Stichting Nieuw Vocaal Amsterdam

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 66.284
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Nieuw Vocaal Amsterdam (NVA) is een klassieke zangopleiding voor kinderen en jongeren van vier tot en met 21 jaar in Nederland. NVA geeft les in zangtechniek, notenleer, repertoirekennis en podiumpresentatie. De organisatie biedt groepslessen met zelf ontwikkeld materiaal, koortraining door gespecialiseerde kinder- en jeugdkoordirigenten, studieweekenden, internationale koorreizen en podiumproducties. Alle leerlingen zingen in een van de 24 koren van Nieuw Vocaal Amsterdam.

Nieuw Vocaal Amsterdam wil zich de komende jaren educatief, artistiek en organisatorisch verder ontwikkelen en de toegankelijkheid en zichtbaarheid in de stad verder vergroten. NVA zet de reguliere lessen en koorrepetities voort, evenals de vaste jaarlijkse producties zoals Kerstspel, Mijn Eerste Concert en de uitvoering van A Ceremony of Carols van Benjamin Britten in het Orgelpark.

Nieuw Vocaal Amsterdam is sinds begin 2016 de vaste kinderkoorpartner van Nationale Opera & Ballet. In de komende jaren zal de organisatie aan gemiddeld twee van hun producties per seizoen meewerken. Ook op educatief vlak werken de organisaties met elkaar samen. Daarnaast gaat NVA vanaf 2021 zowel binnen- als naschools onderwijs verzorgen voor basisschoolleerlingen in Zuidoost in samenwerking met het Leerorkest. Met Capella Amsterdam ontwikkelt NVA concerten en stageplaatsen, en voor studenten van het Conservatorium van Amsterdam verzorgt de opleiding een module kinderkoordirectie.

Nieuw Vocaal Amsterdam beoogt een groei in het aantal leerlingen van 330 in 2021 naar 400 in 2024, waarbij de organisatie actief kinderen en bezoekers met een niet-westerse achtergrond wil betrekken. NVA wil verder haar organisatie nog meer professionaliseren door het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden in lijn met de Fair Practice Code, het aanstellen van een coördinator en docenten voor de activiteiten in Zuidoost en het werken volgens het Actieplan Diversiteit & Inclusie.

Stichting Nieuw Vocaal Amsterdam ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 66.284 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De opleiding heeft een duidelijk herkenbare artistieke signatuur: het is een school voor klassieke koorzang voor kinderen en jongeren met de focus op opera en muziektheater.
Het artistieke plan is naar de mening van de commissie niet origineel: het betreft het overbrengen van een specifiek traditioneel klassiek repertoire. De hoogwaardige kwaliteit vindt zij echter een onderscheidende artistieke eigenheid bieden. Deze blijkt onder meer uit de diverse prijzen bij internationale koorconcoursen. De eigen zangmethodiek, het op goed stemgebruik geschoolde docententeam, het niveau van het aanbod, de koren en de structurele samenwerking met Nationale Opera & Ballet, geven de organisatie volgens de commissie een unieke positie in Amsterdam en daarbuiten.

De commissie vindt de artistieke betekenis voor het publiek van liefhebbers en bezoekers van klassieke muziek en de families van de deelnemers groot. De vele optredens onderschrijven dit. Het van jongs af aan meedoen met kleine en grote producties biedt een aansprekende, waardevolle ervaring voor kinderen en jongeren. Voor wat de deelnemers betreft toont Nieuw Vocaal Amsterdam een duidelijke visie op wat het wil bieden: een goede en op de doelgroep aansluitende didactiek en zangplezier. De commissie is positief over de heldere uitwerking hiervan naar een getrapt aanbod met routes die kunnen leiden tot bijvoorbeeld het selectiekoor. Het plan refereert aan de doelgroep: kinderen die de wens hebben om het beste uit zichzelf te halen qua muzikale- en algemene ontwikkeling. De aanvraag richt zich volgens de commissie wel meer op het toegankelijk maken van een bestaand muziekgenre voor jeugd en jongeren dan dat het ingaat op de aansluiting bij hun beleving en hun culturele interesses, waarvan klassieke muziek er één kan zijn of worden. In de repertoirekeuze constateert de commissie een - vanuit de missie begrijpelijke - vrij traditionele, klassieke lijn. Het plan stipt kort wereldmuziek aan. De aanvraag was volgens de commissie sterker geweest als deze meer reflecteerde op de huidige levendige zangcultuur in stadsdeel Zuidoost, mede vanwege de overtuigende wens om daar nieuwe doelgroepen te bereiken. In dat geval zal Nieuw Vocaal Amsterdam naar de mening van de commissie nog een extra vertaalslag moeten maken om (een deel van) deze kinderen te bereiken. De serieuze samenwerking met een op dit vlak zeer ervaren partij als het Leerorkest, dat ook actief is in het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie, biedt in dit opzicht vertrouwen.

In de terugblik reflecteert Nieuw Vocaal Amsterdam duidelijk op de artistieke en educatieve ontwikkeling - inclusief risicobeheersing - in de afgelopen jaren en benoemt de genomen stappen op weg naar een betere toegankelijkheid. Voor de komende periode formuleert het als ontwikkelambities onder andere aanvullende zang-, kleuter- en harmonieleermethodes, de opzet van een nieuw programma Leerkoor Zuidoost, doorontwikkeling van de samenwerking met Nationale Opera & Ballet en de ontwikkeling van nieuwe programma’s en producties met de nieuwe partner Cappella Amsterdam. De commissie ziet hierin een goede professionele ontwikkeling van de eigen artistieke kracht. Zij vindt echter de beoogde ontwikkeling in zowel het binnen- als buitenschoolse aanbod buiten het eigen stadsdeel belangrijk en had hier graag meer uitwerking van gezien.
NVA schetst overtuigende mogelijkheden voor de artistieke leiding, dirigenten en docenten om zich professioneel te ontwikkelen. Dit gebeurt via coaching op professionele vaardigheden, het zelf dirigeren van koren tijdens (inter)nationale competities, stages bij Nationale Opera & Ballet en Cappella Amsterdam en het hospiteren bij andere kinderkoor-instituten. Dit vindt de commissie overtuigend.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
Zij is van mening dat de opleiding zich nog niet sterk verbindt met de stedelijke samenleving. De organisatie wil toegankelijk zijn voor iedere Amsterdammer en heeft veel geleerd van een pilot in Nieuw-West met kinderen van minder financieel draagkrachtige ouders. Een naar de mening van de commissie goede conclusie uit deze pilot was dat het belangrijk is om de lokale sociale netwerken te leren begrijpen door samenwerking met ter plaatse goed ingevoerde partners. In dit opzicht vindt zij de samenwerking met het Leerorkest goed, evenals het verlagen van financiële drempels voor deelname door inzet van het Jongerencultuurfonds en het eigen NVA Muziekfonds. Ze mist bij de organisatie echter maatschappelijke, in de wijk gewortelde samenwerkingspartners en de benodigde sociale netwerken om de gewenste, laagdrempelige verbinding met de stad te leggen en dichter bij de doelgroep te komen. De commissie merkt op dat dit een belangrijk aandachtspunt is in de ambitie om de komende jaren kinderen uit andere wijken dan stadsdeel Centrum en Zuid te gaan bereiken.

De commissie vindt dat Nieuw Vocaal Amsterdam met een percentage van ruim driekwart van de activiteiten en bezoeken in de stadsdelen Centrum en Zuid weinig bijdraagt aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. De commissie waardeert wel dat er ambities zijn geformuleerd om dit te verbeteren, zoals de al genoemde plannen in Zuidoost en beoogde concerten in West, Nieuw-West en Zuidoost. Hoewel de bereikcijfers van deze concerten nog niet duidelijk zijn en het plan die niet nader uitwerkt, heeft de commissie op basis van de doelgerichte intenties wel vertrouwen dat de organisatie concrete vervolgstappen zal zetten.

Nieuw Vocaal Amsterdam kiest voor het thema Leefbare stad maar het ondernemingsplan werkt dit inhoudelijk niet uit. De commissie vindt het thema passend bij de voorgenomen ontwikkelingen van de organisatie, maar ziet niet op welke manier NVA bijdraagt aan bijvoorbeeld sociale cohesie of een aantrekkelijke woonomgeving.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Ze vindt dat de NVA in grote lijn realistische en haalbare doelen formuleert. Het plan schetst een passende omvang van de organisatie, die tot op heden functioneert en licht wordt uitgebreid. De nieuwe uitbreidingen buiten de ring schat de organisatie volgens de commissie realistisch in: de bereikcijfers zijn voorzichtig. De samenwerking met het Leerorkest geeft de commissie vertrouwen in de uitvoerbaarheid, maar een verdere uitwerking van de werkwijze had dit vertrouwen nog kunnen versterken. Volgens de commissie zal de afname - en daarmee uitvoerbaarheid - van het buitenschoolse aanbod in Zuidoost in hoge mate afhankelijk zijn van de prijs ervan. De aanvraag gaat hier beknopt op in door te verwijzen naar het Jongeren Cultuurfonds en het NVA Fonds. Het specificeert echter niet wat het cursusaanbod kost. De commissie is overtuigd van het organisatorisch vakmanschap en het artistiek vakmanschap van de opleiding. Zij is echter vanwege de op dit punt relatieve onervarenheid van de organisatie nog niet overtuigd van het benodigde vakmanschap voor de artistiek-educatieve aanpassing richting binnenschools onderwijs en nieuwe doelgroepen.

De bedrijfsvoering van NVA vindt de commissie gezond. Zij constateert dat er de afgelopen jaren goede stappen gezet zijn om de organisatie te professionaliseren. Zo is het eigen vermogen fors gestegen en de zakelijke en artistieke leiding gescheiden. Er is een duidelijke risicoanalyse bijgevoegd. Ook is het Raad van Toezichtmodel ingevoerd, waarbij de commissie opmerkt dat deze raad met slechts twee leden nog niet voldoet aan de Governance Code Cultuur. Concluderend stelt zij dat de organisatie voldoende basis heeft om de beoogde voornemens uit voeren en het langetermijnfunctioneren veilig te stellen.

De begroting vindt de commissie realistisch en passend bij het plan. De stijging aan de kostenzijde van de begroting wordt toegelicht door de invoering van Fair Practice; een investering in een coördinator voor de activiteiten in Zuidoost en een marketingmedewerker voor het bereiken van nieuwe doelgroepen. De organisatie heeft een goed gevarieerde inkomstenmix en toont financieel ondernemerschap. Wel plaatst de commissie twee kanttekeningen. Nieuw Vocaal Amsterdam begroot jaarlijks een fors positief resultaat bovenop de post onvoorzien die over de activiteitenlasten wordt berekend. Het ondernemingsplan licht niet duidelijk toe wat - buiten een deel voor de opbouw van reserve - de gedachtegang is achter deze consequent hoge positieve resultaten. Ten tweede is het aangevraagde bedrag oplopend en creëert NVA zo een, hoewel bescheiden, groeiende afhankelijkheid van publieke gelden. Deze keuze licht NVA eveneens niet toe.

De commissie vindt het marketingplan goed uitgewerkt, realistisch en passend om de beoogde deelnemers en het publiek te bereiken. Het specificeert de verschillende doelgroepen en schetst gangbare maar passende marketingmiddelen, zoals online campagnes en communicatie via partners. Het veranderen van het meer elitaire imago door het benadrukken van een gezond sociaal-maatschappelijk imago en een doelgroepgericht prijsbeleid, vindt de commissie hierbinnen een belangrijk onderdeel. Ook de keuze voor de personeelsuitbreiding bij marketing lijkt haar passend.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Het plan draagt in artistieke zin slechts zeer gering bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Het brengt traditioneel westers klassiek koorrepertoire, met uitstapjes naar wereldmuziek. De genoemde voorbeelden betreffen op Japan na echter Europese landen. Als partners noemt de organisatie het op dit vlak ervaren en passende Leerorkest en Nationale Opera & Ballet. Dit geeft de commissie vertrouwen dat er een ontwikkeling in het aanbod zal gaan plaatsvinden, al ziet zij dit nog niet terug in een (beoogde) vorm, inhoud, repertoirekeuze of presentatiewijze. Nieuw Vocaal Amsterdam stelt dat het kinderen en jongeren zal moeten interesseren voor zijn product. De commissie is echter van mening dat de opleiding voor het welslagen van de beoogde uitbreiding ook zelf zal moeten nadenken over verandering van het aanbod.

Het plan draagt met bovengenoemde samenwerkingen bij aan eerste stappen in het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Dit is naar de mening van de commissie tot nu toe, ondanks pogingen daartoe, nog nauwelijks het geval. Zij is niettemin positief over de duidelijke doelen die de opleiding op dit vlak formuleert en over het feit dat de organisatie hiervoor scholen in Zuidoost betrekt, wat een onderbouwde keuze voor een andere dan de huidige doelgroep is.

Nieuw Vocaal Amsterdam heeft een visie op diversiteit van het personeelsbestand en bestuur/toezicht. Het onderschrijft de Code Diversiteit & Inclusie en streeft naar een evenwichtige vertegenwoordiging van personen met een diverse achtergrond. Het plan benoemt manieren om deze te vergroten, zoals het waar mogelijk versterken van het personeelsbestand met mensen met een diverse achtergrond. Het is goed dat de organisatie waar nodig externe experts en ervaringsdeskundigen zal consulteren maar erg concreet zijn de voornemens niet. De commissie constateert een open, welwillende houding en een duidelijke intentie tot verandering. Zij hoopt dat deze zich de komende jaren zal vertalen naar daadkrachtig handelen.


Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Nieuw Vocaal Amsterdam gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 33.000 per jaar. Dit is een lager bedrag dan gevraagd vanwege de specifieke toekenning voor het bereiken van nieuwe doelgroepen en het geconstateerde hoge eigen vermogen. De subsidie is specifiek bedoeld voor de voorgenomen activiteiten en uitbreiding buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.