Tafel van Vijf

Theater
Aangevraagd: € 138.803
Toegekend: € 80.000

Inleiding

Tafel van Vijf verbindt theater en muziek met geschiedenis. De organisatie maakt muziektheater over actuele thema’s, gekoppeld aan verhalen uit het verleden, verbonden met historische objecten in musea. Daarbij wordt gebruik gemaakt van live muziek met gezongen en gesproken teksten. Tafel van Vijf vertelt over het heden met het verleden als metafoor. Met de programma’s wil de organisatie inzicht geven in het heden door een duik te nemen in de geschiedenis, waarin herkenning van persoonlijke strijd in een politieke conflictsituatie centraal staat. De belangrijkste doelgroep van de activiteiten zijn jongeren, waarbij de organisatie zich met name richt op het voortgezet onderwijs van alle niveaus. Door de gelaagdheid van de voorstellingen en de toegankelijke muziek worden jongeren samengebracht. Tafel van Vijf wil jongeren van alle leeftijden, schoolniveaus en culturele achtergronden zo tonen dat ze een nationale geschiedenis delen. 

De kernactiviteit bestaat uit een voorstelling en een museumbezoek op één dag. Daarom speelt Tafel van Vijf series voorstellingen dichtbij historische musea. Tafel van Vijf heeft het initiatief genomen voor een coalitie waarbij Tafel van Vijf de productie doet, Theater Bellevue de presentatie en het Rijksmuseum de educatie.

In de periode 2017-2020 bestaat het programma uit de volgende activiteiten: Mijn vader, Willem van Oranje (2017, herneming in 2020), een rockopera over de droom van de vrijheid en de nietsontziende wreedheid van het fundamentalisme; Black Memories (2018), een coproductie met Danstheater Aya en Backbone / Alida Dors over de doorwerking van ons slavernijverleden in het heden met dans, zang, livemuziek en tekst; en Soap der Nederlanden (2019) over de perfecte oorlog en de vrije wil. Dit speelt rond het verhaal van Maurits en Van Oldenbarnevelt, een semi vader-zoonrelatie.

Tafel van Vijf is in de periode 2013-2016 opgenomen in het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam voor een bedrag van € 29.960 per jaar. Tafel van Vijf vraagt voor de periode 2017-2020 een bijdrage uit het Kunstenplan van gemiddeld € 138.803 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. In het ondernemingsplan ontbreekt een artistieke visie of visie op talentontwikkeling. Er wordt vooral een motivatie gegeven voor het willen realiseren van een gedeelde beleving van jongeren in voornamelijk het voorgezet onderwijs, maar deze is niet artistiek inhoudelijk onderbouwd. Bij de keuze van de programmering staat niet de artistieke noodzaak om een verhaal te vertellen centraal maar om aan te sluiten bij het curriculum van met name het voortgezet onderwijs. De commissie vindt het ontbreken van een visie een gemis.

Toch vertonen de activiteiten een duidelijke samenhang in de thematische benadering. De verbinding tussen muziektheater, verhalen uit het verleden en een museale collectie en in het bijzonder tussen podia en musea maakt dat de activiteiten onderscheidend zijn van dat van andere aanbieders gericht op deze doelgroep.

Het overkoepelende thema van vrijheid zal jongeren aanspreken maar de commissie heeft twijfels bij de aansluiting van het programma op de belevingswereld van jongeren en is daarmee niet overtuigd van de zeggingskracht ervan. De focus van het programma in binnenschoolse tijd is sterk historisch. Dat spreekt de doelgroep niet vanzelfsprekend aan. De organisatie maakt niet concreet wat zij wil overbrengen of bij de jongeren teweeg wil brengen. Bovendien vindt de commissie de organisatie opvallend terughoudend in de toepassing van internet en nieuwe media; instrumenten waarmee de organisatie makkelijker de jonge doelgroep aan zou kunnen spreken. Binnen de activiteiten is slechts summier aandacht voor de cultureel diverse achtergrond van de doelgroep. De commissie is overtuigd van het vakmanschap waarmee de voorstellingen tot stand komen en worden uitgevoerd.

Er wordt gewerkt met goede makers, de samenwerking met de podia en musea is gericht op inhouden zit stevig in elkaar en de composities en libretto’s worden zelf en op maat voor de voorstellingen geschreven.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De bedrijfsvoering van de organisatie was in afgelopen periode kwetsbaar, maar is een voldoende basis gebleken om het huidige niveau van activiteiten en publiek uit te voeren.

De commissie constateert echter dat de organisatie in de aankomende periode, gelijk in het eerste jaar, bijna een verdubbeling ambieert in het publieksbereik en een stijging van de kosten en baten. Dat deze groei daarmee niet geleidelijk wordt ingezet, brengt de nodige risico’s met zich mee. Hierop formuleert Tafel van Vijf een visie, maar een concreet plan van aanpak ontbreekt. Gelet hierop, vindt de commissie de voorgenomen groei niet realistisch en is van mening dat de organisatie er verstandig aan zou doen om de groei naar beneden bij te stellen.

De commissie vindt de begroting niet realistisch. De overhead drukt op een klein aantal producties. Het gebruik van muziek in de voorstellingen draagt bij aan de hoge kosten van de producties. De commissie is van mening dat de hoogte van de publieksinkomsten niet in verhouding staat tot het beoogde publieksbereik. Dit bereik is namelijk klein omdat de organisatie zich beperkt tot jongeren in het voortgezet onderwijs.

De mix van inkomstenbronnen is realistisch. De publieksinkomsten zijn relatief laag, maar dat is inherent aan het feit dat scholen beperkte middelen voor cultuureducatie hebben. De commissie vindt het opvallend dat de financiële bijdrage en inzet van personeel van de musea laag zijn. Dit geldt ook voor de inzet van personeel. Gezien het karakter van de samenwerking ligt een grotere inbreng meer voor de hand.
Het bestuur is op orde. De organisatie past de Governance Code Cultuur toe. Ook is er een visie geformuleerd op de diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. Tafel van Vijf heeft een visie op het publiek. De organisatie richt zich op de divers samengestelde doelgroep van leerlingen in het onderwijs, die verschilt in leeftijd, schoolniveau en culturele achtergrond. De organisatie heeft een stevig netwerk binnen het onderwijs en heeft iemand aangetrokken die de werving onder scholen doet. Het bereik onder scholen zal naar verwachting van de commissie goed zijn. Het Rijksmuseum heeft als gerenommeerde instelling een grote aantrekkingskracht voor het onderwijs en is bovendien een stevige samenwerkingspartner. Hoewel er wel een marketingstrategie is opgenomen, waarbij verschillende creatieve pr-instrumenten worden ingezet, gaat de organisatie volgens de commissie onvoldoende in op hoe de marketing van activiteiten met lastiger thematiek wordt ingezet om jongeren aan te spreken.

Het vasthouden van het publiek is lastig: jongeren komen vaak eenmalig in schoolverband. Wel wordt zichtbaar geïnvesteerd in de relatie met de scholen door het onderhouden van persoonlijk contact. Dit maakt terugkerend bezoek van de school wel haalbaar. Daarbij valt op dat in het ondernemingsplan het voor- of natraject bij de activiteiten summier is benoemd. De inbedding van de activiteit in het onderwijs en het effect op de leerlingen is volgens de commissie niet duidelijk.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als goed. Binnen de activiteiten wordt gezocht naar actuele thema’s die aansluiten bij stedelijke vraagstukken, en inhoudelijke dwarsverbanden worden gelegd tussen podia, musea, makers en disciplines. Dit zorgt voor interessante en vernieuwende verbindingen in de cultuursector. 

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. De meeste activiteiten vinden plaats in het centrum, in Theater Bellevue. Een deel van de activiteiten vindt ook plaats op scholen in andere stadsdelen. Hiermee draagt de organisatie voldoende bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie vindt de beoogde groei van de organisatie in omvang en publieksbereik niet in verhouding staan tot de resultaten uit de voorgaande periode. Dat de groei niet geleidelijk wordt ingezet is een risico en naar oordeel van de commissie vooralsnog niet realistisch. De commissie adviseert de aanvraag van Tafel van Vijf gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 80.000 per jaar.