Sphinx Art Productions
Inleiding
Sphinx Art Productions (hierna: de Sphinx) organiseert jaarlijks het Festival Cinéma Arabe. Dit filmfestival startte in 2004 en wordt sinds 2013 jaarlijks georganiseerd in filmhuis Rialto en overige locaties in de stad waaronder De Balie, Studio/K en Podium Mozaïek. Het festival presenteert een programma van films uit het Arabische taalgebied en de Arabische diaspora. Het festival presenteert jaarlijks gemiddeld dertig tot 35 recente speelfilms, korte films en documentaires van cineasten met een Arabische achtergrond en films van biculturele en westerse makers die op hun eigen manier naar de Arabische wereld kijken. Het gaat voor het grootste deel om films die voor het eerst in Nederland te zien zijn, vaak zijn het ook Europese of wereldpremières. Naast het eigenlijke filmprogramma organiseert de stichting tevens participatieve en educatieve programma’s en een maandelijks Cinéma Arabe Special-programma. De Sphinx onderneemt haar activiteiten vanuit Amsterdam. De diverse context van de stad, waar een substantieel aantal bewoners met een Arabische achtergrond leeft, is de belangrijkste aanleiding voor de activiteiten die de stichting ontplooit in Amsterdam.
In het kader van Cinéma Arabe Special wil de Sphinx samenwerkingsverbanden aangaan die het draagvlak van het festival verbreden en meerwaarde geven aan de stad. Samenwerkingspartners zijn Cinema Asia, Marmoucha en het Nederlands Blazers Ensemble en er worden nieuwe projecten gerealiseerd met Pakhuis de Zwijger en Podium Mozaïek. Deze samenwerkingsprojecten zullen resulteren in avonden met muziek en debat in combinatie met film.
Sphinx Art Productions ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€ 135.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De hoofdactiviteit van de Sphinx, het Festival Cinéma Arabe, is één van de weinige Nederlandse filmfestivals die zich exclusief richt op films uit de Arabische wereld en diaspora. Daarmee onderscheidt het festival zich duidelijk van andere filmfestivals in Amsterdam en daarbuiten, al bieden festivals als IDFA en IFFR ook een breed scala aan Arabische films. De commissie vindt de vertoonde films op zichzelf van goede kwaliteit en in veel gevallen is Cinéma Arabe de enige plek in Amsterdam waar ze te zien zijn. Niettemin weet het ingediende ondernemingsplan de commissie niet geheel te overtuigen, omdat er geen duidelijke artistieke signatuur uit naar voren komt. Het festival zegt een podium te willen bieden voor kritische films die in het thuisland niet mogen worden vertoond. Daarbij heeft het aandacht voor actuele ontwikkelingen in de Arabische wereld en in Europa, voor zover deze zijn gerelateerd aan de Arabische wereld. Zo hoopt het festival bij te dragen aan een evenwichtige beeldvorming van de Arabische wereld. Dit is in de ogen van de commissie vooral een maatschappelijke motivatie. De onderliggende artistieke uitgangspunten en kaders komen in het plan onvoldoende uit de verf. De Sphinx stelt dat het films met een onderscheidende beeldtaal toont, en dat deze beeldtaal een eigen artistiek stempel op de film drukt. In de ogen van de commissie wordt dit te weinig concreet ingevuld. De Sphinx maakt in de aanvraag niet helder hoe het festival op artistiek niveau kijkt naar huidige ontwikkelingen in de Arabische cinema en hoe het hier in het festival op inspeelt. De commissie vindt het verder opvallend dat er in het plan nauwelijks een verbinding wordt gelegd met Nederlandse makers van Arabische komaf. Ze vindt het een gemiste kans dat het festival geen artistiek-inhoudelijke aansluiting zoekt bij een jongere generatie Nederlandse makers met Arabische wortels.
De Sphinx zegt zich met Festival Cinéma Arabe te richten op wereldcinemaliefhebbers, en specifiek op een jonge doelgroep met een biculturele achtergrond. Het festival heeft in de ogen van de commissie echter het karakter van een traditioneel filmfestival dat zich op een specifieke regio richt. Op basis van het plan verwacht de commissie dat het programma aansluiting vindt bij een wat oudere doelgroep van liefhebbers van arthousefilms. Het plan maakt onvoldoende duidelijk hoe de Sphinx in de programmering inhoudelijk inspeelt op de behoefte en culturele interesses van de jongere biculturele doelgroep.
De Sphinx heeft het festival in de afgelopen jaren in afgeslankte vorm georganiseerd en de editie 2018 is komen te vervallen. De commissie begrijpt dat het wegvallen van subsidie weerslag heeft gehad op de organisatie van het festival, maar het ondernemingsplan geeft te weinig zicht op hoe de Sphinx zich sinds het wegvallen van die subsidie zichzelf opnieuw wil uitvinden en wil ontwikkelen. De commissie is van mening dat de organisatie al lange tijd leunt op één individuele artistieke visie en dat er in het plan onvoldoende wordt gereflecteerd op de betekenis daarvan voor de brede artistieke ontwikkeling van het festival.
De Sphinx formuleert voor de periode 2021-2024 een aantal nieuwe plannen. Zo zal in samenwerking met Marmoucha, het Nederlands Blazersensemble en Podium Mozaïek, muziek een grotere rol gaan spelen in de programmering. In het plan wordt echter mager onderbouwd waarom juist muziek zo’n prominente rol zal spelen in het programma. Een andere belangrijke activiteit van de Sphinx is Cinéma Arabe in de buurt. Het festival borduurt hiermee voort op buurtprogramma’s die het heeft gerealiseerd. Op zichzelf vindt de commissie het positief dat de Sphinx zich nadrukkelijker in de buurten wil manifesteren om zo een publiek te bereiken dat het festival in Rialto niet gemakkelijk weet te vinden. Er ontbreekt een concrete artistiek-inhoudelijke invulling van deze programmareeks. In het algemeen heeft de commissie de indruk dat er geen grote koerswijzigingen zijn en dat er inhoudelijk op dezelfde voet wordt doorgegaan als in de afgelopen edities. Een overtuigende reflectie op de eigen artistieke ontwikkeling in verleden, heden en toekomst ontbreekt in de aanvraag. Er worden veel verschillende activiteiten benoemd, maar een overtuigende rode draad of overkoepelende samenhangende artistieke visie ontbreekt in het plan, volgens de commissie.
De Sphinx stelt dat de artistiek leider in de afgelopen jaren in een afgeslankte organisatie veel organisatorische taken heeft moeten oppakken. In de komende jaren wil de Sphinx de organisatie verstevigen. De Sphinx stelt dat op die manier de artistiek leider de mogelijkheid krijgt zich meer te focussen op diens artistieke ontwikkeling, onder andere door internationale festivals te bezoeken en masterclasses en workshops te doen. De commissie snapt dat de mogelijkheden van de kleine organisatie op dit vlak beperkt zijn, maar vindt dat de Sphinx zich te nadrukkelijk op de ontwikkeling van slechts één persoon richt.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De Sphinx maakt onder andere verbinding met de stedelijke samenleving door het organiseren van buurtgerichte activiteiten, via Cinéma Arabe in de buurt. Deze activiteit komt tot stand in samenspraak met de buurtbewoners. In de buurthuizen worden films vertoond en na afloop is er een debatprogramma waarbij de aanwezigen uit de buurt onder professionele begeleiding worden gestimuleerd om met elkaar in dialoog te gaan. De commissie vindt dit een goed idee, al zijn de plannen nog niet heel concreet uitgewerkt en wordt in de aanvraag niet gereflecteerd op hoe dit programma in eerdere jaren heeft gefunctioneerd. Een andere manier waarop de Sphinx zich verbindt aan de stedelijke samenleving is door in samenwerking met Pakhuis de Zwijger een programma op te zetten, waarmee het relevante Amsterdamse thema’s als migratie, culturele diversiteit, religie en vrijheid worden geagendeerd.
De kernactiviteit van Sphinx Art, Festival Cinéma Arabe, vindt weliswaar plaats in Amsterdam-Zuid, maar met Cinéma Arabe in de buurt is de Sphinx actief in bijvoorbeeld stadsdeel Nieuw-West. De samenwerking met Podium Mozaïek zorgt ervoor dat er activiteiten zijn en publiek wordt bereikt in Amsterdam-West. De Sphinx draagt daarmee goed bij aan de spreiding van activiteiten en publieksbereik buiten de stadsdelen Centrum en Zuid.
Wat betreft het eigen accent heeft de Sphinx het thema Wereldstad gekozen. Het thema sluit goed aan bij de activiteiten van de Sphinx en is naar de mening van de commissie overtuigend terug te vinden in de plannen. Het festival biedt internationale producties een podium in Amsterdam en werkt onder andere met het Doha Film Institute samen om jonge Arabische filmmakers een podium te bieden tijdens Cinéma Arabe.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De Sphinx stelt dat het door het wegvallen van structurele subsidie de afgelopen jaren heeft moeten snijden in de omvang van de organisatie. Hierdoor is de continuïteit onder druk komen te staan, waardoor heeft het festival nog zwaarder dan voorheen moest leunen op de artistiek leider. De commissie is van oordeel dat de artistiek directeur genoeg ervaring en vakmanschap bezit om het kleinschalige Festival Cinéma Arabe op een goede manier te organiseren. In het ondernemingsplan is echter een grote waaier van veelsoortige, nieuwe activiteiten opgenomen, die met veel verschillende partners worden gerealiseerd. Van het festival in Rialto, tot muziekprogramma’s in samenwerking met Marmoucha en Podium Mozaïek, buurtgerichte activiteiten in tal van buurtcentra, debatten in samenwerking met Pakhuis de Zwijger en nog veel andere subprojecten. Gezien het feit dat de organisatie een beperkte omvang heeft en zwaar leunt op de artistiek leider, is deze forse uitbreiding van de activiteiten in de ogen van de commissie niet realistisch en niet haalbaar. De Sphinx wil haar organisatie weliswaar uitbreiden, maar ook dat kost inspanning en na uitbreiding is de organisatie nog steeds relatief klein in relatie tot de talrijke voorgenomen activiteiten.
De bedrijfsvoering van de Sphinx is in de afgelopen jaren instabiel geweest. Door het wegvallen van structurele financiering beschikt de organisatie over relatief beperkte reserves waardoor de organisatie kwetsbaar is geworden. Tegelijkertijd wordt er een grote groei aan activiteiten beoogd, het aantal medewerkers stijgt en er wordt gerekend op aanzienlijk meer publiek. Aan de uitbreiding van het aantal activiteiten kleven veel onzekerheden, zowel financieel als organisatorisch. Door de toename van het aantal activiteiten rekent de Sphinx op een flinke toename van de inkomsten. De commissie vindt deze forse ambities vanuit de huidige staat van de bedrijfsvoering niet realistisch en acht de basis te smal om de boogde voornemens uit te voeren.
Door de groeisprong die de Sphinx wil maken, laat de begroting in 2024 zowel qua kosten als inkomsten bijna een verdriedubbeling zien ten opzichte van 2017. De samenstelling en hoogte van de kosten acht de commissie passend bij de ambities, maar ze leveren in het licht van de kwetsbaarheid van de organisatie een te groot risico op wanneer inkomsten tegenvallen. Uit de begroting wordt niet duidelijk hoe de Sphinx in de komende jaren een financiële buffer wil opbouwen om mogelijke tegenvallers op te vangen. Weliswaar wordt een forse groei in publieksinkomsten in de periode 2021-2024 ten opzichte van de laatste editie in 2017 beoogd, maar hoe de Sphinx deze groei wil bereiken wordt in het plan onvoldoende onderbouwd. De beoogde groei in private inkomsten is fors en gezien de eerder behaalde private inkomsten lijkt dit in de ogen van de commissie niet realistisch. De financieringsmix is op orde, maar de commissie vindt dat in de aanvraag onvoldoende wordt gereflecteerd op de haalbaarheid en duurzaamheid van de gewenste groei.
Verder constateert de commissie dat de cijfers in de aanvraag niet overal consistent zijn. Zo corresponderen cijfers uit de jaarrekening van 2017 niet geheel met de ingevulde cijfers in het aanvraagformulier en staan de beoogde educatiemedewerker en freelancemedewerker niet op de begroting. Ook valt het op dat op de begroting beoogde inkomsten van ambassades staan, terwijl in het ondernemingsplan staat dat het genereren van incidentele of structurele inkomsten van ambassades niet haalbaar is. Deze onzorgvuldigheden geven de commissie weinig vertrouwen in het zakelijk vakmanschap van de Sphinx.
Het ondernemingsplan benoemt helder de marketingdoelstellingen, de doelgroepen en de beoogde middelen die de organisatie wil inzetten. Het is positief dat de Sphinx actief publieksonderzoek wil doen, om een scherper beeld te krijgen van wie haar activiteiten bezoekt en de motieven van die mensen om het festival te bezoeken. De commissie is er echter niet van overtuigd dat met de beschreven weinig vernieuwende middelen de beoogde schaalsprong kan worden gerealiseerd.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Cinéma Arabe is een van de weinige filmfestivals in Nederland en Amsterdam met een exclusieve focus op Arabische films en films uit de Arabische diaspora. Hoewel andere festivals en ook de filmhuizen steeds vaker Arabische films tonen, heeft de programmering van Cinéma Arabe vanuit het oogpunt van diversiteit zonder meer toegevoegde waarde omdat het films toont die veelal niet in Nederland te zien zijn geweest.
Cinéma Arabe beoogt nadrukkelijk een cultureel divers te bereiken, onder andere via het programma Cinéma Arabe in de buurt. De organisatie stelt ook dat het in 2017 een klein onderzoek heeft gedaan, waar bleek dat ruim de helft van de bezoekers een biculturele achtergrond had. De komende jaren wil de Sphinx het publieksonderzoek verder uitbouwen, om beter te kunnen inspelen op de cultureel diverse doelgroepen. Ook hoopt de organisatie via gerichte marketing cultureel diverse doelgroepen in de buurten te bereiken.
In het plan wordt gesteld dat de samenstelling van het personeel divers is. Het plan maakt niet concreet inzichtelijk op welke wijze de culturele diversiteit binnen het personeel en het bestuur gewaarborgd wordt, behalve dat de organisatie stelt dat het een groot voorstander is van culturele diversiteit binnen het personeel, vrijwilligers en bestuur. De commissie constateert dat niet uit het plan blijkt hoe er concreet divers personeel wordt geworven.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Sphinx Art Productions gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 50.000 per jaar. Dit bedrag is gelijk aan de bijdrage die de organisatie in de periode 2013-2016 ontving vanuit het Kunstenplan. Gezien de beperkte visie op de eigen artistieke ontwikkeling vindt de commissie een hogere bijdrage niet gerechtvaardigd. Bovendien staat het gevraagde bedrag in de ogen van de commissie onvoldoende in verhouding tot de omvang van het festival. De beoogde uitbreiding is bovendien organisatorisch en financieel onvoldoende onderbouwd.
De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.
Shortcutz Amsterdam en Sphinx Art Productions zijn door de commissie beiden beoordeeld als subsidiabel en hebben op alle criteria een gelijke waardering. Het budget binnen de discipline Film is echter niet toereikend om beide aanvragen te honoreren. De commissie adviseert in dat licht om het resterende budget te verlenen aan Shortcutz Amsterdam.
De commissie vindt dat het plan van Shortcutz een grotere bijdrage levert aan de pluriformiteit binnen het palet gehonoreerde aanvragen dan het plan van Sphinx Art Productions. Shortcutz is een relatief jonge organisatie, die zich in ogen van de commissie de afgelopen jaren op overtuigende wijze heeft ontwikkeld tot platform voor jong talent. De primaire activiteit van Sphinx Art Productions is de organisatie van een filmfestival, en er is al een groot aandeel aan festivals onder de gehonoreerde aanvragen. Shortcutz is daarentegen het enige platform dat zich op jong talent richt.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Film.