Stichting Urwald (Collectief Walden)

Podiumkunsten & Letteren
Aangevraagd: € 54.869
Toegekend: € 54.869

Inleiding

Stichting Urwald is de statutaire naam voor Collectief Walden, een groep van vijf kunstenaars en denkers met uiteenlopende achtergronden. Het beschrijft zichzelf als een interdisciplinair podiumkunstgezelschap dat de grenzen van het medium met de visuele kunsten opzoekt. Het collectief verwerkt daarbij theoretisch en wetenschappelijk materiaal in de kunstwerken. Bij het publiek wil het een groter bewustzijn en gevoeligheid realiseren voor de landschappelijke omgeving. Collectief Walden is in twee jaar tijd in artistiek en productioneel opzicht gegroeid. De komende periode wil het de behaalde resultaten consolideren en tevens het collectief verder ontwikkelen.

Het ontwikkelplan richt zich op zowel artistieke als zakelijke doelstellingen.

Collectief Walden wil de aankomende periode werken aan zijn theatertaal, waarin tekst, beeld en ervaring samensmelten. Daarbij wil Walden aandacht besteden aan zijn thematische werkwijze. Collectief Walden onderneemt in de periode 2017-2018 vijf activiteiten: een herneming van de voorstelling ‘Windstilleven’, een residentie op het Over het IJ Festival, het project ‘Stiller’, dat tussen theater en beeldende kunst ligt, de grote theaterproductie ‘Causa’ en het beeldend project ‘Antroproduct’. Door middel van deze projecten wil Collectief Walden de artistieke ambitie
realiseren om steeds integralere kunstwerken te maken die voortkomen uit een harmonisch, collectief samenvloeien van de verschillende disciplines.

Collectief Walden is van plan om in de komende jaren te groeien. Naast het verbeteren van de artistieke kwaliteit wil het collectief het bereik vergroten en de productiewaarde de kunstwerken verhogen. Hiertoe doorloopt Collectief Walden onder meer enkele coachingstrajecten, organiseert het atelierdagen voor onderzoeken rond tijd, ruimte en materiaal, en vergroot het zijn netwerk door werkbezoeken in Europa.

Stichting Urwald vraagt aan het AFK een bijdrage van gemiddeld € 54.869 per jaar, waarvan € 18.369 per jaar voor de realisatie van het ontwikkelplan en € 36.500 per jaar voor de reguliere activiteiten.

Beoordeling ontwikkelplan

Beginsituatie, einddoel en noodzaak ontwikkeling

De commissie beoordeelt de beschrijving van de beginsituatie, het einddoel en de noodzaak tot ontwikkeling als goed.

De organisatie maakt goed duidelijk wat haar op dit moment typeert. Collectief Walden geeft daarbij een inzichtelijke terugblik op de afgelopen periode op basis van een evaluatie van twee jaar geleden. Het plan beschrijft zeer precies de beoogde ontwikkeling, met een uitvoerige schets van het traject dat het collectief tot nu toe heeft afgelegd. Het ontwikkelplan zet daarbij de activiteiten die het collectief in 2014-2015 realiseerde helder uiteen. Het gaat om vijf projecten van diverse omvang, die onder meer te zien waren op het festival Oerol en het Over het IJ Festival.

De doelen op het gebied van de artistieke en zakelijke kwaliteit zijn duidelijk in het plan weergegeven en vloeien logisch voort uit de beginsituatie. Het collectief beschrijft het proces van de ontwikkeling naar een eigen artistieke signatuur en licht toe hoe het hieraan verder gaat werken en welke ondersteuning daarvoor nodig is. De ontwikkeling op zakelijk vlak heeft met name als doel de gegroeide productieomvang beter te ondervangen.

De commissie merkt op dat in het ontwikkelplan niet overtuigend gemotiveerd wordt waarom enkel gekozen is voor ontwikkeling op artistiek en zakelijk vlak en niet op het gebied van publieksbereik. De wens om publieksgroei te bewerkstelligen vraagt in de ogen van de commissie ook om ontwikkeling op dat terrein.

Het belangrijkste artistieke leerdoel voor de komende twee jaar is de verdere ontwikkeling en bestendiging van de theatertaal van Collectief Walden. Dit artistieke doel bestaat uit een subdoel op beeldend en op tekstueel vlak. De organisatie wil daarbij thematisch verder werken rond het thema ‘Elders hier’. De stichting benoemt daartoe vijf concrete activiteiten: een herneming van ‘Windstilleven’ uit 2016, een residentie op het Over het IJ Festival in 2017, een project rond theater en beeldende kunst in de Brakke Grond (‘Stiller’); de grote theaterproductie ‘Causa’ in de zomer van 2018 en het beeldende project ‘Antropoduct’, eveneens in 2018.

Op zakelijk gebied wil de stichting de rol van de producent en zakelijk leider aanscherpen. Als organisatorisch ontwikkeldoel wil Collectief Walden daarbij nieuwe partnerschappen aangaan met onder meer natuurorganisaties, het (lokale) bestuur en de beeldendekunstwereld. Ten slotte wil de organisatie enkele strategieën ontwikkelen met het oog op de toekomst van Collectief Walden na 2018.

Collectief Walden stelt zich als uiteindelijk doel een subsidieaanvraag voor een plek in het Amsterdamse Kunstenplan 2021-2024. Het collectief toont de noodzaak van de ontwikkeldoelen volgens de commissie duidelijk aan en de doelen zijn goed ingebed in een breder plan.

Collectief Walden heeft de afgelopen jaren reeds een indrukwekkend team om zich heen verzameld van ervaren mensen uit verschillende disciplines die het collectief coachen. Zij zullen het collectief de komende periode blijven ondersteunen bij het realiseren van de ontwikkeldoelen. Het collectief motiveert duidelijk in zijn plan waarover het met de coaches in gesprek wil gaan en blijven.

Instrumenten

De commissie beoordeelt de motivering voor de in te zetten instrumenten als voldoende.

De keuze voor de instrumenten wordt duidelijk gemotiveerd, maar een stappenplan ontbreekt en de commissie vindt de instrumenten iets te eenzijdig.

De instrumenten die Collectief Walden wil hanteren voor het behalen van zijn ontwikkeldoelen worden uitvoerig toegelicht en duidelijk gekaderd. Het collectief formuleert concreet en inzichtelijk de adviesgesprekken, atelierdagen en buitenlandse werkbezoeken die het wil organiseren. Voor elk van deze instrumenten draagt het geldige argumenten aan en beschrijft het hoe ze naar verwachting zijn ontwikkeling positief zullen beïnvloeden. De instrumenten en methodes zijn over het algemeen niet baanbrekend, maar ogen volgens de commissie wel effectief. Het 'Faalboek' waarover de aanvrager spreekt vindt de commissie origineel. Dit zelfreflectieve, auto-corrigerende instrument lijkt haar een gedreven en sympathieke wijze om de organisatie intern te versterken.

De commissie mist in het plan een specifieke, stapsgewijze uitwerking en het collectief beperkt zich te veel tot het vragen van advies aan deskundigen. Zo wordt aan het artistieke subdoel op beeldend gebied invulling gegeven door twee kunstenaars van het collectief hun artistieke plan te laten voorleggen aan een adviseur. Ook wordt het thema ‘Elders hier’ voor het beeldende artistieke ontwikkeltraject geintroduceerd, maar dit herkent de commissie niet consequent terug in de uitwerking van het instrumentarium. Ten behoeve van het artistieke subdoel op tekstueel gebied wil de organisatie de vaardigheid van één medewerker van het collectief versterken zodat zij een dramatische bewerking kan schrijven van een theoretisch filosofisch boek. Hoe instrument bijdraagt aan de artistieke doelstelling voor het collectief als geheel is de commissie niet duidelijk.

Realisme en omgevingsbewustzijn

De commissie beoordeelt het realisme en de blijk van omgevingsbewustzijn als voldoende.

Het ontwikkelplan is ambitieus in omvang, maar de organisatie stelt per voorgenomen project of instrument realistische doelen. Daarnaast blijkt uit het plan voldoende zelfinzicht, draagvlak en slagkracht, wat de commissie het vertrouwen geeft dat het collectief zijn doelstellingen kan realiseren.

De commissie had wel graag gezien dat de organisatie prioriteiten had gesteld binnen de grote hoeveelheid aangekondigde projecten en instrumenten, temeer omdat het collectief deze veelal alleen uitvoert.

De drie deelaspecten van de zakelijke doelstelling lijken de commissie haalbaar en tevens goed toetsbaar aan het einde van het ontwikkelpad. Het tweeledige artistieke einddoel, de verdere ontwikkeling en bestendiging van de nieuwe theatertaal, is overzichtelijk onderverdeeld in een beeldend en een tekstueel gedeelte en is voorzien van concrete en voorstelbare focuspunten.

Met betrekking tot het omgevingsbewustzijn van Collectief Walden is de commissie kritisch. Collectief Walden laat in zijn plan niet zien zich bewust te zijn van de omgeving waarin het opereert. Het collectief bespreekt niet hoe het zich verhoudt tot andere theatergroepen of culturele organisaties in Amsterdam of hoe het daarmee wil samenwerken. Ook krijgt de commissie geen goed beeld van de binding die Collectief Walden met de stad teweeg wil brengen.

De organisatie is zich wel zeer bewust van haar positie in het landelijke theaterlandschap en van de noodzaak zelfredzaam te zijn. Tevens geeft ze blijk van een realistisch perspectief op haar positie in het huidige podiumkunstklimaat, zonder dat het ten koste gaat van de eigen gedrevenheid.

Evaluatie en bestendiging van resultaten

De commissie beoordeelt de wijze van evaluatie en bestendiging van resultaten als goed.

Uit het plan wordt duidelijk dat bij Collectief Walden zelfevaluatie een constante factor is en dat het collectief zich structureel omringt met experts en coaches die daarbij kunnen helpen. De huidige organisatiestructuur en werkwijze van het collectief kenmerken zich door structureel overleg en evaluatie.

Met betrekking tot de ontwikkeldoelen omschrijft Collectief Walden helder en overtuigend in zijn plan hoe de rol van de zakelijk leider wordt geëvalueerd. Het ‘Faalboek’ noemt de commissie een originele en effectieve wijze van zelfreflectie en evaluatie. Wel mist de commissie een concrete uitwerking in een tijdspad voor deze en andere evaluaties.

De verankering van de beoogde resultaten van de ontwikkeldoelen is duidelijk vervat in de nieuwe projecten. De commissie heeft er vertrouwen in dat de aanpak van deze projecten een direct effect heeft op de werkwijze van de leden van het collectief, zeker gezien de vanzelfsprekendheid van evaluatie die uit het plan spreekt.

Delen van resultaten

De commissie beoordeelt de bereidheid tot het delen van resultaten als zeer goed.

De commissie krijgt uit het plan de indruk dat de resultaten in eerste instantie intern gedeeld zullen worden, met name middels het ‘Faalboek’. Daarnaast beschrijft Collectief Walden zijn voornemen om resultaten met andere organisaties te delen en uit te wisselen (‘Eerste Algemene Vergadering van het Collectievenparlement’). De organisatie beschrijft daarbij concreet welke verwante organisaties ze wil uitnodigen en geeft een heldere en originele visie op de beoogde uitwisseling. Dit draagt volgens de commissie bij aan een effectieve wijze van overdracht, die past bij de manier van werken van het collectief.

Conclusie

Op basis van de beoordeling van de afzonderlijke criteria is de commissie van mening dat het ontwikkelplan van Stichting Urwald van (ten minste) voldoende kwaliteit is. Zij adviseert daarom ook het ondernemingsplan te beoordelen.

Beoordeling ondernemingsplan

Artistieke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als voldoende.

Collectief Walden is als podiumkunstgezelschap onderscheidend in de wijze waarop het multidisciplinaire verbindingen legt met de visuele kunsten en daarbij wetenschappelijk materiaal verwerkt. In het ondernemingsplan worden aansprekende thema’s als natuur, duurzaamheid en kunst bij elkaar gebracht. De signatuur van het gezelschap is daarmee onderscheidend binnen het theaterlandschap. Voor het aspect van beeldende kunst geldt dit volgens de commissie in mindere mate.

Uit haar bezoeken aan voorstellingen in de afgelopen periode, in het bijzonder de productie ‘Windstilleven’, maakt de commissie op dat het werk van Collectief Walden het publiek weet te raken met verrassende ervaringen. De zeggingskracht van toekomstige voorstellingen kan de commissie op basis van het ondernemingsplan echter niet goed beoordelen, omdat de beschrijvingen van de artistieke activiteiten van het collectief vrij conceptueel en abstract zijn. De commissie vindt de ideeën voor de voorstellingen origineel om de wijze waarop Collectief Walden speelt met traditionele concepten van dramaturgie en performance. Dit leidt tot gelaagde, filosofische, anekdotische concepten die de commissie aanspreken. Zij mist echter een verdere concretisering van deze bovenal theoretische ideeën en een uitwerking van wat het collectief het publiek wil meegeven. Het plan wekt daardoor in artistiek opzicht een wat ‘gesloten’ indruk.

De commissie beoordeelt het vakmanschap van de makers als positief, zeker in de bevlogen, integrale aanpak, die ook terug te herkennen is in de voorstellingen.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende.

De bedrijfsvoering is stabiel; Collectief Walden is een bescheiden organisatie met in beginsel voldoende basis om de voorgenomen programmering en het beoogde publiek de komende twee jaar te bereiken. Collectief Walden beoogt de organisatie verder te verstevigen door een productieassistent, een technisch producent en een marketingmedewerker aan te stellen. De begroting voor de komende twee jaar is realistisch en haalbaar; er is sprake van een bescheiden en realistische groeiambitie.

In het kader van de bedrijfsvoering had de commissie met het oog op de beschreven doelstellingen in de tweejarige aanvraag wel meer visie verwacht op de zakelijke ontwikkeling op langere termijn. Collectief Walden maakt duidelijk dat het ondernemender wil worden en meer verbindingen wil leggen met samenwerkingspartners. Deze samenwerking vindt plaats op basis van duurzame relaties en wederkerigheid, waar de commissie waardering voor heeft. De organisatie maakt echter niet inzichtelijk wat zij op zakelijk vlak van deze samenwerkingen verwacht. Ook de beoogde ontwikkeling van de bedrijfsvoering is summier uitgewerkt in het plan, zeker in relatie tot de wens om vanaf 2021 structurele subsidie te ontvangen.

Het eigen-inkomstenpercentage ligt met gemiddeld 51 procent per jaar hoog. De financieringsmix is realistisch, maar opvallend is dat Collectief Walden geen sponsorinkomsten heeft opgenomen. Het artistieke profiel van Collectief Walden is verweven met de thematiek van duurzaamheid; het collectief wil via zijn werk een groter bewustzijn wil creëren over de waarde en kwetsbaarheid van onze natuurlijke omgeving. Dit zou naar de mening van de commissie zakelijke kansen kunnen bieden voor sponsoring door organisaties en bedrijven die zich met dit vraagstuk bezighouden. Het voorliggende plan geeft weinig invulling aan mogelijke verdienmodellen.

Bestuur en toezicht zijn op orde. De organisatie past de Governance Code Cultuur toe.

Publieksbereik

De commissie beoordeelt het publieksbereik als zwak.

Collectief Walden geeft weliswaar aan meer publiek te willen bereiken, maar het ondernemingsplan geeft weinig inzicht in bestaande en beoogde doelgroepen voor de komende twee jaar en de beoogde bezoekersaantallen zijn laag.

Het publiek komt nu voor ongeveer 11 procent uit Amsterdam; Collectief Walden wil het publiek uit de stad doen toenemen. Het aantrekken van een marketingmedewerker vindt de commissie een goede stap om deze doelstelling te behalen. Het getuigt van zelfinzicht dat de organisatie stelt de benodigde expertise op marketinggebied momenteel niet in huis te hebben. De commissie leest echter niet in het plan welke opdracht deze nieuwe medewerker zal krijgen en bij welke publieksgroepen hij of zij aansluiting moet gaan creëren op basis van de voorgenomen programmering.

De commissie krijgt uit het plan de indruk dat de programmering en de aard van de activiteiten passen bij het bestaande publiek, waarvoor een doordacht programma wordt geboden om dit blijvend aan het collectief te binden. Uit het plan blijkt dat Collectief Walden met name relaties legt binnen de eigen achterban en vooral via de partners zijn bestaande publiek bereikt. Het beoogde publiek vindt de commissie met circa drieduizend bezoekers per jaar beperkt. De commissie mist daarbij een visie op hoe Collectief Walden zich – zeker gezien de interessante thematiek – onder meer wil positioneren ten opzichte van een jong publiek in de stad. De organisatie laat evenmin zien hoe zij met haar werk wil bijdragen aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad.

Aansluiting ondernemingsplan op ontwikkelplan

De commissie beoordeelt de aansluiting van het ondernemingsplan op het ontwikkelplan als voldoende.

De beoogde resultaten in het ontwikkelplan sluiten aan bij de activiteiten in het

ondernemingsplan en zijn realistisch in het licht van eerder behaalde resultaten, met name waar het de artistieke doelen betreft. Voor het zakelijk deel geldt dat in mindere mate; duidelijke doelen voor de zakelijke ontwikkeling ontbreken. Ook meent de commissie dat een ontwikkeltraject gericht op publieksbereik, met het oog op de ambities die de organisatie op dit vlak heeft, voor de organisatie essentieel is.

De commissie mist ook meer toelichting op de besteding van het aangevraagde bedrag voor de ontwikkelkosten en reguliere activiteiten, waardoor niet voldoende inzichtelijk is hoe de resultaten in het ontwikkelplan aansluiten bij het ondernemingsplan.

Bijdrage aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod van de stad

De commissie beoordeelt de bijdrage aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod van de stad als voldoende.

De commissie constateert dat er naast Collectief Walden weinig vierjarig ondersteunde organisaties in het Amsterdamse Kunstenplan zijn die als multidisciplinair podiumkunstgezelschap verbindingen leggen naar met name de visuele kunsten. Hiermee levert Collectief Walden een redelijke bijdrage aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod in de stad.

Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van Stichting Urwald volledig te honoreren voor een bedrag van gemiddeld € 54.869 per jaar.

Commissie en adviseurs

De aanvraag is beoordeeld door de adviescommissie Podiumkunsten & Letteren.