Dadodans

Dans
Aangevraagd: € 94.000
Toegekend: € 94.000

Inleiding

Onder leiding van choreograaf en artistiek leider Gaia Gonnelli maakt Dadodans dansvoorstellingen voor de allerkleinsten (2-8 jaar) en hun begeleiders, die zowel in de kleine zaal van theaters als op scholen worden gespeeld. Het zelf ervaren op de vloer is een vast onderdeel van iedere productie. Dadodans speelt tachtig tot honderd voorstellingen per jaar in binnen- en buitenland. Sinds 2019 werkt Dadodans met een vast team van professionals: een zakelijk leider, artistiek leider, productieleider en publiciteitsmedewerker.

De belangrijkste plannen voor 2021-2024 betreffen artistieke vernieuwing, uitbreiding van de educatieve activiteiten en het bereiken van publiek met een beperking. Er worden drie nieuwe voorstellingen en een educatief project gerealiseerd. In de familievoorstelling Weerklank breidt Dadodans de leeftijd van haar doelgroep uit en treedt ze buiten het theater door op locaties en festivals te spelen. In Nacht gaat Gonnelli voor het eerst werken met een cast van zes spelers bestaande uit drie musici en drie dansers en in Papiertje met slechts één speler. De vorige producties waren allemaal duetten. In het educatieve project Tocco creëert ze een voorstelling met kinderen op scholen. 

Door het aannemen van een educatiemedewerker in het vaste team, kunnen de educatieve activiteiten verder worden ontwikkeld en breidt Dadodans het scholennetwerk in Amsterdam uit. Zo wil Dadodans relaties met scholen in uiteenlopende buurten opbouwen. Het gezelschap gaat vaker spelen voor speciaal onderwijs en wil ook met de vrije voorstellingen publiek met een beperking bereiken. Door de uitbreiding van de educatieve activiteiten en door op verschillende locaties op te treden wil Dadodans zich steviger verankeren in Amsterdam.

Dadodans ontvangt een tweejarige subsidie 2019-2020 binnen het Kunstenplan van € 46.414 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt Dadodans bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 94.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
Gaia Gonnelli onderscheidt zich als choreograaf met een eenvoudige, heldere, theatrale danstaal met alledaagse verwijzingen. Die taal is een combinatie van hedendaagse dans met meestal beeldende elementen en muziek. Beweging, muziek en toneelbeeld worden daarbij ingezet vanuit hun op zichzelf staande autonome kwaliteit. Dadodans heeft daarmee een herkenbare artistieke signatuur. De nieuwe voorstellingsplannen zijn beknopt beschreven waardoor de commissie zich geen goed beeld kan vormen over de originaliteit van de komende plannen. De commissie maakt uit de beknopte omschrijving op dat Gonnelli wil voortborduren op de ervaringen van de afgelopen periode, en neemt klank daarbij als uitgangspunt. De commissie vindt dit gezien het succes van de voorstellingen afgelopen jaren begrijpelijk, maar ook wat voorzichtig omdat de voortrekkersrol die Dadodans op dit moment inneemt in de jeugddans daarmee niet ten volle benut wordt. 

De commissie vindt de artistieke betekenis voor het publiek groot. Gonnelli maakt aansprekende voorstellingen voor peuters die de wereld ontdekken. Door de inventieve omgang met verschillende materialen en geluiden wordt ingespeeld op de zintuigen en het gemoed van het jonge publiek. In een interactieve setting schept Gonnelli een abstract universum, waarin een sterk appel wordt gedaan op de verbeelding. De zintuiglijke benadering geeft blijk van een speelse, onderzoekende en niet-belerende benadering van de doelgroep. Het werk appelleert aan een kinderlijk plezier zonder kinderachtig te zijn, waardoor ook volwassenen geraakt worden. De voorstellingen hebben een goede spanningsboog en timing en kennen een interactief deel, waarbij het publiek zelf kan ervaren en mee kan doen. Zonder verhaal maar met universele thema’s wordt een brede doelgroep bereikt van heel jonge kinderen met of zonder beperking en families. Dat de voorstellingen van Dadodans daadwerkelijk aansprekend zijn voor het beoogde publiek, blijkt ook uit de grote vraag naar de voorstellingen in binnen- en buitenland en hoe de voorstellingen daar met de positieve recensies ontvangen zijn. 

Dadodans wil de komende periode de doelgroep verbreden door familievoorstellingen te gaan maken. Daarnaast wil Gonnelli klank inzetten als artistiek uitgangspunt, participatie vanuit interactie creëren en variëren in de hoeveelheid performers op de vloer. Uit het plan spreekt daarmee de ambitie van Gonnelli om zich artistiek verder te ontwikkelen. De commissie vindt de aanvraag daarnaast goed aansluiten op de tweejarige ontwikkelsubsidie die Dadodans op dit moment ontvangt. De commissie vindt echter dat Gonnelli beperkt reflecteert op wat de plannen voor het bereiken van ook een oudere doelgroep betekent voor haar eigen ontwikkeling als maker. De voorstellingsplannen zijn hierop in inhoud wel aangepast, maar niet duidelijk is wat dit voor de ontwikkeling van het vakmanschap of werkwijze van Gonnelli als choreograaf betekent.
De beoogde nieuwe samenwerkingen met kunstenaars, vormgevers en musici kunnen volgens de commissie waardevol zijn om choreografische ideeën vanuit een andere discipline te benaderen. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan zowel de voorstellingen als aan de eigen artistieke ontwikkeling van Gonnelli. Het vervolg op de experimenten met interactiviteit en publieksopstellingen zal de zeggingskracht van voorstellingen in de ogen van de commissie nog verder versterken. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed. 
Het zijn vooral de voorstellingen op scholen en de educatieve projecten waarmee Dadodans een directe verbinding met de Amsterdamse samenleving legt. Dadodans benut kansen om via de kinderen ook het gezin te raken door workshops te geven die het onderling contact tussen ouder en kind stimuleren. Dadodans bereikt het publiek van kinderen en begeleiders niet zozeer via maatschappelijke thema’s maar door haar pedagogiek (het stimuleren van creativiteit) en de universele, toegankelijke ‘taal’ zonder woorden. De stedelijke verbinding met de samenleving ziet de commissie echter vooral terug in de producties voor komende periode die Dadodans in parken en op pleinen in de wijken gaat ontwikkelen. Met Muziekcentrum Aslan zal worden samengewerkt om families in West en Nieuw-West te bereiken. Daarmee verbindt Dadodans zich in praktische zin met bewoners van de stad. De commissie ziet daarbij geen inhoudelijke vertaling van deze verbinding met de buurt, bijvoorbeeld via stedelijke thema’s die de bewoners in de wijk raken. 

Dadodans bereikt haar publiek goed gespreid over de stad. De helft van de activiteiten en publiek vindt in het Centrum en in Nieuw-West plaats en de rest is verdeeld over de andere stadsdelen. De beoogde spreiding van activiteiten en publiek is realistisch en onderbouwd. De voorstelling Weerklank zal in buurthuizen en op alternatieve locaties worden gespeeld. Dadodans benut daarnaast de bestaande infrastructuur met vaste afnemers zoals Theater De Krakeling, Muziekgebouw aan ’t IJ, CC Amstel, Meervaart Theater, Plein Theater, Internationaal Theater Amsterdam, Podium Mozaïek en het Bijlmer Parktheater. 
Dadodans heeft als eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad. De projecten Tocco en Weerklank zijn ontwikkeld met dit thema in gedachten. De commissie vindt de uitwerking overtuigend en prikkelend. Tocco is een schoolproject/educatief project waarin kinderen leren om samen te werken, elkaar te vertrouwen en respect voor elkaar te hebben. In Weerklank kunnen (groot)ouders en kinderen met allerlei (culturele) achtergronden samen de theatrale/interactieve ervaring beleven. Dadodans richt zich ook nadrukkelijk op publiek met een beperking. De commissie vindt dat de aard van het werk en de uitwerking in deze projecten goed aansluiten bij het thema. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
De opzet van de plannen gericht op de bestaande jonge doelgroep vindt de commissie realistisch en uitvoerbaar. De commissie heeft vertrouwen in het vakmanschap van het kernteam. Gaia Gonnelli weet zowel op artistiek als op zakelijk vlak de juiste mensen aan zich te binden. Waar nodig worden er adviezen ingewonnen bij experts. De artistieke vaardigheid en het vakmanschap van Dadodans vertalen zich in mooie speellijsten, zowel landelijk als internationaal. Voor de verkoop van de voorstellingen wordt samengewerkt met Frontaal Theaterbureau, dat gespecialiseerd is in dans. De producties van Dadodans zijn daarnaast overzichtelijk in technisch en productioneel opzicht. Dit past bij de aard en omvang van de activiteiten en de grootte van de samenstelling van het team.
Dadodans wil meer menskracht in gaan zetten om de hoge werkdruk te verlagen. Er zal ook een nieuwe medewerker voor educatieactiviteiten worden aangenomen. Dit is in de ogen van de commissie passend omdat de jonge doelgroep waar Dadodans zich op richt natuurlijk ouder wordt en Dadodans daarmee in de praktijk steeds een nieuwe jonge doelgroep te bereiken heeft. De commissie maakt kanttekeningen bij het voornemen om ook een oudere leeftijdsgroep te gaan bedienen. Los van de inhoudelijke, artistieke aanpassingen begeeft Dadodans zich in een segment waar veel meer concurrentie is. Hier wordt nauwelijks op gereflecteerd in het plan.
De samenwerking met nieuwe artistieke partners kent risico’s in organisatorische zin, die de commissie in het plan onvoldoende beschreven vindt. De commissie ziet vooral de coproductie met Insomnio als een uitdaging omdat deze organisatie een heel ander profiel heeft dan Dadodans. Wat de gezamenlijke werkwijze wordt is niet duidelijk benoemd. Daarmee vindt de commissie de uitvoerbaarheid van de nieuwe plannen ten opzichte van voorgaande periode minder overtuigend. 

De commissie beoordeelt de bedrijfsvoering van Dadodans als gezond. Dadodans heeft zich in de afgelopen twee jaar met bescheiden middelen doorontwikkeld tot een professionele en in continuïteit werkende organisatie. Het plan om met gelijksoortige organisaties zoals Neverlike en SHARP/ArnoSchuitemaker een kantoor, backoffice en expertise te kunnen delen, is efficiënt. De financiële situatie geeft voldoende basis voor uitvoering van de plannen en er is afgelopen tijd wat eigen vermogen opgebouwd dat de organisatie weerbaarder maakt. Binnen de mogelijkheden wordt redelijk geanticipeerd op het opvangen van risico’s: bij tegenvallers zal er minder personeel worden ingezet, krijgen stagiairs een grotere rol en zullen meer voorstellingen worden hernomen. Een kwetsbaar punt voor de continuïteit in de kleine organisatie vindt de commissie dat het voltallige bestuur in 2020 vervangen moet worden omdat de maximale termijnen zijn bereikt. Hoe Dadodans daarop anticipeert wordt niet benoemd.

De commissie beoordeelt de transparante en inzichtelijke begroting als realistisch en passend bij de plannen. De kosten voor personeel stijgen in lijn met de ambities. Doordat Dadodans veel vaste afnemers heeft en vaak speelt, lukt het om goede eigen inkomsten te behalen, ondanks de lage uitkoopsommen die horen bij het spelen voor een jonge doelgroep. De financieringsmix is goed en de verhouding tussen publieke en private gelden en de eigen inkomsten is in balans. Door het verdwijnen van educatieve steunpunten in het land is het aantal schoolvoorstellingen voor de komende periode afgenomen. Dit wordt mooi gecompenseerd door meer vrije voorstellingen te spelen. 

De doelgroepen die Dadodans beoogt te bereiken zijn in het plan duidelijk geformuleerd. De marketingaanpak richt zich vooral op de ‘beslissers’: de (groot)ouders/begeleiders van kinderen, de leerkrachten, educatiemedewerkers en programmeurs. Het marketingplan is volgens de commissie realistisch en volstaat om via de beslissers de beoogde doelgroepen te bereiken en om de ambities en doelstellingen van Dadodans te realiseren. Dadodans wil meer werk gaan maken van marketingstrategieën via onder andere sociale media en het gebruik van videomateriaal. Dit vindt de commissie vooral passend richting afnemers van de voorstellingen. Doordat de doelgroep uit jonge kinderen bestaat, is educatie een belangrijk onderdeel van de voorstelling en de communicatie daarover. Dadodans combineert de voorstellingen dan ook structureel met een educatiepakket, hetgeen de commissie een goede zet vindt richting programmeurs. De website is overzichtelijk en daaruit blijkt wel dat het educatiebeleid helder naar de afnemers wordt gecommuniceerd.


Diversiteit en inclusie 

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Dadodans heeft in haar plan concrete voornemens geformuleerd om bij te dragen aan de culturele diversiteit van het cultuuraanbod. Dadodans vindt de eigen voorstellingen door de afwezigheid van gesproken taal en de zintuiglijkheid cultuuroverstijgend, en daarmee ook heel geschikt voor kinderen met een taalachterstand. De commissie beaamt dit, maar ziet in thema, vorm of presentatiewijze geen expliciete inzet van Dadodans om een artistiek-inhoudelijke bijdrage te leveren aan de culturele diversiteit van het aanbod. 

Enkele voorstellingen van Dadodans zijn gericht op specifieke stadsdelen zoals Weerklank in West. Daarmee wordt een cultureel divers publiek bereikt. De variëteit van de locaties die Dadodans op het oog heeft vindt de commissie een goede keus om het werk bereikbaar te maken voor een meer cultureel divers publiek. Ook hierin spelen de scholen een grote rol.
Scholen in diverse wijken zullen actief benaderd worden om educatieve activiteiten aan te bieden. Dadodans zal gaan samenwerken met onder andere Muziekcentrum Aslan en Mocca die toegang hebben tot een cultureel diverse doelgroep. Ook wordt samengewerkt met het LKCA om beter inzicht te krijgen in de beoogde nieuwe doelgroepen, en om deze te kunnen bereiken. Omdat de inzet van Dadodans vooral via deze organisaties gebeurt, mist de commissie nog een gerichte strategie van Dadodans zelf, die specifiek is gericht op het bereiken van cultureel divers publiek. 

De visie van Dadodans op en het plan voor diversiteit van het personeelsbestand en bestuur, is beperkt. Dadodans heeft de intentie om de diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur te vergroten. Volgens het plan zal bij de werving van personeel en bestuursleden diversiteit nadrukkelijk deel uitmaken van de profielschets. Dadodans trekt externe expertise aan om de organisatie hierover te adviseren. De commissie vindt de intenties lovenswaardig maar ziet ook dat de beschreven stappen nog gezet moeten worden. 


Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Dadodans te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 94.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Dans.