Stichting Amsterdam Art

BFNA
Aangevraagd: € 140.000
Toegekend: € 106.093

Inleiding

Stichting Amsterdam Art (hierna: Amsterdam Art) werkt sinds 2011 samen met Amsterdamse residenties, kunstenaarsinitiatieven, galeries, culturele instellingen, musea en veilinghuizen aan de zichtbaarheid van hedendaagse beeldende kunst in de stad onder een naar eigen zeggen groeiend, breed én internationaal publiek. Jaarlijks organiseert zij in november het Amsterdam Art Weekend. Met tentoonstellingen, performances, screenings, debatten, open studio’s en tours op maat worden kunstprofessionals uit de hele wereld naar Amsterdam getrokken. Ook wil Amsterdam Art het engagement onder de nieuwste generatie Amsterdamse kunstliefhebbers vergroten. Om zich jaarrond aan de kunstwereld te verbinden, ontwikkelt Amsterdam Art daarnaast de tweemaandelijkse Art Calendar, educatietrajecten, tours op maat voor verschillende doelgroepen en organiseert ze sinds 2019 tentoonstellingen in Capital C. 

In de periode 2021-2024 continueert de organisatie de programmaopzet van het Art Weekend, waarbij zij overweegt om uit te breiden tot een Amsterdam Art Week. Hiermee beoogt de organisatie de aandacht voor de verschillende partners beter te verdelen en haar internationale positie te verstevigen. Met Turkije, China en de Verenigde Staten als focuslanden richt Amsterdam Art zich op een gerichte toename van het aantal internationale, voor de kunstsector relevante bezoekers aan het Art Weekend. Amsterdam Art ziet voor zichzelf een rol weggelegd als aanjager van het debat over internationale ontwikkelingen en inclusie in de kunstmarkt. Daarvoor beoogt zij een tweede conferentie te organiseren over deze thematiek en gedurende het jaar kennisdeling te stimuleren tijdens haar activiteiten op het gebied van internationalisering.

Stichting Amsterdam Art ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 106.093 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld    
€ 140.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
Amsterdam Art heeft zich volgens de commissie in de bijna 10 jaar van haar bestaan ruimschoots bewezen als bemiddelaar tussen Amsterdamse kunstinstellingen en nieuw, al dan niet internationaal publiek. Dit blijkt onder meer uit de grote hoeveelheid instellingen en galeries die zich bij het evenement hebben aangesloten en die de opening van nieuwe tentoonstellingen laten samenvallen met het Art Weekend. De commissie onderschrijft het belang van met name het Amsterdam Art Weekend voor de Amsterdamse kunstwereld als belangrijk marketing- en netwerkmoment. Daarentegen is de eigen artistiek-inhoudelijke rol van Amsterdam Art nagenoeg afwezig in het plan. De organisatie geeft aan met een invitatiecommissie te werken die op basis van voorstellen van deelnemende galeries en andere culturele instellingen de deelnemers aan het Art Weekend selecteert. Amsterdam Art zegt hierover dat kwaliteit bij de selectie voorop staat, maar gaat niet in op specifieke selectiecriteria, hoe zij hierin een aanjagende rol vervult, en welke ontwikkelingen in de beeldende kunst zij belangrijk acht. Omdat de missie van Amsterdam Art zich naar eigen zeggen richt op het vergroten van zichtbaarheid, stimuleren van aankoop van en opdrachten voor kunstwerken, en versterking van de galeriesector ziet de commissie Amsterdam Art vooral als organisator van een succesvol evenement, maar niet als een organisatie met een uitgesproken artistieke eigenheid.

Het groeiend aantal bezoekers weerspiegelt volgens de commissie dat de activiteiten van Stichting Amsterdam Art een groot publiek aanspreken. Amsterdam Art onderscheidt vier doelgroepen, te weten internationale kunstprofessionals, Nederlandse kunstprofessionals, potentiële nieuwe jonge kunstverzamelaars, en een nieuwe generatie kunstliefhebbers van 18 tot 35 jaar. Met het Art Weekend biedt Stichting Amsterdam Art in de ogen van de commissie de ingevoerde kunstkenner en -verzamelaar een uitgelezen kans om zich in korte tijd onder te dompelen in al hetgeen de stad aan beeldende kunst te bieden heeft, kunstenaars te ontmoeten en te netwerken. Voor de kunstliefhebbers is de veelzijdigheid van het aanbod interessant, waardoor zij kennis kunnen maken met nieuwe kunstenaars of ontwikkelingen. De organisatie zegt het publiek te monitoren door middel van steekproeven om de culturele interesses van het publiek te peilen, en vervolgens verbeteringen door te voeren. De commissie vindt het jammer dat de organisatie niet ingaat op de resultaten van deze monitoring en de aanpassingen die ze op basis hiervan wil doorvoeren. Desondanks concludeert de commissie dat de activiteiten redelijk aansprekend zijn voor zowel het professionele als het niet professionele publiek.

Gezien het publiek succes, ambieert Amsterdam Art om het Art Weekend te ontwikkelen tot Art Week en ook gedurende het jaar tentoonstellingen te presenteren in de recent betrokken ruimte van Capital C. Deze nieuwe tentoonstellingen zijn er volgens de aanvrager op gericht om het plezier van het verzamelen van kunst te tonen, en om een nieuwe generatie kunstliefhebbers en verzamelaars te bereiken. De commissie leest hierin geen artistiek inhoudelijke motivatie, noch een artistieke uitwerking van de plannen. Bij de uitbreiding van het Art Weekend gaat het volgens de commissie vooral om een productionele verandering, om tot een betere spreiding van activiteiten te komen. Het plan gaat verder niet in op wat de organisatie onderneemt voor de medewerkers om zich inhoudelijk te ontwikkelen. De commissie concludeert dat Amsterdam Art vooral kwantitatief wil groeien, maar dat hier geen artistieke ontwikkeling of motivatie aan ten grondslag ligt.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Stichting Amsterdam Art richt zich volledig op de deelnemende galeries en culturele instellingen en op het versterken van de internationale positionering van het Amsterdamse kunstenveld. Het praktisch en inhoudelijk verbinden met de bewoners van de stad, samenwerken met maatschappelijke organisaties in de lokale omgeving of intenties op dat gebied leest de commissie niet terug in de aanvraag. De organisatie zegt dat de geschiedenis en de demografie van de stad aanknopingspunten biedt om het gesprek aan te gaan over de politieke dimensie van kunst. Deze inhoudelijke verbinding met de stedelijke samenleving werkt Amsterdam Art niet verder uit, waardoor de commissie constateert dat het plan niet of nauwelijks verbinding legt met of reflecteert op de stad en prominente ontwikkelingen daarin.

Een groot deel van de partners waar Amsterdam Art mee samenwerkt zijn gevestigd in het centrum en Amsterdam Zuid. Toch weet de organisatie met samenwerkingspartners zoals CBK Zuidoost, The Black Archives, Hero, het Cobra Museum en het HEM haar activiteiten te verspreiden over de hele stad en zelfs buiten Amsterdam. Met de educatieve activiteiten richt Amsterdam Art zich bewust op basisscholen in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Omdat de organisatie het aantal partners de afgelopen jaren gestaag heeft uitgebreid, acht de commissie de doelstelling om meer in Zuidoost, Nieuw-West en Noord actief te zijn, haalbaar. Zo heeft Oscam onlangs een plek gekregen in het programma. In de marketing en communicatie werkt Amsterdam Art nauw samen met de deelnemende galeries en culturele partners, zodat de commissie het realistisch vindt dat hiermee ook een lokaal publiek bereikt wordt.  

Als eigen accent kiest Stichting Amsterdam Art voor Wereldstad, wat de commissie een logische keuze vindt gezien de activiteiten van de organisatie. Amsterdam Art speelt een belangrijke rol in stadsmarketing en weet al sinds een aantal jaar met succes internationale kunstbezoekers aan de stad te binden en Amsterdam te vermarkten als kunststad. In de komende jaren gaat Amsterdam Art actiever op zoek naar internationale curatoren- of netwerkverenigingen. Met het programma worden in Amsterdam gevestigde kunstenaars geïntroduceerd bij een professioneel publiek, wat resulteert in grotere bekendheid en concrete opdrachten, aankopen of tentoonstellingen. Hiermee vindt de commissie de samenwerking relevant voor de aanvrager en van betekenis voor de stad.  


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
Op basis van de groei en successen van de afgelopen jaren is de commissie van mening dat de organisatie zakelijk-productioneel deskundig en ervaren is om het Amsterdam Art weekend, dat tot de kerntaak van de organisatie behoort, uit te voeren. Het artistiek vakmanschap is belegd bij een invitatiecommissie van vier leden, die volgens de commissie allen hun sporen in de culturele sector hebben verdiend en gezamenlijk een goed overzicht hebben van belangrijke ontwikkelingen in de beeldende kunst. Amsterdam Art heeft vier vaste medewerkers in dienst en wil uitbreiden met een extra medewerker programma en partnerships vanaf 2022. De commissie vindt de plannen realistisch en uitvoerbaar, maar omdat de commissie een inhoudelijke onderbouwing voor de nieuwe activiteiten mist, acht zij ook de uitbreiding van de organisatie niet noodzakelijk.

De bedrijfsvoering van Stichting Amsterdam Art vindt de commissie professioneel. Amsterdam Art is financieel gezond en heeft voldoende eigen vermogen om eventuele tegenvallers op te vangen. De organisatie signaleert enkele risico’s, zoals liquiditeit in relatie tot de piek van een jaarlijks groot evenement, het effect van uitval van personeel voor een kleine organisatie en de grote afhankelijkheid van sponsors en particuliere begunstigers. Hiervoor worden ook verschillende acties geformuleerd, zoals het aangaan van meerjarige sponsorovereenkomsten. De commissie vindt dat de organisatie goed zicht heeft op de risico’s en passende acties onderneemt om deze te beheersen. Daarmee is er een goede basis om de plannen te realiseren en de organisatie op lange termijn effectief te laten functioneren.

De commissie vindt de begroting realistisch en passend bij de voorgestelde activiteiten. Aan de lastenkant ziet de commissie een hoog bedrag voor marketing. Dit vindt de commissie logisch in relatie tot de missie van de organisatie. Hierin ziet zij het marketingbelang van het evenement bevestigd. Met betrekking tot de dekking voor 2021-2024 valt op dat de stichting veel eigen inkomsten weet te genereren. Het sterke netwerk van de organisatie en het bestuur werpt haar vruchten af in zowel financiële als materiële sponsoring, waardoor onder meer de huur van de kantoorruimte in Capital C, accountantskosten, drukwerk en horeca- en hotelkosten begrensd blijven. Omdat deelnemende galeries en instellingen ook financieel bijdragen beschikt Amsterdam Art over een goede financieringsmix. Niettemin meent de commissie dat de opzet van het Art Weekend zich ervoor leent om een groter deel van de kosten door de deelnemende galeries en culturele instellingen te laten dragen. Met de uitbreiding van de Ambassadors Circle, een particuliere geefkring, beoogt Amsterdam Art een flinke groei in inkomsten te genereren. De organisatie heeft hier naar eigen zeggen in 2019 een succesvolle start mee gemaakt, maar een onderbouwing voor de stijging van de inkomsten mist. 

Amsterdam Art heeft in de ogen van de commissie succesvolle marketingcampagnes gevoerd, waarmee zij een groot publiek bereikt. De commissie is positief over het publieksonderzoek dat Amsterdam Art uitvoert waarmee de organisatie helder haar doelgroepen in kaart heeft, om daar vervolgens partners bij te zoeken. Voor potentiële nieuwe kunstverzamelaars zet Amsterdam Art in op samenwerking met een aantal bedrijven op onder andere de Zuidas. Voor het bereiken van de jonge kunstliefhebber zoekt de organisatie aansluiting bij populaire lifestyle bedrijven. De commissie is positief over deze doelgroep-specifieke acties en vertrouwt erop dat Amsterdam Art met deze aanpak in de komende periode haar beoogd publiek bereikt. De commissie vindt het opvallend dat de aanvraag weinig ingaat op het bestaande reguliere publiek. Hiervoor vertrouwt de organisatie op de kanalen van de deelnemende galeries en instellingen. Dat vindt de commissie logisch, maar ze had ook voor deze doelgroep een visie en regie in aanpak verwacht. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Dat Amsterdam Art zichzelf ziet als aanjager van inclusie op de kunstmarkt wordt niet door de commissie onderschreven. Uit de samenwerking met verschillende culturele instellingen, verspreid over de hele stad, spreekt volgens de commissie impliciet een intentie vanuit de organisatie om cultureel divers te programmeren. Het intensiveren van bestaande relaties die met name het Art Weekend verder artistiek kunnen diversifiëren is hierin volgens de commissie een volgende stap en klinkt in beginsel positief, maar ze leest hiervoor geen inhoudelijke motivatie of doelstelling. Het symposium uit 2018 over inclusie in de kunstwereld vormt de meest concrete, gerealiseerde aanzet op dit gebied. Voor de komende periode maakt Amsterdam Art echter geen expliciete artistieke keuzes voor bepaalde thema’s of onderwerpen die kunnen bijdragen aan de culturele diversiteit van het cultuuraanbod in de stad. Juist van een organisatie die zich opstelt als visitekaartje van de stad had de commissie een ideeënrijke beschouwing en interpretatie van dit onderwerp verwacht waarmee heel Amsterdam zich beter gerepresenteerd kan voelen.
 
Ook in het bijdragen aan het bereiken van een cultureel divers publiek weet de aanvraag de commissie matig te overtuigen. De doelgroepen die Amsterdam Art aantrekt zijn volgens de commissie vrij homogeen qua sociale, economische en culturele verscheidenheid. De website richt zich vooral op kunstprofessionals die de organisatie al bereikt en dit acht de commissie weinig uitnodigend voor nieuw publiek. Daarnaast creëren de ‘invitation only’ activiteiten, die logischer wijze uitsluitend toegankelijk zijn voor de bestaande doelgroep, een exclusieve sfeer. In de ogen van de commissie conflicteert dit met de kernwaarden van diversiteit en inclusie. Om hierin meer pluriformiteit te bereiken, is de commissie van mening dat de organisatie een specifieke investering in marketing en communicatie dient te maken gericht op een cultureel divers publiek. Een reflectie hierop of bewustzijn daarvan wordt in de aanvraag gemist. 

Tot slot is de commissie kritisch over de concrete acties die Amsterdam Art onderneemt ten behoeve van een divers personeelsbestand. De organisatie stelt dat de kleine omvang van het team hen belemmert om op dit vlak stappen te maken, maar dat diversiteit een rol in de werving zal spelen zodra een functie vrijkomt. De commissie vindt dit een weinig proactieve houding tot het vraagstuk en ziet voldoende kansen voor de organisatie om hierop met meer elan in te spelen. Zij verwijst hierbij naar een concreet actiepunt uit het symposium uit 2018 om een klankbordgroep op te zetten in samenwerking met Stephanie Afrifa. Het is voor de commissie niet duidelijk waarom de organisatie twee jaar na het symposium nog niet is begonnen met de realisatie van deze klankbordgroep. Daarom oordeelt de commissie dat Amsterdam Art geen inhoudelijk gemotiveerde visie op een divers personeelsbestand heeft of een naar verwachting effectieve aanpak voor de komende jaren.


Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Amsterdam Art gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 106.093 per jaar. De commissie is niet overtuigd van de nieuwe activiteiten en adviseert daarom de huidige subsidie te continueren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.