What Design Can Do

BFNA
Aangevraagd: € 170.000
Toegekend: € 50.000

Inleiding

Stichting What Design Can Do (hierna ook: WDCD) is een internationaal platform dat de creativiteit van innovatieve makers, ontwerpers en kunstenaars inzet voor het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken. Daarbij gaat het om complexe vraagstukken die volgens hen gebaat zijn bij een integrale, grens- en discipline-overschrijdende benadering waarbij creatieve makers, koplopers uit de gemeenschap, (semi)overheden, kennisinstellingen, bedrijven en ngo’s samenwerken. WDCD streeft naar concrete impact op de wereld om ons heen. 

In de periode 2021-2024 wil WDCD zich krachtiger manifesteren in Amsterdam. Daarom vestigt de organisatie zich op de NDSM-werf in Amsterdam Noord. Hier ontwikkelt de organisatie het nieuwe, permanent geopende WDCD Innovatie Lab, waar creatieve makers aan grote maatschappelijke vraagstukken werken en het publiek jaarrond kan komen kijken. De WDCD Conferentie wordt omgevormd tot het WDCD Live Festival om een groter publiek aan te trekken. Het programma wordt uitgebreid en de samenwerking met kwartiermakers en aanjagers – vooral uit Amsterdam Noord – intensiever. Er is een avondprogramma voor publiek gepland en een expositie met concepten, innovaties, gerealiseerde oplossingen en visies van makers. Daarnaast organiseert WDCD meer challenges op de themagebieden Klimaatactie, Sociale Rechtvaardigheid en Gezondheid & Welzijn. De focus ligt daarbij op Amsterdam, Delhi, Mexico City, Nairobi en São Paulo. Door het jaar heen komen er meer workshops, design jams, labs, bootcamps en presentaties. De organisatie voorziet intensivering van marketing en communicatie en professionalisering van het educatieprogramma. 

Stichting What Design Can Do ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 27.807 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 170.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
What Design Can Do stelt in haar activiteiten maatschappelijke, veelal mondiale vraagstukken aan de orde door middel van ontwerpkracht en design-crossovers. Ze wil concrete oplossingen aandragen en werkt in dit kader samen met publieke en private stakeholders. WDCD agendeert actuele en volgens de commissie prikkelende onderwerpen en de commissie is gecharmeerd van de optimistische visie van WDCD. De artistieke keuzes voor een onderwerp of maker worden in de aanvraag volgens de commissie weinig gespecificeerd. De commissie ziet de uiteindelijke resultaten daarom meer als een product van WDCD’s faciliterende rol dan van een eigen artistieke inbreng. WDCD springt volgens de commissie goed in op de actualiteit en pakt grote onderwerpen op die zich niet in een enkele challenge laten oplossen. Hoewel de organisatie zegt bij te dragen aan de concrete uitwerking en implementatie van voorgestelde oplossingen, leest de commissie niet hoe de organisatie samen met makers blijft doorwerken om concepten marktrijp te maken. Zij heeft daarom de indruk dat de organisatie vooral de nadruk legt op dat wat actueel is en minder op het doorontwikkelen naar een concrete oplossing. De organisatie werkt veel samen met academies en hogescholen en schrijft open calls uit ten behoeve van talentontwikkeling. De commissie ziet niet dat deze nadrukkelijk gericht zijn op startende makers of ontwerpers die zich nog willen bekwamen of excelleren in het vak. Daardoor is de commissie niet geheel overtuigd van de originele artistieke signatuur van de talentontwikkelingsactiviteiten. Het Innovatie Lab - dat het hele jaar geopend is en als vliegwiel dient voor experiment en innovatie - biedt volgens de commissie mogelijkheden om een onderscheidende artistieke rol te vervullen. Omdat een programmeringsvisie en plan van aanpak voor het Lab ontbreken, vindt de commissie dat deze rol geen duidelijke invulling krijgt. Al met al meent de commissie dat in de ambitie om maatschappelijke impact via discipline overstijgend design te maken een artistieke eigenheid zit, maar dat deze een beperkte en weinig prikkelende uitwerking krijgt in de verschillende programmaonderdelen.

Met het WDCD Live Festival richt de organisatie zich op ontwerpers, overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers die samen willen werken aan complexe uitdagingen. De commissie is voldoende overtuigd dat WDCD zicht heeft op de culturele interesses van deze groepen - omdat zij betrokken worden bij de formulering van de ontwerpopgave -  en daarop inspeelt met haar activiteiten. Wel meent de commissie dat WDCD meer inhoudelijke impact op deze groep kan maken door langer en grondiger op onderwerpen in te gaan. In dat licht verwacht de commissie dat het nieuwe Innovatie Lab aansprekende aanvulling zal vormen, omdat creatieve makers hier doorlopend aan challenges kunnen werken. De organisatie wil naast de professionals ook een groter, maatschappelijk geëngageerd publiek betrekken. De commissie vindt deze ambitie vooralsnog vrij algemeen geformuleerd en is van mening dat de plannen minder goed aansluiten op de culturele interesses van een breder, algemeen publiek. Zij beoordeelt de plannen als van geringe artistieke betekenis voor dit publiek. 

WDCD stelt een aantal grote veranderingen voor op basis van de resultaten van en reflectie op de afgelopen periode. De jaarlijkse conferentie wordt wegens dalend publieksbereik vervangen door het Innovatie Lab en het WDCD Live Festival. Het programma voor professionals bestaat onder andere uit bootcamps, challenges en debatten en vindt plaats in het Innovatie Lab, dat permanent geopend is. De onderzoeksresultaten worden jaarlijks gepresenteerd op het WDCD Live Festival. De commissie is in beginsel positief over deze artistieke ontwikkeling, die in haar ogen logisch voortvloeit uit de voorgaande periode. De commissie vindt het duurzaam implementeren van activiteiten wel een aandachtspunt voor de langere termijn. Zij ziet dat WDCD interessante kaders opstelt - als katalysator, matchmaker en ontwikkelaar - om mensen samen te brengen, maar zou de toekomstige ambities overtuigender vinden als het plan verder zou worden uitgewerkt en de maatschappelijke thema’s diepgaander zouden worden behandeld. De commissie is dan ook gematigd positief over de artistieke ontwikkeling van WDCD. Verder vindt de commissie het lastig om de artistieke ontwikkeling van de belangrijkste gezichtsbepalende artistieke medewerkers van WDCD te beoordelen. Uit het ondernemingsplan wordt niet overtuigend duidelijk hoe de organisatie investeert in het potentieel en de ontwikkeling van haar artistieke leiding.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
Globale, maatschappelijke uitdagingen en de rol van design daarin spelen de hoofdrol in het programma van WDCD. De commissie ziet het dan ook als kerntaak dat de organisatie zich verbindt met de samenleving op mondiaal niveau. Via samenwerkingspartners in het maatschappelijk veld weet WDCD haar thema’s en vraagstukken ook te relateren aan de Amsterdamse samenleving, bijvoorbeeld met Waternet, de gemeente Amsterdam en de Metropoolregio Amsterdam in challenges en evenementen op het gebied van klimaatactie. Met de verhuizing naar de NDSM-werf wil WDCD zich nadrukkelijker manifesteren in de stad, in het bijzonder via het gebiedsontwikkelingsprogramma Haven-Stad. Hierin wil WDCD met lokale stakeholders zoals de gemeente en omringende bewoners samenwerken in vraagstukken rondom een leefbare, duurzame en groene wijk. Het daadwerkelijk en op lange termijn betrekken van lokale bewoners lijkt een relatief nieuwe uitdaging voor de organisatie. De commissie oordeelt positief over de intentie van de organisatie om zich inhoudelijk en in de vorm van samenwerkingen met maatschappelijke partners en bewoners te verbinden met de stad.

WDCD vestigt zich in het komende Kunstenplan op een nieuwe locatie in Amsterdam Noord, waar ook de meeste activiteiten zullen plaatsvinden. Zo draagt de organisatie bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. De keuze voor dit deel van de stad wordt in de aanvraag beknopt onderbouwd. Ook is nog onduidelijk met wie en hoe de organisatie in dit stadsdeel wil samenwerken. De commissie concludeert daaruit dat WDCD nog niet geheel geworteld is in Noord. Het structurele partnerschap met Stichting NDSM-Werf wekt echter het vertrouwen dat de organisatie de komende jaren goed zal aarden tussen stakeholders in de directe omgeving. Daarmee oordeelt de commissie het realiteitsgehalte van de spreiding van activiteiten en publiek als afdoende. 

Als eigen accent kiest WDCD voor Wereldstad. De commissie vindt dat een logische en passende keuze. Naast activiteiten in Amsterdam organiseert WDCD activiteiten in andere metropolen in de wereld, zoals Delhi, Mexico City, Nairobi en São Paulo. Onderwerpen worden zo vanuit een interstedelijk perspectief besproken en de kennis die hieruit voortkomt vloeit weer terug naar Amsterdam. Daarmee draagt WDCD volgens de commissie bij aan relevante internationale kennisuitwisseling.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Met betrekking tot het realisme en de uitvoerbaarheid van de plannen weet WDCD de commissie enigszins te overtuigen. De organisatie is deskundig op het gebied van design en heeft in de ogen van de commissie een indrukwekkend internationaal netwerk. Ook met betrekking tot het verbinden van stakeholders en makers toont de organisatie zich bekwaam. Dat geeft de commissie vertrouwen dat er voldoende vakmanschap is om onderwerpen adequaat te agenderen. Toch plaatst de commissie ook enkele kanttekeningen. Zo stijgt volgens het aanvraagformulier het aantal producties en presentaties in Amsterdam behoorlijk in de komende periode, terwijl de bezoekersaantallen in eerste instantie afnemen. De commissie mist een toelichting op deze cijfers. Ook de organisatiestructuur roept vragen op bij de commissie. Zij constateert dat de uitbreiding van de organisatie - met functies op gebied van onderzoek, educatie, fondsenwerving en financiën - onvoldoende aansluiten op de nieuwe activiteiten met een doorlopend jaarprogramma en een forse doelstelling op gebied van samenwerking met de buurt. Hoewel de organisatie klein is, maken vier directeuren - voor algemeen, financieel, creatief en programma - de bezetting topzwaar. Bovendien wekt dit een top-down indruk die de commissie niet vindt passen bij de aard en omvang van de activiteiten. 

De commissie vindt de bedrijfsvoering niet in alle opzichten gezond. WDCD heeft in IKEA een substantiële financier gevonden, die een stabiele basis geeft om de beoogde voornemens uit te voeren, mogelijke tegenvallers op te vangen en effectief te functioneren tot tenminste 2023, wanneer de sponsorbijdrage afloopt. De commissie spreekt haar waardering uit voor de ondernemende houding van WDCD op dit vlak, maar ziet wel een risico voor het uitvoeren van de beoogde voornemens op langere termijn. Het eventuele wegvallen van zo’n grote sponsor is immers niet makkelijk op te vangen. Een andere kanttekening plaatst de commissie bij het eigen vermogen, dat zeer laag is in relatie tot de vaste lasten. WDCD ondervangt dit risico door jaarlijks een aanzienlijk bedrag te reserveren, hetgeen de commissie voorzichtig positief stemt. Wel merkt zij op dat de genoemde bedragen in het ondernemingsplan fors afwijken van de bedragen in de begroting. Door deze inconsistenties is het voor de commissie onduidelijk of de maatregelen die de organisatie wil treffen passend zijn om het weerstandsvermogen voldoende te vergroten. De commissie acht het daarom onzeker dat het effectief functioneren van de organisatie op langere termijn gewaarborgd is.

Kijkend naar de begroting, valt het de commissie op dat deze zeer fors groeit ten opzichte van 2017-2018. Zo nemen de materiële activiteitenlasten tussen 2018 en 2021 met 250% toe. WDCD zegt dat dit komt door een vernieuwd bedrijfsmodel waarbij zij haar activiteiten anders wil inrichten. De commissie acht dit een te summiere onderbouwing voor een zo grote toename. Het jaarlijks relatief grote bedrag aan positief resultaat doet de commissie vermoeden dat de begroting ruim is opgezet. Dit ziet de commissie bevestigd in posten die weinig gespecificeerd zijn - zoals de post ‘duurzaamheid’ - of die niet te herleiden zijn uit het ondernemingsplan - bijvoorbeeld wat de verschillende fases van iedere challenge inhouden. Daarnaast meent de commissie dat met een efficiëntieslag kosten bespaard kunnen worden. De honoraria voor vier directeuren vindt de commissie niet in verhouding staan tot de omvang van de activiteiten. Aan de dekkingskant vallen ook enkele zaken op. Het dankzij de bijdrage van IKEA aanzienlijke deel private inkomsten wekt bewondering bij de commissie. Toch verzesvoudigt het aan het AFK gevraagde bedrag ten opzichte van het huidige Kunstenplan. WDCD beargumenteert dat zij een betere balans wil krijgen in de inkomstenbronnen ten opzichte van IKEA. De commissie meent echter dat dit een onwenselijke benadering is van een realistische en evenwichtige financieringsmix: de voorgenomen activiteiten en aard en omvang van de organisatie dienen leidend te zijn bij het opstellen van een begroting en niet andersom. De commissie is daarom niet overtuigd van de toename van de begroting en vindt de begroting daarmee beperkt realistisch en passend.

De marketingstrategie loopt volgens de commissie via de gebruikelijke kanalen, zowel online als offline. De komende jaren bouwt de organisatie voort op de bestaande professionele community. Dat vindt de commissie in beginsel een logisch vertrekpunt. Niettemin meent de commissie dat het opzetten van een nieuw publieksevenement ook een heldere, op maat gemaakte marketingstrategie vereist. De nieuwe doelgroepen die WDCD beoogt te bereiken - te weten een breder, algemeen publiek en inwoners van Noord in het bijzonder - worden in het plan weinig gespecificeerd. De instrumenten hiervoor, bijvoorbeeld banners en andere pr-uitingen op locaties, worden alleen in algemeenheden omschreven. Deze marketingaanpak komt op de commissie vrij klassiek over en weinig toegespitst op de doelgroep. Omdat WDCD voor het bereiken van deze publieksgroep kan leunen op de ervaring en expertise van partner Stichting NDSM-Werf, meent de commissie dat de organisatie desondanks in staat zou moeten zijn de beoogde doelgroepen te bereiken. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Op het gebied van diversiteit en inclusie is de commissie zeer kritisch over het plan van WDCD. De organisatie zegt dat haar activiteiten divers en inclusief zijn en iedereen aangaan. Hoewel de commissie beaamt dat de mondiale vraagstukken die WDCD adresseert in beginsel de hele maatschappij raken, leest zij in de aanvraag niet terug dat de organisatie bewust een cultureel divers programma samenstelt, bijvoorbeeld in onderwerpen, makers of presentatievormen. De organisatie benoemt slechts in algemeenheden ontwikkelmogelijkheden zoals het decentraliseren van het programma en het aanscherpen van acties. De commissie meent dat het internationale werkveld in verschillende metropolen door de organisatie verward wordt met culturele diversiteit. Hoewel WDCD voorheen relevante activiteiten op dit vlak heeft georganiseerd – denk aan de Refugees Challenge of de samenwerking met UNHCR – ziet de commissie in de komende plannen geen aanbod dat in artistieke zin een bijdrage levert aan een cultureel divers Amsterdams cultuuraanbod. 

Ook met betrekking tot een cultureel divers samengesteld publiek spreekt WDCD zich niet uit in de aanvraag. Het plan bevat naar het oordeel de commissie geen onderbouwde keuze voor de betreffende publieksgroepen noch een effectief plan voor het bereiken daarvan. De organisatie wil het programma laagdrempeliger inrichten en heeft grote verwachtingen van het nieuwe onderkomen op de NDSM-werf. Hoe een cultureel divers publieksbereik proactief wordt aangepakt, wordt voor de commissie in het plan niet duidelijk. De commissie merkt op dat de verhuizing van de organisatie naar dit stadsdeel niet per definitie betekent dat zij een cultureel divers publiek zal bereiken. Gezien de sterke maatschappelijke oriëntatie van de organisatie ziet de commissie wel genoeg mogelijkheden voor WDCD om in te spelen op het bereiken van een divers publiek. Het voorliggende plan draagt echter volgens de commissie niet bij aan het bereiken van een cultureel divers publiek.

Tot slot leest de commissie dat WDCD geen visie op de diversiteit van het personeelsbestand en bestuur heeft geformuleerd. In de vorige kunstenplanperiode werd hierover een kritische opmerking in het advies gemaakt. Uit het plan blijkt niet dat de organisatie hierop actie heeft ondernomen. Hoewel de organisatie het belang van een goede afspiegeling van de samenleving erkent, koppelt zij hier nog geen zichtbare acties aan om de culturele diversiteit van het personeelsbestand en bestuur/toezicht te vergroten. De organisatie spreekt de intentie uit om met externe cultureel diverse curatoren te gaan samenwerken, maar noemt hierbij geen namen en de functies zijn ook niet terug te vinden op de begroting. Daarom is de commissie niet overtuigd van een intrinsieke motivatie van WDCD om culturele diversiteit onderdeel te laten zijn van de organisatie. Juist van een maatschappijbewuste organisatie als WDCD verwacht de commissie een scherpere positionering op dit gebied. 


Conclusie

De commissie vindt de voorgestelde groei die WDCD ambieert niet proportioneel. De commissie adviseert om alleen bij te dragen aan de ontwikkeling van de nieuwe activiteiten in Amsterdam, te weten het Innovatie Lab en het Community Management Programma. 
De commissie adviseert daarom de aanvraag van Stichting What Design Can Do gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 50.000 per jaar. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.