De Theatertroep

Theater
Aangevraagd: € 153.205
Toegekend: € 80.000

Inleiding

De Theatertroep is een collectief bestaande uit tien jonge toneelspelers met verschillende achtergronden. Het gezelschap stelt in zijn visie op theatermaken de communicatie met het publiek, meerlagigheid van de voorstelling en het onderzoeken van het materiaal voorop.
Het werk van de Theatertroep wordt gekenmerkt door 'de filosofie van het kleine'; het gezelschap snijdt grotere filosofisch-maatschappelijke thema's aan door juist in te zoomen op het kleine dagelijkse.

De Theatertroep ontplooit activiteiten op het gebied van kunsteducatie om nieuw publiek te bereiken en 'op te leiden'. Tevens heeft het gezelschap een theatercafé en een avondboekhandel opgezet en begeeft zich via radio en randprogrammering hiermee ook buiten de afgebakende ruimte van het theater.
In de periode 2017-2020 wil het gezelschap in projecten met een langere adem grote stappen maken op het gebied van artisticiteit, publieksbereik, productie en marketing. Er worden zeven nieuwe voorstellingen gemaakt. Op de Parade en in keldervoorstellingen worden theaterexperimenten getoond en het educatieve programma wordt uitgebreid.

De Theatertroep wil daarnaast de komende jaren meer alternatieve financiering realiseren en investeren in interessante samenwerkingspartners.

De Theatertroep vraagt voor haar activiteiten in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 een subsidie van gemiddeld € 153.205 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed.

De Theatertroep beschrijft in haar ondernemingsplan een vrij brede artistieke visie, die ze helder motiveert. De voorstellingen van De Theatertroep onderscheiden zich door de wijze waarop het toneel gedeconstrueerd wordt en door hun eigenzinnige, multidisciplinaire theateridioom, waarbij cross-overs met disciplines als filosofie en wetenschap niet worden geschuwd. Het collectief voelt zich duidelijk thuis binnen een theatertraditie maar durft daar ook buiten te kijken. Hiermee sluit het volgens de commissie goed aan bij de huidige tijd.

De commissie oordeelt positief over zowel de vernieuwingsdrang van De Theatergroep als de zeggingskracht die haar werk heeft voor het publiek. Met humor, dicht op de huid van de toeschouwer, legt het collectief vanuit kleine observaties de verbinding met grotere thema’s. In haar voorstellingen experimenteert De Theatertroep met diverse vormen, die echter geen afbreuk doen aan de samenhang van de voorstellingen. Het publiek wordt deelgenoot gemaakt van het theatrale onderzoek. De ogenschijnlijke naïviteit en verwondering in de voorstellingen werken aanstekelijk voor de bezoeker.

In de komende periode zet De Theatertroep deze ingezette artistieke lijn duidelijk voort. De commissie is van mening dat het onderzoek dat het collectief wil doen in de komende periode nog wel erg in algemene termen is beschreven in het ondernemingsplan. Ook ontbreekt een uitwerking van hoe De Theatertroep voor met name een nieuw en cultureel divers publiek deze artistieke lijn onder de aandacht wil brengen.

De tien makers van De Theatertroep zijn volgens de commissie vernieuwers, die grenzen weten te doorbreken. Hun vakmanschap is duidelijk uit hun voorstellingen af te lezen. Daarbij waardeert de commissie de wijze waarop De Theatertroep buiten de eigen vaste speelplek Frascati treedt; het collectief zet de deuren open om ideeen en ervaringen te delen met andere partijen binnen de culturele keten. De commissie is van mening dat De Theatertroep daarmee een stevige positie inneemt binnen de theatersector.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De Theatertroep werkt als collectief; de tien makers doen alles zelf. Deze wijze van organisatie sluit goed aan bij de visie van De Theatertroep, waarin een grote mate van verantwoordelijkheid van de individuele makers centraal staat. De commissie is echter van oordeel dat dit ook financiële risico’s voor de bedrijfsvoering met zich meebrengt. Zo vindt zij het risicovol dat het collectief alle inspanningen voor geraamde inkomsten uit partage en uitkoop zelf moet verrichten. Dit risico wordt de komende periode nog versterkt omdat de begroting flink groeit ten opzichte van voorgaande jaren, terwijl het eigen vermogen nog bescheiden is.

De commissie vindt de begroting niet realistisch. De kosten bestaan voor het grootste deel uit personeelskosten, die daarmee niet in verhouding staan tot de activiteitenkosten. Hoewel de commissie het terecht vindt dat De Theatertroep haar leden de komende periode overeenkomstig de CAO Theater en Dans wil gaan betalen, vindt de commissie het risicovol dat dit niet stapsgewijs plaatsvindt ten opzichte van de voorgaande periode, te meer omdat hier niet een evenredige groei aan inkomsten tegenover staat.

De Theatertroep is verder in hoge mate afhankelijk van subsidie, die het grootste aandeel aan inkomsten beslaat. Er zijn weinig andere inkomstenbronnen. De toename van andere inkomsten dan subsidie is bovendien niet evenredig met de groei aan kosten. De commissie vindt de inkomstenmix hiermee niet realistisch. De Theatertroep zoekt weliswaar naar manieren voor fondsenwerving en sponsoring, maar deze zoektocht staat nog in de kinderschoenen. Op basis van de voor de periode 2017-2020 gestelde ambities ten aanzien van publieksbereik had de commissie echter wel een hogere inkomstenpost uit kaartverkoop verwacht.

In het plan van De Theatertroep ontbreekt een duidelijke visie op de omgang met de risico’s die samenhangen met deze smalle inkomstenmix. De commissie vindt het in dat licht zorgelijk dat binnen het collectief niet iemand specifiek is aangewezen om een sterke zakelijke sturing te geven.

De Theatertroep kan wel duidelijk leunen op een sterk bestuur. Met betrekking tot de samenstelling van het team en het bestuur merkt de commissie op dat dit weinig gekenmerkt wordt door diversiteit. Hiervoor is ook geen aanpak beschreven in het ondernemingsplan.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende.

De Theatertroep geeft in haar ondernemingsplan een visie op haar publiek weer, die echter wel wat summier is. De voorgenomen publieksaantallen vindt de commissie ambitieus, maar gezien de behaalde resultaten in voorgaande periode wel realistisch.

De Theatertroep wil de komende periode investeren in de opbouw van haar publiek en wil haar publiek ook beter leren kennen. Daartoe zet zij een marketeer in om publieksonderzoek te doen. Het plan beschrijft echter nog weinig concreet hoe het bestaande publiek is opgebouwd en waar het collectief een groei in publieksbereik verwacht. De commissie is van mening dat De Theatertroep in het plan al beter had mogen uitwerken op welke publieksgroepen ze zich de komende periode wil richten en hoe ze dat wil doen.

Uit bezoek aan voorstellingen in afgelopen periode leidt de commissie af dat het publiek nog weinig cultureel divers is van samenstelling. Hierop reflecteert het collectief niet in zijn plan. Wel is het huidige publiek dat De Theatertroep bereikt opmerkelijk jong. Dit vindt de commissie lovenswaardig. Het plan om door een uitbreiding van de educatieve trajecten extra jong publiek op scholen te bereiken, vindt de commissie overtuigend. Ook deelname aan het festival De Parade kan ertoe leiden dat een nieuw publiek het collectief leert kennen.

Met een beperkt aantal nieuwe marketinginstrumenten en -kanalen laat het collectief zien dat het creatieve manieren weet aan te boren om diverse publieksgroepen te bereiken. De voorbeelden van een fictieve recensent en een theaterapp ogen creatief en kunnen reuring creëren. Met het uitbaten van café De Richel in Frascati creëert De Theatertroep een ontmoetingsplek voor een overwegend geoefend theaterpubliek. Het collectief is daarmee duidelijk bezig om De Theatertroep als merk op de kaart te zetten. Het merendeel van de marketinginstrumenten die worden beschreven zijn echter vrij traditioneel. De commissie vindt dit niet helemaal passen bij de vernieuwende manier van theatermaken van De Theatertroep.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als goed. De Theatertroep heeft in de relatief korte tijd dat ze in Amsterdam is gevestigd interessante verbindingen weten te leggen en heeft zich al goed weten te nestelen in de stad. Met een open houding en de organisatie van allerlei randactiviteiten heeft het collectief zich zichtbaar gemaakt in verschillende culturele lagen in de stad.

De thema’s die het collectief benadert in zijn voorstellingen zijn niet zozeer grootstedelijk te noemen. Maar doordat De Theatertroep vanuit alledaagse thema’s start, is ze in staat bewoners in de stad op toegankelijke wijze te betrekken bij een bredere filosofische thematiek. De Theatertroep zoekt de inspiratie voor haar thema’s in het stilstaan bij de verwonderingen en schoonheid die in de stad te vinden zijn. De commissie vindt dat De Theatertroep daarmee echt past bij de stad.

De commissie beoordeelt de spreiding als zwak. De activiteiten van De Theatertroep vinden bijna geheel plaats in het stadscentrum en in stadsdeel Amsterdam-Zuid, waar ook het publiek overwegend wordt bereikt. Daarmee draagt de organisatie weinig bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie vindt de aanvraag te hoog in verhouding tot de totaal begrote baten. Zij vindt het van belang dat de organisatie inzet op een evenwichtiger financieringsmix, waarbij de groei van eigen inkomsten beter aansluit bij de groei van de kosten. De commissie adviseert de aanvraag van De Theatertroep gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 80.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld door de adviescommissie Theater.