Jeugdtheaterschool Zuidoost (JTSZO)

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 220.000
Toegekend: € 170.000

Inleiding

Jeugdtheaterschool Zuidoost (JTSZO) staat voor de persoonlijke vorming en artistieke ontwikkeling van 2- tot 19-jarigen. Door een gevarieerd aanbod en diverse werkvormen wil de organisatie een plezierige en laagdrempelige kennismaking bieden met kunst en cultuur. Ook worden sociale vaardigheden getraind. JTSZO noemt zichzelf een smeltkroes, omdat de organisatie put uit veel culturele bronnen en de kinderen die er lessen volgen veel verschillende etnische en culturele achtergronden hebben. JTSZO maakt voorstellingen op basis van ervaringen en verhalen van de jongeren zelf. Door urgente kwesties en levensechte verhalen op het toneel te zetten, ambieert de school kritisch en urgent werk te maken, en zo bij te dragen aan een gezonde en weerbare leefomgeving. Het professionele kunstenveld en zijn vooropleidingen roept om diversiteit en inclusieve instroom. JTSZO wil hierin voorzien.

De komende periode bouwt de organisatie voort op haar activiteiten: buitenschoolse cultuureducatie op het gebied van theater en dans, met interdisciplinaire crossovers, combinaties van het klassieke theater en urban arts. JTSZO is vooraleerst een school met reguliere, wekelijkse lessen. Daarnaast zijn er verschillende educatieve projecten. Met YOUNG-ZO, in broedplaats Heesterveld, zet JTSZO een nieuwe stap. YOUNG-ZO zal bestaan uit drie trajecten, waarin de deelnemers de mogelijkheid krijgen om zich met eigen werk binnen een professionele omgeving te ontwikkelen. Er worden drie trajecten opgezet: een gericht op individueel makerschap, een gericht op actualiteit en samenwerking met maatschappelijke partners of buurtbewoners en een voorstellingsgroep die verspreid door de stad gespeeld zal worden. JTSZO stemt hierin af op de belangstelling en de urgentie van de speler zelf.

Jeugdtheaterschool Zuidoost (JTSZO) ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 169.747 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 220.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie is enthousiast over de artistieke eigenheid van JTSZO. Binnen de school is de ontwikkeling van artistieke talenten van leerlingen net zo belangrijk als die van sociaal-maatschappelijke vaardigheden. De commissie vindt het sterk dat de leerling en diens ervaring daarbij steeds het uitgangspunt zijn, en dat plezier in het leren toneelspelen voorop staat. De combinatie van urban en klassiek theater in de activiteiten draagt verder bij aan de artistieke eigenheid. Positief is ook dat een in de lessen voorbereid bezoek van een professionele voorstelling onderdeel uitmaakt van een lessenreeks, om zo de kunstzinnige vorming te versterken. De commissie vindt het getuigen van bezieling dat alle docenten gezamenlijk het artistieke team van de school vormen. Zij bewaken samen de visie en artisticiteit. Dit gedeelde eigenaarschap geeft een sterke signatuur aan JTSZO. De commissie is positief over het voornemen om een derde tak binnen de organisatie op te zetten: YOUNG-ZO. De drie trajecten hierbinnen zijn inhoudelijk uitgewerkt in het plan, en bieden makers de ruimte te experimenten en te reageren op de actualiteit. 

De artistieke betekenis voor het beoogde publiek is groot. De organisatie heeft in de ogen van de commissie een overtuigende visie op haar doelgroep. JTSZO beschrijft het effect van Zuidoost als uitdagende, leerrijke, levendige, en ook lastige omgeving en richt zich daarom op het ontwikkelen van eigenschappen als vertrouwen, eigenwaarde en openheid. Hierin sluit het plan volgens de commissie goed aan op de doelgroep. De docenten en peer educators (alumni, docenten in opleiding) staan dicht bij de doelgroep en fungeren als rolmodellen. De leerling en diens ervaringen zijn het uitgangspunt in de lessen en producties. De commissie vindt dat het werken met actuele en persoonlijke thematieken het eigenaarschap bevordert en aansluit op de culturele interesses van de leerlingen. JTSZO differentieert met diverse activiteiten in leeftijd en ervaringsniveau en koppelt daar verschillende competenties aan. Hierdoor is het aanbod volgens de commissie naar verwachting aansprekend voor het beoogde publiek. Zo leren jonge kinderen bijvoorbeeld samenwerken en concentreren, oudere kinderen leren theater-specifieke competenties zoals werken met tempo en timing en het uitbouwen van personages. Met YOUNG-ZO speelt de organisatie in op een behoefte van ervaren leerlingen om meer zelfstandig en flexibel te kunnen werken aan eigen materiaal en hen beter voor te bereiden op kunstvakonderwijs. In Broedplaats Heesterveld ziet de commissie een prikkelende omgeving. De ontmoeting en uitwisseling met aldaar gevestigde artistieke partijen, kan van grote meerwaarde zijn voor de doelgroep.

De commissie vindt de artistieke ontwikkeling van de aanvrager positief. Nieuw aanbod komt voort uit reflectie op voorgaande activiteiten. Zo ontwikkelt de organisatie haar dansaanbod verder, in samenwerking met Urban Heroes. YOUNG-ZO, de uitgekristalliseerde plannen van het eerdere idee voor talentontwikkeling Talent Hub, vindt de commissie een goed voorbeeld van artistieke ontwikkeling. Dit initiatief komt voort uit de vraag van leerlingen en docenten. Ook is er roep uit het veld om een meer inclusief theaterlandschap. JTSZO reageert hier op, door met dit talentontwikkelingsprogramma een brug te slaan voor leerlingen naar het middelbaar en hoger kunstvakonderwijs en zo de doorstroming naar de praktijk te bevorderen. 
Daarnaast is er in het plan aandacht voor de ontwikkeling van het docententeam als belangrijkste gezichtsbepalende artistieke betrokkenen, docenten ontwikkelen en evalueren gezamenlijk de lesstof. De commissie is positief over de wijze waarop docenten elkaar kunnen inspireren en motiveren, en over het instellen van intervisiebijeenkomsten waardoor een structuur ontstaat die kwaliteit waarborgt. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zeer goed.
De verbinding van JTSZO met de stedelijke samenleving is sterk, vindt de commissie. Zij vindt dat JTSZO naast artistieke ook als maatschappelijke instelling fungeert. Stevig geworteld in Zuidoost, weet de organisatie maatschappelijke thema’s bespreekbaar te maken die spelen onder de jonge doelgroep. Ze richt zich op verbinding en op de ontwikkeling van sociaal-maatschappelijke vaardigheden en stelt ze deze gelijkwaardig aan artistieke ontwikkeling. De organisatie werkt in Zuidoost regelmatig mee aan evenementen en buurtinitiatieven in het leveren van programma, en stimuleert daarmee cultuurparticipatie.
Verder vindt de commissie de verbinding van de organisatie met maatschappelijke partners overtuigend, zoals met bijvoorbeeld Stichting Interlock, waarmee JTSZO internationale uitwisselingen en maatschappelijke projecten realiseert. De commissie vindt de verbinding met het lokale bedrijfsleven uitzonderlijk voor de sector en genoeg bijdragen aan de verbinding met de buurt. 

Het plan draagt volgens de commissie zichtbaar en overtuigend bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. JTSZO is al jaren gevestigd Zuidoost, beschikt over een groot netwerk aldaar. Hier komt voor de commissie logisch uit voort dat de lessen en voorstellingen grotendeels daar plaatsvinden: in het Bijlmer Parktheater, de broedplaats Heesterveld en op satellietlocaties in de wijk Driemond. Ook draagt het plan bij aan de spreiding van publieksbereik over de stad. De commissie ziet dat de school leerlingen bereikt uit onder meer Zuidoost, en ook uit randgemeenten als Amstelveen, Almere en Diemen.

JTSZO heeft gekozen voor het thema Leefbare stad. De commissie vindt dat de organisatie hier in het plan uitgebreid en overtuigend op ingaat. Kinderen in Zuidoost groeien op in een uitdagende, leerrijke, levendige, en ook lastige omgeving, aldus het plan. De commissie ziet dat JTSZO een waardevolle bijdrage aan levert aan dit thema, passend bij de activiteiten. JTSZO zet urgente kwesties, lastige problemen en levensechte verhalen op het toneel en richt zich erop dat de bewoners een sterke identiteit, eigenwaarde en openheid ontwikkelen met respect voor én vertrouwen in anderen.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
Het plan is op het gebied van organisatie en werkwijze volgens de commissie realistisch en uitvoerbaar, maar met een aantal kanttekeningen. Het artistieke vakmanschap is op orde. JTSZO heeft volgens de commissie de ervaring en artistieke expertise in huis om de plannen goed ten uitvoer te brengen. De organisatie continueert de werkwijze met het artistieke docententeam. De commissie vindt plannen voor de nieuw op te zetten tak Young-ZO passend bij de organisatie, omdat ze voortbouwen op huidige activiteiten en inspelen op behoeftes van leerlingen en het artistieke team. De plannen zijn weliswaar op papier passend uitgewerkt, maar de commissie vindt ze erg ambitieus. Bovendien moeten de verschillende trajecten nog worden opgezet. De maakprocessen worden begeleid door regisseurs of theatermakers van een zo hoog mogelijk niveau, stelt het plan, maar hier mist de commissie toelichting of namen van betrokken begeleiders. Anderzijds biedt het brede netwerk van de organisatie, met verschillende partners zoals Orkater, de Toneelmakerij en ITA, de commissie wel vertrouwen in de artistieke uitvoerbaarheid van YOUNG-ZO. Van de zakelijke en productionele vaardigheden van de organisatie is de commissie minder overtuigd, omdat het plan op dit vlak beperkt is uitgewerkt. Zo krijgt de commissie weinig inzicht in hoe de organisatie in omvang meegroeit met de uitbreiding van YOUNG-ZO. Ook de wijze waarop speelbeurten in de stad gerealiseerd zullen worden ontbreekt.

De organisatie heeft in de ogen van de commissie een bedrijfsvoering die genoeg basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De financiële situatie geeft genoeg basis voor de uitvoering van de plannen en JTSZO beschikt over een sterk eigen vermogen. Maar de organisatie gaat in het plan niet in op mogelijke risico’s die zij hiermee kan ondervangen. Die liggen er wat de commissie betreft vooral op het terrein van de huisvesting. De organisatie stelt dat zij vanwege het toenemend intensieve gebruik van het Bijlmer Parktheater krapte ervaart in haar eigen ritme van wekelijks geroosterde lessen. Samen met andere organisaties is zij in gesprek met het Stadsdeel over een oplossing. De commissie vindt dat de organisatie daarom rekening moet houden met mogelijk hogere huurlasten in de toekomst en in het plan hierop had moeten reflecteren. De locatie in Broedplaats Heesterveld weet de instelling de komende periode volledig te financieren door commerciële opdrachten en incidentele projecten. Dat vindt de commissie zeer verdienstelijk, al vraagt zij zich af of dit op lange termijn haalbaar blijft. 

De begroting is deels passend en realistisch is bij het plan, stelt de commissie. Zij vindt de docentenkosten genoeg onderbouwd: JTSZO kiest structureel voor twee docenten bij iedere groep, aangevuld met peer educators. Het is daarbij in de ogen van de commissie een positieve ontwikkeling dat JTSZO docenten een passende vergoeding biedt in het kader van de Fair Practice Code.
De financieringsmix vindt de commissie beperkt passend, met een groot percentage aan gemeentelijke bijdragen. Het aandeel overige inkomsten is afdoende, maar de commissie vindt de geraamde publieksinkomsten laag.
De commissie vindt dat de organisatie meer inkomsten zou kunnen genereren. Er ontbreekt een toelichting op de terugloop van overige inkomsten ten opzichte van vorige periode. De commissie meent dat JTSZO meer publieksinkomsten kan genereren. De commissie ziet in zowel het binnen- als buitenschoolse aanbod een forse groei in het aantal deelnemers en leest uit het plan dat er speelbeurten van producties van YOUNG-ZO in verschillende theaters in de stad zijn geambieerd, terwijl de publieksinkomsten komende periode gelijk blijven. De commissie waardeert de ondernemende inzet van JTSZO om sponsoring in natura vanuit het bedrijfsleven te genereren.
De gewenste stijging van de AFK-bijdrage die deels voortkomt uit de plannen voor YOUNG-ZO vindt de commissie niet goed onderbouwd. De begroting geeft geen inzicht in deze nieuwe tak van de school in zowel de kosten- als inkomstenkant. JTSZO gaat in het plan uit van kosten voor inhuur van professionele regisseurs, musici en theatermakers, evenals van speelbeurten bij diverse podia en festivals, die publieksinkomsten zouden kunnen genereren. Een specifieke doorberekening hiervan in de begroting had de gewenste toename van subsidie beter kunnen onderbouwen. 

De commissie vindt het marketingplan genoeg realistisch en passend. De organisatie beschrijft overtuigend welke verschillende acties zij onderneemt op het gebied van communicatie. Hoewel het plan geen specificatie in doelgroepen bevat, meent de commissie dat het inzicht toont in het huidige publieksbereik en nieuwe mogelijkheden. De aanpak van publieksbenadering die JTSZO voorstaat, vindt de commissie effectief om het beoogde publiek te bereiken: persoonlijk, via rondleidingen, ruimte voor introducés en contact via sociale media. Er is een passend prijsbeleid en leerlingen kunnen het hele seizoen door instromen. De organisatie lift mee op de expertise van partners als Museumnacht of het Bijlmer Parktheater. Samenwerking met andere organisaties genereert een breder publieksbereik. Een goed voorbeeld hiervan vindt de commissie de gezamenlijke werving met Urban Heroes (dans) en DGAI (muziek). Verder vergroten optredens in de openbare ruimte, op festivals of bejaardenhuizen de zichtbaarheid van de organisatie voor het beoogde publiek.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zeer goed.
In de visie van JTSZO zijn leerlingen en hun ervaringen het uitgangspunt. De organisatie put hiervoor uit verschillende culturele bronnen, gezien de brede cultureel diverse samenstelling van haar doelgroep. JTSZO werkt niet met één artistiek leider, maar met een artistiek team, bestaande uit het gehele docententeam. Dit team, eveneens cultureel divers van samenstelling, verwerkt verschillende thema’s of onderwerpen die leerlingen vanuit hun eigen ervaring aanleveren in het aanbod. De commissie onderschrijft dat JTSZO voorstellingen maakt waarin de uiteenlopende culturele achtergrond van deelnemers en docenten mee wordt genomen in het maakproces, zodat er sprake is van een representatie van de maatschappij. JTSZO levert zo een grote bijdrage aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod en is hiermee wat de commissie betreft een voorbeeld voor andere educatieve instellingen in de stad. De commissie heeft waardering voor de beoogde doorstroming naar kunstvakopleidingen en de theaterpraktijk, die de organisatie weet te bewerkstelligen, naar verwachting ook via de activiteiten binnen YOUNG-ZO. 

De commissie vindt dat JTSZO sterk bijdraagt aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek. De organisatie richt zich daar specifiek op. Zowel de ligging van de school in Stadsdeel Zuidoost met zijn brede cultureel diverse samenstelling, als het op inclusiviteit gerichte beleid zorgen in de ogen van de commissie voor een cultureel divers en inclusief publiek. De plannen om dit publiek te bereiken vindt de commissie heel realistisch. Zo kiest JTSZO voor peer educators en docenten, die als rolmodel fungeren. Verder heeft zij een passend prijsbeleid en laat leerlingen op elk moment in het seizoen in lessen instromen. 

De commissie vindt de visie van JTSZO op diversiteit van het personeelsbestand en bestuur overtuigend. De organisatie ziet de rijkdom aan diversiteit als motor van de organisatie en ambieert een bedrijfscultuur die het potentieel en de verschillen van een ieder waardeert en respecteert. Zowel het bestuur als de organisatie en het docententeam kennen een cultureel diverse samenstelling. De commissie is ervan overtuigd dat JTSZO die diverse samenstelling weet te behouden omdat de samenstelling van de huidige formatie zorgt voor een cultureel divers netwerk. De werving via dat netwerk is in de ogen van de commissie vanzelfsprekend divers. JTSZO zorgt hierbij ook voor eigen aanwas: na het volgen van een kunstvakopleiding zijn oud-leerlingen ingestroomd als docent. 


Conclusie 

De commissie heeft veel waardering voor het werk van JTSZO. Inhoudelijk vindt de commissie de nieuwe plannen van YOUNG-ZO voldoende uitgewerkt, maar niet in de financiële onderbouwing. De commissie is op basis van het plan er niet van overtuigd dat de organisatie de nieuwe plannen niet op andere wijze zou kunnen financieren. De commissie vindt dat de organisatie meer inkomsten uit onder meer publiek zou kunnen genereren. Bovendien beschikt de organisatie over een sterk eigen vermogen. 

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Jeugdtheaterschool Zuidoost gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 170.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.