De Warme Winkel

Theater
Aangevraagd: € 250.000
Toegekend: € 220.000

Inleiding

De Warme Winkel is een collectief opererend Amsterdams theatergezelschap. De artistieke kern wordt gevormd door Mara van Vlijmen, Vincent Rietveld, Florian Myjer en Ward Weemhoff. Ook een grote aantal technici, ontwerpers, spelers, muzikanten en eindregisseurs behoort tot de groep. Het theater van De Warme Winkel is volgens het gezelschap extreem en toegankelijk, zowel op kleine schaal als voor de grote zaal. Het gezelschap maakt producties voor zowel de creatieve voorhoede als voor een breed publiek.
De Warme Winkel zegt te staan voor branie en autonomie en wil over alle mogelijke grenzen gaan. Het gezelschap wil met discursief, dansant en/of dadaïstisch werk artistieke radicaliteit in de stad brengen. De Warme Winkel speelt in de schouwburg, maar ook in kraakpanden, galeries, loodsen, de open lucht, vlakkevloerzalen en op het Holland Festival. De Warme Winkel bespeelde in de vorige periode twaalf podia in de stad, waarvan twee in Noord, waar tevens het kantoor is gevestigd.

De Warme Winkel wil in de periode 2021-2024 producties maken voor op locatie, de grote zaal en voor de vlakkevloerzalen. Het collectief zegt grote ‘undercover blockbusters’, te maken waarbij vermaak en intellectuele verdieping naadloos in elkaar overgaan. Daarnaast streeft het naar radicaal theater voor fijnproevers, waarin theaterconventies worden gedeconstrueerd. De Warme Winkel biedt nieuwe makers de mogelijkheid onder zijn vleugels werk te ontwikkelen. In Amsterdam wil het gezelschap de komende jaren constanter aanwezig zijn. Samen met andere theatercollectieven zoekt de groep naar een vaste basis om vanuit deze plek de rest van de stad en de wereld te veroveren.

De Warme Winkel ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 212.184 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt De Warme Winkel bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 250.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De Warme Winkel heeft volgens de commissie een heldere signatuur en een sterke artistieke eigenheid. De commissie vindt het werk van De Warme Winkel zeer eigenzinnig en van een hoog niveau van spelen en maken. Het collectief is veelzijdig en onvoorspelbaar. Niets is heilig of wordt geschuwd, er is sprake van een voortdurende zoektocht waarbij breed wordt geput uit oeuvrestukken als de stand van politiek en kunst, liefde voor geschiedenis en literatuur. De commissie vindt dat De Warme Winkel vanuit de hem karakteriserende eigenheid de grote zaal bestormt. De ‘undercover blockbusters’ die daar worden gebracht, resulteren volgens de commissie in prikkelend werk, dat tegen het toegankelijke en amuserende aanschurkt om vervolgens te verwarren en uit te dagen, zonder het artistieke risico uit de weg te gaan. Deze paradoxale werking van De Warme Winkel vindt de commissie een grote en unieke kracht. De commissie vindt de beoogde voorstellingen van De Warme Winkel voor de komende periode enthousiasmerend, en boordevol originele ideeën, zoals Versailles, met als ondertitel: een pompeus kostuumconcert als uitzwaai aan de dominantie van de witte man.  

De Warme Winkel toont in zijn plannen een overtuigende visie op wat de aanvrager voor wie maakt en op de impact die het wil hebben op het beoogde publiek. Het collectief omschrijft zijn publiek als enerzijds betrokken theater-veelvraten en daarnaast een groep vaak jonge mensen, van creatieven tot intellectuelen, die net zo graag tot nadenken wordt gestemd als dat ze worden vermaakt. Het artistieke plan sluit daarop aan. De commissie ziet dat De Warme Winkel l'art pour l'art niet schuwt, maar het publiek goed weet te bespelen door ‘incognito’ werk voor het brede publiek te maken. Daarbij wordt de constructie van hun toegankelijke verleiden ook nog eens transparant getoond. De kijker weet dat hij in de val wordt gelokt en lekker wordt gemaakt met iets wat maar deels verkregen gaat worden. Het gezelschap verbergt dat niet, maar legt het bloot en maakt er vervolgens gebruik van. De commissie vindt dat dat zorgt voor een grote artistieke betekenis voor het publiek. Bezoekers gaan uiteindelijk altijd weg met meer dan wat zij hadden verwacht. De Warme Winkel weet het publiek mee te nemen in zijn eigenzinnige producties, die vaak inhoudelijk complexe en sterk geëngageerde voorstellingen zijn. 

De commissie vindt dat De Warme Winkel zich artistiek sterk ontwikkelt. Het collectief wil relevant zijn en blijft zichzelf vernieuwen. De artistieke ontwikkeling zit allereerst in de gekozen richtingen, inhoud en vorm. Uit de reflectie op afgelopen periode blijkt dat De Warme Winkel de laatste jaren meer en meer expliciet producties is gaan maken vanuit de vraag welke kant de wereld de komende decennia op gaat. Daar bouwt het collectief de komende jaren op voort. Reflectie op de inhoud zit verweven in de voorstellingen, bij elke beschrijving van een voorstelling wordt teruggegrepen op een eerdere voorstelling. De producties tonen allen een groot (verborgen) engagement, met als ultieme uitkomst het genre de ‘undercover blockbuster’. Zo blijft De Warme Winkel zich steeds vernieuwen, zowel inhoudelijk als in vorm. 
De Warme Winkel blijft zichzelf ook artistiek vernieuwen door wijzigingen in samenstelling van het collectief. Zo wordt in komend kunstenplan Florian Myjer als waardevolle jonge maker toegevoegd aan de artistieke kern. Myjer put volgens De Warme Winkel ook uit zijn liefde voor geschiedenis en literatuur en hang naar originaliteit en heeft daarnaast een sterke podiumprésence heeft.  
De commissie vindt dat de organisatie deze toevoeging aan de artistieke kern passend bij de artistieke signatuur van De Warme Winkel is gemotiveerd. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De Warme Winkel verbindt zich volgens de commissie vooral inhoudelijk met de stedelijke samenleving, doordat het collectief op overtuigende wijze grootstedelijke thema’s aankaart. De groep wil zich meer profileren als stadsgezelschap van Amsterdam en stelt stedelijke thema’s zoals gentrificatie aan de orde. Een voorbeeld daarvan is De Hunt, waarin de groeiende kloof tussen de hoogopgeleiden en de laagopgeleide onderklasse onderzocht wordt. Het project Tourisme biedt audio tours waarin het publiek wordt meegenomen op een wandeling die laat zien hoe het toerisme de stad verandert. De organisatie uit de wens om jongeren en professionals te bereiken, maar beschrijft geen voornemens om een directe verbinding aan te gaan met bewoners. Ook benoemt De Warme Winkel in zijn plan geen maatschappelijke samenwerkingen via welke het collectief zich zou kunnen verbinden met de bewoners van de stad of buurt waarin het is gevestigd.

Het plan van De Warme Winkel draagt in de ogen van de commissie beperkt bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. Bijna alle voorstellingen en activiteiten van De Warme Winkel vinden namelijk plaats in het centrum of in Zuid, waar het meeste publiek wordt bereikt, met name door de voorstelling in het Amsterdamse Bostheater. De komende jaren wil De Warme Winkel constanter aanwezig zijn in de stad, op nog meer plekken opduiken en zo onontkoombaar zijn voor een breed publiek. Dat wil De Warme Winkel met name doen via de kleinere locatievoorstellingen, zoals de voorstelling Casting, die zal reizen langs studio’s in de stad. De commissie constateert dat het plan hiervoor nog geen speelplekken benoemt. Daarnaast noemt de organisatie wel te willen proberen om in het Bijlmer Parktheater en De Meervaart te spelen. De commissie vindt daarmee nog weinig duidelijk in hoeverre De Warme Winkel de komende periode zichtbaar zal zijn in andere delen van de stad dan centrum en Zuid. 

De Warme Winkel heeft als eigen accent gekozen voor het thema Wereldstad. Het plan van De Warme Winkel sluit hier in de ogen van de commissie op aan. Dat komt vooral tot uitdrukking door de thematiek van een aantal voorstellingen van De Warme Winkel, zoals het vangen van de tijdgeest van de Europese monocultuur in het project met de Instant Composers Pool. De bijdrage aan festivals zoals het Holland Festival en Festival Boulevard en de ondersteuning van Dutch Performing Arts zorgen voor internationale uitstraling. 
Met sterke coproductiepartners voor de grotezaalproducties, zoals HAU in Berlijn, Theatre Garonne in Frankrijk en De Singel in Antwerpen, bouwt De Warme Winkel aan een uitbreiding van de internationale uitwisseling. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De Warme Winkel heeft volgens de commissie een mooie staat van dienst en heeft de afgelopen jaren laten zien dat zij zowel in de grote zaal als in het vlakkevloertheater werk kan maken. De commissie vindt de artistieke kern zeer getalenteerd. Ondanks de vele personeelswisselingen in de afgelopen periode blijft de organisatie goed presteren en weet zij haar continuïteit op het artistieke vlak te waarborgen. De organisatie is in de ogen van de commissie flexibel en gedegen. Met de komst van de nieuwe zakelijk leider is De Warme Winkel organisatorisch en op het gebied van beheer en financiële controle sterk verbeterd. De commissie vindt dit vertrouwenwekkend. De Warme Winkel maakt in de nieuwe periode per jaar een grote productie, twee vlakkevloervoorstellingen en twee producties met jonge makers. Het aantal producties en de (financiële) omvang is gebaseerd op de ervaringen van de afgelopen jaren. De plannen van het gezelschap zijn in de ogen van de commissie wat betreft werkwijze, organisatie en omvang realistisch en uitvoerbaar. 

De organisatie is naar het oordeel van de commissie financieel stabiel en heeft een gezonde bedrijfsvoering. De afgelopen jaren is het collectief in staat gebleken om positieve exploitatieresultaten te behalen. De organisatie beschikt over een groot eigen vermogen om tegenvallende resultaten op te vangen. Deze reserve is niet geoormerkt voor specifieke bestemmingen. De Warme Winkel heeft volgens de commissie een helder beeld van de bedrijfsmatige risico's, zoals het feit dat de kosten altijd voor de baten uitgaan. De commissie ziet dat de organisatie goed anticipeert op mogelijke financiële risico’s en zoekt naar manieren om de bedrijfsvoering te versterken. Reserves zijn bijvoorbeeld aangewend om te investeren in technische apparatuur. Hiermee is het collectief minder afhankelijk van inhuur van deze apparatuur, hetgeen ook besparingen oplevert. Ook voorziet De Warme Winkel zich van voldoende garanties van coproducenten, waarmee de kosten voor de buitenlandse tournees kunnen worden gedekt. Dat de productie in het Amsterdamse Bostheater al op voorhand op het niveau van 2019 is begroot in het resultaat, vindt de commissie wel risicovol. Een locatieproductie kan door weersomstandigheden zomaar veel minder bezoekers trekken. Dit ziet de commissie echter als een beperkt risico omdat zij er vertrouwen in heeft dat De Warme Winkel via het Blockbusterfonds voldoende garanties kan krijgen voor dit grotere project. 

De begroting is in de ogen van de commissie realistisch en passend bij de omvang van de plannen. De kosten passen bij de voorgenomen activiteiten. Die activiteiten variëren sterk in omvang en leiden daarmee tot verschuivingen binnen de begroting door de jaren heen. Het plan is duidelijk over de verdeling van de vergoedingen binnen de personele activiteitenlasten: het gezelschap betaalt mensen die zij in loondienst neemt conform cao en bij zzp’ers gaat zij uit van een bedrag dat hoger ligt dan wat de cao als norm noemt. De commissie vindt het lovenswaardig dat het collectief op deze manier invulling geeft aan fair pay.
De commissie vindt dat De Warme Winkel veel eigen inkomsten weet te verwerven. De financieringsmix is heel divers. Er wordt ingezet op een verhoging van de private fondsen, waardoor een goede verhouding in de financieringsmix ontstaat ten opzichte van de publieksinkomsten en de publieke subsidies. De organisatie geeft aan dat meer talentontwikkeling en meer kleine zaal voorstellingen leiden tot lagere publieksinkomsten. De commissie ziet dit met name gecompenseerd in een grotere subsidieafhankelijkheid van publieke fondsen ten opzichte van voorgaande periode. Zij constateert dat het plan weinig motiveert waarop De Warme Winkel de aan het AFK gevraagde subsidieverhoging baseert. Mede in het licht van het aanzienlijke vrij besteedbare eigen vermogen waaraan geen bestemming is gegeven, ziet de commissie geen aanleiding voor een hogere bijdrage van het AFK. 

De commissie vindt het marketingplan passend om het beoogde publiek te bereiken. De organisatie kent een grote ‘fan-base’ en heeft een helder beeld wie haar publiek is. De Warme Winkel benoemt als doelgroepen enerzijds betrokken theater-veelvraten en daarnaast een groep van vaak jonge mensen, van creatieven tot intellectuelen. De marketing is daar overtuigend op ingericht. Het collectief gelooft in het ‘maken’ van publiek en richt zich in haar marketing op acties die zowel het ‘merk’ De Warme Winkel versterken als aansluiten bij het onderwerp van de voorstelling.  Dit vindt de commissie passend bij de theatrale wijze van het gezelschap: brutaal en extreem. Zo ontstaat er volgens de commissie vaak een speciale nieuwsgierigheid rondom een productie van De Warme Winkel. De ‘undercover blockbusters’, waarbij het publiek wordt verleid op basis van titel van de voorstelling te komen kijken, passen goed bij deze marketingstrategie. Door slimme technieken - bij Moskou op sterk water konden de kaarten bijvoorbeeld alleen gekocht worden via een sms-robot - creëert het collectief daarnaast een directere lijn in het contact met zijn publiek. De sms-robot is verbonden met het crm-systeem van het gezelschap, waardoor aan een eigen database met publieksgegevens gebouwd wordt. Deze extra moeite die de organisatie doet om zelf kaarten te verkopen en zo meer kennis over de achterban op te bouwen, juicht de commissie toe. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Het plan draagt in artistieke zin beperkt bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. De Warme Winkel verhoudt zich volgens de commissie in haar werk intensief tot de (cultuur)geschiedenis, wat volgens de commissie volop mogelijkheden biedt om cultureel divers te programmeren. De commissie ziet dit in de voorstellingen voor de komende periode echter nauwelijks terug in thematiek, vormen of repertoire. Enkel de productie Bossywood, een Bollywood-achtig liefdesverhaal over ‘cultural appropriation’, kan volgens de commissie beschouwd worden als een bijdrage aan een cultureel divers aanbod.   

Het plan draagt volgens de commissie nauwelijks bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Het collectief gaat zich, zowel in de kleine als de grote zaal en met de voorstelling in het Amsterdamse Bos, richten op een breder publiek. Hierbij wordt min of meer aangenomen dat dit publiek ook cultureel diverser van samenstelling zal zijn. Dit vindt de commissie een te vanzelfsprekende veronderstelling. In het plan wordt slechts in algemene termen gesproken over het daadwerkelijk bereiken van een cultureel divers publiek. Het ontbreekt naar de mening van de commissie aan aandacht voor dit onderwerp en aan een gericht plan om een meer cultureel divers publiek te bereiken.

De organisatie heeft een visie op de diversiteit van het personeelsbestand en bestuur/toezicht, maar de commissie vindt het plan op dit punt weinig overtuigend. Zij constateert dat de leiding van de Warme Winkel op dit moment niet divers is samengesteld. Daarin wil het gezelschap wel verandering brengen, maar het slaagt daar naar eigen zeggen niet goed in. Voor het bestuur is een juniorbestuurslid geworven met een cultureel divers profiel. Hierbij is het gezelschap geholpen door een wervings- en selectiebureau dat mede tot speerpunt heeft om diversiteit op de werkvloer te bevorderen. De Warme Winkel heeft de intentie vaker met dit bureau te werken en wil vacatures ook buiten de geijkte plekken als Culturele Vacatures en de Theaterkrant publiceren. Tot op heden heeft dit naar eigen zeggen weinig opgeleverd. Het gezelschap geeft aan dat bij een deel van de recente projecten is gewerkt met cultureel diverse spelers, maar een verdere beschrijving van de aard en omvang van die samenwerkingen ontbreekt. 


Conclusie

De commissie stelt vast dat De Warme Winkel niet voldoende motiveert waar de gevraagde subsidieverhoging ten opzichte van voorgaande periode op gebaseerd is. Mede in het licht van het aanzienlijke vrij besteedbare eigen vermogen waaraan geen bestemming is gegeven, ziet de commissie geen aanleiding voor een hogere bijdrage van het AFK. 
De commissie adviseert de aanvraag van De Warme Winkel daarom gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 220.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.