe dat BOG. als collectief in de afgelopen jaren niet altijd even goed zichtbaar was. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
BOG. heeft zich de voorgaande jaren geprofileerd als Vlaams-Nederlands collectief. Nu wil het gezelschap zich graag sterker verbinden met Amsterdam. De commissie vindt de plannen daarvoor niet genoeg uitgewerkt en niet overtuigend. De aanvrager verbindt zich praktisch met de stedelijke samenleving in Amsterdam via het ledenbestand. Deze verbinding is volgens de commissie echter sterk gestuurd vanuit het maakproces van een voorstelling en minder vanuit het de intentie om zich daadwerkelijk te verbinden met de bewoners. De samenwerkingspartijen van BOG. zijn uitsluitend culturele partners in Amsterdam; zoals Impact Makers, de Brakke Grond, Frascati, Over het IJ Festival, Holland Festival en de Nieuwe Liefde. Er is geen samenwerking met maatschappelijke partners en de organisatie heeft ook geen band met een wijk waarin zij zich vestigt.

Het plan van BOG. draagt beperkt bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. De activiteiten van BOG. spelen zich voor het overgrote deel af in het centrum, waar ook het meeste publiek wordt bereikt. Het collectief wil daar wel verandering in brengen, door te spelen in theaters in andere stadsdelen zoals Podium Mozaïek, Bijlmer Parktheater, Meervaart Theater en de Tolhuistuin om zo naar de nieuwe leden en hun achterban uit te reiken en hen directer bij de voorstellingen te betrekken. Dit is echter in het plan niet concreet uitgewerkt. Hetzelfde geldt voor het voornemen om samen met De Warme Winkel een pand te betrekken in Noord of Nieuw-West. De intenties ziet de commissie nog niet vertaald in concrete plannen hiervoor. 

BOG. heeft als eigen accent gekozen voor het thema Wereldstad. De commissie vindt dit onderdeel niet sterk uitgewerkt. Er is sprake van de ambitie om een groter internationaal netwerk te combineren met een vastere thuisbasis in Amsterdam. De commissie ziet dat het collectief ook in het buitenland speelt en een band heeft met Vlaanderen vanuit de voorgaande periode, maar van internationale samenwerkingen of uitwisseling is in het plan geen sprake. Het plan meldt dat één van de makers geselecteerd is voor het Fast Forward traject, het internationale stimuleringstraject van het FPK waarin makers internationale samenwerkingen kunnen aangaan. Dat wil de groep gebruiken om ook ander werk internationaal op de kaart te zetten. Ook hier ziet de commissie vooral een wens, maar geen concrete acties of plannen om deze te vervullen.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
Het plan is in de ogen van de commissie realistisch en uitvoerbaar. BOG. heeft een solide kernteam dat vakmanschap bevat op zowel artistiek als zakelijk-productioneel vlak en dat een duidelijke en beproefde werkwijze hanteert. De activiteiten vindt de commissie realistisch qua omvang en in aantal, zowel in vergelijking met voorgaande jaren als ten opzichte van de grootte van de organisatie. De commissie is positief over de bewuste keuze van het collectief om één gezamenlijke voorstelling per jaar te maken om de signatuur van BOG. voor het voetlicht te brengen en zichtbaar te zijn als collectief. Daarnaast werkt de groep met sterke theaterpartners die al langer met het gezelschap verbonden zijn, zoals de Brakke Grond, Frascati en Oerol, en met collectieven zoals Nineties Productions en Wunderbaum. Deze partners zijn volgens de commissie passend bij de werkwijze en inhoudelijke keuzes van BOG en dragen door hun professionaliteit en vakmanschap en artistieke verwantschap bij aan de uitvoerbaarheid en de realiteitszin van het ondernemingsplan voor de komende jaren. 

De bedrijfsvoering van BOG. biedt volgens de commissie voldoende basis om de plannen tot uitvoering te brengen en de organisatie ook op langere termijn effectief te laten functioneren. BOG. is financieel stabiel en gezond. In de plannen wordt gereflecteerd op risico's zoals tegenvallende bijdragen van coproducenten. Dit risico wil de organisatie beperken door de kosten in begrotingen te delen met meerdere partners. De risico’s die er zijn bij het plan om een nieuw pand te betrekken worden beperkt door de financiële bedrijfsvoering van het pand in een aparte stichting onder te brengen. Er is daarnaast voldoende eigen vermogen om tegenvallers op te vangen.

De begroting van BOG. vindt de commissie over het algemeen realistisch en passend, maar zij plaatst een aantal kanttekeningen bij het dekkingsplan. De begroting laat een sterke groei van de publieksinkomsten zien die de organisatie niet onderbouwt en die de commissie wat optimistisch lijkt ten opzichte van voorgaande periode. In het algemeen vindt commissie de financieringsmix echter in orde. De commissie meent wel dat er nog ruimte is om de eigen inkomsten te verhogen door onder meer sponsoring en bijdragen van particulieren, mede doordat al een trouw publiek is opgebouwd en een deel daarvan via het ‘ledenbestand’ nauw bij de organisatie betrokken is.
Aan de lastenkant stelt de commissie vast dat de personeelslasten in verhouding met de totale begroting hoog zijn: de lasten ten behoeve van de leden van het collectief, inclusief de zakelijke leiding, vormen een groot deel van de begroting van het gezelschap. De commissie vindt dit echter wel passend bij de aard en omvang van de organisatie dat als collectief werkt en daarmee een relatief groot aantal leden kent dat allerlei verschillende taken binnen de organisatie heeft.  

De commissie vindt het marketingplan grotendeels passend om de bestaande doelgroep te bereiken. De organisatie kent het bestaande publiek goed, met name door het ‘ledenbestand’, dat naar eigen zeggen een afspiegeling is van het vaste publiek. Het op maat gemaakte marketingplan en de campagnes voor de voorstellingen zijn vooral gericht op publiek dat bekend is met het werk van BOG. De marketingstrategie van het gezelschap is gericht op de ervaring van de organisatie dat het publiek zich aangesproken voelt door de herkenbare werkwijze, onderzoekende houding en de universele thema’s waar dit toe leidt. BOG. wil met thema- en contentmarketing over de voorstellingen heen een duurzame communicatie opzetten. De commissie vindt dit een passende strategie voor het bestaande publiek. Het collectief is er vooral op gericht grotere publieksaantallen te behalen. Het denkt dit publiek te vinden via de nieuwe speelplekken en via de achterban van samenwerkingspartners. Ook is er sprake van uitwisseling van kennis over marketing met andere theatercollectieven waarmee wordt samengewerkt. De commissie leest dat BOG. nieuwe doelgroepen wil bereiken die zich aangesproken kunnen voelen door het thema van de voorstelling, zoals pubers bij de voorstelling BAS. en lokale Amsterdammers en toeristen bij het toerismeproject. De commissie ziet echter geen concrete strategie om deze doelgroepen te bereiken. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Meerstemmigheid is een intrinsiek onderdeel van de artistieke visie van BOG., maar de commissie constateert dat culturele diversiteit geen expliciet kenmerk is van de makers, de vorm van de voorstellingen of de thematiek. Het plan draagt daardoor volgens de commissie in artistieke zin niet sterk bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. De komende periode zijn er wel voorstellingen die mogelijk impliciet bijdragen aan het cultureel diverse aanbod. Bij BEN., over identiteit, wil de organisatie een zo cultureel divers mogelijke groep spelers samenstellen. En BAS. gaat over de vraag wat de canon van onze gemeenschappelijke basiskennis zou moeten zijn. 

Met het plan wil BOG. bijdragen aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Het huidige publiek is niet cultureel divers samengesteld. De organisatie constateert ook zelf dat ook haar ledenbestand van actief betrokken bezoekers geen afspiegeling is van de samenleving. Zij wil daarom het ledenbestand in Amsterdam uitbreiden met mensen met andere culturele achtergronden.
De voorstelling BOG#2 is specifiek gericht op publiek met verschillende culturele achtergronden. Omdat dit publiek te bereiken wordt ondersteuning gezocht bij Impact Makers. De commissie vindt het verstandig externe expertise in te zetten, aangezien het collectief zelf nog geen ervaring heeft met het bereiken van een cultureel divers publiek. Volgens de commissie wordt daarmee in komende periode een kleine stap gezet in de richting van het voornemen een cultureel divers publiek te bereiken. 

BOG. heeft volgens de commissie geen erg sterke visie op, en geen overtuigend plan voor, diversiteit van het personeelsbestand en bestuur/toezicht. De commissie ziet in het plan een vrij algemene visie en weinig concrete voornemens voor het (cultureel) divers maken van het personeelsbestand. De vaste kern van makers, en het bestuur zijn nu niet cultureel divers van samenstelling. De vaste kern blijft volgens het plan intact, maar de organisatie zoekt meer culturele diversiteit in het netwerk van externe krachten waarmee ze op een duurzame manier kan samenwerken. In het najaar van 2021 komen er twee bestuursfuncties vacant. De aanvrager wil deze gelegenheid aangrijpen om het bestuur meer divers samen te stellen. De commissie vindt dat deze intenties niet voorzien zijn van een overtuigend plan van aanpak. 


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van BOG. te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 75.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.