The One Minutes Foundation

BFNA
Aangevraagd: € 70.000
Toegekend: € 0

Inleiding

The One Minutes Foundation (hierna: The One Minutes) produceert en distribueert naar eigen zeggen video’s van één minuut vanuit een artistiek uitgangspunt. De organisatie specialiseert zich in deze video’s door middel van workshops, collectievorming en opdrachten. Hiermee wil de organisatie mensen een stem geven en nieuwe verbindingen tot stand brengen. Als kernwaarden noemt de organisatie artistieke kwaliteit, authenticiteit, democratie en diversiteit. The One Minutes is zowel actief binnen de internationale hedendaagse kunst als op het gebied van educatie, welzijn en ontwikkelingswerk en tracht deze met elkaar te verbinden. De organisatie benoemt als doel het verbinden van mensen en gemeenschappen door middel van hoogwaardige en toegankelijke kunst.
The One Minutes ziet zichzelf als een cultureel en educatief videoproductiehuis. The One Minutes zet het maken, selecteren en vertonen van videokunst als kernactiviteit centraal en biedt een platform voor kunstenaars en curatoren om te experimenteren in thematiek, techniek en presentatie. The One Minutes is naar eigen zeggen een promotor voor videokunst en bewegend beeld en wil hierbij een speciale, niet-commerciële positie innemen. 
De komende beleidsperiode wil The One Minutes een inclusief platform zijn voor de nodige context en duiding binnen dit tijdperk van razendsnelle technologische ontwikkelingen. De organisatie wil duurzame relaties aangaan met een breder netwerk van curatoren en samenwerkingspartners en zichtbare internationale gemeenschappen binnen en buiten Amsterdam creëren. The One Minutes wil verder het eigen archief en de geproduceerde series online ontsluiten en onder andere beschikbaar stellen voor onderzoek. Daarnaast wil de organisatie zich blijven richten op het ontsluiten van kennis door middel van workshops, panels en seminars. 

The One Minutes ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van  € 45.500 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2014 vraagt The One Minutes bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 70.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende. 
The One Minutes benoemt de film van één minuut als uitgangspunt van haar activiteiten.  De tijdslimiet dwingt makers in haar ogen tot helderheid, creativiteit en het succesvol samenbrengen van verschillende perspectieven. The One Minutes produceert series films van één minuut door thematisch te cureren, waardoor verschillende perspectieven op een thema ontstaan. De commissie vindt dat de artistieke eigenheid van The One Minutes jarenlang groot was en dat de organisatie een goede naam heeft op gebied van bewegend beeld. De commissie vindt dat er wordt gewerkt met hoogwaardige makers en partners voor het produceren en presenteren van de video’s en constateert dat het werk (internationaal) veel bereik heeft. De commissie vindt echter dat de artistieke eigenheid van het concept van The One Minutes onder druk staat. In de huidige tijd van digitale ontwikkelingen zijn er verschillende social media en apps die zich bezighouden met video en reflectie daarop, zoals bijvoorbeeld TikTok dat ook werkt met het format van een minuut. Volgens de commissie gaat de aanvrager maar beperkt in op hoe het concept van The One Minutes zich artistiek gezien verhoudt tot dit soort media en wat de vernieuwing en het experiment waarvan de organisatie spreekt concreet behelst. The One Minutes meent dat de relevantie van hun kennis en ervaring toeneemt in deze tijd van social media doordat de organisatie een platform biedt voor de nodige context en duiding. Het is de commissie op basis van de aanvraag echter niet duidelijk voor wie en hoe The One Minutes dat platform wil zijn en op welke manier de organisatie een rol wil spelen in deze duiding. Daarmee concludeert de commissie dat er sprake is van een organisatie met een lange staat van dienst die steeds meer moeite heeft haar artistieke eigenheid te behouden en vorm te geven binnen een snel veranderende wereld. 

De voornaamste doelgroep van The One Minutes is die van de jonge, beginnende kunstenaars. De commissie meent dat de organisatie een overtuigende rol vervult in het stimuleren van deze jonge professionals door haalbare creatieve doelen te stellen en internationale presentatiemogelijkheden te bieden. Een belangrijke andere doelgroep van The One Minutes is die van jongeren die de organisatie bereikt middels workshops. De organisatie benoemt de artistieke betekenis voor dit beoogde publiek als ‘empowerment’ voor groepen wiens stem minder vaak te horen is. De commissie merkt op dat in de digitale media met name jongeren zelf al kritisch met video bezig zijn en dat communities zichzelf bottom-up organiseren via social media. De commissie vindt niet in de aanvraag terug hoe The One Minutes een overtuigende visie opstelt en ervoor zorgt aansprekend te zijn voor deze doelgroep. The One Minutes kent een wereldwijd publiek, zowel online als middels presentaties op plekken zoals musea, universiteiten, festivals, maar ook wachtruimtes en hotellobby’s. De commissie constateert dat de organisatie in het verleden presentaties bijvoorbeeld inzette bij de Internationale AIDS conferentie of om bijvoorbeeld een dialoog tussen Chinese en westerse kunstenaars tot stand te brengen. Voor de komende beleidsperiode benoemt de aanvrager een aantal presentatiemogelijkheden, maar deze worden volgens de commissie niet concreet uitgewerkt. De commissie concludeert dat de artistieke betekenis van The One Minutes onverminderd is voor jonge professionals en dat er in het verleden sprake was van betekenis voor een breder publiek via gerichte presentaties, maar dat de artistieke betekenis voor het beoogde brede publiek voor de komende beleidsperiode voor de commissie moeilijk te beoordelen is op basis van de aanvraag.

The One Minutes benoemt een aantal artistieke doelstellingen voor de komende beleidsperiode. Zo wil de organisatie zich ontwikkelen tot een inclusiever platform, door (internationale) gemeenschappen te verbinden en globale vraagstukken te onderzoeken. Deze ambitie sluit in de ogen van de commissie aan op eerder ingezette programmaonderdelen op gebied van educatie, o.a. in samenwerking met azc’s en Unicef. De commissie meent dat de organisatie zich explicieter uit kan spreken over de resultaten van deze eerdere initiatieven en hoe deze als basis dienen voor verdere ontwikkeling van de organisatie en de programmering. Vanaf 2020 zal de aanvrager de eigen collectie die is ondergebracht bij het Instituut voor Beeld & Geluid, zelf kunnen beheren. De commissie is positief over het plan van de aanvrager om de collectie thematisch te ontsluiten en voor onderzoek aan te bieden, al werkt de organisatie dit plan niet uit en is er geen sprake van reflectie op de gevolgen van het online toegankelijk maken van de database. De commissie mist in het plan een visie op hoe de organisatie investeert in het potentieel en de artistieke ontwikkeling van het team.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak. 
De aanvrager ziet Amsterdam als een ‘superdiverse stad’ en wil een verbindende rol spelen zodat er meer begrip ontstaat tussen verschillende groepen mensen. The One Minutes verbindt zich in het plan niet nadrukkelijk met stedelijke thematiek of vraagstukken, al is er een natuurlijke aansluiting via de thematiek die veelal jongeren inbrengen bij de video’s. Enkele maatschappelijke organisaties worden genoemd als mogelijke samenwerkingspartners, zoals UMC-AMC (organisatie voor seropositieve jongeren). Het is echter voor de commissie niet helder hoe concreet deze samenwerkingen en plannen zijn. Hierdoor kan de commissie zich maar beperkt een oordeel vormen over de verbinding met maatschappelijke organisaties. De commissie concludeert op basis van het plan dat er sprake is van enige verbinding met de stad en met stedelijke vraagstukken.

De activiteiten van The One Minutes hebben in het verleden plaatsgevonden op verschillende locaties in de stad en in samenwerking met verschillende partners. The One Minutes geeft aan activiteiten te willen ontplooien in Zuidoost (met CBK Zuidoost) en Noord (EYE), al zijn deze plannen weinig concreet uitgewerkt. De organisatie licht in het plan niet toe welke toekomstige activiteiten in welke stadsdelen plaats gaan vinden en op grond waarvan. De commissie constateert dat het aanbod van The One Minutes tot dusver bijdroeg aan de spreiding van het cultuuraanbod over de stad, maar dat de commissie op basis van de plannen voor de komende beleidsperiode hier maar beperkt een oordeel over kan vormen. 

The One Minutes heeft op het aanvraagformulier Stad van dag & nacht als eigen accent aangekruist, in het plan kiest de organisatie echter voor Hightech stad. De aanvrager benoemt Amsterdam als middelpunt voor mediakunst en technologische ontwikkelingen. De organisatie geeft aan dat het voorgestelde programma genoeg ruimte biedt voor het tonen, onderzoeken en bespreken van ontwikkelingen op gebied van technologie en videokunst. The One Minutes legt nadruk op de verbinding tussen de kunst- en techwereld in Amsterdam, en op mogelijke samenwerkingen met technische bedrijven. De aanvraag geeft echter weinig context voor de commissie om The One Minutes in het kader van hightech te beoordelen. Daarnaast is het formulier leidend bij de beoordeling van de criteria, waardoor de commissie moet constateren dat het gekozen accent niet is uitgewerkt in het plan. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De commissie constateert dat The One Minutes in de aanvraag voornamelijk activiteiten uit het verleden beschrijft en maar beperkt aandacht besteedt aan concrete plannen voor de toekomst. Toekomstige samenwerkingen zijn doorgaans niet concreet gemaakt in het plan, zo geeft de aanvrager aan ‘te denken aan’ bepaalde internationale presentatiemogelijkheden en stelt ze dat ‘kunstenaars en curatoren worden gevraagd’, maar deze zijn blijkens het plan niet bevestigd. De commissie is zich ervan bewust dat The One Minutes een heel kleine en ook wendbare organisatie is die zich aanpast aan de situatie en weegt dit mee in haar oordeel. De commissie is positief over de keuze voor de nieuwe directeur gezien haar bewezen vakmanschap, ervaring en netwerk. De commissie kan zich tevens voorstellen dat het programmeren voor de volgende beleidsperiode lastig is gezien het feit dat er een nieuwe directeur aantreedt, maar meent dat er toch meer duidelijkheid had moeten worden verschaft over de plannen voor de komende beleidsperiode om deze te kunnen beoordelen op uitvoerbaarheid en realisme. 

De organisatie heeft een zware periode achter de rug wat betreft de bedrijfsvoering. In zowel 2017 als 2018 realiseerde de aanvrager forse negatieve exploitatieresultaten. De organisatie heeft moeten herorganiseren en krimpen. Volgens de aanvrager zijn processen nu beter gestroomlijnd. De financiële situatie van de aanvrager blijft volgens de commissie echter kwetsbaar. Hoewel de resultaten in 2019 zijn verbeterd, is het eigen vermogen in 2020 nog negatief, en voor de periode 2021-2024 begroot de aanvrager ook geen groei van dit eigen vermogen. De commissie beoordeelt dit als een risico. De commissie meent dat de bedrijfsvoering niet genoeg basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren.

De commissie vindt de begroting summier opgesteld. De commissie mist eveneens in de aanvraag een goede vertaalslag tussen begroting en gepresenteerde plannen. De begroting maakt bijvoorbeeld niet inzichtelijk hoe de lastenverhoging van de uitbreiding van personeel of activiteiten is onderbouwd en vervolgens leidt tot een verhoging van het gevraagde subsidiebedrag. Tevens meent de commissie dat de begroting niet toereikend is voor de uitgebreide plannen. De commissie is van mening dat er geen sprake is van een goede financieringsmix, onder andere omdat het bedrag voor de beoogde (sponsor)inkomsten sinds de vorige periode aanzienlijk is verlaagd. Ook de beoogde incidentele subsidies nemen af gedurende de komende vier jaar, waardoor het dekkingsplan sterker leunt op structurele subsidie. 
In 2018 zijn er minder inkomsten gerealiseerd uit workshops dan begroot. De commissie heeft op basis van de plannen weinig vertrouwen dat de eigen inkomsten zoals in de begroting opgenomen op dit gebied in de volgende beleidsperiode wel gegenereerd kunnen worden, ook omdat het plan niet getuigt van reflectie op vorige ervaringen en concrete stappen om het anders aan te pakken. De commissie meent daarom dat de begroting niet realistisch en passend is. 

De commissie destilleert twee belangrijke doelgroepen in het plan: een eigen publiek bestaand uit (jonge) professionals en een groot ‘algemeen publiek’. De commissie constateert dat de organisatie het eigen publiek goed weet te bereiken middels gangbare kanalen als social media, en dat evenementen goed worden bezocht. The One Minutes geeft aan een groot online ‘algemeen publiek’ te hebben en dat ze nieuwe publieksgroepen wil bereiken. Hiervoor zijn enkele acties beschreven, zoals samenwerken met nieuwe locaties en met een breder scala aan curatoren, het verstevigen van contacten in het internationale kunstonderwijs, het online ontsluiten van de collectie, en een grotere aanwezigheid op social media. Ook spreekt de aanvrager over een strategisch plan bij thematische series. De commissie is op zich positief over deze acties, maar constateert dat de organisatie de acties niet uitwerkt - er wordt niet beschreven waar het strategisch plan uit bestaat en op wie het gericht is, of welk publiek wordt beoogd met de onlinecollectie. De commissie concludeert dat een samenhangend marketingplan ontbreekt en verwacht dan ook niet dat de organisatie op deze wijze het publiek kan verbreden met nieuwe doelgroepen. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
The One Minutes wil een inclusiever platform worden zodat vraagstukken die in de toekomstige series gemaakt worden vanuit alle mogelijke perspectieven belicht worden. De aanvrager geeft aan dat de keuze om te werken met jonge makers leidt tot culturele diversiteit in het programma. De aanvrager is voornemens om bestendige relaties aan te gaan met curatoren met een diverse achtergrond en benoemt een vast evaluatiemoment om te controleren of gemaakte keuzes daadwerkelijk leiden tot grotere culturele diversiteit. De commissie is positief over dit besluit en verwacht dat de keuze voor curatoren met een diverse achtergrond van invloed gaat zijn op de selectie van makers en dat die wisselwerking vruchten gaat afwerpen wat betreft culturele diversiteit in het aanbod van The One Minutes. Daarmee draagt het plan naar het oordeel van de commissie bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. 

Door de samenwerking met een inclusievere groep curatoren en samenwerkingspartners, verwacht The One Minutes ook een diverser publiek te bereiken. De commissie ziet ook hier mogelijkheden maar vindt het plan iets te vrijblijvend. Er mist in de aanvraag informatie over specifieke doelgroepen die The One Minutes wil bereiken en een nadere beschrijving van acties gericht op de cultureel diverse doelgroepen. Daarmee draagt het plan beperkt bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. 

The One Minutes geeft aan dat op dit moment de organisatie nog niet cultureel divers en inclusief is. De organisatie gaat inzetten op culturele diversiteit bij de werving van een nieuwe coördinator en nieuwe bestuursleden. Tevens wil The One Minutes duurzame relaties met diverse en inclusieve partners opbouwen om zo het eigen netwerk diverser te maken. De commissie is positief over het feit dat de organisatie het belang erkent van diversiteit binnen de organisatie, al zijn de stappen beperkt uitgewerkt. De commissie concludeert dat de plannen van The One Minutes enigszins bijdragen aan de culturele diversifiëring van de eigen organisatie. 


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van The One Minutes niet te honoreren. 
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.