Stichting BAU

Dans
Aangevraagd: € 150.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting BAU (BAU) is een organisatie voor artistieke ontwikkeling en innovatie binnen de Amsterdamse podiumkunsten, met de focus op onafhankelijke dans- en performancemakers. 
BAU organiseert activiteiten in twee hoofdcategorieën: programma's op het gebied van artistieke ontwikkeling en activiteiten gericht op belangenvertegenwoordiging van het onafhankelijke veld. BAU wil de werkcondities en het toekomstperspectief verbeteren van een zo breed mogelijke groep makers en daardoor het veld professionaliseren en verstevigen. BAU richt zich op het faciliteren van onderzoek, ontwikkeling via research labs, uitwisseling en een internationaal artist in residency programma. BAU positioneert zichzelf in het Amsterdamse veld van dans en performance naast de productiehuizen, opleidingen, gezelschappen en theaters. BAU functioneert met een BAU Core Team van onafhankelijke makers die advies geven en meedenken over de gewenste koers vanuit het veld.

BAU wil in de periode 2021-2024 haar huidige positie als platform en ontwikkelplek voor onafhankelijke makers versterken door de structuur van haar organisatie te verbeteren. BAU wil dit doen via een ontwikkelingstak gericht op Amsterdam en een vertegenwoordigingstak die landelijk opereert. Daarnaast gaat BAU de structuur van haar BAU Core Team verbeteren om praktischer en gerichter te kunnen werken.
BAU wil haar ontwikkelactiviteiten voor de onafhankelijke dans- en performancescene uitbreiden en verstevigen in samenwerking met de Henny Jurriëns Studio, Festival WhyNot en het samenwerkingsverband GREENHOUSE. BAU wil ondersteunen in de archivering van het werk van onafhankelijke makers en de eigen organisatie gericht uitbreiden. In 2021 wordt gestart met een internationale Artist in Residence voor dans en performance, een samenwerking met de Brakke Grond, het Stedelijk Museum en Veem Huis voor Performance. BAU blijft naar eigen zeggen het netwerk versterken door ontmoeting en uitwisseling tussen professionals binnen het gehele veld, in de vorm van Open BAU Meetings, lezingen, BAU try-outs en BAU labs. BAU wil hiermee zichtbaarheid creëren voor de onafhankelijke makers. 

Stichting BAU ontvangt een tweejarige subsidie 2019-2020 binnen het Kunstenplan voor € 67.502 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt Stichting BAU bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 150.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
De commissie vindt de artistieke eigenheid van BAU te weinig uit het plan en de activiteiten naar voren komen. De commissie onderschrijft net als BAU het belang van een goede infrastructuur en werkcondities voor onafhankelijke makers. Het scheppen van een beter makersklimaat is een belangrijke voorwaarde voor het voeren van een succesvolle artistieke praktijk. De commissie ziet BAU hierbij vooral als facilitator en niet als een organisatie met een herkenbare artistieke signatuur. BAU benadrukt in het plan zijn bijzondere positie in het veld, maar volgens de commissie ontbreekt een prikkelende visie op de actualiteit van dans in relatie tot performance art en ook reflectie op bestaande initiatieven in dat veld. De commissie is daardoor niet overtuigd van de eigenheid van die door BAU benoemde positie. De commissie onderkent dat de belangenvertegenwoordiging, het onderling delen van kennis, de verhuur van de eigen studio’s tegen gereduceerd tarief en het bieden van een verzamelplek voor makers een waardevolle ondersteuning is voor het veld. BAU werkt samen met veel sterke partners in het veld, waarbij de commissie ook overlap in activiteiten ziet, hetgeen de eigenheid niet benadrukt. 
BAU is één van de partijen die betrokken is bij GREENHOUSE, het samenwerkingsverband dat zich de komende periode zal inzetten voor talentontwikkeling en onderzoek in samenwerking met Veem Huis voor Performance, Nicole Beutler Projects, Boogaerdt/VanderSchoot en NeverLike. BAU zit in de redactieraad en zal een van de vier midcareer makers voorstellen die zich onder de vlag van GREENHOUSE verder kunnen ontwikkelen. Gezamenlijk worden activiteiten zoals het al bestaande festival Come Together en de zomeracademie We Live Here georganiseerd. De artistieke bijdrage van BAU aan deze activiteiten beoordeelt de commissie als relatief klein, waardoor de signatuur van BAU in dit samenwerkingsverband beperkt herkenbaar is. 
BAU heeft in samenwerking met het Stedelijk Museum een initiërende rol gespeeld voor het artist in residency programma AIR. De commissie ziet echter de artistieke signatuur van BAU in dit initiatief onvoldoende in de plannen voor komende periode terug. Voor talentvolle makers zijn er al diverse programma’s en plekken beschikbaar, onder andere bij Veem Huis voor Performance en de ICK Artist Space; de nieuwe pijler gericht op talentontwikkeling waarin Dansmakers opgaat. Het plan voor het Agentschap voor de Dans staat ook op de agenda bij andere gezelschappen, en is door BAU nog niet goed uitgewerkt. De commissie waardeert de rol van BAU in het verstevigen van bestaande initiatieven, maar vindt de eigenheid van BAU in deze activiteiten niet overtuigend. 

De commissie vindt de artistieke betekenis van BAU voor het veld dat zij vertegenwoordigt beperkt. BAU positioneert zich als klankbord en spreekbuis voor de onafhankelijke makers. De commissie vindt dat BAU daarbij op dit moment wel aansluit bij de behoeften van een kring van min of meer gelijkgestemde makers. De doelgroep die bediend wordt is wel klein en vrij eenzijdig, terwijl volgens het plan een brede vertegenwoordiging van het veld beoogd wordt. BAU is naar mening van de commissie nog te weinig zichtbaar voor het hele segment van de onafhankelijke dans- en performance scene, vooral buiten Amsterdam. Met de BAU Meetings en het festival Come Together zijn daarin wel stappen gezet. De BAU Meetings zijn veelal goed bezochte netwerkbijeenkomsten, maar het is de commissie niet duidelijk welke resultaten en impact BAU ermee op de langere termijn voor de deelnemers wil bewerkstelligen of heeft bewerkstelligd. De commissie ziet wel dat BAU, op basis van tijdens deze BAU Meetings gehoorde behoeften, activiteiten heeft gerealiseerd zoals de BAU Labs (gericht op research en kennisuitwisseling) en BAU Try Outs (om feedback te krijgen van collega-makers op nieuw werk). In het plan wordt echter niet gereflecteerd op wat deze activiteiten voor deelnemende makers hebben opgeleverd. De commissie is er daarom niet van overtuigd dat het plan voldoende aansluit bij de behoefte van talentvolle onafhankelijke makers in Amsterdam aan ondersteuning om een succesvolle praktijk op te zetten.  

In de afgelopen jaren heeft BAU zich volgens de commissie ontwikkeld tot een bescheiden organisatie voor ontwikkeling en belangenbehartiging voor onafhankelijke makers. Deze artistieke ontwikkeling van BAU komt echter niet overtuigend uit het plan naar voren. De commissie mist een prikkelende visie op hoe BAU zich als organisatie verhoudt tot de voortdurende veranderingen binnen de dans- en performance scene, en hoe ze vanuit reflectie de komende jaren logische voortbouwt op het verleden en de actualiteit . Ook reflecteert BAU niet op de ontwikkeling die is doorgemaakt in relatie tot de tweejarige ontwikkelsubsidie van het AFK. Het plan benoemt bijvoorbeeld niet wat de onderzoeken naar een model voor een agentschap en naar een internationale Artist in residence, die beide in 2019 startten, inmiddels hebben opgeleverd of in hoeverre ze de plannen voor komende periode hebben beïnvloed. De ontwikkelmogelijkheden voor de artistiek betrokkenen van de organisatie zelf worden wel geschetst en onderscheiden in een ontwikkelingstak (gericht op Amsterdam), een vertegenwoordigingstak (landelijk) en verbetering van het BAU Core Team. Wat BAU voor de toekomst concreet wil veranderen in het dans- en performanceveld wordt de commissie echter niet duidelijk.  


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
De verbinding van BAU met de stad en haar bewoners is naar de mening van de commissie zeer beperkt. De belangrijkste doelgroepen zijn de onafhankelijke dans- en performancemakers, vakspecialisten en beleidsmakers. BAU richt zich vooral op de eigen achterban en verbindt zich naar de mening van de commissie niet met de buurt waarin ze is gevestigd of met de stedelijke samenleving. Buiten een festival als Come Together ontplooit BAU de komende periode geen activiteiten die aansluiten bij en zich verbinden met bewoners van de stad, ofwel grootstedelijke thematiek benaderen. 

De spreiding van de activiteiten en publiek van vakgenoten is volgens het plan goed verdeeld over de stad. BAU werkt vooral vanuit haar studio’s in Oost. Omdat BAU geen eigen presentatieplek heeft wordt hiervoor samengewerkt met instellingen verspreid over de hele stad. Plekken als Podium Mozaïek, Café Belcampo, Dansmakers of het ZID theater fungeren dan als ‘host’ voor de netwerkbijeenkomsten en try-outs. De activiteiten vinden daardoor in diverse stadsdelen plaats en deelnemers en publiek worden gespreid bereikt. 

BAU heeft het thema Wereldstad gekozen als eigen accent. Vanuit de missie om de professionele hedendaagse dans in Amsterdam beter op de kaart te zetten is dat in de ogen van de commissie een begrijpelijke keus. BAU benoemt in het plan dat ze als organisatie graag meebouwt aan een aantrekkelijke stad waar het mo¬gelijk blijft om als kunstenaar te werken en wonen. Zodat Amsterdam net als andere wereldsteden mee kan doen aan internationale kunstontwikkelingen. Een overtuigende uitwerking hoe BAU daaraan concreet gaat bijdragen leest de commissie niet in het plan. Wel herkent de commissie de internationale uitwisseling terug in een activiteit als het beoogde internationale artist in residency programma AIR.


Uitvoerbaarheid 

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Het plan van BAU is, waar het de bestaande activiteiten betreft, naar de mening van de commissie realistisch en uitvoerbaar. BAU is op dit moment een kleine organisatie die volgens de commissie het volume van de faciliterende activiteiten in principe zou moeten kunnen uitvoeren. BAU werkt daarnaast samen met veel instellingen. Dit maakt de uitvoerbaarheid van de eigen activiteiten van BAU mede afhankelijk van de partners. De commissie heeft vertrouwen in het vakmanschap ten aanzien van de belangenbehartiging via BAU. BAU beoogt een bredere vertegenwoordiging van het veld van onafhankelijke makers. In het netwerk van BAU mist de commissie nu echter nog partners die dit bredere veld vertegenwoordigen, bijvoorbeeld uit de urban scene of het nieuwe circus. 
Naast lobbyen en netwerken leest de commissie in het plan dat BAU ook een internationale Artist in Residence en een Agentschap voor dans en performance wil ontwikkelen en (mede)produceren. BAU wil de komende periode de organisatie uitbreiden en geeft aan dat ze de structuur van de organisatie en van het Core Team wil verbeteren. Uit het plan wordt niet duidelijk hoe BAU deze nieuwe activiteiten gaat uitvoeren en of hiervoor het benodigde vakmanschap aanwezig is. Het Core Team moet nog opnieuw worden ingericht en een deel van de voor de plannen benodigde deskundigen verdwijnt uit dit team vanwege hun geplande inzet bij GREENHOUSE. De commissie is daarom van mening dat deze nieuwe activiteiten niet realistisch en uitvoerbaar zijn. 

De bedrijfsvoering van BAU als kleine organisatie is volgens de commissie op orde om de organisatie effectief te laten functioneren. Er zijn reserves opgebouwd, en er is een eigen vermogen dat voldoende basis geeft voor de uitvoering van de beoogde voornemens. De verhuur van de studio’s op de eigen locatie is een goede inkomstenbron. Met de verhuurder is BAU sinds 2018 een donatieovereenkomst aangegaan, om zo op een langere termijn (tenminste vijf jaar) ruimte voor makers te kunnen blijven bieden. Binnen de samenwerking met GREENHOUSE constateert de commissie een groot verschil in de kwaliteiten en financiële situatie van de aangesloten organisaties, maar ze heeft vertrouwen in het gezamenlijk draagvlak van partners als Veem Huis voor Performance en Nicole Beutler Projects. De commissie ziet voor de samenwerking in GREENHOUSE geen risico’s voor de bedrijfsvoering. Bij de beoogde internationale Artist in Residence AIR en een Agentschap voor dans en performance ziet de commissie dat risico wel, omdat er voor deze activiteiten nog geen duidelijk zicht is op een verdienmodel. Er zijn in het plan geen maatregelen geformuleerd om tegenvallende inkomsten op te vangen.

De begroting voor de periode 2021-2024 stijgt qua kosten fors, wat vooral komt door de uitbreiding van het personele team. De commissie is kritisch over deze schaalvergroting en de groei in fte, die zij uit verhouding vindt met de beschreven activiteiten, zeker in het licht van de betrokkenheid van veel samenwerkingspartners. BAU is voor de inkomsten grotendeels afhankelijk van de opbrengsten uit de verhuur van eigen studio’s en publieke subsidies. De komende periode zet BAU in op een hoger aandeel eigen inkomsten, door het geven van advies over bijvoorbeeld zakelijke aspecten of lezingen aan commerciële partijen. De commissie waardeert dat BAU zoekt naar alternatieve inkomstenbronnen, die de financieringsmix diversifiëren. De inschatting van het relatief hoge aandeel aan private gelden dat BAU kan werven, zeker ten opzichte van de veel lagere private inkomsten die in 2017 en 2018 zijn gerealiseerd, vindt de commissie niet realistisch voor een organisatie die zich primair op belangenbehartiging richt en niet op productie en presentatie van mogelijk subsidiabele activiteiten.  

Uit het plan blijkt dat de marketingstrategie van BAU nog in ontwikkeling is. De doelgroepen die BAU formuleert zijn passend en bestaan vooral uit de achterban, inclusief ondersteunende freelancers, culturele instellingen en een klein deel regulier publiek. De commissie constateert echter dat de strategie nog niet goed aansluit bij de beoogde verbreding van publiek en deelnemers. De marketingdoelstellingen voor komende periode zijn specifiek en praktisch, maar de huidige marketing is nog vrij basaal en algemeen.
De commissie vindt dat BAU nog niet zichtbaar genoeg is richting de doelgroepen die ze wil vertegenwoordigen en bereiken. Zo valt het de commissie op dat BAU op internet nog niet vindbaar is met publicaties of evenementen, anders dan via de eigen website. BAU zal voor veel samenwerkingsactiviteiten de publiciteit op zich nemen, wat de zichtbaarheid van BAU als organisatie kan vergroten. De commissie is van mening dat dit dan ook sterk als activiteit van BAU en niet enkel van de samenwerkingspartner moet worden gecommuniceerd. Het marketingplan zegt nu niet hoe de afspraken hierover lopen. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Het plan van BAU meldt geen concrete acties om bij te dragen aan de culturele diversiteit van het cultuuraanbod. BAU constateert dat de focus op het veld met onafhankelijke dans- en performancemakers automatisch diversiteit betekent. De commissie mist echter onderbouwing voor deze aanname en een visie van BAU hoe ze met haar activiteiten actief kan bijdragen aan een grotere diversiteit van het cultuuraanbod, juist omdat BAU zoveel makers met een verschillende achtergrond wil vertegenwoordigen. 

BAU erkent dat het nodig is om een pro-actief beleid te gaan voeren voor het bereiken van een cultureel divers publiek. Met de nieuw te werven marketeer wil BAU allereerst op zoek gaan naar meer diversiteit in de makers die ze vertegenwoordigen. De commissie constateert dat BAU ook in cultureel divers opzicht geen representatieve vertegenwoordiging is voor het dansveld. Zo bereikt BAU weinig (jonge) makers uit de urban scene. BAU opereert in een klein segment van het veld. Naast makers bereikt BAU geen ander cultureel divers publiek.  

De commissie constateert dat de huidige samenstelling van het kernteam van BAU, de dagelijkse leiding en het bestuur niet cultureel divers is. BAU constateert zelf dat het van belang is om een divers team medewerkers te hebben als je een breed veld wilt vertegenwoordigen. De commissie ziet wel dat het adviserende BAU Comité en de AIR Pool cultureel divers van samenstelling is, maar vindt in het plan geen visie of overtuigend plan om de diversiteit binnen het personeel en bestuur te vergroten. 


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van BAU niet te honoreren.

De aanvraag is behandeld in de adviescommissie Dans.

Adviseur Peter van der Hoop heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging.