Unfair Amsterdam
Inleiding
Stichting Unfair Amsterdam (hierna: Unfair) organiseert een non-profit kunstbeurs voor kunstenaars. Met haar projecten wil Unfair een brug slaan tussen het atelier en de wereld daarbuiten en zo voor nieuwe verbindingen, experimenten en talentontwikkeling binnen de beeldende kunst zorgen. Unfair ontwikkelt programma's met artistieke producties van hedendaagse makers, waarmee de organisatie een groot en divers landelijk publiek wil verbinden en inspireren.
Door het bij elkaar brengen van verschillende culturele stakeholders, zoals bezoekers, professionals, verzamelaars, instellingen en kunstenaars, beoogt Unfair draagvlak voor de ontwikkeling van (jonge) makers te scheppen. Met deze aanpak meent Unfair in de laatste jaren voor het publiek een herkenbaar evenement te zijn geworden en voor de sector een gelegenheid om nieuwe talenten te ontdekken en gevestigde talenten te volgen. Unfair ziet zich als een laagdrempelige en persoonlijke ontmoetingsplek voor haar doelgroepen en als een showcase voor hedendaagse culturele ontwikkelingen voor het grote publiek.
Artistiek en zakelijk zegt Unfair zich vanaf 2017 ontwikkeld en geprofessionaliseerd te hebben, met een nagenoeg verdubbeling van de omzet per programmacyclus en bijna een verdrievoudiging van het publieksbereik. Unfair denkt over de organisatorische slagkracht te beschikken om niet alleen kwantitatief, maar met name ook kwalitatief te groeien.
Voor de komende periode gaat Unfair uit van de voortzetting van een aantal bestaande projecten, zoals de Unfair kunstbeurs, de Fundraiser Auction en de Unfair Architect Award. Hieraan heeft Unfair per 2019-2020 een aantal nieuwe projecten toegevoegd, waaronder Meet the Maker en het Westerpark House. In de komende periode wil Unfair haar organisatie verder professionaliseren, de Fundraiser Auction verder ontwikkelen en de toegankelijkheid van beeldende kunst en de impact van architectuur en beeldende kunst vergroten.
Stichting Unfair Amsterdam ontvangt een tweejarige subsidie 2019-2020 binnen het Kunstenplan van € 81.510 per jaar. (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt Stichting Unfair bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€ 100.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
Het uitgangspunt van de organisatie is een directe en gelijkwaardige samenwerking met kunstenaars, waarbij niet de galerie maar de kunstenaar leidend is. De commissie vindt dit een bezield uitgangspunt voor een kunstbeurs omdat het kunstenaars een autonome positie geeft ten opzichte van potentiële kopers. Bovendien past bij het de non-profit doelstelling van de organisatie. Ook de duidelijk vormgegeven fysieke setting van de non-profit kunstbeurs getuigt volgens de commissie van de artistieke eigenheid van Unfair. Zo organiseert Unfair voor elke editie een ontwerpwedstrijd (de Unfair Architect Award) rond de aanbesteding van het ruimtelijk ontwerp van de kunstbeurs. Hiervoor werkt de organisatie samen met een onafhankelijke selectiecommissie en nodigt Unfair tien jonge architecten uit. Het winnende ontwerp fungeert als een fysiek overkoepelend kunstwerk. De commissie vindt het positief dat bezoekers van de beurs kunnen deelnemen aan diverse onderdelen van het randprogramma, waaronder lezingen, rondleidingen, filmprogramma's, publicaties en (publieks-)educatieprogramma's. De commissie is van mening dat Unfair als ‘artist-driven’ en uniek vormgegeven kunstbeurs een eigen artistieke signatuur heeft en daarmee van toegevoegde waarde is ten opzichte van andere kunstbeurs-initiatieven.
De commissie heeft waardering voor de artistieke betekenis van Unfair voor haar publiek. De stichting onderscheidt de doelgroepen kunstenaars, institutionele professionals, niet-institutionele professionals, galeriehouders, kopers en verzamelaars, opiniemakers, studenten en jongeren. Volgens de commissie toont de organisatie op overtuigende wijze aan visie te hebben op de culturele interesses van deze doelgroepen. Unfair heeft onder andere een duidelijke visie op de jongere laag bezoekers en kopers, ofwel de niet-traditionele kunstverzamelaars. Zo verbindt Unfair de clubcultuur waar jongeren zich bij thuis voelen met hedendaagse kunst door middel van het terugkerende programmaonderdeel Dag en nacht. Dat koppelt avondprogrammering en performances op Unfair aan muziekprogramma's en een clubavond. De commissie meent dat de organisatie daarnaast goed in het oog heeft hoe zij jonge kopers op de langere termijn aan zich kan binden. Zij stelt vast dat Unfair hen gericht aanspreekt, in samenwerking met partners zoals Christie's, Sotheby’s en de Young Collectors Circle, die gespecialiseerd zijn in het onderhouden van een relatie met verzamelaars. Verder vindt de commissie de artistieke betekenis van de kunstbeurs aansprekend voor de doelgroep kunstenaars, omdat het kunstenaars en hun praktijk centraal stelt.
Wat betreft de artistieke ontwikkeling vindt de commissie het positief dat de organisatie de ambitie heeft om de komende jaren het huidige programma te verbreden. De commissie waardeert het dat Unfair meer wil inspelen op de actualiteit. Zo wil de organisatie het publiek met behulp van het toegankelijke digitale platform Meet the Maker een overzicht geven van actuele ontwikkelingen in de cultuursector. Dit platform presenteert verschillende uitgangspunten en achtergronden van makers. Verder heeft de commissie waardering voor het voornemen van Unfair om kunst in de openbare ruimte te stimuleren. De organisatie wil winnaars van de Unfair Architect Award een ontwerp laten maken voor een architectonische, ruimtelijke interventie in het Westerpark onder de noemer Westerpark House. De commissie vindt het prikkelend dat Unfair daarmee in de artistiek-stedelijke traditie treedt van tijdelijke architectonische ontwerpen in stadsparken, zoals de Summer Houses van Serpentine Gallery in Hyde Park te Londen. In 2020 trekt Unfair hiervoor architect Tomas Dirrix aan, die de winnaar was van de Unfair Architect Award 2018. De commissie vindt het positief dat Unfair de winnaars van deze prijs de kans geeft om zich op deze manier verder te ontwikkelen. Hoe de artistieke ontwikkeling van de belangrijkste gezichtsbepalende artistieke medewerkers van Unfair vorm krijgt, wordt uit het ondernemingsplan onvoldoende duidelijk.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie vindt dat de organisatie zich overtuigend verbindt aan maatschappelijke Amsterdamse partners. Zij vindt het positief dat Unfair het huidige educatieprogramma voor kunstacademies in de komende periode ook aanbiedt aan Amsterdamse mbo-scholieren in samenwerking met onder andere het Mediacollege Amsterdam. Verder vindt de commissie het positief dat Unfair met het Westerhouse Park verbinding zoekt met de groene omgeving van het Westerpark en daarmee inspeelt op de bezoekerservaring daar. De commissie vindt dat deze ruimtelijke interventie zowel artistieke waarde als verblijfskwaliteit toe kan voegen aan het Westerpark, zeker omdat deze tijdens Unfair vrij toegankelijk zal zijn.
De beoogde activiteiten van Unfair in stadsdeel West en Noord dragen volgens de commissie bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod in Amsterdam en het publieksbereik daarvan. De commissie vindt deze activiteiten concreet uitgewerkt met een overtuigende aanpak van het publieksbereik. De commissie is positief over de beoogde samenwerking met de oprichters van Sociëteit Sexyland ten aanzien van de invulling en programmering van Super Sexyland World. De commissie verwacht daarvan een mooie innovatieve kruisbestuiving in Amsterdam Noord. De commissie is verder positief over het voornemen van Unfair om met een aantal culturele partijen in Noord een coöperatieve culturele hotspot te ontwikkelen, waarin dag- en nachtprogrammering in elkaar overgaan. Het feit dat de organisatie hiervoor samenwerkt met partners die daar ervaring mee hebben, zoals Skatecafe Karin & Yvonne en Garage Noord, wekt vertrouwen bij de commissie.
De commissie vindt dat het door Unfair gekozen eigen accent de Leefbare stad aansluit bij de voornemens van de stichting en door de organisatie op een overtuigende en passende wijze is uitgewerkt. Naar de mening van de commissie heeft een leefbare stad een levendig kunstklimaat met kunstenaars die in de stad kunnen wonen en werken en dat vindt de commissie dan ook een randvoorwaarde om een kunstbeurs als Unfair te organiseren.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie waardeert het dat Unfair zich in de afgelopen jaren met veel passie en inzet heeft ontwikkeld van een bescheiden begonnen initiatief tot een belangrijke en aanwezige speler in het kunstenveld. Zo presenteerde Unfair sinds de oprichting ruim tweehonderd (inter)nationale kunstenaars verspreid over vier edities voor een groeiend publiek. De commissie vindt de verschillende voornemens van de organisatie voor de komende periode van veel ambitie getuigen. Al draagt dit een zeker risico in zich dat het doel van Unfair zou kunnen verwateren, toch heeft de commissie er vertrouwen in dat de artistieke doelstellingen gewaarborgd blijven en haalbaar zijn. Dat komt vooral omdat Unfair de artistieke vaardigheden binnen de organisatie voldoende heeft weten te behouden in jaren van programmatische groei en bezoekersgroei. Volgens de commissie beschikt het team van Unfair over de benodigde capaciteit en de productioneel-organisatorische en artistieke kennis en ervaring om de beoogde plannen vorm te geven. De achtergronden van de oprichters als beeldend kunstenaar en cultureel ondernemer passen bij het artistieke doel van de kunstbeurs. De commissie vindt dat Unfair ook goed onderbouwd heeft welke periodiek terugkerende krachten - freelancers, vrijwilligers en stagiaires - de stichting inzet op de ondersteunende functies. De commissie vindt het tevens positief dat de organisatie door de doorontwikkeling van de jaarlijkse Fundraiser Auction wil zorgen voor een verdichting van haar netwerk aan kopers. Deze periodieke benefietveiling organiseert Unfair in samenwerking met wisselende partners, waaronder veilinghuis Christie's, Sotheby's, NewWerktheater, Arti et Amicitiae en Bruynzeel Storage Systems. De opbrengst gaat naar de totstandkoming van Unfair en de betrokken kunstenaars.
De commissie is van mening dat de bedrijfsvoering van Unfair gezond is. Zij vindt het positief dat de organisatie heeft nagedacht over de zakelijke risico’s voor de komende periode. Hiervoor heeft Unfair een strategische risicomatrix opgesteld. Op basis van deze risico’s heeft de organisatie de hoogte van het financiële weerstandsvermogen bepaald. Zo is de organisatie met name in een festivaljaar door een dal in het eigen vermogen kwetsbaarder dan in een niet-festivaljaar. In het ondernemingsplan laat de organisatie volgens de commissie overtuigend zien hoe ze met deze schommelingen omgaat. Zo houdt Unfair een eigen vermogen aan op een hoogte van 75% van de gemiddelde publieksinkomsten uit haar events. Dat de organisatie in het ondernemingsplan aangeeft tijdig te willen bijsturen wanneer een bepaalde financieringsstroom tegenvalt, getuigt volgens de commissie van pragmatiek en realiteitszin. Ook vindt de commissie het verstandig dat de organisatie na elke editie werkt aan het weer op peil brengen van het eigen vermogen.
De commissie vindt de begroting van Unfair passend en realistisch. Er is sprake van een bij de aard van activiteiten en organisatie passende financieringsmix. De organisatie kan beschikken over verschillende bronnen van inkomsten, waaronder een sterke hoofdsponsor en veel projectsponsoring, zodat de risico’s worden gespreid. Daarnaast vindt de commissie het positief dat de organisatie ervoor kiest om met weinig mensen veel projecten te realiseren en daarbij eerlijke lonen conform de Fair Practice Code nastreeft. Een stijging in programma- en personeelskosten past volgens de commissie daarom bij de beoogde groei.
De commissie beoordeelt het marketingplan van de stichting als passend en realistisch. Zij stelt vast dat Unfair visueel gezien, door de artistieke vormgeving van de kunstbeurs en het ontwerp van de website en het drukwerk, een eigen gezicht creëert dat de identiteit van organisatie en evenement weerspiegelt en daardoor een effectief communicatiemiddel is. De commissie vindt dat de verschillende typen marketingactiviteiten passen bij de bestaande en beoogde doelgroepen. Zo wil Unfair een jongere laag van nieuwe kunstkopers aan zich binden met marketing die aansluit bij de populaire uitgaans- en muziekcultuur. Tegelijkertijd weet de organisatie een ouder publiek te trekken met bijvoorbeeld de marketing van de Unfair Architect Award en Westerpark House. Dat de organisatie, die primair een nieuw en jong publiek zoekt, toch het oudere publiek niet veronachtzaamd, vindt de commissie zakelijk gezien verstandig, omdat zich juist in die laatste doelgroep welvarende kunstkopers bevinden. De samenwerking met de Stadspas is volgens de commissie passend bij het door Unfair beoogde doel om ook minder vermogende Amsterdammers makkelijker toegang te bieden tot de beurs.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De commissie ziet dat het Unfair de afgelopen periode gelukt is een cultureel diverse groep kunstenaars te presenteren: in totaal 61 kunstenaars met 21 verschillende nationaliteiten of culturele achtergronden, onder wie 9 kunstenaars met een niet-westerse achtergrond. De commissie heeft op basis hiervan vertrouwen dat Unfair ook in de komende periode de culturele diversiteit van de deelnemende kunstenaars weet te behouden en op die manier in staat is bij te dragen aan de culturele diversiteit van het cultuuraanbod in Amsterdam. Dat vertrouwen baseert de commissie op de selectieprocedures, waarin een tweejaarlijks wisselende selectiecommissie van Unfair kijkt naar uiteenlopende artistieke uitgangspunten, media, woon- en studielocaties, culturele achtergrond, leeftijd en gender. De commissie vindt het positief dat Unfair deze commissie samenstelt op basis van meerstemmigheid. Het wekt vertrouwen dat Unfair hiervoor samenwerkt met partners die uiteenlopende doelstellingen en werkwijzen hebben, zoals WeArePublic, Subbacultcha, journalisten, galeriehouders en curatoren. De commissie vindt het positief dat Unfair zich met behulp van de selectieprocedures de komende periode committeert aan het creëren van betere kansen voor kunstenaars met een niet-westerse achtergrond.
De commissie waardeert dat Unfair erkent dat ze momenteel geen inzicht heeft in de culturele diversiteit van de bezoekers. Zij stelt vast dat de organisatie een actieplan heeft opgesteld om in de komende beleidsperiode beter te onderzoeken hoe haar publiek er uitziet in termen van diversiteit en inclusie. In 2020 wil de organisatie een nulmeting doen aan de hand van de registratie van postcodes van de bezoekers, waarmee volgens Unfair een schatting te maken is in termen van financiële draagkracht, afkomst en diverse aanvullende parameters. De commissie vindt het positief dat Unfair op basis van deze informatie wil inspelen op de hiaten in haar publiekssamenstelling en daarna gerichtere marketingstrategieën wil implementeren en de partnerships wil evalueren.
Wat de culturele diversiteit van het personeelsbestand betreft, ziet de commissie dat het aandeel organisatiemedewerkers van niet-westerse afkomst op dit moment twintig procent van het personeelsbestand beslaat, wat voor een cultureel diverse stad als Amsterdam relatief laag is. In het bestuur zitten geen cultureel diverse mensen. De commissie vindt de in het plan benoemde actiepunten om de werving van personeel en bestuursleden meer buiten institutionele paden om te laten verlopen - bijvoorbeeld via Instagram, postercampagnes, of meer via het eigen netwerk - nog onvoldoende uitgewerkt om vertrouwen te hebben in een duurzame verhoging van dit aandeel.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Stichting Unfair Amsterdam te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 100.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.