De Rode Loper op School

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 249.151
Toegekend: € 235.000

Inleiding

De Rode Loper op School biedt cultuureducatielessen voor basisscholen in Amsterdam Oost en omgeving. Deze lessen sluiten aan op het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie en omvatten doorgaande leerlijnen voor groep één tot en met acht in diverse kunstdisciplines. De organisatie geeft aan vraaggericht te werken en het lesaanbod in wisselwerking met de scholen samen te stellen, waarmee cultuureducatie een stevigere plek in het onderwijs krijgt. De lessen worden veelal afgesloten met presentaties. De Rode Loper op School laat jaarlijks ongeveer 17.000 kinderen verschillende kunstdisciplines beoefenen en de werking van kunst ervaren. Door te kijken en luisteren (receptief), zelf te maken (actief), erover na te denken en te praten (reflectief) wil de organisatie kinderen leren zich uit te drukken over hun eigen leefwereld en over maatschappelijke thema’s. Met een team van kunstenaars met diverse achtergronden wil de Rode Loper op School kunst dichtbij brengen, door nauw samen te werken met culturele instellingen uit de buurt. De organisatie is verankerd in stadsdeel Oost en streeft naar omgevingsgerichte cultuureducatie.

In de periode 2021-2024 wil de organisatie per jaar onder andere gemiddeld 25 scholen op maat adviseren bij het opstellen en concretiseren van hun programma’s cultuureducatie; interne cultuurcoördinatoren ondersteunen; 30 kunstdocenten begeleiden en trainen en met 15 culturele instellingen samenwerken. Zij beoogt jaarlijks minimaal 30 programma’s rond acht kunstdisciplines te ontwikkelen, waarbij thematiek rond diversiteit en inclusie structureel wordt opgenomen in de programmering en minimaal 3 nieuwe programmapilots ontwikkeld worden waarbij diversiteit en inclusie centraal staan. De programmering voor het Speciaal Onderwijs zal worden uitgebreid en verdiept. De organisatie gaat bijdragen aan een goede afstemming tussen binnen-en buitenschools aanbod en het KunstLabs voor Kanjers voortzetten in samenwerking met de Talententent van Dynamo en andere partners. Tot slot zal de Rode Loper op School cultuureducatieaanbod en publiekspresentaties realiseren binnen het Cultuurhuis Oost en in 2022 en 2024 KinderKunstBiënnales initiëren.

De Rode Loper op School ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 204.228 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 249.151 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De organisatie formuleert een heldere cultuureducatieve visie die de meerwaarde van kunst in het onderwijs in het algemeen en voor de individuele leerling in het bijzonder weergeeft. De Rode Loper op School werkt dit naar de mening van de commissie uit naar een rijk en gefundeerd kunstmenu, bestaande uit actieve en receptieve kunsteducatie. De commissie vindt dit aanbod degelijk, goed uitgewerkt en overtuigend geborgd in het onderwijs. Wel merkt zij op dat het plan weinig artistieke uitwerking of prikkelende voorbeelden biedt over de manier waarop het vraaggerichte werken wordt vormgegeven. Een heldere artistiek-inhoudelijke beschrijving van wat er onder maatwerk wordt verstaan, ontbreekt eveneens. Typerend voor de artistieke eigenheid van de organisatie is dat zij via gebiedsgebonden cultuureducatie kinderen in Amsterdam Oost in contact brengt met hun culturele leefomgeving. Dit vindt de commissie een sterk en aansprekend concept. De projecten dragen zo binnen hun artistieke betekenis ook bij aan een historisch en hedendaags cultureel besef.

Het plan gaat niet specifiek in op de culturele interesses van de doelgroep maar wel op de leefwereld van het kind. Naar het oordeel van de commissie sluit het plan daarop aan. Het aanbod is namelijk veelzijdig en wordt uitgevoerd in verschillende kunstdisciplines en vormen, zodat elke leerling zich ergens in herkent ongeacht diens culturele of sociaal-economische achtergrond. Het artistieke plan legt via de gebiedsgebonden cultuureducatie een verbintenis met de geschiedenis, de culturele instellingen en de zaken die in buurt van de leerlingen spelen, en spreekt de leerlingen naar mening van de commissie daarmee aan. Zo verbreden de kinderen hun kijk op hun eigen omgeving en leren ze op een andere manier naar zichzelf en de (cultuur van een) ander te kijken. Het plan is daarmee volgens de commissie aansprekend en betekenisvol voor de beoogde doelgroep. De radicale, echt participatieve methodiek waarmee De Rode Loper op School publieksgroepen wil bereiken door middel van verbindende en spraakmakende culturele activiteiten, vindt de commissie een interessant voornemen. Zij is van mening dat dit een betekenisvolle verrijking van de meer gefundeerde methodiek van de Rode Loper op School kan bieden.

De Rode Loper op School reflecteert in haar plan op de voorgaande periode en relateert daar beknopt een artistieke/cultuureducatieve ontwikkeling aan. De verlegging van aparte kunstdisciplines naar multidisciplinair werken en het kinderen aanleren van specifieke vaardigheden naar ontwikkeling van het artistiek-creatief vermogen van de leerling, maken daarvan onderdeel uit. De commissie ziet hierin een voldoende passende ontwikkeling en focusverlegging van aanbodgerichte naar vraaggerichte programma’s. Daarbij speelt de organisatie in op actuele thema’s in het onderwijs zoals burgerschap, cultureel erfgoed, duurzaamheid, mediawijsheid en nieuwe technologie. Een overtuigende ontwikkeling vindt de commissie de innovatieve internationale opzet van een tweejaarlijkse KinderKunstBiënnale. Hoewel de ontwikkeling ervan nog in een pril stadium is, kan de komende jaren ook Cultuurhuis Oost, dat de Rode Loper op School samen vormt met partners Nowhere, Framer Framed, Podium Partners en Q-Factory, een aanjager voor artistieke ontwikkeling van De Rode Loper worden.
Het plan benoemt dat de organisatie in tijd en geld ruimte zal maken voor bijscholing en training. Behalve voor docenten in het speciaal onderwijs wordt dit niet uitgewerkt naar concrete mogelijkheden voor de artistieke leiding en uitvoerenden om zich professioneel te ontwikkelen.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De Rode Loper verbindt zich naar mening van de commissie zowel inhoudelijk als praktisch overtuigend met de (bewoners van) stad. De Rode Loper verbindt via kunsteducatieve wijkprojecten de sectoren kunst, onderwijs en het sociaal domein met elkaar. Hierbij wordt waar relevant ook met maatschappelijke partners samengewerkt. Deze verbinding blijkt bijvoorbeeld uit het project Een tas vol vergeten woorden. Hierin gaan kinderen op bezoek bij zorginstellingen om te zoeken naar bijzondere en verdwenen woorden van ouderen en leren ouderen de nieuwe straattaal. Ook richt de Rode Loper op School zich op programma’s rondom stedelijke vraagstukken als burgerschap, cultureel erfgoed en duurzaamheid. Goede voorbeelden hiervan vindt de commissie de jaarlijkse Kinderherdenking Slavernijverleden (in samenwerking met NiNsee) en de Herdenking Februaristaking bij de Dokwerker. Het op een artistieke manier uitdiepen van stedelijke thema’s en het gezamenlijk beleven van gedeelde geschiedenis in hun directe omgeving, draagt naar de mening van de commissie sterk bij aan het beter aarden van kinderen en bewoners in hun buurt. In de samenwerking East-Oost-Ost wordt er door kinderen uit drie Europese hoofdsteden ook in een internationale context artistiek onderzoek naar grootstedelijke vraagstukken gedaan.

Het grootste deel, circa 80%, van de activiteiten van De Rode Loper op School vindt plaatst in het stadsdeel Oost. Daarnaast zijn er activiteiten in het centrum en enkele in Nieuw-West. Hiermee draagt de organisatie in de ogen van de commissie overtuigend bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. Dit wordt door De Rode Loper op School onderbouwd met realistische en haalbare plannen, die in lijn liggen met de resultaten uit het verleden.

De Rode Loper op School kiest voor het thema de Leefbare stad. Dit vindt de commissie passend bij de activiteiten. Zij ziet dat de organisatie met haar activiteiten bijdraagt aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving voor bewoners. Het thema is verweven door de hele aanvraag en de uitwerking ervan overtuigt de commissie. De projecten leiden naar mening van de commissie tot betrokkenheid van kinderen en hun ouders bij hun buurt en stedelijke vraagstukken, wat de sociale cohesie en hun burgerschap versterkt.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Het track record van de organisatie, eerder behaalde resultaten en het opgebouwde netwerk geven de commissie vertrouwen in een gedegen uitvoering van het ondernemingsplan. Het naar de mening van de commissie overtuigende artistieke vakmanschap van de organisatie is terug te zien in de inhoudelijke kwaliteit van het aanbod. Ook op zakelijk en productioneel vlak toont het track record afdoende deskundigheid. Het bereik van zo veel scholen en leerlingen vraagt om een goede organisatie. De commissie vindt het knap dat er met een relatief kleine organisatie op kwantitatief niveau zulke hoge resultaten geboekt worden. Voor de grote nieuwe projecten als de KinderKunstBiënnale en Cultuurhuis Oost vindt de commissie de organisatie echter verhoudingsgewijs klein van omvang. Hoewel er concrete en potentiële partners bij de organisatie betrokken zullen worden, maakt dit de organisatie enigszins kwetsbaar en de plannen in de ogen van de commissie mogelijk niet geheel realistisch en uitvoerbaar.

De bedrijfsvoering van de Rode Loper op School is gezond genoeg om de beoogde activiteiten ten uitvoer te brengen. In het ondernemingsplan toont de organisatie zich bewust van de kwetsbaarheid van een kleine subsidieafhankelijke organisatie. De commissie vindt het positief dat de organisatie blijft inzetten op duurzame relaties met het onderwijs om niet te zwaar op subsidie te leunen. Zij constateert daarbij dat de organisatie alert is op de werkbelasting en het welzijn van het team. Wel ziet de commissie nog een risico in het kleine en daarmee kwetsbare bestuur. Ook reflecteert het plan niet op de opvolging van de zeer ervaren en voor de organisatie belangrijke directeur, die de pensioengerechtigde leeftijd nadert. De Rode Loper op School is financieel gezond; de bedrijfsmatige staat van de organisatie is stevig. De afgelopen jaren is het eigen vermogen door goede exploitatieresultaten flink gestegen. Het plan licht niet toe wat de reden is van deze forse structurele stijging van de reserves in 2017-2019. De commissie had hier graag toelichting op gezien voor een realistische beoordeling van de mate van subsidiebehoefte.

De begroting vindt de commissie summier opgesteld. Wel acht de commissie deze op de gepresenteerde hoofdlijnen realistisch en passend bij het plan. Aan de kostenzijde meent de commissie dat het bedrag voor deskundigheidsbevordering opmerkelijk laag is. Omdat niet beschreven is wat deze inhoudt, kan zij niet beoordelen of dit passend is. Aan de batenzijde ziet de commissie een redelijk gevarieerde, passende financieringsmix. Naast de gevraagde subsidie laat de begroting goede publieksinkomsten, een bijdrage vanuit het internationale uitwisselingsproject EAST-OOST-OST, inkomsten vanuit Cultuurhuis Oost en overige inkomsten zien. Deze post overige inkomsten vindt de commissie te weinig ambitieus ingeschat ten opzichte van de veel hogere realisatie ervan in 2017 en 2018. Zij mist hierop een toelichting en meent dat er hogere overige inkomsten gerealiseerd kunnen worden.

De commissie vindt het marketingplan realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. De Rode Loper kent zijn verschillende doelgroepen en weet deze in het marketingplan helder te beschrijven en te bereiken: leerlingen, ICC’ers, leerkrachten, kunstenaars en culturele instellingen. Er is naar mening van de commissie sprake van op de doelgroep afgestemde, passende activiteiten die goed werken als marketinginstrument voor het onderhouden van relaties en persoonlijk contact met het onderwijs. Het tonen van de resultaten van leerlingen via diverse kanalen, waaronder in de publieke ruimte en de publicaties, vergoot de zichtbaarheid van de organisatie, aldus de commissie. Om de zichtbaarheid van de Rode Loper op School verder te vergroten, had naar mening van de commissie in het marketingplan nog specifieker ingegaan kunnen worden op het buitenschoolse bereik.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De organisatie streeft naar een divers aanbod waar elk kind zich in herkent. Met de cultuureducatieve projecten wil de aanvrager een bijdrage leveren aan het besef van leerlingen dat zij in een multiculturele samenleving leven. De commissie ziet dit in het huidige aanbod van De Rode Loper op School terug in de thematiek en inhoud van enkele projecten, waarin ook niet-westerse kunstvormen en niet-westerse kunstenaars een plek hebben. De organisatie wil dit de komende Kunstenplanperiode meer aandacht geven en onder andere thematiek rond diversiteit en inclusie structureel in de programmering opnemen. Ook worden er jaarlijks minimaal drie nieuwe programmapilots ontwikkeld waarbij diversiteit en inclusie centraal staan. De commissie vindt de in het plan genoemde adviesraad, waarmee de organisatie actuele thema’s en vraagstukken rondom inclusie en diversiteit doorneemt, en passende samenwerkingspartners als Nowhere, NiNsee en Tropenmuseum een goede doorontwikkeling van de reeds aanwezige artistieke bijdrage aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod.

De Rode Loper op School bereikt met haar activiteiten de komende periode jaarlijks circa 15.000 kinderen op 75% van de scholen voor primair onderwijs in Oost. Ook betrekt de organisatie de ouders bij de uitvoering van haar plannen. Gezien de cultureel diverse samenstelling van stadsdeel Oost, draagt De Rode Loper op School volgens de commissie met haar plannen overtuigend bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad.

De organisatie heeft een visie op de diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur, waarbij vergroting van de diversiteit voorop staat. Het plan hiervoor overtuigt de commissie het meest op het gebied van de kunstdocenten. De Rode Loper ziet de kunstdocent als rolmodel voor leerlingen en werkt met een reeds enigszins divers docentenbestand. Het wil deze diversiteit uitbreiden naar minimaal vier verschillende culturele achtergronden door actief te werven bij Stichting de Werkelijkheid en bij opleidingen als de Master Kunsteducatie, de BIK-opleiding en de Reinwardt Academie. Dit vindt de commissie goede stappen en er is gekozen voor passende partners om het doel te bereiken. De commissie heeft veel vertrouwen in de samenwerking met Stichting De Werkelijkheid. Voor de grotendeels nog niet diverse dagelijkse staf en het bestuur ziet de commissie een goed bewustzijn bij de aanvrager en de intrinsieke wens hier verandering in aan te brengen. Concrete doelstellingen en daaraan verbonden acties ontbreken echter in het plan.


Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van de Rode Loper op School te honoreren voor gemiddeld € 235.000 per jaar.
Dit is een iets lager bedrag dan het gevraagde vanwege de naar de mening van de commissie te behoudend ingeschatte post overige inkomsten en de in de afgelopen jaren structureel sterk gestegen reservepositie.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.