Neverlike

Dans
Aangevraagd: € 95.000
Toegekend: € 50.000

Inleiding

Stichting Neverlike produceert sinds 2009 het werk van Keren Levi en toont het in Nederland in het kleine en middelgrote zalencircuit, met Frascati als Amsterdamse toonplek. Keren Levi neemt het creëren van verschillende soorten werk, voor verschillend publiek, vanuit één idee (of cluster van ideeën) als uitgangspunt voor haar nieuwe werk. Haar inzet is de verbeelding van (jong) publiek te prikkelen met een, naar eigen zeggen, aantrekkelijke uitwerking van abstracte concepten. Het andere uitgangspunt voor het maken van haar werk is cross-disciplinaire samenwerking van dans en nieuwe muziek. Keren Levi is geïnteresseerd in de verscheidenheid van vormen en zet het ‘oplossen’ van cross-disciplinaire problemen in als aanjager voor de creatie van haar voorstellingen.

Keren Levi is een onafhankelijke choreograaf, met een interdisciplinaire praktijk. Ze neemt deel aan het discours over interdisciplinariteit en de infrastructuur voor de podiumkunsten in de stad. De stichting werkt onder andere samen met Het Veem House voor Performance, Nicole Beutler (NBprojects) en Andrea Božić (Stichting Tilt). Onder andere met hen werd BAU opgericht, om het dans-artistieke klimaat in Amsterdam na de bezuinigingen een nieuwe impuls te geven.

Stichting Neverlike wil komende periode inzetten op een organisatorische en zakelijke groei, die ervoor moet zorgen dat de artistieke lijn en het publieksbereik doorgetrokken kunnen worden. Stichting Neverlike wil een stabiele, effectieve praktijk als producent ontwikkelen, in samenwerking en naast andere makers, en zonder fulltime aanstellingen. Het doel is de organisatie een stevig fundament te geven en tegelijk flexibel genoeg te houden voor de veranderende taken.

De komende jaren initieert de stichting vijf nieuwe producties, waaronder twee voor de jeugd. Drie producties zijn thematisch geïnspireerd op componist Morton Feldman. ‘Footnotes’ (2017): een choreografie voor zes dansers en een geluidsinstallatie geïnspireerd door de muzieknotatiemethode van Feldman. ‘Crippled Symmetry’ (2018): een dans-concert-installatie rond het muziekstuk ‘Crippled Symmetry’ door het Ives Ensemble, met een beeldend kunstwerk van Krijn de Koning. En ‘How to Dance Chocolate?’ (2019): een lecture-performance voor kinderen (8+) over hoe je een recept kan dansen. Twee producties gaan over de menselijke stem en de relatie tussen stem en lichaam, en lichaam en standpunt. Dit zijn ‘Mute Songs’ (2019): een coproductie met Slagwerk Den Haag en de componist Yannis Kyriakides. En ‘To Voice’ (2020): een coproductie met jongerentheatermakers DeGasten, in de vorm van een performance met en voor jongeren over het laten horen van je standpunt.

Stichting Neverlike kiest de komende periode voor twee richtingen. De eerste is om vanuit dezelfde thematiek zowel een voorstelling voor volwassen publiek als een voorstelling voor jong publiek te maken. De tweede is interdisciplinaire wisselwerking van choreografie met nieuwe muziek. Publiek zal daarnaast toegang krijgen tot achtergronden door de inleidingen en nagesprekken rondom voorstellingen.

In het kader van het Kunstenplan 2017-2020 vraagt Stichting NeverLike een subsidiebedrag van gemiddeld € 95.000 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Neverlike toont in de plannen een heldere artistieke visie, die is gebaseerd op het interdisciplinaire werken van de organisatie.

Hierbij mist de commissie in het plan wel aandacht voor de positie die Neverlike inneemt ten opzichte van andere dansgezelschappen van soortgelijke omvang, die zich in een vergelijkbaar circuit van podia en op vergelijkbare publieksgroepen richten. Uit de plannen spreekt wel een heel eigen intrinsieke artistieke motivatie voor de richting die Levi in haar werk met Neverlike nastreeft. Dit geeft ook samenhang aan de voorgenomen projecten.

De commissie vindt het jammer dat het werk van Neverlike niet zoveel op de Amsterdamse podia zichtbaar is geweest afgelopen periode. Het plan concentreert zich op Levi's onderzoek naar cross-disciplinaire samenwerking, gericht op met name de relatie tussen dans en nieuwe muziek. Het werk van Levi is eigen, in de spannende en onderzoekende wijze waarop fysieke dansvormen en muziek verweven worden. Het is bijzonder en het getuigt van durf dat Neverlike het experiment aangaat en hier ook trouw aan blijft, ook al zijn de artistieke resultaten in de ogen van de commissie niet altijd even overtuigend in kwaliteit.

De commissie mist in de plannen in dat opzicht reflectie op haar eerder geproduceerd werk, van waaruit een visie op haar volgend onderzoek volgt en er meer continuïteit ontstaat. Het vakmanschap van Levi als maker is in haar interdisciplinaire werkwijze echter overduidelijk aanwezig en wordt in het dansveld, ook internationaal, onderkend. Neverlike is zich goed bewust van het belang van zeggingskracht van de projecten voor haar publiek. De impact dat het werk op haar publiek zal hebben, lijkt een sterk uitgangspunt binnen het maakproces te zijn. Door meer te focussen op de eigen artistieke ontwikkeling en publieksbereik, kan Neverlike hierin in de ogen van de commissie nog een gewenste verdieping bewerkstelligen.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. Neverlike is een kleine organisatie met gezonde bedrijfsvoering, die in voorgaande jaren voornamelijk afhankelijk was van projectmatige ondersteuning. De organisatie toont zich in de plannen bewust van goed werkgeverschap en cultureel ondernemerschap. De begroting ziet er overzichtelijk en realistisch uit. De commissie vindt in verhouding tot de totale begroting de beheerslasten personeel echter een hoog aandeel vormen. Er zijn plannen om kosten te verlagen, door samenwerking in backoffice te realiseren met de partners van het BAU-platform, maar deze zijn nog niet uitgewerkt. De samenwerking met coproducenten is interessant en levert inkomsten op.

Daarnaast zijn dit grote en stabiele partners, waardoor de organisatie hier weinig risico loopt. De voorgenomen groei in baten is vrij ambitieus. De publieksinkomsten vormen daarbij maar een klein onderdeel van de totale inkomsten, al geeft het plan blijk van realisme in de te verwachten uitkoopsommen. De afhankelijkheid van subsidies vindt de commissie, gezien de beperkte andere inkomstenbronnen, kwetsbaar. Daarmee is er in de ogen van de commissie geen sprake van een realistische mix van inkomsten. De organisatie geeft wel aan de schaal van de projecten aan te kunnen passen, wanneer de inkomsten uit fondsen tegen blijken te vallen.

Het bestuur is op orde; er is een onafhankelijk bestuur dat samengesteld is met verschillende expertise. Verder wordt niet duidelijk gemaakt hoe de Governance Code Cultuur wordt nageleefd. Ook over culturele diversiteit in de samenstelling van bestuur en personeelsbestand wordt uit de plannen niets duidelijk.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als zwak. De commissie vindt dat uit het plan weinig ambitie in het bereiken van publiek spreekt. Terwijl Neverlike vanuit het artistiek proces juist veel aandacht heeft voor de impact van het werk op de toeschouwer, mist de commissie in het ondernemingsplan een aansprekende, naar buiten gerichte marketingvisie op de wijze waarop het publiek benaderd en vastgehouden zal worden. Er spreekt uit de plannen geen inzicht in het huidige publiek van Neverlike, er is tot op heden geen aantoonbaar publieksonderzoek gedaan en er zijn geen duidelijke doelgroepen omschreven.

De commissie mist in de plannen een duidelijke marketingbenadering passend bij de artistiek inhoudelijke visie van Neverlike, waarbij het interdisciplinaire karakter van het werk van Neverlike wordt ingezet om publiek te genereren. Het plan richt zich weliswaar op verbreding van het publiek door nieuwe samenwerkingspartners met een eigen achterban en de vergroting van de naamsbekendheid van Neverlike. Deze voornemens zijn echter niet uitgewerkt in concrete inspanningen. Een visie om een cultureel divers publiek te bereiken ontbreekt eveneens. Met de productie van jeugdvoorstellingen is duidelijk dat Neverlike zich komende periode ook weer richt op een jong publiek.

De commissie oordeelt dat  het ontbreekt aan een marketingplan dat omschrijft hoe deze specifieke doelgroep wordt benaderd. De organisatie verwacht dat een duurzame opbouw van het publiek gerealiseerd kan worden via inzet van de theaters waar gespeeld wordt. De commissie vindt dit niet erg concreet uitgewerkt en daarnaast een kwetsbare werkwijze, omdat marketingbudgetten bij theaters ook beperkt zijn. Ook het gezelschap zelf heeft hier een verantwoordelijkheid.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als voldoende. Neverlike verbindt zich binnen het veld met partijen waarmee vanuit het werk van Levi een inhoudelijke verwantschap is. Dit toont zich bijvoorbeeld in de alliantie die met platform BAU is gesloten, hetgeen een kansrijke en sympathieke samenwerkingsvorm lijkt, maar waarvan de resultaten nog te onduidelijk zijn om voor de commissie te kunnen beoordelen. Door de werkzaamheden van Levi als docent zijn er banden met het kunstvakonderwijs. Verder lijken er nauwelijks verbindingen te zijn met de brede culturele sector of maatschappelijke organisaties en positioneert de organisatie zich weinig zichtbaar. Via samenwerkingspartners gaat de organisatie, blijkens de plannen, meer de wijk in en zoekt zo het persoonlijk contact met bewoners op.

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. Neverlike ontplooit het grootste aandeel van de activiteiten in het stadscentrum, maar is ook in een aantal andere stadsdelen actief. Hiermee draagt de organisatie voldoende bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie oordeelt dat de voorgenomen output aan activiteiten en publieksbereik in het verlengde ligt van de voorgaande periode. De commissie adviseert daarom een subsidie op het subsidieniveau van voorgaande periode waarin Neverlike projectmatig werd ondersteund, en om daarbovenop een investering in de organisatie mogelijk te maken. De commissie adviseert hierom de aanvraag van Neverlike gedeeltelijk te honoreren met een subsidiebedrag van € 50.000 per jaar.