Stichting Rudolphi Producties

Theater
Aangevraagd: € 225.000
Toegekend: € 125.000

Inleiding

Rudolphi Producties realiseert en presenteert nieuw en vrij werk van autonome theatermakers van verschillende generaties, afkomst en achtergronden. Samen met deze makers zoekt de organisatie naar de juiste theatrale vorm voor het werk en de ontwikkeling die ze met hun productie willen doormaken. Rudolphi Producties wil daarbij het experiment omarmen, zonder de belangen van het publiek uit het oog te verliezen. Gekozen wordt voor theatermakers die interdisciplinaire voorstellingen realiseren, die vertrekken vanuit een eigen verhaal, dat vaak gaat over identiteit of afkomst en dat ook een maatschappelijk verhaal is. Via contextprogramma’s krijgen de voorstellingen inbedding en wordt voeling met de Amsterdamse bezoeker gecreëerd.

In 2021-2024 wordt samengewerkt met theatermaker en scenarioschrijver Tjyying Liu en schrijver Sun Li. Zij maken een voorstelling over Chinese migratie in Nederland, ouderenzorg en loyaliteit, in coproductie met Theater Bellevue en ROSE stories. Verder werkt Rudolphi Producties met Stephanie Louwrier, Bodil de la Parra en Nina de la Parra. Op de longlist voor 2023-2024 zijn er plannen met onder meer Emma Lesuis, Eva Marie de Waal en Sophie van Winden (Waal en Wind), Magne van den Berg, Peer Wittenbols, Ariane Schluter, Marisa van Eyle en Jette Derlagen. Het talentontwikkelingsprogramma Het Debuut wordt gecontinueerd, waarin Rudolphi Producties één tot drie afstudeervoorstellingen bundelt tot een avondvullend programma voor een landelijke tournee. SU-TALKS is een nieuw theaterconcept dat Rudolphi zelf ontwikkelt: een interdisciplinaire avond met roulerende gasten van Surinaamse afkomst, over hoe mensen zich (verschillend) verhouden tot de hedendaagse samenleving.

Theaterzaken Amsterdam (waarvan Rudolphi Producties een onderdeel vormde) ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 119.757 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 225.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed. 
De artistieke eigenheid van het plan van Rudolphi Producties krijgt volgens de commissie vorm door de mogelijkheden die worden geboden aan makers uit verschillende generaties, met diverse (culturele) achtergronden, om nieuw werk autonoom te kunnen produceren en presenteren. De commissie vindt dat de signatuur van Rudolphi te herkennen is in de keuze voor theatermakers die interdisciplinaire voorstellingen realiseren en vertrekken vanuit een persoonlijk verhaal, dat gaat over identiteit of afkomst in relatie tot de veranderende samenleving. De commissie merkt wel op dat deze artistieke signatuur niet in alle productievoorstellen even prikkelend naar voren komt. Ook vindt zij het palet van makers over het geheel gezien niet heel verrassend, met veel samenwerkingen die al langer lopen en waarbij niet altijd een overtuigende noodzaak of ontwikkeling uit de projectvoorstellen spreekt. Het voorstel van de gevestigde maker Bodil de la Parra bijvoorbeeld, waarin zij net als in eerdere voorstellingen een persoonlijke vertelling maakt over haar eigen verleden en opvoeding vindt de commissie minder aansprekend omdat het sterk lijkt op eerdere concepten. De commissie vindt de producties van nieuwere makers en mid-careers, zoals Wolkenhuis van Tjyying Liu en schrijver Sun Li, en The show must go on van Stephanie Louwrier meer tot de verbeelding spreken. In het projectvoorstel voor The Show must go on van Stephanie Louwrier leest de commissie een actueel en prikkelend uitgangspunt waarbij een entertainment show gemaakt wordt voor de laatste mens op aarde. De combinatie van artistiek betrokkenen, bijvoorbeeld voor de muziek en de vormgeving, geeft de commissie ook vertrouwen dat hier sprake zal zijn van een originele voorstelling. 

De activiteiten van Rudolphi Producties hebben naar de mening van de commissie een overtuigende artistieke betekenis voor zowel de betrokken makers als het beoogde publiek. Rudolphi Producties stelt voor de begeleiding van de producties van de makers duidelijke inhoudelijke en artistieke doelen. Door de intensieve begeleiding hebben de producties in de ogen van de commissie doorgaans een krachtig, toegankelijk verhaal naar het publiek, zowel in presentatievorm als in onderwerp. Bovendien worden makers in staat gesteld hun werk in veel theaters te presenteren, hetgeen de ontwikkeling van het werk in wisselwerking met de toeschouwer verstevigt. Rudolphi Producties doet dit met een duidelijk beeld voor ogen van welke publieksgroep aan te spreken is voor welke productie. Bij elk projectvoorstel in de aanvraag wordt concreet aangeduid welke publieksgroepen een verbinding kunnen vinden met een voorstelling en waarom, en is er een overtuigende inhoudelijke verbinding tussen het voorstellingsconcept en het boogde publiek. Dit geldt bijvoorbeeld voor de producties die doelbewust een specifiek (nieuw) publiek aanspreken, zoals mensen met een Chinese achtergrond via Wolkenhuis en mensen met Surinaamse roots via het interactieve programma SU-TALKS. De producties vormen een zoektocht naar persoonlijke en artistieke identiteit, en de toegankelijkheid van de voorstellingen zorgt ervoor dat het publiek in deze zoektocht wordt meegenomen. De betrokkenheid van en dialoog met het publiek wordt ook vormgegeven in specifieke interactieve contextprogramma’s die verdiepend werken.
De commissie is daarnaast positief over de voortzetting van Het Debuut. Rudolphi Producties zet met dit programma in op een jong, breed cultureel geïnteresseerd publiek en de avontuurlijke theaterbezoeker, die het interessant vindt om nieuwe ontwikkelingen te volgen. De commissie vindt Het Debuut een aansprekend en zinvol concept om nieuwe makers bij dit publiek te introduceren. De commissie merkt daarbij op dat naast de begeleiding op het zakelijke vlak en de marketing, van artistieke begeleiding voor de makers nauwelijks sprake blijkt uit het plan. Dit maakt de artistieke betekenis voor de nieuwe makers binnen het programma Het Debuut naar het oordeel van de commissie minder overtuigend.

In het plan reflecteert Rudolphi Producties op de vorige kunstenplanperiode, waarbij onder meer het werken met verschillende generaties makers en de inbedding van de randprogrammering als belangrijke ontwikkeling is benoemd. In de komende periode wordt logisch voortgebouwd op de artistieke ontwikkeling die is ingezet met het bieden van ruimte voor verhalen van en voor verschillende culturele en lokale gemeenschappen. Ook wil de organisatie inzetten op de ontwikkeling van contextprogramma’s en een nieuw concept voor een theatrale avond ontwikkelen. De commissie vindt de beschreven ambitie ruimte te geven aan verhalen voor verschillende gemeenschappen effectief vorm krijgen in bijvoorbeeld het interactieve programma SU-TALKS in samenwerking met het Bijlmer Parktheater en de productie Wolkenhuis in samenwerking met ROSE stories. Uit andere samenwerkingen en productievoorstellen spreekt voor de commissie minder artistieke ontwikkeling. Zo werd al regelmatig samengewerkt met makers als Bodil de la Parra, Peer Wittenbols of Magne van den Berg en de commissie leest nog weinig artistieke uitdaging, onderzoek of ontwikkeling in de voorgestelde plannen. De commissie is positief over de mogelijkheid die binnen de organisatie wordt geboden aan twee nieuwe creatief producenten om hun artistieke en zakelijk-productionele vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Ook is zij positief over het voorstel om vier keer per jaar een ontmoeting voor alle makers te organiseren, om de kennisoverdracht tussen de generaties te versterken. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak. 
Rudolphi Producties maakt volgens de commissie met haar activiteiten in beperkte mate verbinding met de stedelijke samenleving. Enkele makers bij Rudolphi Producties vertellen in hun voorstelling of programma vanuit een migratieachtergrond verhalen over identiteit en gaan hierover rondom de voorstelling in dialoog met het publiek. Bij het interactieve programma SU-TALKS worden bijvoorbeeld lokale gasten uit de achterban van het Bijlmer Parktheater betrokken. Ook leest de commissie dat zal worden samengewerkt met The Black Archives, maar deze samenwerking wordt niet nader toegelicht. Rudolphi Producties gaat naar de mening van de commissie weinig directe verbinding aan met de bewoners of het meer sociaal-maatschappelijke domein in de stad.

Rudolphi Producties levert in de ogen van de commissie een beperkte bijdrage aan de spreiding van cultuuraanbod en publiek in de stad. Het overgrote deel van de activiteiten en voorstellingen wordt gepresenteerd in de stadsdelen Centrum en Zuid, in theaters als Theater Bellevue en op festival De Parade. Hoewel de organisatie door middel van samenwerkingen met de Meervaart Theater, het Bijlmer Parktheater en Over het IJ Festival presentaties ontwikkelt in andere delen van Amsterdam, is dit aandeel volgens de commissie relatief bescheiden in relatie tot het totaal aan activiteiten.

Rudolphi Producties heeft het thema Wereldstad gekozen als eigen accent. De commissie vindt deze keuze op zichzelf aansluiten bij de activiteiten van de organisatie, gezien de inzet op verhalen van mensen met diverse achtergronden die in wereldstad Amsterdam ontwikkeld en gedeeld worden. De organisatie geeft een uitgebreide toelichting op het thema in de aanvraag, maar deze kan de commissie er niet van overtuigen dat de aard en omvang van de projecten ook daadwerkelijk bijdragen aan een internationale uitwisseling of samenwerking. Zo is er sprake van het mogelijk opzetten van een festivalstructuur in Suriname als De Parade, wat de commissie op zichzelf een interessant initiatief vindt, maar zij ziet dat daarbij vooral wordt voorzien in het programmeren van voorstellingen aldaar en leest niet in het plan in hoeverre er daadwerkelijk sprake zal zijn van wederkerigheid, met ook betekenis voor Amsterdam. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
Het ondernemingsplan vindt de commissie realistisch en uitvoerbaar wat betreft werkwijze, organisatie en vakmanschap. Rudolphi Producties presenteert een overzichtelijke hoeveelheid producties met omkaderende activiteiten die met de voorgestelde organisatie naar verwachting doelmatig en met kwaliteit uitgevoerd kunnen worden. Er is voldoende deskundigheid en ervaring in huis om zowel de artistieke als de zakelijk-productionele kant van het plan uit te voeren. Het vakmanschap van de begeleiding, met name op het zakelijk-productionele vlak is daarbij van hoog niveau. Het sterke netwerk met partners en theaters maakt dat de organisatie makers in positie kan brengen en een goede zichtbaarheid kan bieden. De commissie vindt de uitbreiding van de organisatie met de twee voorgestelde creatief producenten vertrouwenwekkend.

De commissie stelt vast dat de bedrijfsvoering van Rudolphi Producties redelijk gezond is. 
Zij constateert dat 2018 een bewogen jaar geweest is voor de organisatie. Het onverwacht verlies van de zakelijk leider heeft echter niet geleid tot een impasse; de organisatie kende een piekjaar in het aantal optredens en bezoekers. Het daarbij (bewust) opgelopen tekort is in 2019 weer opgevangen door een surplus. Het eigen vermogen is echter nog krap, waardoor Rudolphi Producties nog niet gemakkelijk in staat is financiële tegenvallers op te vangen. De organisatie reflecteert in het ondernemingsplan summier op mogelijke financiële risico’s en geeft enkele pragmatische oplossingen, zoals het verminderen van de producties of versoberen van de uitvoering. Dit vindt de commissie realistisch, gezien de overzichtelijkheid qua aantal en complexiteit van de producties. 

De commissie vindt de meerjarenbegroting niet realistisch en passend bij de voorgenomen organisatie en activiteiten. De commissie constateert dat de beheerslasten aanzienlijk toenemen door de inzet van meer personeel. De commissie merkt hierbij op dat de kosten voor de activiteiten een daling vertonen ten opzichte van de vorige periode, doordat Rudolphi minder coproducties realiseert dan voorheen. Terwijl er sprake is van minder producties, stijgen de kosten voor het personeel bij de activiteiten. De organisatie verklaart deze stijging uit de toepassing van de Fair Practice Code. De commissie vindt een zekere stijging van de personeelskosten uit overwegingen van Fair Practice realistisch, maar vindt met inachtneming daarvan, het totaal van de beheerslasten uit verhouding met de hoeveelheid activiteiten. Aan de batenkant constateert de commissie dat het dekkingsplan weliswaar een gevarieerde financieringsmix als basis heeft, maar dat de subsidieafhankelijkheid fors toeneemt ten opzichte van voorgaande periode. Door minder coproductiebijdragen en minder eigen publieksopbrengsten uit de voorstellingen wordt het aandeel publieke subsidies aanmerkelijk hoger. Met name de verminderde publieksopbrengsten zijn in de ogen van de commissie significant en worden in het ondernemingsplan niet toegelicht. De commissie vindt dat het gevraagde aandeel van het AFK in deze meerjarenbegroting niet meer in een juiste verhouding staat tot het aantal presentaties en bezoekers in de stad. 

Het marketingplan vindt de commissie op zichzelf passend en effectief, maar is primair gericht op het faciliteren van de presentatiepartners en niet op de beoogde bezoekers van de voorstellingen. Rudolphi Producties geeft in de plannen duidelijk aan voor welke publieksgroepen de afzonderlijke producties interessant kunnen zijn en waarom. In de uitwerking van het marketingplan worden echter geen specifieke strategieën, kanalen of acties genoemd om deze groepen te betrekken. Zo wordt niet duidelijk hoe de organisatie de in het plan specifiek benoemde Surinaamse en Chinese gemeenschappen aan wil spreken. De kracht van de organisatie ziet de commissie in de verbinding met veel theaters en er is dan ook veel expertise en een overtuigende aanpak in de richting van deze partners. De commissie is positief over de manier waarop makers en hun verhalen aan specifieke theaters verbonden worden, waardoor de kans om een bepaalde publieksgroep te bereiken vergroot wordt. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De activiteiten van Rudolphi Producties dragen volgens de commissie in artistieke zin bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. In de missie en activiteiten wordt bewust gekozen voor het produceren en presenteren van nieuw werk van autonome makers van verschillende generaties en afkomsten. Door zich te richten op specifieke culturele verhalen vanuit de achtergrond van de makers voegt een deel van de producties op en overtuigende manier nieuwe verhalen toe aan de culturele canon. Sprekende voorbeelden zijn de producties Wolkenhuis van Tjyying Liu en Sun Li over het leven tussen twee culturen, Dagen van Rijst van Bodil de la Parra en het interactieve programma SU-TALKS, een theatrale ontmoeting tussen makers, artiesten, historici en politici met een focus op hoe mensen met Surinaamse roots zich (verschillend) verhouden tot de hedendaagse samenleving.

Het plan van Rudolphi Producties draagt in de ogen van de commissie in een redelijke mate bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. De commissie heeft er vertrouwen in dat bij een programma als SU-TALKS in het Bijlmer Parktheater een divers publiek betrokken zal worden, omdat de inhoud van het programma specifiek gaat over mensen met een Surinaamse achtergrond. Zo ziet de commissie ook kansen een cultureel divers publiek te bereiken via een presentatieplek als Meervaart Theater, bijvoorbeeld met een voorstelling als Dagen van Rijst. Het marketingplan geeft echter nog geen vertrouwen dat de organisatie er daadwerkelijk in zal slagen het beoogde cultureel diverse publiek ook op andere plekken te bereiken. Uit dat plan spreekt wel een inzet op samenwerking met organisaties die in contact staan met specifieke gemeenschappen en beoogde publieksgroepen, maar deze inzet wordt niet overtuigend uitgewerkt.

Rudolphi Producties heeft naar het oordeel van de commissie geen overtuigende visie of plan van aanpak met betrekking tot meer culturele diversiteit in de eigen organisatie of het bestuur. De commissie stelt vast dat in de huidige samenstelling van de organisatie en het bestuur geen sprake is van culturele diversiteit. Ook is er geen specifieke visie op de diversifiëring van het personeelsbestand. De commissie ziet activiteiten waar het relatief makkelijk zou zijn om meer culturele diversiteit onder de betrokkenen te realiseren, zoals bijvoorbeeld in de samenstelling van de jury voor Het Debuut, maar het plan gaat er ook daar niet op in. De organisatie neemt wel een ferm standpunt in met betrekking tot het invullen van nieuwe vacatures, waarbij doorgezocht wordt totdat iemand met een biculturele achtergrond gevonden is. Met betrekking tot het weinig diverse bestuur blijkt uit het plan volgens de commissie geen specifieke actie die wordt ondernomen. 


Conclusie

De commissie vindt de hoogte van de gevraagde subsidie aan het AFK niet overtuigend onderbouwd en niet in verhouding staan tot de omvang van de prestaties in Amsterdam. 
De stijging van personele lasten die wordt opgevoerd in de meerjarenbegroting is in de ogen van de commissie slechts ten dele verklaarbaar uit de toepassing van de Fair Practice Code. De publieksinkomsten dalen significant en deze daling wordt niet toegelicht. 
De commissie adviseert daarom de aanvraag van Rudolphi Producties gedeeltelijk te honoreren voor een bedrag van € 125.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.