Stichting Plan d-

Dans
Aangevraagd: € 60.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Plan d- met Andreas Denk als artistiek leider maakt interdisciplinaire familiedansvoorstellingen. Plan d- wil herkenbare verhalen vertellen en laat zich daarbij vaak inspireren door alledaagse gebruiksvoorwerpen. 
Naast de voorstellingen worden participatieactiviteiten en randprogramma’s georganiseerd, workshops voor scholen in het speciaal onderwijs en voor jonge dansamateurs. Op deze wijze wil Plan d- publiek op een laagdrempelige manier bij de activiteiten betrekken. Plan d- speelt behalve in Amsterdam ook landelijk en internationaal.

De komende periode wil Plan d- voorstellingen maken en een breed scala aan aanvullende activiteiten organiseren. Boom! wordt een dansante ‘stadsnatuurvoorstelling’ voor de hele familie, in samenwerking met het Rode Loper festival, Jeugdland/Maakland en organisaties in diverse stadsdelen. Zwerfhonden is gebaseerd op een verhaal van Toon Tellegen en wordt een licht surrealistische voorstelling die met koren zal worden uitgevoerd. In Beethoven danst Denk zelf op livemuziek van een violist en een pianist. Bouwmeester: de grote vmbo-show wordt een interactieve voorstelling over bouwen en verbinden, een ode aan ambachtelijkheid. 
Onder de naam Maatwerk wil Plan d- talentontwikkeling organiseren via korte thematische stukken, en XL-meedoeprojecten voor jong danstalent. Het gezelschap is ook actief met educatieve projecten op scholen.

Stichting Plan d- ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt Stichting Plan d- bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 60.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
Plan d- maakt danstheater voor publiek van vier tot twaalf jaar. De artistieke eigenheid van Plan d- is volgens de commissie herkenbaar in de artistieke signatuur van Andreas Denk, die een interdisciplinaire performer is met choreografische- en vormgeverskwaliteiten. Het bewegingsidioom van Plan d- bestaat uit concreet gerepeteerd materiaal en improvisatie, met elementen uit theater en mime. Gerecyclede materialen, het decor, livemuziek en videoanimaties worden ingezet voor choreografieën met een sociaal-maatschappelijke insteek, zonder moralistisch te worden. Het zijn absurdistische, muzikale en verhalende stukken.
De komende periode verwerkt Plan d- actuele thema’s in de producties. Klem gaat bijvoorbeeld over de zorg voor een gehandicapt kind, Zwerfhonden over families op de vlucht. De nadruk ligt op de schoonheid van falen en het belang van zelfredzaamheid. 
De commissie vindt de plannen enthousiast beschreven maar erg beknopt en weinig prikkelend door de voorspelbare benadering van de thema’s. 
Plan d- wil met daarnaast in komende periode met veel verschillende partners (co)produceren die ieder een heel andere stijl hebben dan Plan d-. Daarnaast verschillen de producties sterk in opzet en neemt Denk steeds wisselende rollen op zich in het proces, dan weer als danser, dan als choreograaf. Hierdoor ziet de commissie de artistieke eigenheid van Plan d- niet terug in de nieuwe plannen. Omdat buiten de thematiek niet is beschreven hoe het beoogde dansidioom van de nieuwe plannen met de coproducenten zal zijn, vindt de commissie het niet mogelijk te beoordelen hoe origineel dat uit zal pakken. 

De artistieke betekenis van Plan d- voor het beoogde publiek vindt de commissie beperkt. 
Omdat de uitvoeringen deels geïmproviseerd zijn en kinderen vaak kunnen participeren in (een deel van) de voorstelling, kan dit volgens de commissie ten koste gaan van de structuur van de voorstelling, waardoor de boodschap niet bij het jonge publiek overkomt. De zeggingskracht van de voorstellingen in afgelopen periode vond de commissie wisselend. De thematiek raakte nogal eens ondergesneeuwd in de veelheid van associaties en opeenvolgende scènes. De commissie herkent in de plannen niet in hoeverre de manier waarop het thema wordt geagendeerd aansluit bij de jonge doelgroep. Een belangrijk thema voor de komende periode is de verantwoordelijkheid voor een duurzame en leefbare wereld. Dat is een actueel thema waarmee Plan d- de beoogde doelgroep kan aanspreken, maar de bewegingstaal en regie zijn minimaal uitgewerkt, waardoor geen beeld ontstaat hoe het er op het podium uit gaat zien. Ook is daarbij niet gereflecteerd op de keuze van uitbreiding van de leeftijdsdoelgroep naar 10+ en 12+, hetgeen volgens de commissie een andere benaderingswijze vergt om de voorstellingen aansprekend te laten zijn.
Plan d- wil zich de komende periode nog meer gaan richten op randprogramma’s en participatie, wat een goed middel kan zijn om de artistieke betekenis te verdiepen voor het bestaande publiek. Er ligt in de ogen van de commissie echter geen gedegen plan van aanpak aan ten grondslag waaruit blijkt hoe hiermee de artistieke betekenis daadwerkelijk vergroot kan worden voor het publiek. 

De commissie is kritisch over de artistieke ontwikkeling van Plan d-. In de afgelopen jaren is geëxperimenteerd met theatervormen en samenwerkingspartners. De commissie waardeert de reflectie van de aanvrager en herkent de beschreven behoefte aan een betere structuur en werkwijze binnen het gezelschap, zowel organisatorisch als artistiek. Denk benoemt een aantal verbeterpunten zoals meer aandacht voor heldere verhaalstructuren en gelaagd spel. Daarnaast wil Denk verder werken aan de integratie van muziek en dans, en experimenteren met nieuwe disciplines. Het wordt de commissie echter niet duidelijk wat de achterliggende gedachte is van deze keuzes; waarom Plan d- zich in deze artistieke richting wil ontwikkelen en waarom gekozen wordt voor de genoemde partners en ingrepen, zoals het streven naar een steeds leger toneel. Denk zal de komende periode opnieuw als danser/speler en/of choreograaf actief zijn. Hij vraagt externe regisseurs om het proces in goede banen te leiden. Doordat deze regisseurs sterk uiteenlopende makers zijn en de achterliggende artistieke keuzes van Denk niet helder zijn, ziet de commissie geen lijn in de artistieke ontwikkeling.
Het ontbreken van een duidelijke visie wreekt zich ook bij het plan voor talentontwikkeling voor de eigen medewerkers via Maatwerk. De commissie vindt dit summier uitgewerkt. Zij leest niet welke kunstenaars gaan participeren en waarom Denk voor deze mensen kiest, hoe de samenwerking vorm krijgt en wat de beoogde doelen zijn van het traject. Daardoor ziet zij niet wat Maatwerk kan bijdragen aan de artistieke ontwikkeling van Plan d- en de kunstenaars. 


Belang voor de stad 

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Plan d- legt volgens de commissie verbindingen met de stedelijke samenleving door de opgebouwde relaties met theaters en scholen. De komende jaren wil Plan d- in samenwerking met maatschappelijke organisaties en theaters activiteiten aanbieden aan scholen in alle wijken. Plan d- wil interactieve randprogrammering opzetten, maatwerk-voorstellingen (op locatie), XL meedoe-projecten en educatieve projecten in de klas. Daarmee wil ze uiteenlopende doelgroepen bereiken: scholieren in het basisonderwijs, kinderen uit de buurt en kinderen met een handicap (zowel fysiek als mentaal). De plannen passen bij de sociaal-maatschappelijke visie van Denk. De stadsnatuurwandeling, het stadskoor, de vmbo-show en de samenwerking met mensen met een beperking zijn mooie voorbeelden, waarbij daadwerkelijk verbinding met bewoners en de buurt wordt gelegd. De samenwerkingen zoals met partnerschool Alphons Laudy zijn passend. Op welke manier de activiteiten verankerd gaan worden in de wijken is nog niet duidelijk.

De bijdrage van Plan d- aan de spreiding van het aanbod en publiek in de stad vindt de commissie overtuigend. De activiteiten van Plan d- zijn ruim voldoende gespreid over alle stadsdelen met ongeveer de helft in Zuid, en daarnaast veel geplande projecten in Oost, Noord en West. Plan d- wil een grote verscheidenheid aan plekken gaan bespelen, uiteenlopend van theaters en festivals in alle wijken tot scholen, kerkjes, parken en het wijkcentrum. Deze keuze klopt met de aard en inhoud van de plannen. De commissie verwacht dat Plan d- met deze uiteenlopende speelplekken en de samenwerkingspartners ter plaatse ook werkelijk publiek zal bereiken in de beoogde wijken. 

Plan d- heeft als eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad, maar heeft dit slechts zeer summier aangestipt. De commissie herkent de aansluiting van het werk van Plan d- bij het thema. Dat zit vooral in de missie van Plan d- om bij te willen dragen aan ruimte voor kinderen om op een fantasievolle en evenwichtige wijze op te groeien. De focus van het gezelschap ligt daarbij op duurzaamheid, dat een relevant thema is binnen de leefbaarheid van de stad. 


Uitvoerbaarheid 

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie vindt het plan, ondanks de jarenlange ervaring van Plan d- en het netwerk waarbinnen de organisatie opereert, niet realistisch en uitvoerbaar voor wat betreft omvang, organisatie en vakmanschap. De commissie is kritisch op de kwaliteit van het werk in de afgelopen jaren. Er zijn nieuwe vormen van theater uitgeprobeerd die niet altijd goed uitpakten. De dramaturgie in de voorstellingen was vaak niet sterk, waardoor producties als Dagdonker en Buurman in de natuur minder goed werkten en de commissie niet overtuigd is van het vakmanschap op dramaturgisch niveau. De hoeveelheid plannen voor de komende periode ziet de commissie als risicovol. Ze voorziet onvoldoende tijd voor Denk om alle ideeën uit te werken naar een pakkende choreografische taal met betekenis. 
Behalve de extra producties wil Plan d- nog een waaier aan andere nieuwe activiteiten ontwikkelen. Andreas Denk neemt in de organisatie veel verschillende rollen op zich: artistiek directeur, choreograaf, danser/performer en aanjager voor de talentontwikkeling. Hij is intensief betrokken bij de verschillende educatie- en participatieprojecten. De meeste projecten monden weer uit in kleine of grote (locatie)voorstellingen. Voor de plannen in de wijken wordt bovendien met uiteenlopende partners samengewerkt, waarvan een deel nieuw is. De commissie vindt het niet realistisch dat deze grote hoeveelheid activiteiten met voldoende kwaliteit kan worden uitgevoerd door de kleine organisatie. 

Plan d- heeft de bedrijfsvoering momenteel op orde. De afgelopen jaren is er hard gewerkt om de financiële basis gezond te maken. De financiële positie heeft een goede basis en er is wat eigen vermogen opgebouwd, hetgeen de commissie vertrouwen geeft dat de beoogde plannen met de huidige bedrijfsvoering kunnen worden gerealiseerd. Plan d- houdt jaarlijks een bescheiden financiële buffer aan om tegenvallers in de begroting op te kunnen vangen. 
Plan d- functioneert op dit moment als een compacte, flexibele organisatie. 

De begrotingen komen in omvang en opzet in de basis realistisch en passend over in relatie tot het plan, maar de commissie plaatst kanttekeningen bij de financieringsmix, waarin ze risico’s ziet. Er zijn als bijlage bij de aanvraag projectbegrotingen gestuurd die ieder voor zich transparant en inzichtelijk zijn. De toelichting van Plan d- op de verhoging van de personele lasten is helder. Frontaal Theaterbureau heeft de afgelopen jaren indrukwekkende speellijsten voor Plan d- gerealiseerd, met gemiddeld vrij hoge uitkoopsommen. In de samenwerking met de Alphons Laudy school worden de lagere uitkopen gecompenseerd door de bijdragen van deze partner, dit vindt de commissie realistisch. De inspanningen die Plan d- verricht om sponsorinkomsten binnen te halen zoals voor het project Bouwmeester getuigen van een ondernemende houding. De bijdrage van publieke fondsen, en met name het Fonds Podiumkunsten, maakt desondanks echter een substantieel deel uit van de beoogde inkomsten. Deze financieringsmix vindt de commissie niet goed in verhouding en risicovol door de sterke subsidieafhankelijkheid.

Het marketingplan is in de ogen van de commissie realistisch en passend om met name het bestaande publiek en jeugd via de scholen te bereiken. Plan d- leunt daarbij sterk op de inbreng van de podia en de samenwerkingspartners. De doelgroepen worden globaal omschreven: ouders/familieleden, kinderen, leraren, kinderopvang, toeschouwers uit het jeugdtheatercircuit en vaste bezoekers van de speelplek. Er ontbreken daarnaast echter gerichte marketingstrategieën die aansluiten op de verschillende leeftijdsgroepen van zes, acht, tien en twaalf jaar. De website is verbeterd en geactualiseerd maar nog vooral op de jongere leeftijdscategorie gericht. Voor jongeren mist de commissie een onlinestrategie waarmee Plan d- de doelgroep direct kan benaderen. Ook een concrete strategie voor het bereiken en vasthouden van nieuw publiek, buiten de scholen, ontbreekt.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Het plan draagt in artistieke zin zeer beperkt bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Denk geeft aan dat diversiteit en inclusie doordringt in de producties Boom, Klem, Zwerfhonden en Denks Maatwerk. De commissie vindt dit niet in de beschrijving van de plannen terug. In de productie Zwerfhonden wil Plan d- bijvoorbeeld ingaan op de slachtofferrol en de grote groepsdynamieken binnen de maatschappij. De commissie vindt het stigmatiserend om dit gegeven te koppelen aan culturele diversiteit en leest hierin geen concrete aansluiting tot een cultureel diverse thematiek. 

Plan d- draagt beperkt bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Plan d- bereikt een cultureel divers publiek door het spelen op scholen en de samenwerking met podia zoals Meervaart Theater en Podium Mozaïek. Door de universele (dans)taal zijn de voorstellingen op zich geschikt om een breed cultureel divers publiek aan te spreken. Denk wil in de toekomst vaker samen gaan werken met makers met een cultureel diverse achtergrond en voor de grote vmbo-show rolmodellen zoeken die representatief zijn voor de doelgroep. Deze intenties zijn nog niet voorzien van een concreet plan. De commissie mist een actievere houding van Plan d- om zich met de voorstellingen en de performers concreet te richten op het bereiken van een cultureel divers publiek. Ook in de marketing zijn geen specifieke aanpassingen gepland om dat te verbeteren. 
Plan d- heeft zich ten doel gesteld om in alle lagen van de organisatie inclusief te werken. Met een standaard inclusiviteits- en diversiteitstoets wil zij de eigen activiteiten monitoren. Ook wil Plan d- adviseurs inschakelen, samenwerken met makers met een andere culturele achtergrond en streven naar een gemixte samenstelling van het dansers-tableau. De commissie vindt dit goede intenties, al zijn ze nog te verkennend van aard om daadwerkelijk de diversiteit van het personeelsbestand of het bestuur te vergroten. 


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van Plan d- niet te honoreren.

De aanvraag is behandeld in de adviescommissie Dans.