Maatschappij Discordia
Inleiding
Maatschappij Discordia (hierna ook: Discordia) is een vereniging van toneelspelers, opgericht in 1984. Het theatercollectief verkent vanuit een door de groep zelf ontwikkelde (discordiaanse) theatermethode alle facetten van het theater. Van klassieke tekst tot nieuw samengestelde teksten en voorstellingen die de grenzen van het theater onderzoeken. De vier leden van de groep vormen een ontwikkel-, een spelers- en een begeleidingskern ineen. De groep maakt niet alleen de eigen Discordiavoorstellingen, maar splitst zich ook op om met gastspelers specifiek repertoire te ontwikkelen en te spelen, waaronder de serie Weiblicher Akt en het project Pointless International. Verder zijn leden van Discordia betrokken bij coproducties met instellingen in binnen- en buitenland. Daarnaast fungeren leden van de groep als opleiders aan theaterscholen, regisseurs bij jonge groepen en als coaches bij beginnende theatermakers.
Binnen het culturele veld geeft Discordia aan de positie in te nemen van het oudste nog bestaande theatercollectief dat enerzijds nog altijd voorstellingen maakt en er anderzijds haar theatermethode doorgeeft.
Het aanbod dat Maatschappij Discordia in de periode 2021-2024 wil realiseren ligt in het verlengde van de activiteiten die de groep ook in de huidige periode uitvoert: toneelvoorstellingen, coproducties, ‘polycoproducties’, debatavonden, coaching en begeleiding van jonge theatermakers en -studenten. Het naar eigen zeggen belangrijkste plan voor de komende periode vloeit voort uit het voornemen van Discordia om op het terrein van diversiteit een grote stap te zetten. Zo zal Discordia drie producties uitbrengen die de westerse blik en gender problematiseren en een cultureel divers publiek gaan aanspreken: Multatuli (2021), De witten denken te veel (2022) en Casa Verdi (2023). Deze stap loopt parallel aan het voornemen, en de reeds ingezette initiatieven, om de werkzaamheden van Discordia uit te breiden naar cultureel divers publiek, door samenwerkingen aan te gaan met instellingen die op het gebied van diversiteit en inclusie een relevante positie innemen. Ook hecht Discordia veel waarde aan het continueren van de in 2011 ingezette serie Weiblicher Akt, voorstellingen vanuit het vrouwelijk perspectief, gemaakt door de vrouwen van Discordia.
Maatschappij Discordia ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020. Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld €125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
Het collectief heeft naar het oordeel van de commissie een specifieke artistieke signatuur die zelfs een eigen naam heeft gekregen: discordiaans. De continue reflectie op en de deconstructie van een scène en van het theater zijn het handelsmerk geworden. Het collectief speelt in een herkenbaar decor op de vlakke vloer en staat daarmee voortdurend in contact staat, terwijl ze openlijk reflecteert op toneelspelen en tegelijkertijd op de maatschappij waartoe de toneelspeler zich verhoudt. Daarmee behandelt Discordia maatschappelijke levensvragen. Het gaat daarbij over ontmoeting, verbinding, humor en opmerkzaamheid, over zien en gezien worden, over mededogen. Met de voorstellingen die deze signatuur uitdragen heeft Discordia in de ogen van de commissie een geheel eigen plek tussen andere theatervernieuwers. De commissie vindt het ook positief en bezield dat Maatschappij Discordia zich met bezieling inspant voor het doorgeven van haar methode aan een jonge generatie.
Over de uitwerking van de plannen voor de komende periode is de commissie minder enthousiast. Zij mist daarin een helder gemotiveerde artistieke lijn. De keuze voor de stukken die gespeeld worden, wordt niet gemotiveerd. De artistieke werkwijze is wel uiteengezet, bijvoorbeeld met welke gezelschappen wordt samengewerkt. De commissie vindt de voorstellingsconcepten echter inhoudelijk weinig uitgewerkt, waardoor de commissie deze niet alle even prikkelend vindt. Zo wordt niet duidelijk wat de reeks voorstellingen met stukken van Jon Fosse zal toevoegen aan het eerste stuk van Fosse dat Discordia heeft gespeeld en nog op tournee gaat in 2021. Bij de reeks Weiblicher Akt, waarin het vrouwelijk perspectief in verschillende tijdsgewrichten en omstandigheden wordt geëerd, herkent de commissie wel zo’n duidelijke artistieke lijn. Ze vindt de thematiek van de reeks bovendien origineel.
Het collectief omschrijft zijn publiek als een groep mensen van jong (waaronder theaterstudenten) tot oud (tachtigplus), die een diepgaande belangstelling voor het theater koestert. Van zijn publiek verlangt het gezelschap naar eigen zeggen een eigen inzet, een eigen opstelling en een eigen kritische blik. De commissie vindt in het plan duidelijk terugkomen dat het collectief allerlei overwegingen mee wil geven over bijvoorbeeld kunst en de maatschappij waarmee Discordia artistieke betekenis voor zijn beoogde publiek heeft. Die betekenis creëert het gezelschap door zijn inhoudelijke benadering, maar ook door de manier waarop voorstellingen worden afgerond. Met een drankje op de speelvloer treden de spelers in direct contact met hun publiek en wordt gereflecteerd op wat de toeschouwer gedurende de voorstelling heeft ervaren.
De commissie vindt wel dat de voorstellingen van Maatschappij Discordia van een dusdanig hoog conceptueel niveau zijn, dat ze een zekere bekendheid met het werk van Discordia vergen en zelfs voor de ervaren kijker lastig te doorgronden zijn. Discordia wil voor komende periode inzetten op een vergroting en verbreding van het publiek en daarmee publiek bereiken dat nog niet vertrouwd is met zijn werk. De commissie is er op basis van het plan niet van overtuigd dat op dezelfde wijze ook artistieke betekenis voor dat nieuwe beoogde publiek zal ontstaan. De commissie ziet in de voornemens wel een grote artistieke betekenis voor een doelgroep van professionele theatermakers, door de overdracht van haar discordiaanse werkmethode, waarmee het ‘school’ heeft gemaakt. Maatschappij Discordia zal komende periode vraagbaak zijn voor een nieuwe generatie makers in haar samenwerking met bijvoorbeeld de Academie voor Theater en Dans.
Discordia ziet zijn artistieke ontwikkeling vooral in het doorgeven van haar methode aan jonge theatermakers. Daarnaast beroept het collectief zich op het feit dat er aandacht moet blijven voor hen als late-career makers en zijn continuerende ontwikkeling van het theater in het algemeen. Ook beschouwt de organisatie haar doorlopende Discordiaanse ontwikkeling van het theater, die bestaat uit een primair onderzoekende houding, in het algemeen als ontwikkeling in de komende jaren. De commissie ziet dat Discordia bij het formuleren van zijn ambities reflecteert op het verleden, maar ziet de lijn van ontwikkeling vooral doorgezet in de onderzoekende houding die centraal staat in hun werkmethode. Wat het collectief de komende periode wil doen is steeds verder doordringen in het wezen van het theater, steeds opnieuw invalshoeken bedenken die dat wezen blootleggen en vormen bedenken om deze zoektochten tot voorstellingen uit te werken. In de ogen van de commissie is dit wat Discordia gedurende al zijn hele bestaan doet, en eerder inherent aan diens werkwijze dan te zien als een artistieke ontwikkeling.
De commissie ziet in het plan daarnaast weinig aandacht voor de artistieke ontwikkeling van de makers van Discordia zelf. De aanvrager stelt dat de vier makers van Maatschappij Discordia hun professionaliteit en hun kwaliteit op dat vlak reeds hebben bewezen.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
Maatschappij Discordia verbindt zich in de ogen van de commissie niet sterk met de stedelijke samenleving. De verbindingen die het collectief legt met de stad vinden plaats in de theaters, met zijn voorstellingen en randprogramma’s. Maatschappij Discordia geeft aan dat de verbinding met de stad zit in de intensieve contacten met theateropleidingen. De commissie vindt dat het collectief een bijzonder sterke plek aan het begin van de keten van talentontwikkeling heeft, waarbij het zich mede tot doel stelt zijn theatermethode door te geven aan theaterstudenten en makers. Voor jonge theaterstudenten en theatermakers binnen en buiten de opleidingen speelt het de rol van vraagbaak. Het gezelschap legt verbindingen, leent spullen uit, en faciliteert ook productioneel. Dit levert in de ogen van de commissie echter vooral verbinding op met de culturele sector en de kunstvakopleidingen. Er is geen sprake van directe verbinding met bewoners van de stad of maatschappelijke organisaties.
Het plan van Maatschappij Discordia draagt volgens de commissie in beperkte mate bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. Het overgrote deel van de activiteiten vindt in stadsdeel Centrum plaats, waar ook het meeste publiek wordt bereikt. Het collectief speelt ook in Zuid in Cinetol. De commissie vindt het positief dat het gezelschap zijn zichtbaarheid in andere stadsdelen wil vergroten, door onderdeel te zijn van randprogrammering van andere organisaties. Zo gaat Discordia deelnemen aan het jaarlijkse festival Art in Oost en heeft het een samenwerking met Read My World in Noord, zoals het zelf zegt voor achtergrondinformatie over de reeks Weiblicher Akt.
Maatschappij Discordia heeft als eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad. De commissie vindt echter dat het plan daar nauwelijks bij aansluit. Voltaires motto: ‘Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood verdedigen’ is voor het gezelschap een belangrijk aanknopingspunt voor de hedendaagse discussie over vrijheid van meningsuiting. Het is volgens de aanvrager een van de basisvoorwaarden om in een wereldstad vreedzaam met elkaar te kunnen samenleven. Deze visie op sociale cohesie vindt de commissie in het plan niet terugvertaald in concrete acties. De commissie ziet daarmee geen aansluiting op het thema in de zin dat de kwaliteit of aantrekkelijkheid van de leefomgeving wordt bevorderd voor bewoners.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Het plan vindt de commissie realistisch en uitvoerbaar wat betreft werkwijze, vakmanschap en organisatie. Er wordt geen groei nagestreefd van het aantal producties, en geen verandering van werkwijze; het collectief gaat verder op dezelfde voet. Het heeft laten zien dit te kunnen realiseren. De organisatie is klein en daarmee is ze kwetsbaar bij uitval van een van de kernleden, maar het gezelschap heeft een groot netwerk van verwante spelers en makers die over genoeg vakmanschap beschikken om Maatschappij Discordia indien nodig te kunnen ondersteunen. Ook is er een sterk netwerk van podia en partners die pal achter het gezelschap blijft staan. De commissie heeft daarnaast vertrouwen in de ervaren zakelijk leider.
Maatschappij Discordia heeft een gezonde bedrijfsvoering die in de ogen van de commissie een stevige basis geeft om de beoogde voornemens ten uitvoering te brengen. De organisatie is financieel stabiel en is organisatorisch zeer flexibel. De afgelopen periode heeft Maatschappij Discordia een enorme tegenslag ondervonden door een grote brand waarbij decorstukken en rekwisieten verloren zijn gegaan. De decorstukken maakten een groot deel uit van Maatschappij Discordia’s geschiedenis en theatrale ‘ziel’. Ze werden al jarenlang ‘gerecycled’, en maakten het gezelschap tot een duurzaam bedrijf. De commissie vindt het sterk dat de groep deze tegenslag te boven is gekomen met behoud van een stabiele bedrijfsvoering. Het lukt de organisatie de bestemmingsreserve aan te vullen en op peil te houden, zodat risico’s kunnen worden opgevangen. De organisatie is in staat om veel gelijkgestemden en coproducenten te vinden met wie zij voorstellingen kan ontwikkelen, waardoor zij kosten kunnen delen.
De commissie vindt de begroting van Maatschappij Discordia voor wat betreft de kosten passend om de plannen uit te kunnen voeren. De kosten en lasten zijn inzichtelijk en in de ogen van de commissie passend bij de plannen. Ten aanzien van het realisme van het dekkingsplan heeft de commissie kanttekeningen. Maatschappij Discordia is sterk afhankelijk van publieksinkomsten. Het collectief geeft aan dat het meer bezoekers in Amsterdam gaat trekken dan voorgaande periode, maar de commissie ziet dat niet terug in bijvoorbeeld een navenant groeiend aantal activiteiten. De beoogde stijging van het bezoekersaantal vindt de commissie daarom niet realistisch. De zalen waarin het gezelschap beoogt te spelen (zoals Frascati 3) bieden weinig rek voor meer bezoekers en er zijn ook geen plannen om in grotere zalen te spelen. Tevens ziet de commissie dat de subsidieafhankelijkheid van Maatschappij Discordia in deze plannen wat toeneemt ten opzichte van voorgaande periode. De financieringsmix vindt de commissie wel divers, maar niet in balans.
De commissie vindt het marketingplan van Maatschappij Discordia passend om het beoogde publiek te bereiken. In het plan verdeelt de organisatie haar publiek in vier duidelijk gedefinieerde doelgroepen: ervaren theaterpubliek, millennials, vakgenoten en nieuwsgierigen die meekomen met het ervaren theaterpubliek en vakgenoten. Maatschappij Discordia geeft in het marketingplan duidelijk aan hoe ze elk van deze groepen wil benaderen, bijvoorbeeld via respectievelijk de meer klassieke publiciteit als affiches en direct marketing, via social-mediabeleid, via de opleidingen, het aanbieden van kennismakingskortingen en inzet van We Are Public. Dit vindt de commissie voor de doelgroepen passende marketinginstrumenten. Maatschappij Discordia mag zich daarnaast verheugen in een vaste groep ‘volgers’ die het collectief ook als donateur of binnen de Vrienden van Discordia heeft weten te binden.
Discordia wil de komende periode ook een marketingexpert aantrekken om opnieuw te kijken naar uitbreiding/verbetering van de publiciteit- en marketingstrategie, en heeft daarvoor meer ruimte in de begroting opgenomen. Tenslotte heeft Discordia met Dood Paard, URLAND, De Theatertroep, BOG. en Nineties Productions een denktank opgezet om marketingervaringen uit te wisselen en gezamenlijke promotie op te zetten, hetgeen de commissie een positieve samenwerking vindt.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Maatschappij Discordia wil de eigen programmering verbreden met repertoire dat de westerse blik op de wereld problematiseert en bevraagt. Dit ziet de commissie terug in de thematiek van producties zoals De witten denken te veel, een uitdagende culttekst over de witte verhouding met de Afrikaanse cultuur, en de voorstelling Multatuli over de hypocrisie van de samenleving in de Nederlandse koloniën. Al vindt de commissie dat deze thematiek door de makers van Discordia niet vanuit een bicultureel perspectief wordt benaderd, haken de thema’s wel aan op cultureel divers aanbod. Daarnaast heeft het collectief een aantal cultureel diverse regiestudenten onder zijn hoede genomen en zal een Rwandese actrice in de voorstelling Rambuku meespelen. Daarmee levert Discordia de komende periode enige bijdrage aan de culturele diversiteit van het aanbod.
De commissie vindt dat de plannen beperkt bijdragen aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek. Het collectief geeft zelf aan dat het bereiken van een publiek met een biculturele achtergrond geen sinecure is. Het geeft aan daarom de komende periode ten minste drie toneelstukken uit te brengen die elk op hun eigen wijze de westerse blik problematiseren: De witten denken te veel, Multatuli en Casa Verdi. De commissie is er positief over dat Discordia inhoudelijke consequenties verbindt aan de intentie om een meer divers publiek te bereiken. Ze ziet in de marketingacties verder echter weinig concrete en actieve stappen om dit divers samengestelde publiek ook met deze voorstellingen te bereiken.
Wel organiseert Maatschappij Discordia een randprogramma rond de voorstelling Liebe Jelinek in onder meer De Nieuwe Liefde waarbij Rajae El Mouhandiz, die vanwege haar bijdragen in de kunsten geplaatst is op de lijst van vijfhonderd meest invloedrijke moslims ter wereld, als gastspreker optreedt en die wellicht door haar statuur een cultureel divers publiek zal trekken. Ook komt de WijkJury van Zina, die bestaat uit mensen uit verschillende wijken en met verschillende culturele achtergronden, kijken naar de volgende Weiblicher Akt: Love Sontag. Dat draagt volgens de commissie in bescheiden mate bij aan de het bereiken van een cultureel divers publiek.
De commissie vindt dat Maatschappij Discordia goede en concrete stappen zet voor de diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur. Discordia zal zijn bestuur uitbreiden met een actrice/theatermaker met een biculturele achtergrond. Ook is een gesprek gevoerd met Ocullus Consultancy om de Cultuurgids Diversiteit en Inclusie door te nemen. Het hieruit voortgekomen advies om actief te gaan zoeken naar ‘critical friends’ zal door het gezelschap in de komende periode in praktijk worden gebracht. De samenstelling van het vast collectief van vier toneelspelers die al vele jaren met elkaar samenwerken is niet cultureel divers. Wel betrekt het collectief in het kader van talentontwikkeling studenten bij zijn voorstellingen en die worden de komende jaren bewust meer gezocht in de biculturele doelgroep. De commissie vindt dat Maatschappij Discordia daarmee goede stappen zet.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Maatschappij Discordia te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 125.000 per jaar.
De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.