ARCAM Architectuurcentrum Amsterdam

BFNA
Aangevraagd: € 230.000
Toegekend: € 230.000

Inleiding

Architectuur Centrum Amsterdam, organisatienaam ARCAM Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM), biedt sinds dertig jaar een ontmoetingsplek voor iedereen die geïnteresseerd is in architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp in de Amsterdamse metropoolregio. Vanuit de optiek dat deze disciplines de stad maken, belicht en verkent ARCAM actuele stedelijke vraagstukken die impact op de stad zullen hebben. Met debatten, presentaties, evenementen en onderzoeken wil ARCAM de betekenis van ruimtelijk ontwerp en architectuur bij deze veranderingen verhelderen. Ze kijkt daarbij naar de rol die de ontwerpers en de makers van de stad hierin spelen. De organisatie wil een neutraal, onafhankelijk en divers podium bieden en ontwerpers, opdrachtgevers, bouwers en gebruikers aan het woord laten. In de architectuurprogramma’s wil zij recht doen aan alle verhalen, identiteiten en culturen die Amsterdam rijk is. Via het Amsterdamse architectuurdebat, de architectuurgeschiedenis en de architectuurprofessie beoogt zij een zo divers mogelijk publiek te betrekken bij de ontwerpopgaven van de stad. ARCAM beoogt er te zijn voor een breed publiek van bewoners, professionals, studenten en bezoekers.

Het programma van ARCAM voor 2021-2024 bestaat uit drie onderdelen: ‘What’s up?’, ‘What’s real?’ en ‘What’s next?’. ‘What’s up?’ beoogt met een lichtvoetig, verkennend en informerend programma dicht op de actualiteit de stad te ontdekken, te bevragen en te presenteren via diverse uitingsvormen. Educatie is hierbij een aanvullende belangrijke pijler. In ‘What’s real?’ wil ARCAM vragen uitdiepen en nieuwe kennis aanboren door een podium aan nieuw en bestaand talent, evenals aan de professionele achterban te bieden. Dit gebeurt via hands-on bijeenkomsten, gericht op interactie, kennisdeling en gesprek. Met de programmalijn ‘What’s next?’ presenteert ARCAM diverse gewenste en ongewenste vraagstukken en nieuwe ontwerpvragen voor de toekomst van de stad. De output bestaat uit ruimtelijke installaties en exposities voor een breed publiek.

ARCAM Architectuurcentrum Amsterdam ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 204.790 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 230.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed. 
De commissie vindt de driedeling in de programmering - ‘What’s up, What’s next, What’s real’ - overzichtelijk. Deze driedeling van informerende, uitdiepende en ontwerpende programmaonderdelen geeft volgens de commissie een passende structuur aan alle activiteiten. De artistieke eigenheid van het programma voor 2021-2024 vindt de commissie sterk tot uiting komen in de keuze voor thema’s die aansluiten op het maatschappelijk debat. Zo richt ARCAM zich op de schijnbaar onzichtbare processen die sporen in de stad achterlaten. Een voorbeeld hiervan is de aandacht voor thema’s als eenzaamheid in de stad, maar ook de hoeveelheid camera’s die onze gangen registreren. Andere voorbeelden zijn het effect van gentrificatie op de stad, ofwel het proces van opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied door middel van het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners/gebruikers en de daarmee gepaard gaande verdrijving van de minder vermogenden. De commissie vindt dit bezielde artistieke keuzes. 

De commissie vindt de experimentele wijze waarop ARCAM de veranderingen in de stad onderzoekt van artistieke eigenheid getuigen. Zo is het volgens de commissie prikkelend dat ARCAM met behulp van het programma de grenzen van architectuur wil oprekken. Binnen het thema ‘Datafied Amsterdam’ biedt de organisatie bijvoorbeeld ruimte aan het experiment in relatie tot technologie. ARCAM wil daarvoor een onderzoekstraject starten dat de impact van technologie op het publieke domein in de stad - en met name de architectuur - onderzoekt. Verder richt de organisatie zich binnen dat programmaonderdeel met ‘ARCAM International’ op grootstedelijke internationale vraagstukken en verkent wat Amsterdam daarvan kan leren. De commissie vindt dat ideeënrijk.

De commissie vindt het positief dat het programma aansluit op de culturele interesses van het beoogd publiek, dat bestaat uit onder andere masterstudenten van de Academie van Bouwkunst, professionals en geïnteresseerde bewoners van Amsterdam. Zo is voor dit publiek de rode draad van het programma, de vraag hoe te ontwerpen is aan een leefbare, eerlijke en duurzame stad, naar de mening van de commissie aansprekend. De commissie vindt de activiteiten passen bij de doelgroepen. Zo organiseert ARCAM voor architectuurprofessionals onder andere debatten en lezingen. Daarnaast zijn er voor bewoners bijvoorbeeld toegankelijke activiteiten als stadswandelingen, ‘Winterlezingen’ en excursies.

De commissie vindt het positief dat ARCAM met een helder inzichtelijk schema reflecteert op haar activiteiten in voorgaande periode en daaraan een artistieke ontwikkeling koppelt. Zo waardeert de commissie dat de organisatie de programmalijnen wil actualiseren door zich te richten op thema’s als mobiliteit, diversiteit, technologie, klimaat en datagericht onderzoek. Deze thema’s zijn naar de mening van de commissie passend bij de veranderende stad en de huidige stand van zaken in de architectuur en stedenbouw. In het licht van de beoogde actualisering van de programmalijnen vindt de commissie het tevens positief dat ARCAM nieuwe presentatievormen, zoals vormgegeven ruimtelijke installaties en 3D/VR/AR/XR-projecten, wil inzetten. De commissie vindt dit goed aansluiten op actuele ontwikkelingen in het bredere kunstenveld met betrekking tot innovatieve visualisatie- en presentatievormen. De commissie kan verder de mogelijkheden voor artistieke ontwikkeling van de belangrijkste gezichtsbepalende artistieke medewerker van ARCAM niet beoordelen. In het ondernemingsplan wordt namelijk nergens gemotiveerd hoe de stichting investeert in het potentieel en de ontwikkeling van de nieuwe directeur.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zeer goed. 
De organisatie verbindt zich volgens de commissie inhoudelijk en praktisch op overtuigende wijze met de stedelijke omgeving en met de bewoners en maatschappelijke organisaties die daar deel van uitmaken. Zo hebben de thema’s die ARCAM aansnijdt op vanzelfsprekende wijze betrekking op stedelijke ontwikkelingen. De organisatie gaat hiervoor samenwerkingsverbanden aan met diverse Amsterdamse instellingen en organisaties. Voorbeelden hiervan zijn de woningcorporaties Ymere, Stadgenoot, Rochdale, de OBA, Pro Rege basisschool en Hogeschool van Amsterdam. De commissie waardeert het dat veel projecten plaatsvinden in samenwerking met bewoners. Zo betrekt ARCAM bewoners als publieksjury bij de jurering van de Amsterdamse Architectuurprijs (AAP). Ook nemen bewoners deel aan de werkgroep voor ‘De Inclusieve Architectuurgids’ om een verzameling gebouwen en plekken in de stad te identificeren waarbij culturele diversiteit en inclusie centraal staan. In deze werkgroep zitten naast bewoners ook professionals van bijvoorbeeld Framer Framed, Imagine IC en het Amsterdam Museum. 

Activiteiten van ARCAM vinden plaats in haar gebouw in stadsdeel Centrum. Daarnaast draagt ARCAM naar de mening van de commissie met activiteiten in stadsdeel Oost, Noord, Zuid en Nieuw-West overtuigend bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod buiten het Centrum en Zuid en aan het publieksbereik aldaar. Zo vinden de ‘Winterlezingen’ over de geschiedenis en toekomst van vijf verschillende Amsterdamse wijken plaats in de wijken waarover de lezingen gaan, zoals de Indische Buurt, Jeruzalem en de Van der Pekbuurt. De commissie waardeert tevens dat ARCAM met het ‘Stadsrandenlab Kreukelzones’ in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuid en in Diemen en de Achtersluispolder verkent hoe randen van de stad beter vormgegeven kunnen worden met meer groen en betere woningen. Verder bereikt ARCAM met het lesprogramma ‘Bekijk je Wijk’ leerlingen in het voortgezet onderwijs in stadsdeel West, Zuid, Zuidoost en in het Centrum.

De stichting kiest Leefbare stad als eigen accent. De commissie vindt dit een logische keuze, aangezien ARCAM met haar programma vanuit culturele invalshoek onderzoek doet naar de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving voor bewoners, en vraagstukken rond wonen en sociale cohesie entameert. Zo verkent ARCAM in haar programma de betekenis van sociale, technologische en ecologische veranderingen voor de stad en in de participatie met bewoners en betrokkenen.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie heeft vertrouwen in de artistieke vaardigheid van de betrokkenen in de organisatie. De inhoudelijke medewerkers zijn opgeleid in en/of hebben werkervaring op het gebied van architectuur, architectuurgeschiedenis of erfgoed. Tevens wordt de organisatie inhoudelijk ondersteund door een programmaraad met daarin ontwerpers en medewerkers van corporaties en overheden. De commissie merkt op dat ARCAM qua productioneel-organisatorische inzet aangeeft dat vertrekkende medewerkers zijn opgevolgd door jongere, minder ervaren en minder kostbare medewerkers met tijdelijke contracten. Volgens de commissie zou dit een risico kunnen vormen voor de haalbaarheid en uitvoerbaarheid als deze jonge medewerkers geen of weinig begeleiding van de organisatie krijgen. In het ondernemingsplan komt hun begeleiding en ontwikkeling verder niet ter sprake, wat de commissie matig vindt. Op basis van de jarenlange kennis, ervaring en resultaten van de organisatie heeft de commissie toch vertrouwen in de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de voornemens. In haar huidige bedrijfsmatige staat is ARCAM volgens de commissie wel stevig genoeg om de plannen uit te voeren. Zo laat ze als relatief kleine organisatie met het aantal georganiseerde evenementen zien een behoorlijke productie te kunnen realiseren. De eerder succesvol opgezette samenwerkingsverbanden en beoogde samenwerkingsverbanden met diverse maatschappelijke en culturele partners versterken het vertrouwen van de commissie in de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de voornemens. De commissie vindt het bijvoorbeeld positief dat ARCAM op het gebied van dataonderzoek, visualisatie en digitale presentatievormen gaat samenwerken met de Media Biënnale Amsterdam, de Hogeschool van Amsterdam (Digital Media), AMS, De Waag en Datalab. Deze organisaties en instellingen hebben kennis en ervaring in het uitvoeren van dataonderzoek, datavisualisatie en digitale presentatievormen.

De commissie vindt dat de bedrijfsvoering van ARCAM een gezonde basis heeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. Zo is de solvabiliteit van de organisatie hoger dan de richtlijn die het AFK hanteert. Daarnaast is de liquiditeitspositie van de organisatie voldoende en beschikt ARCAM over genoeg eigen vermogen. Tevens stemt het de commissie positief dat de organisatie een financiële risicoanalyse met maatregelen voor financiële risicobeheersing heeft opgenomen in het ondernemingsplan. Zo geeft de organisatie aan dat ze het doorgaan van programmaonderdelen niet laat afhangen van de subsidie voor het ‘Stadslab (Stadsmaquette 2.0)’ dat geen onderdeel van de deze aanvraag is.

De commissie is gematigd positief over de begroting. Deze is in de ogen van de commissie realistisch en passend bij de plannen. Zo is de begroting voor een groot deel in lijn met die van eerdere jaren (2017-2018) en zijn er geen uitzonderlijke uitschieters in de kostenposten. De commissie waardeert dat de drie programmaonderdelen gespecificeerd zijn in de meerjarenbegroting. Daarnaast is het positief dat de beheerslasten en personeelslasten in verhouding tot de totale begroting staan. De commissie ziet dat de organisatie zorg draagt voor Fair Pay, wat in het voordeel van de organisatie spreekt. Zo worden de medewerkers verloond op basis van de richtlijn functie- en loongebouw presentatie-instellingen. Tevens is het positief dat de inhuur gedaan wordt op basis van marktconforme tarieven. Voorts merkt de commissie wat betreft financieringsmix op dat de grootste bedragen aangevraagd worden bij het AFK, de gemeente Amsterdam en het Stimuleringsfonds Creatieve industrie. Het gaat in alle gevallen om meerjarige subsidie. Deze bedragen vormen samen meer dan de helft van de totale begrote baten. Als de uitkomsten van deze subsidieaanvragen tegenvallen, zou dit volgens de commissie op de begroting aanzienlijke consequenties hebben aangezien de gevraagde bedragen tamelijk hoog zijn.

Het marketingplan van ARCAM is realistisch en passend. De commissie is ervan overtuigd dat ARCAM met haar gedifferentieerde aanpak haar beoogde doelgroepen, zoals masterstudenten van de Academie van Bouwkunst, professionals en geïnteresseerde bewoners van Amsterdam, bereikt. Zo vindt de commissie het realistisch dat ARCAM bezoekers bereikt via kanalen als Tripadvisor, Instagram, de I Amsterdam website, landelijke kranten, flyers in hotels en via banners en posters in/buiten haar eigen gebouw. Daarnaast vindt de commissie het passend dat de organisatie haar LinkedIn, wekelijke nieuwsbrief, e-mail, (online) vakbladen en samenwerkingspartners inzet om architectuurprofessionals en architectuurliefhebbers te bereiken. Voorts vindt de commissie het een vorm van effectieve publieksbenadering dat ARCAM niet-hoogopgeleiden en een cultureel divers publiek uit de buurt bereikt via onder andere samenwerking met lokale huis-aan-huisbladen en de Amsterdamse ‘stadsdorpen’ - dat zijn initiatieven van en voor bewoners in een buurt met het doel modern nabuurschap te bewerkstelligen. Verder is het volgens de commissie passend dat ARCAM samenwerkt met de Stadspas, een pas voor Amsterdamse minima, om ook minder vermogende Amsterdammers makkelijker toegang te bieden tot de activiteiten.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed. 
De commissie vindt dat het programma in artistieke zin bijdraagt aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Zo is de commissie positief over de cultureel diverse invalshoek van het programmaonderdeel ‘De Inclusieve Architectuurgids’. Ook is de commissie positief over het onderdeel ‘Architects in Residence’, waarbinnen Lyongo Juliana - architect en directeur Caribische Regio bij architectenbureau OZ - diversiteit in de architectuur onderzoekt. Dit laatstgenoemde onderdeel komt in het ondernemingsplan wel wat summier ter sprake; de commissie had daar graag meer inzicht in gekregen. 

In de ogen van de commissie draagt het programma bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Zo vindt de commissie het overtuigend dat ARCAM architectuurprofessionals met een niet-Nederlandse achtergrond bereikt door haar actieve uitnodigingsbeleid voor haar programma voor professionals en door het inzetten van cultureel diverse sprekers. Daarnaast vindt de commissie het passend dat de organisatie statushouders en vluchtelingen de mogelijkheid wil geven om kennis te maken met de Amsterdamse architectuur door samen te werken met partijen als Refugee Company en Boost Amsterdam en de ‘Talk & Walk’ wandelingenreeks gratis aan te bieden. De commissie heeft als lichte kritiek dat de organisatie in het ondernemingsplan weinig scherp ingaat op de behoeften van de statushouders en vluchtelingen zelf. Voorts vindt de commissie het positief dat ARCAM samenwerkt met organisaties en instellingen die ervaring hebben op het gebied van het bereiken van een cultureel divers publiek, zoals The Beach, De Culturele Stelling van Amsterdam, Imagine IC, Framer Framed, IHLIA en de OBA.

De organisatie heeft volgens de commissie een overtuigende visie op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en bestuur van de stichting. Zo wil ARCAM ten aanzien van haar aannamebeleid bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven aan personen die wat betreft culturele diversiteit nog niet vertegenwoordigd zijn in haar team. Daarmee beoogt de organisatie haar personeelsbestand en programmaraad een betere afspiegeling van de cultureel diverse Amsterdamse bevolkingsopbouw te laten zijn. De commissie vindt het positief dat de organisatie daarbij gebruikmaakt van de expertise van Colourful People - een landelijk opererend bureau voor executive search, interim-management en training en advies dat ook organisaties traint en adviseert in het succesvol implementeren en verankeren van diversiteit en inclusie. 


Conclusie

De commissie adviseert om de aanvraag van Architectuur Centrum Amsterdam te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 230.000 per jaar. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.
De aanvraag is behandeld door Kirsten de Graaff als waarnemend secretaris BFNA.