Stichting Podium Partners

Theater
Aangevraagd: € 675.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Podium Partners (hierna ook: Podium Partners) is een (internationaal) productiehuis met twee eigen podia: het Plein Theater en het Muiderpoorttheater. Zij wil de aankomende jaren werken aan een hedendaagse wijze van produceren en programmeren. In haar visie heeft de maker een centrale rol als aanjager van verandering en blikverruiming. Stichting Podium Partners streeft ernaar het publiek door middel van het werk van de makers te verrassen, te laten nadenken en in actie te laten komen voor een betere wereld. Podium Partners programmeert in Broedplaats Dapper, in het Plein Theater (in de zaal en in het Eetlokaal) en in de samenwerkende podia Cultuurhuis Oost. Haar producties zijn te zien op Festival Keti Koti en Kwaku, op pleinen in de stad en op andere onverwachte plekken zoals metrostations of in de landen waar de curators of makers vandaan komen. Het Eetlokaal is een restaurant én werkplek voor re-integratie en nieuwkomers. Ook is het een minipodium voor onverwachte optredens. 

Podium Partners wil in de komende periode internationale makers een plek geven op het Meemaakpodium, zoals: Dayna Martinez Morales, Gita Hacham, Edith Kaldor en Berith Danse. Podium Partners wil nadrukkelijk ruimte laten voor spontaniteit. Het Muiderpoorttheater wordt een buurtgerichte theaterbroedplaats met als doel om de wijk en omgeving actief te betrekken. (Jonge) performers en makers krijgen daar een plek om experimenten uit te voeren met nachtprogramma’s voor en door jongeren, nieuwkomelingen en doorreizigers. Ze beoogt een veelzijdige, interdisciplinaire en verrassende programmering, samengesteld door het team van makende curators bestaande uit Fie Schouten en Aspasia Nasopoulou, Berith Danse en Vincent Verburg. De nadruk wordt gelegd op hedendaagse klassieke muziek, jeugd en theater en contemporary en urban dance. Samenwerkingsrelaties zijn er met Cultuurhuis Oost, STIP Producties, Roots, Keti Koti en Kwaku festival, The Mezrab Storytelling School, Dansmakers, DAS Academie, UVA en Academie voor Theater en Dans Amsterdam.

Stichting Podium Partners ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020. 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 675.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als onvoldoende.
De artistieke eigenheid van Podium Partners wordt voor de commissie onvoldoende duidelijk uit het plan. Door de veelheid aan ideeën, ambities en activiteiten wordt niet duidelijk waarvoor de organisatie staat. Het plan geeft geen blijk van een herkenbare artistieke signatuur. Er is geen helder artistiek uitgangspunt voor de programmering, noch is er sprake van een inhoudelijke rode draad tussen de activiteiten. Podium Partners benoemt in het plan als leidraad bij het maken van keuzes voor activiteiten en prioriteiten vijf impactwaarden; proces=kwaliteit, verbindend, lokaal=mondiaal, onverwacht en heden=toekomst. De commissie vindt deze waarden erg generiek en weinig onderscheidend. In de ogen van de commissie leiden deze niet tot een specifieke en herkenbare artistieke signatuur. Waarmee Podium Partners zich volgens de commissie wel artistiek zou kunnen onderscheiden is het internationale karakter van het productiehuis, dat de focus legt op de inclusiviteit van niet-westerse verhalen en vormen. Helaas wordt de keuze van makers niet toegelicht, waardoor het onduidelijk is waarom juist met deze selectie van makers gewerkt gaat worden en wat de onderlinge samenhang tussen deze makers is. Hierdoor mist ook het productiehuis naar de mening van de commissie een helder artistiek profiel. 

Podium Partners richt zich met haar programmering voornamelijk op de bewoners van stadsdeel Amsterdam Oost. Een artistieke uitwerking van de projecten met bewoners vindt de commissie echter niet terug in het plan waardoor de artistieke betekenis voor het beoogde publiek onduidelijk blijft. Het meest concreet uitgewerkte project is het Meemaakpodium. Hier worden de verhalen en talenten van de bewoners gekoppeld aan het beleven van voorstellingen die volgens Podium Partners aansprekend zijn voor een intercultureel publiek. Hoewel de gekozen vormen van participatie en co-creatie volgens de commissie aansprekend kunnen zijn voor het beoogde publiek, is niet duidelijk hoe de gemaakte keuze in makers en thematiek voortkomen uit inzicht over de culturele interesses en de behoeften in de wijk. Ook uit de internationale programmering komt volgens de commissie niet aantoonbaar naar voren in hoeverre rekening is gehouden met de culturele interesses van de doelgroepen. De selectie van internationale makers wordt niet gerelateerd aan de belangstelling, samenstelling en achtergrond van de bevolking. Hierdoor plaatst de commissie haar vraagtekens bij de mate waarin het aanbod aansprekend zal zijn voor de bewoners van Amsterdam Oost.

De artistieke ontwikkeling is in het ondernemingsplan beperkt weergegeven. Het plan is vooral gericht op de toekomst en reflecteert niet op waar men vandaan komt en waar men nu staat. Podium Partners wil vanaf 2021 een productiehuis en podium zijn voor Amsterdam Oost dat het hele jaar rond actief is. Dit is zowel inhoudelijk als organisatorisch een enorme stap ten opzichte van de situatie in de voorgaande periode. Toen was het Plein Theater (voorheen Oostblok) voornamelijk een presenterend podium voor de jeugd en volwassenen en zette het via het Vrije Vloer Festival de eerste stappen voor de programmering in een Meemaakpodium.  Een reflectie op dit verleden en de ontwikkeling tot productiehuis in voorgaande periode ontbreekt. De artistieke keuzes worden niet onderbouwd en zijn niet te relateren zijn aan ervaringen of lessen uit het verleden of aan een expliciet gemaakte overkoepelende artistieke ontwikkeling. De commissie leest in het plan niets over de mogelijkheden voor de artistieke medewerkers om zich professioneel te ontwikkelen. De commissie kan op basis van het ondernemingsplan niet vaststellen dat er daadwerkelijk sprake is van artistieke ontwikkeling. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
Podium Partners wil een plek zijn waar mensen kunnen vertellen en verbeelden wat er in hun omgeving gebeurt. Zij wil zowel inhoudelijk als praktisch, met activiteiten en samenwerkingen, verbinding zoeken met de bewoners van stadsdeel Amsterdam Oost. Op welke manier en met welke organisaties en/of sleutelfiguren zij deze verbinding tot stand zal brengen, kan de commissie niet opmaken uit het plan. De organisatie voert weliswaar een lijst met partners op, maar de commissie stelt vast dat het in veel gevallen gaat om intenties tot samenwerken die nog niet geconcretiseerd zijn. Ook is niet helder hoe Podium Partners inhoudelijk en/of praktisch een verbinding legt tussen de buurt en de (internationale) programmering. Door de beperkte uitwerking heeft het plan de commissie niet overtuigd op het punt van de verbinding met de stedelijke samenleving de commissie.
Met een podium bij het Oosterpark en een podium in de Dapperbuurt concentreert Podium Partners zich met haar activiteiten op Amsterdam Oost, waar ook het meeste publiek wordt bereikt. Met haar culturele functie voor dit stadsdeel draagt de stichting volgens de commissie bij aan de spreiding van het culturele aanbod en het publiek over de stad. Met het productiehuis speelt Podium Partners ook in Amsterdam Zuidoost en soms op andere plekken in het land. Hiermee levert Podium Partners een redelijke bijdrage aan de spreiding van activiteiten en publiek in de stad. 

De aanvrager heeft voor wat betreft het eigen accent gekozen voor het thema Wereldstad. Hoewel Podium Partners dit thema in het plan niet verder uitwerkt, kan de commissie de aansluiting bij het thema wel uit de activiteiten afleiden. Dit geldt met name voor de internationale programmering en voor de artists in residence. Ook bewegen de curatoren uit het kernteam zich in het internationale veld. Het internationale netwerk van de directeur wordt ingezet bij de selectie van makers. Dit heeft volgens de commissie vooral waarde voor de betrokken internationale makers; het plan gaat niet in op de relevantie hiervan voor de stad. Op basis van het plan kan de commissie niet vaststellen of, en in hoeverre, er daadwerkelijk uitwisseling plaats vindt. Zij vindt het thema Wereldstad passend bij de organisatie, maar in uitwerking weinig overtuigend en prikkelend.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als onvoldoende.
De commissie vindt het plan niet realistisch en passend. De commissie stelt vast dat Podium Partners met een grote hoeveelheid aan eigen producties, programmering, talentontwikkelingsactiviteiten en cultuureducatie een grote schaalsprong wil maken ten opzichte van voorgaande periode. De stichting kiest ervoor de ontwikkeling naar podium en productiehuis op twee locaties niet geleidelijk te laten verlopen. Voor een organisatie die nog niet zo lang op deze wijze en in deze samenstelling werkt, vindt de commissie dat niet realistisch. Het ondernemingsplan maakt niet duidelijk hoe Podium Partners de organisatie van programmering van beide locaties - Plein Theater en Muiderpoorttheater - gaat opbouwen en wat daarvoor nodig is. Een meer planmatige aanpak met een stapsgewijze opbouw in activiteiten zou een haalbaarder plan hebben opgeleverd. 
De commissie vindt dat de combinatie van grote ambities en een weinig planmatige aanpak de organisatie en werkwijze zeer kwetsbaar maakt. Het plan verwoordt dat het kernteam nu al te veel werkzaamheden heeft en dat de organisatie deze zware belasting als risico ziet. De commissie constateert dat de gestelde ambities de druk op het team nog verder (en sterk) zullen doen toenemen in plaats van afnemen, hetgeen geen vertrouwen geeft in de haalbaarheid van het plan.
De commissie verwacht dat de directeur door haar vakmanschap, passie en visie over voldoende expertise beschikt om de podia en de programmering op artistiek vlak naar een hoger niveau te tillen. Zij stelt echter ook vast dat het de organisatie op zakelijk-productioneel niveau ontbreekt aan het nodige vakmanschap, bijvoorbeeld op het gebied van zakelijke bedrijfsvoering, techniek en marketing. Het is de bedoeling dat capaciteit en expertise op deze gebieden per productie extern wordt ingehuurd. De commissie vindt deze projectmatige benadering niet passen bij de ambitie om te fungeren als productiehuis met een doorgaande programmering, en evenmin bij de impactwaarde proces = kwaliteit. Deze manier van werken leidt niet tot het opbouwen van expertise, een efficiënte inzet van middelen of een doelmatige organisatie van processen. De commissie is van mening dat zowel het artistieke als zakelijke vakmanschap van begin af aan aanwezig moet zijn. 

De bedrijfsvoering van Podium Partners geeft onvoldoende basis om de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen en de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. Door het beperkte eigen vermogen is de financiële positie van de stichting naar de mening van de commissie kwetsbaar. Podium Partners geeft in het plan geen zicht op de manier waarop de organisatie het vermogen in de komende periode denkt te verstevigen. Hoewel zij erkent dat het eigen vermogen bescheiden is en er wel naar streeft dit te doen groeien, worden er geen middelen voor gereserveerd of positieve exploitatieresultaten begroot voor de periode 2021-2024. 
De forse stijging in de begroting ten opzichte van voorgaande periode, vindt de commissie risicovol voor de bedrijfsvoering, aangezien de huidige financiële positie niet veel mogelijkheden geeft om tegenvallende resultaten op te vangen. De voorgenomen schaalsprong in programmering brengt ook aanzienlijke risico’s met zich mee voor de realisatie en het vergt volgens de commissie substantiële reserves om deze op te kunnen vangen. De organisatie heeft overigens wel een goede sterkte-zwakteanalyse gemaakt. Daarin benoemt zij onder meer het risico van de hoeveelheid werkzaamheden en de mate waarin het kernteam is toegerust voor nieuwe ontwikkelingen. Podium Partners denkt dit risico te kunnen beheersen door een goede prioriteitstelling te maken op basis van de doelstellingen. De commissie ziet dat echter geenszins terug in het plan en heeft daarom geen vertrouwen in de risicobeheersing. 

De begroting vindt de commissie niet realistisch. Er is een forse stijging te zien ten opzichte van de voorgaande periode, binnen zowel de personele als de materiële activiteitenlasten. Podium Partners verduidelijkt niet hoe deze lasten verdeeld zijn over specifieke activiteiten. Zo wordt bijvoorbeeld niet helder wat de eigen producties gaan kosten, zodat deze kosten niet vergeleken kunnen worden met kosten voor andere programmering. De commissie kan op basis van deze informatie niet vaststellen dat deze kosten realistisch zijn dan wel in verhouding staan tot de totale begroting. Bij de personele activiteitenlasten zijn met name de vergoedingen voor de artistiek directeur, de techniek en overige artistieke medewerkers fors toegenomen. Daarbij is niet gespecificeerd hoe de formatie is verdeeld over de verschillende taakgebieden (techniek, marketing, PR en productie). Hierdoor kan de commissie niet concluderen dat de samenstelling en hoogte van de kosten passen bij de voorgenomen activiteiten en de samenstelling van de organisatie. 
De financieringsmix vindt de commissie redelijk divers, maar niet realistisch. Podium Partners verwacht een flinke toename van de publieksinkomsten door een grote toename in bezoekersaantallen. Deze toename is in de ogen van de commissie onrealistisch voor een podium en productiehuis dat nog in de startfase zit en nog een ontwikkeling moet doormaken in publieksopbouw. De afhankelijkheid van publieke middelen is relatief hoog, waarbij de bijdrage van het AFK het grootst is. 

Het marketingplan is volgens de commissie niet realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. Podium Partners formuleert niet helder wat haar doelgroepen zijn. De doelgroepen die zij onderscheidt zijn heel breed: reguliere bezoekers, incidentele bezoekers, geïnteresseerde niet-bezoekers en niet-geïnteresseerde niet-bezoekers. Niet duidelijk wordt hoe deze algemene doelgroepen via marketing voor de verschillende programma’s worden geïnteresseerd. De marketingacties die in het plan worden benoemd - online aanwezigheid, billboards en inzet van mediapartners bijvoorbeeld - zijn conventioneel en niet overtuigend passend bij de vier onderscheiden brede doelgroepen. Zeker voor de twee groepen niet-bezoekers vindt de commissie het marketingplan niet erg proactief. Tevens constateert de commissie dat Plein Theater en Muiderpoorttheater zich nog niet profileren onder een overkoepelende visuele identiteit, terwijl Podium Partners voor beide locaties als boodschap heeft: ‘ons podium is de
wereld en de wereld is ons podium’. De aanvraag maakt niet duidelijk of beide locaties en hun programmering een apart merk zullen zijn met een eigen identiteit en publieksbenadering. Een dergelijke keuze vindt de commissie essentieel voor een gerichte en effectieve marketingaanpak.
Vanwege de grote ambities die Podium Partners heeft op het gebied van publieksbereik, acht de commissie het marketingplan ontoereikend om deze ambities te kunnen waarmaken.  


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Het plan draagt volgens de commissie in artistieke zin bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Door inclusiviteit een speerpunt te maken in de programmering, wil de organisatie laten zien het hokjes denken te overstijgen. Het Meemaakpodium moet ruimte geven aan cultureel diverse verhalen. Er wordt samengewerkt met partners met een cultureel divers netwerk, zoals DEGASTEN, The Mezrab Storytelling School en RightAboutNow. In het programma is plaats voor gezelschappen met een cultureel diverse achtergrond zoals ROSE Stories en Blokland en Blackman. De makers waarmee Podium Partners wil gaan samenwerken, met name in het kader van het artist in residence programma, hebben diverse niet-westerse culturele achtergronden. 

Podium Partners geeft aan zich met haar plannen te richten op de cultureel diverse bewoners van Amsterdam Oost. In het plan staan acties benoemd die een breder publiek moeten aanspreken, zoals het tonen van de producties van Podium Partners op festivals, waaronder Roots Open Air en Keti Koti Festival, en door optredens in de openbare ruimte. De commissie ziet dat dit kansen biedt voor het bereiken van een cultureel divers publiek, maar constateert ook dat een onderbouwd plan hiervoor ontbreekt. Podium Partners legt in het plan niet uit hoe de activiteiten op festivals en in de openbare ruimte zich verhouden tot de eigen programmering op de beide locaties in Oost en maakt niet duidelijk hoe zij erin denkt te slagen een cultureel divers publiek in de zalen te krijgen. De commissie is er dan ook niet ten volle van overtuigd dat het plan bijdraagt aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad.

De commissie vindt dat Podium Partners blijk geeft van een visie op de diversiteit van personeel en bestuur en daarvoor een ten dele overtuigende aanpak voorstelt. Het artistieke team van de organisatie, waaronder het team van curatoren, is cultureel divers samengesteld. De organisatie heeft zichzelf verder goed onder de loep genomen en heeft de intentie om de culturele diversiteit van het personeelsbestand en bestuur nog verder te versterken. Via (online) kanalen met een cultureel diverse achtergrond als ATANA, specifieke LinkedIn groepen en radio SALTO zal worden gezocht naar medewerkers met een andere achtergrond dan de zittende personeelsleden. De commissie vindt dit concrete acties die passend zijn om een cultureel meer divers personeelsbestand te realiseren. Voor het realiseren van een bestuur dat meer cultureel divers is, zijn geen concrete acties geformuleerd, zodat de commissie op dat punt niet overtuigd is van de aanpak.  


Conclusie

De commissie constateert dat Podium Partners vanwege de beoordeling ‘onvoldoende’ bij het criterium Uitvoerbaarheid, niet voor subsidie in aanmerking komt.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater. 
Daarbij is mede gebruik gemaakt van een co-advies van de adviescommissie Muziek en Muziektheater.