Noordje

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 237.500
Toegekend: € 175.000

Inleiding

Noordje zet zich in voor kinderen en jongeren met name uit Noord om met beeldende kunst en taal hun creativiteit te ontwikkelen en hun communicatieve vaardigheden te versterken. Hiermee wil zij deze jeugd zodanig empoweren dat ze op een volwaardige manier deel kan nemen aan de maatschappij. Daartoe ontwikkelt en biedt Noordje binnen- en naschoolse programma's op scholen en in de wijk, op gebied van kunsteducatie en creatieve taalontwikkeling. De organisatie heeft naar eigen zeggen een breed netwerk en draagvlak in het stadsdeel en het bedrijfsleven. 

De komende periode zijn er verschillende activiteiten waaronder Noordjes Schrijflab (in de wijk), Noordjes Kunstacademie, Noordje naar het Museum, Noordjes Familieprojecten en Zomerschool. Nieuwe projecten zijn Amsterdam Schrijflab op School en Museum Z. Noordje ontwikkelt in samenwerking met het primair onderwijs Schrijflab op School; een model waarbij binnenschools cultuuronderwijs en creatieve taalontwikkeling een plek krijgen in het schoolcurriculum. Museum Z is een beoogde plek voor en door jonge mensen. Hier wordt werk getoond van zowel gerenommeerde en onbekende kunstenaars, als werk van jongeren zelf. Noordje koppelt hier cultuureducatieve programma’s aan. Noordje ambieert in Museum Z een wijkoverstijgende functie. Daarnaast besteedt de organisatie extra aandacht aan verbinding, onderwijsversterking en effectmeting.

Noordje ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 148.529 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 237.500 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie vindt de artistieke eigenheid van Noordje positief. De missie van Noordje is bezield. De organisatie wil haar doelgroep kennis laten maken met kunst en cultuur om zo creativiteit te ontwikkelen, zelfvertrouwen te vergroten en via kunst en cultuur de taalvaardigheid te verbeteren. De visie van Noordje is origineel, ze is gericht op het laten meemaken van het hele artistieke proces van kunst bekijken naar zelf creëren en presenteren van eigen werk. Dit komt goed tot uiting in activiteiten als Noordje naar het Museum (museumbezoek met creatieve opdrachten erna) of Noordjes Kunstacademie (kinderen experimenteren met ambachtelijke teken- en printtechnieken en presenteren hun eigen werk). Ook is de commissie positief over Schrijflab waar middels persoonlijke aandacht en opdrachten in creatief schrijven aan taalvaardigheid gewerkt wordt. Het is aansprekend dat de organisatie met een piloteditie een binnenschoolse variant, Schrijflab op School, ontwikkelt om structurele ondersteuning te bieden aan taalontwikkeling op scholen. De commissie vindt de uitwerking van sommige activiteiten beknopt, met name het nieuw te ontwikkelen Museum Z. Dit plan voor een on- en offlinemuseum voor en door jongeren wordt in het plan in de steigers gezet, maar moet zich nog uitkristalliseren. De combinatie van werk van bekende kunstenaars en jongeren zelf is aansprekend. Maar de commissie mist hierin bijvoorbeeld toelichting in de wijze waarop jongeren de tentoonstellingsruimte kunnen vullen met hun verhalen, of uitspraken over mogelijke thema’s en invalshoeken om hier genoeg eigenheid in te zien.

Noordje heeft in de ogen van de commissie een overtuigende visie op haar beoogde doelgroep. De organisatie richt zich met name op kinderen die van huis uit niet vanzelfsprekend met kunst en cultuur in aanraking komen, en die vanuit hun achtergrond vaak een taal- en leerachterstand hebben. Het artistieke plan sluit hier volgens de commissie goed op aan door het laagdrempelige karakter van activiteiten: taal- en schrijfactiviteiten, kennismaking met verschillende kunstvormen en het bezoeken van musea. En ook ouders worden betrokken bij activiteiten. Het aanbod is gedifferentieerd op leeftijd en biedt maatwerk voor de verscheidenheid aan taalniveaus, bijvoorbeeld door een-op-een begeleiding te bieden waar nodig. Hierdoor, en doordat er binnen activiteiten veel ruimte is voor eigen inbreng, verwacht de commissie dat het aanbod aansprekend is voor de doelgroep. Met het structurele karakter van het binnenschoolse Schrijflab op School vindt de commissie dat de artistieke betekenis van de toekomstige plannen voor de doelgroep groot, ervan uitgaand dat plezier in deze activiteiten net zo belangrijk is als in het buitenschoolse aanbod. Het idee van een onlinemuseum vindt de commissie aansprekend voor jongeren. Het is een goede ontwikkeling dat Noordje een Jongerenraad opzet om inzicht te krijgen in de interesses van deze doelgroep, omdat uitspraken hierover in het plan nog ontbreken.

De artistieke ontwikkeling van de organisatie is in orde. Er is sprake van reflectie op voorgaande periode van eigen activiteiten, maar ook van behoeftes in het onderwijs (lerarentekort). Hieraan koppelt Noordje ambities zoals Schrijflab op School, dat lesvervangend werkt en voortbouwt op buitenschools aanbod en een pilotversie. Bij Schrijflab op School voert Noordje een effectonderzoek uit, in samenwerking met het AMC. Met de uitkomst stelt de organisatie haar activiteiten bij en zo ontwikkelt ze zich op langere termijn. De commissie mist aandacht in het plan voor professionele ontwikkelmogelijkheden van het eigen team, maar is positief over het opleidingsprogramma dat Noordje ontwikkelt voor haar docenten, die nieuw aanbod in het speciaal onderwijs realiseren. Hierin werkt de organisatie samen met experts in onderwijs, kunsteducatie en creatieve taalontwikkeling. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zeer goed.
De commissie vindt dat Noordje zich sterk verbindt met de stedelijke samenleving. Behalve culturele verbindt Noordje zich met verschillende maatschappelijke partners. Zo verzorgt Noordje cursussen in beeldende kunst samen met Stichting Wijsneus en ontwikkelt het programma (taal en beeldend) voor kinderen uit een kwetsbare doelgroep in Noord samen met de Stichting voor Kennis en Sociale Cohesie. Noordje laat kinderen kennismaken met kunst, die daar anders weinig mee in aanraking komen. Hiermee, en met de substantiële aandacht voor taalontwikkeling, vervult Noordje ook een maatschappelijke rol. Verder verbindt de organisatie zich met bedrijven, die workshops geven of de organisatie ondersteunen met vrijwilligerswerk in onder meer Schrijflab op School en in de wijk. Activiteiten zoals de oudermiddagen, waar ouders en kinderen samen aan activiteiten deelnemen, kunnen op waardering van de commissie rekenen omdat Noordje hiermee de ouderbetrokkenheid vergroot. 

De commissie vindt dat het plan uitstekend bijdraagt aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik ervan. Het overgrote deel van de activiteiten vindt plaats buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. Noordje bereikt leerlingen in Noord: op scholen, en Noordjes locatie de Kazerne in de Vogelbuurt en in de toekomst in Museum Z. De commissie vindt de keus voor stadsdeel Noord sterk onderbouwd. Noordje beschrijft dat een groot deel van de kinderen in stadsdeel Noord kampt met taal- en leerproblemen. De organisatie richt zich voornamelijk op kinderen en jongeren die van huis uit niet vanzelfsprekend met kunst en cultuur in aanraking komen, en die vanuit hun achtergrond vaak een taal- en leerachterstand hebben. Deze doelgroep bereikt Noordje zowel onder- als naschools. 

Noordje heeft gekozen voor het thema Leefbare stad. De commissie vindt het thema naadloos passen bij de organisatie. Noordje richt zich op taal- en leerachterstand als een maatschappelijk probleem en zet zich in om kwetsbare kinderen jongeren een goede start te bieden in de maatschappij. Noordje wil via kunst de horizon van kinderen en jongeren verbreden en doet dat in haar activiteiten heel overtuigend, vindt de commissie. Een bijdrage aan sociale cohesie komt volgens de commissie overtuigend tot stand via de sterk educatieve en sociaal verbindende rol die Noordje heeft in het stadsdeel. De organisatie brengt in haar activiteiten kinderen vanuit verschillende sociaal-economische, culturele en etnische achtergronden samen.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
Het plan voor de organisatie en de werkwijze is in de ogen van de commissie genoeg realistisch en uitvoerbaar. Gezien de resultaten tot dusver en de ervaring van de organisatie heeft de commissie vertrouwen in de zakelijke en productionele vaardigheden van Noordje. Om de nieuwe activiteiten te coördineren breidt de organisatie uit, met een coördinator voor Schrijflab op School en medewerkers en vrijwilligers voor Museum Z. Dit vindt de commissie passen bij de beoogde activiteiten. Op basis van het trackrecord en het goed onderbouwde plan ziet de commissie genoeg didactische en artistieke deskundigheid. Als voorbeeld noemt de commissie de taalontwikkelingsactiviteiten in navolging van internationaal succesvolle methodes en creatieve schrijflaboratoria van Dave Eggers. Op basis daarvan is het voor de commissie aannemelijk dat de voornemens van Schrijflab nu ook binnenschools (Schrijflab op School) worden gerealiseerd. De commissie had wel verwacht dat de deskundigheid sterker tot uiting was gekomen in de beschrijving van activiteiten. Het ontbreekt haar in activiteiten aan een lesopbouw of beschrijving van gehanteerde beeldende technieken die het educatieve en artistieke vakmanschap hadden kunnen illustreren. 
De commissie is niet overtuigd van de realisatie van Museum Z. Waar andere activiteiten voortbouwen op huidig bereik of ontwikkeld worden in samenspraak met scholen, mist de commissie bij het nieuwe museum de onderbouwing van de vraag naar deze activiteiten. Er is nog geen locatie op het oog en de nieuwe vaardigheden die het Museum vereist zoals het cureren van tentoonstellingen en het uitbaten van een museum, ziet de commissie niet verankerd in de organisatie. Het plan noemt een waaier van mogelijke kunstvormen om tentoonstellingen mee in te vullen, maar maakt hierin geen keuzes en noemt geen betrokken kunstenaars waaruit de commissie het benodigde vakmanschap had kunnen afleiden. Kortom, het plan is volgens de commissie op dit onderdeel nog niet goed uitgewerkt en onderbouwd.

De organisatie heeft volgens de commissie een bedrijfsvoering die gedeeltelijk basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De financiële situatie geeft in de ogen van de commissie een redelijke basis voor de plannen. Zo kan Noordje goed aan direct opeisbare betalingsverplichtingen voldoen. De algemene reserve van de organisatie is echter beperkt, waardoor er volgens de commissie een risico is dat de organisatie daardoor eventuele tegenvallers niet goed kan opvangen. De commissie is kritisch op het feit dat Noordje in haar plan geen blijk geeft van mogelijke risico’s. Ook ontbreekt er volgens de commissie bij de plannen rond Museum Z, waar nog een locatie voor gevonden moet worden, een analyse van het risico en de sterktes en zwaktes.

De commissie vindt de begroting deels realistisch en passend bij het plan en heeft een aantal kritische kanttekeningen. De opgenomen kosten voor de verschillende activiteiten zijn naar het oordeel van de commissie realistisch. De commissie vindt de vergoeding voor docenten heel redelijk, ook voorbereidingstijd wordt vergoed. De commissie heeft waardering voor de inkomstenmix die Noordje realiseert. In de begroting zijn veel private fondsen opgevoerd. De sponsoring vanuit vrienden en bedrijven is bewonderenswaardig. De financieringsmix vindt de commissie niet evenwichtig genoeg om te kunnen spreken van een goede spreiding van risico’s. De begroting leunt namelijk stevig op subsidiëring vanuit het AFK en het aandeel publieksinkomsten vindt de commissie beperkt. Het is haar niet inzichtelijk gemaakt op hoeveel deelnemers de inkomsten per activiteit zijn gebaseerd. De commissie vindt het niet passend dat Noordje op school niet kostendekkend is, terwijl Zomerschool en Talentontwikkeling dat wel zijn, en dat er geen inkomsten zijn opgenomen voor Noordje naar het museum en Familieprojecten. Ook vindt de commissie dat Noordje meer inkomsten vanuit onderwijs zou kunnen genereren met het lesvervangende aanbod.
De commissie ziet een groot knelpunt in de financiering van Museum Z. De kosten hiervoor maken een substantieel onderdeel uit van de totale begroting en de commissie vindt ze niet passend bij het plan. De te maken kosten zijn al vastgelegd in de begroting en Noordje vraagt er een verhoogde subsidie voor aan. Maar de plannen van Museum Z zijn nog in ontwikkeling en verschillende partijen moeten nog benaderd worden. De commissie vindt de omvang van de kosten inhoudelijk onvoldoende onderbouwd en de hoogte van de kosten uit verhouding met de inkomsten vanuit Museum Z. Ook is er in de begroting niet geanticipeerd op huur of andere kosten aan een toekomstig onderkomen. Het wekt volgens de commissie de indruk alsof de organisatie ervan uit is gegaan dat de ruimte om niet ter beschikking wordt gesteld. Dit vindt de commissie niet realistisch.

Wat marketing betreft vindt de commissie dat de organisatie, door eerdere ervaringen en activiteiten, afdoende inzicht in haar doelgroepen heeft en kan profiteren van haar naamsbekendheid in het stadsdeel. De communicatie over alle activiteiten van Noordje verloopt via de geijkte kanalen, zoals haar website, posters en flyers, social media en nieuwsbrieven. De activiteiten zijn afgestemd op de verschillende doelgroepen, al was in de pr & communicatie een doelgroepspecificatie, met een daarbij passende communicatiestrategie, van toegevoegde waarde geweest. Noordje heeft geen aparte publiciteitsmedewerker, wel richt een medewerker zich op de acquisitie richting schoolbesturen. Dat vindt de commissie een passende aanpak. De commissie vindt de marketing rond Museum Z summier uitgewerkt. In de plannen voor 2021-2024 is alleen nog bekend dat Noordje van plan is ambassadeurs te werven die een rol kunnen spelen in de promotie. Concrete plannen over deze werving ontbreken in het plan, evenals een marketingstrategie of keuzes in communicatiekanalen. Hierdoor vindt de commissie het weinig realistisch dat bezoekers of deelnemers voor Museum Z ook daadwerkelijk bereikt worden. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende. 
De commissie vindt dat het plan in artistieke zin gedeeltelijk bijdraagt aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. De commissie vindt het positief dat kinderen die niet vanzelfsprekend met kunst en cultuur in aanraking komen via de activiteit Noordje naar het Museum een bezoek brengen aan musea als het Tropenmuseum en het Joods Historisch Museum. In het aanbod van de organisatie zelf is ruimte voor inbreng van de doelgroep. Gezien de cultureel diverse samenstelling hiervan vindt de commissie dat het aanbod van Noordje een bijdrage levert aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Noordje stelt in haar plannen vooral met Museum Z diversiteit uit te willen dragen. Jongeren zullen daar input leveren voor de inhoudelijke keuzes. De mate waarin Noordje bijdraagt aan een cultureel divers cultuuraanbod hangt vooral af van de deelnemers. In de ogen van de commissie ontbreekt het in het plan aan visie en invulling van de organisatie zelf, in bijvoorbeeld specifieke technieken of keuzes in onderwerp of repertoire. 

Het plan van Noordje draagt in de ogen van de commissie genoeg bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek. Noordje bereikt een jonge doelgroep in een cultureel divers stadsdeel. Die doelgroep bestaat voor een aanzienlijk deel uit kinderen en jongeren die vanuit een cultureel diverse achtergrond een taalachterstand hebben in de Nederlandse taal. De keuze voor deze publieksgroep wordt overtuigend onderbouwd, Noordje tracht hen zowel onder- als naschools te bereiken. In publieksbereik werkt de organisatie samen met partners als Samen Doen, Ouder- en Kindadviseurs en Leger des Heils die ouders en kinderen doorverwijzen naar Noordje. De commissie is positief over de aandacht voor ouderbetrokkenheid en over de bottom-up benadering van activiteiten zoals Schrijflab (op school en in de wijk).

De organisatie heeft wel een visie op diversiteit van het personeelsbestand en bestuur, maar in de ogen van de commissie niet echt een overtuigend plan om diversiteit van het personeelsbestand en bestuur te effectueren. Noordje noemt het belang van rolmodellen en stelt diversiteit als een vanzelfsprekendheid in haar personeelsbeleid. De commissie is overtuigd van de integriteit van de organisatie, maar vindt het plan om culturele diversiteit te vergroten niet concreet, omdat de organisatie enkel stelt het docententeam met rolmodellen uit te breiden maar niet benoemt welke aanvulling hier nodig is of hoe werving plaatsvindt. De commissie ziet geen ambities omtrent de culturele diversiteit binnen het bestuur, maar vindt wel dat er in de samenstelling verbeteringsmogelijkheden zijn. De organisatie zou in de ogen van de commissie meer concrete stappen moeten zetten om de samenstelling in personeel en bestuur representatief te laten zijn aan Noordjes huidige doelgroep. 


Conclusie 

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Noordje gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 175.000 per jaar.
De commissie is positief over de ontwikkelingen van zowel het Schrijflab op School als het binnenschools aanbod en vindt de kosten van de coördinator Schrijflab op School goed onderbouwd. Wel vindt zij dat de instelling meer inkomsten vanuit onderwijs en publiek zou kunnen genereren dan de inkomsten die nu zijn begroot. De commissie adviseert de kosten van Schrijflab op School om deze reden gedeeltelijk te honoreren. 
De commissie adviseert niet bij te dragen aan Museum Z. De plannen, financiering en locatie zijn in de plannen niet voldoende uitgewerkt. De commissie adviseert om wel aan de kosten van de coördinator Museum Z te honoreren, zodat Noordje deze plannen verder kan ontwikkelen. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.

Adviseur Bertien Minco heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging.