Jeugdtheaterschool Zuidoost (JTSZO)

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 269.000
Toegekend: € 160.000

Inleiding

De Jeugdtheaterschool Zuidoost (JTSZO) wil de persoonlijke ontwikkeling van 2- tot 19-jarigen activeren en verrijken. Zij doet dit sinds ruim 15 jaar door een lesaanbod theater en dans, met aandacht voor muziek, dichten en andere genres en disciplines. Met de leerling en diens ervaringen als uitgangspunt, beoogt de school parallel aan de kunstzinnige ontwikkeling ook het zelfbewustzijn, de eigen identiteit en het respect voor elkaars eigenheid te laten groeien. De school verhoudt zich daarbij bewust tot het stadsdeel Zuidoost, waar sociale kwesties een grote rol kunnen spelen in het dagelijks leven van bewoners. Door op een laagdrempelige manier kwaliteit te bieden, met aandacht voor enerzijds talentontwikkeling en anderzijds de ontwikkeling van sociaal-maatschappelijke vaardigheden, streeft de JTSZO zowel een artistiek als een sociaal leerdoel na. De kernactiviteiten bestaan uit buitenschoolse cultuureducatie op het gebied van theater en dans, met interdisciplinaire crossovers. De organisatie werkt vanuit thuisbasis het Bijlmer Parktheater (BPT), maar is ook in de rest van het stadsdeel actief op scholen, Huizen van de Wijk en festivals.

In de periode 2017-2020 wil de JTSZO de organisatie versterken. Het streven is om met een ruimere personele bezetting de activiteiten te stabiliseren en de continuïteit van het aanbod te verzekeren. De school zet in op zakelijke ondersteuning, de ontwikkeling van educatietrajecten, versterking van de wijklocaties en investering in de trajecten die naar het reguliere aanbod leiden. Men wil in het bijzonder werken aan verankering en uitbouw van de opleidingstrajecten, het cursusaanbod in de plusklassen en van de productiegroepen. Dit met behoud van de toegankelijkheid van deze groepen en met extra investering in de contacten met en ondersteuning door ouders en verzorgers. In de komende kunstenplanperiode beoogt de JTSZO daarbij eveneens sterkere samenwerkingsverbanden en de ontwikkeling van nieuwe crossovers (sport/theater, ouderen/theater, speciaal onderwijs/theater). Concreet vertaalt zich dit naar een lesaanbod Kennismaken, Bekwamen, Verdiepen en Excelleren, en binnenschoolse lessen in het po, vo en mbo. In samenwerking met Projecten Primair Onderwijs Zuidoost zijn er lessen in de Brede School, de Verlengde Schooldag en Theater Plus. Er zijn daarnaast plannen voor een Talenthub.

De subsidie die in het kader van het Kunstenplan voor de periode 2017-2020 aan het AFK wordt gevraagd bedraagt jaarlijks € 269.000.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. Zij spreekt bewondering uit voor de wijze waarop de school op een aansprekende en dynamische manier kunst met welzijn verbindt. Er is sprake van een overtuigende en goed doordachte artistiek-educatieve visie, ook op de specifieke plek die de JTSZO in het culturele landschap van Amsterdam inneemt. De commissie ziet deze visie duidelijk terug in de activiteiten en in de didactische werkwijze van de docenten. Het aanbod - van kennismaken tot de beoogde talenthub - is goed onderbouwd, met aandacht voor de profielen van de leerlingen. De combinatie van het klassieke theater en urban arts mag met recht onderscheidend worden genoemd. De commissie onderschrijft het uitgangspunt van de JTSZO dat met deze vorm van maatschappelijk theater aansluiting wordt gevonden bij de culturele bagage van veel leerlingen. De actieve inzet hiervan, als uitgangspunt voor betrokken theater, leidt tot voorstellingen en presentaties met een sterke zeggingskracht en een duidelijke artistieke signatuur, waarin het publiek zich herkent en waardoor het geprikkeld wordt. De commissie deelt de overtuiging van de school dat het activeren van talenten een positief effect heeft op het zelfbeeld van jongeren. De voorstellingen getuigen van vakmanschap en de kwaliteit ervan valt - getuige de landelijke en internationale speelbeurten - ook buiten Amsterdam op.

De commissie ervaart het als verfrissend dat in de filosofie van de JTSZO de diverse docenten actief worden betrokken bij gezamenlijke evaluaties en ontwikkeling van lesstof. De organisatie belegt het gezamenlijk artistiek leiderschap bij een artistiek team van docenten, die de directe verbinding met de deelnemers vormen. Hiermee vergroot de JTSZO hun betrokkenheid.

De talenthub vindt de commissie interessant, maar in de huidige uitwerking nog erg conceptueel.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. Er wordt in de aanvraag openheid geboden over het financieel zware weer waarin de organisatie zich bevindt, mede als gevolg van het wegvallen van publieke gelden en vanwege hoge huisvestingslasten. De commissie deelt echter niet geheel de analyse dat deze situatie onherroepelijk moet leiden tot een buitengewoon forse stijging van de subsidie-afhankelijkheid. De totale begroting is weinig gedetailleerd en er wordt een toelichting op gegeven die niet direct aan de bedragen wordt gekoppeld of deze onderbouwt. Hierdoor kan de commissie zich geen duidelijk oordeel vormen over de mate waarin de begroting voldoende basis biedt om de voorgenomen ambities te realiseren. Zo stijgt de totale begroting voor 2017-2020 flink ten opzichte van 2015. De toename in lasten is volledig toe te rekenen aan de toename van personeelslasten. Deze wordt onderbouwd met een personeelsuitbreiding van één naar twee fte, waarvoor het gestegen bedrag echter te hoog is. Waarschijnlijk is hier een deel van de verdiepingstrajecten aan toegevoegd; dit wordt echter niet toegelicht vanuit een concrete financiële verhoging die hiermee gepaard gaat. In dit opzicht vindt de commissie de begroting niet realistisch.

Ook aan de inkomstenzijde is de begroting weinig gedetailleerd. De overige inkomsten worden in het ondernemingsplan inhoudelijk gedifferentieerd naar lesgelden (structureel), incidentele gemeentebijdragen, het Jongerencultuurfonds, Stadsdeelopdrachten en Stadspas, fondsen, sponsorwerving en crowdfunding. Welke bedragen hier per genoemd onderdeel mee gemoeid zijn en hoe deze financieringsmix zich ontwikkelt, wordt uit de aanvraag niet duidelijk. De inkomsten uit lesgelden lijken laag, maar zijn moeilijk precies te achterhalen. De ambitie om de eigen inkomsten toe te laten nemen, blijkt daarbij niet uit de aangeleverde begroting. De forse inzet op subsidie en de hoge huisvestingslasten, maken in de ogen van de commissie de bedrijfsvoering kwetsbaar. De in het ondernemingsplan genoemde intentie van de JTSZO en de DAT!school om in de komende kunstenplanperiode 2017-2020 zakelijk personeel en ‘educatieondersteuning’ te delen, wordt niet geconcretiseerd.

De commissie constateert binnen de aanvraag een spanning tussen enerzijds onderkenning van het belang om de subsidie-afhankelijkheid af te bouwen en een meer gezonder mix van geldstromen te realiseren, en anderzijds een houding die zwaar leunt op gemeentelijke steun. Het is positief dat medewerkers van de JTSZO het Wijzer Werven traject hebben gevolgd en dat er een menukaart van aanbod en expertise is samengesteld waarmee verschillende partijen kunnen worden bediend. In de periode 2013-2016 heeft de organisatie zich in staat getoond om eigen inkomsten op het gebied van sponsoring te realiseren. Het stelt de commissie dan ook teleur dat de mogelijkheden om alternatieve geldstromen verder uit te bouwen onvoldoende zijn meegewogen in de bepaling van de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag aan het AFK.

Het bestuur van de JTSZO past de Governance Code Cultuur toe en heeft een uitstekende visie op en aanpak voor de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als goed. De JTSZO heeft een goed deelnemers- en publieksbereik, ook in verhouding tot vergelijkbare aanbieders van cultuureducatie. De school kent haar doelgroep goed en weet met haar specifieke aanpak en persoonlijke investering hoge leerlingenaantallen te bereiken en te behouden. De docentengroep is jong en divers en een belangrijk instrument bij het werven van publiek. Het is positief dat via de cursisten ook volwassenen worden bereikt die niet snel in aanraking zullen komen met theater. De commissie is dan ook van mening dat de publieksbenadering van de JTSZO met satellietlocaties, peereducators en representatieve rolmodellen, als een best practice gezien kan worden in het cultuureducatieve veld.

De JTSZO verdiept zich voor haar marketingstrategie - mede door publieksonderzoek - goed in het profiel van potentiële deelnemers. In combinatie met de sterke verbinding met Amsterdam Zuidoost resulteert dit in een cultureel divers publiek. Het valt toe te juichen dat vanwege de kwaliteit van het aanbod, ook deelnemers en publiek vanuit andere stadsdelen naar de JTSZO komen. Door het verzorgen van naschoolse lessen en activiteiten in de wijk, verlaagt de JTSZO de drempel en slaat zij een belangrijke brug naar het aanbod in het Bijlmer Parktheater. Zo wordt ook een toekomstig cultuurgeïnteresseerd publiek ontwikkeld.

In het plan mist de commissie een visie op publieksbereik voor de langere termijn in relatie tot het versterken van de zakelijke positie. Mogelijk kunnen nieuwe, meer kapitaalkrachtige doelgroepen worden bereikt. Ook ontbreekt een uitwerking van de in de aanvraag genoemde nieuwe crossovers met sport, ouderen en het speciaal onderwijs.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als goed. De stevige verankering binnen Zuidoost en de aandacht voor de maatschappelijke kanten van theater maakt de JTSZO van belang voor de stad. De JTSZO werkt met een indrukwekkende lijst van partners samen, waaronder verschillende maatschappelijke organisaties. Gezien de lengte van de lijst twijfelt de commissie wel aan de structurele aard van sommige samenwerkingsverbanden. Het voornemen om in de periode 2017-2020 vanuit de missie van de JTSZO verbindingen met andere sectoren aan te gaan, waaronder sport, juicht de commissie toe.

De beginnende samenwerking tussen de jeugdtheaterscholen in het Overleg Jeugdtheaterscholen Amsterdam (OJA) vindt de commissie een goede ontwikkeling. De voorgenomen activiteiten, zoals deze in de bijlage worden geschetst, acht zij echter onderdeel van de corebusiness van de jeugdtheaterscholen. De commissie constateert geen visionaire en strategisch uitgewerkte vorm van samenwerking op het gebied van zakelijke leiding, marketing en expertise die de reguliere praktijk zodanig ontstijgt dat het een extra bijdrage onderbouwt.

De spreiding beoordeelt de commissie als goed. De JTSZO is vooral op Zuidoost gericht en vrijwel alle activiteiten en bezoeken vinden buiten de stadsdelen Centrum en Zuid plaats.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van de Jeugdtheaterschool Zuidoost te honoreren voor een bedrag van € 160.000 per jaar. Dit is een lager bedrag dan was aangevraagd vanwege de onder zakelijke kwaliteit genoemde kanttekeningen en het niet bijdragen aan het OJA-deel van de aanvraag. De commissie vindt het gevraagde jaarlijkse subsidiebedrag daarbij onevenredig hoog ten opzichte van het totaal aan beschikbare gelden en te veel afwijken van vergelijkbare organisaties.