Tamino

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 150.000
Toegekend: € 60.000

Inleiding

Stichting Tamino is een voortzetting van stichting Papageno Kunst + Werk, en streeft ernaar kinderen en jongeren van vier tot twintig jaar met een beperking toegang te verschaffen tot cultuureducatie in de eigen leer- en leefomgeving. Met de praktijk als uitgangspunt, voert Tamino hiertoe activiteiten uit binnen de aandachtsgebieden kennis en expertise, deskundigheidsbevordering en innovatie. Een belangrijk onderdeel van de activiteiten is het praktisch toerusten van vakdocenten in hun werk met deze specifieke doelgroep. 
De organisatie is er voor kinderen en jongeren met een beperking, hun familie en verzorgers, het onderwijs, kunstvakopleidingen, de culturele sector en zorg- en welzijnsinstellingen. De stichting brengt professionals op het gebied van cultuureducatie deskundigheid en kennis bij, en stimuleert scholen voor speciaal onderwijs die nog geen visie op cultuuronderwijs hebben, deel te nemen aan activiteiten en netwerken. Binnen het initiatief Kunst Helden ontwikkelt Tamino kunstaanbod in de vrije tijd voor kinderen en jongeren uit gezinnen met minimuminkomens.

In de periode 2017-2020 wil Tamino haar basis in Amsterdam continueren, verdiepen en uitbouwen, door meer cultuurdocenten op te leiden, meer kinderen en jongeren met een beperking direct en indirect in aanraking te brengen met cultuureducatie, meer deskundigheid bij leerkrachten te bevorderen en door meer scholen voor speciaal onderwijs te bereiken. Concreet vertaalt zich dit naar het begeleiden van visieontwikkeling op cultuuronderwijs bij schoolbesturen en directies en de vertaling daarvan naar concrete uitvoering. Ook wil de organisatie netwerkbijeenkomsten organiseren voor professionals uit het onderwijs, de culturele- zorg en welzijnssector. Tamino zal verschillende trainingen en nascholingsprogramma’s voor cultuurdocenten en leerkrachten ontwikkelen en uitvoeren, en kunstaanbod in de vrije tijd toegankelijk maken voor de doelgroep. Voorts wil Tamino een website ontwikkelen, waarop educatief kwaliteitsaanbod gericht op speciale doelgroepen te vinden is.

Tamino zegt de enige Nederlandse cultuureducatie-organisatie te zijn die zich alleen op kinderen en jongeren met een beperking richt. In Amsterdam neemt zij een positie in tussen scholen voor speciaal onderwijs, culturele instellingen en kennis- en expertisecentrum Mocca. De organisatie is de afgelopen jaren regelmatig gevraagd vanwege haar specifieke expertise.

Tamino vraagt in het kader van de kunstenplanperiode 2017-2020 het AFK om een gemiddelde jaarlijkse bijdrage van € 150.000.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Tamino formuleert in de aanvraag een onderbouwde visie op het belang van cultuureducatie in het speciaal onderwijs. Zij geeft duidelijk aan wat zij het culturele veld en de kinderen en jongeren met een beperking te bieden heeft, en geeft hier via de drie aandachtsgebieden handen en voeten aan. De commissie vindt het positief dat Tamino niet alleen als expertisecentrum opereert, maar de nadruk legt op de verbinding met de praktijk. Het naschoolse aanbod is hier een goed voor beeld van. Het aanbod sluit goed aan bij de wens van scholen, die veelal weinig tijd voor en minder kennis van cultuureducatie hebben.

De stichting is een van de bijzonder weinige organisaties die gespecialiseerd is in cultuureducatie in het speciaal onderwijs. Hierin onderscheidt zij zich duidelijk van andere cultuureducatie-aanbieders. Veel aanbieders die wel aanbod voor het speciaal onderwijs verzorgen, hebben hiertoe eerder de expertise van Tamino ingeroepen.

De commissie vindt de opzet van het huidige en nieuw te ontwikkelen aanbod getuigen van vakmanschap en van goede kennis van en verbindingen met (ontwikkelingen in) het veld. De artistieke onderbouwing en uitwerking vindt de commissie in de aanvraag echter onderbelicht. De scholingstrajecten voor cultuurdocenten zijn, naar mening van de commissie, bijzonder waardevol, te meer omdat op de kunstvakopleidingen weinig tot geen aandacht besteed wordt aan didactiek en pedagogiek voor deze doelgroep. In deze scholingstrajecten wordt het geleerde heel goed direct in de praktijk gebracht. In de aanvraag wordt de artistiek-inhoudelijke aanpak echter niet beschreven. Ook de te ontwikkelen verdiepingsmodules voor cluster 3 en 4 worden niet toegelicht. Het blijft ongewis op welke wijze Tamino deze modules artistiek wil invullen en hoe de verschillende kunstdisciplines, die ieder om een eigen werkwijze vragen, een plek krijgen in het scholingsprogramma. In het ondernemingsplan wordt aangegeven dat optimaal gebruik wordt gemaakt van een ieders expertise, maar voor een overtuigende opzet en uitvoering van activiteiten vindt de commissie ook specifieke vakexpertise op het gebied van kunst en cultuur onontbeerlijk.

Gezien het feit dat co-teaching en scholingstrajecten ook op de langere termijn impact hebben, vindt de commissie het van belang dat de cultuureducatie-activiteiten in het speciaal onderwijs worden gemonitord en goed in kaart worden gebracht. Tamino heeft een uitstekend netwerk en monitort de eigen activiteiten goed. De commissie is benieuwd of de organisatie dit ook in kaart brengt voor de hele stad.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De totale lasten, die fors stijgen ten opzichte van 2015, worden alleen in hoofdcategorieën onderbouwd en niet toegespitst op de afzonderlijke activiteiten. Deze geringe gedetailleerdheid maakt het voor de commissie moeilijk te beoordelen of de begroting realistisch is in relatie tot de voorgenomen Amsterdamse activiteiten. Ook is er onvoldoende inzicht in of toelichting op de begrote beheerslasten. Opmerkelijk is daarbij dat er voor de landelijke activiteiten geen en voor de Amsterdamse activiteiten wèl beheerslasten gerekend worden. Over 2015 is er een negatief exploitatieresultaat behaald. In 2013 heeft de stichting een van het Fonds voor Cultuurparticipatie ontvangen hoog subsidiebedrag terugbetaald. Dit wordt in de aanvraag niet toegelicht. De commissie constateert dat de personeelslasten per fte hoog zijn. Ook hierop ontbreekt een toelichting.

Tamino stelt dat zij bestuurlijk, juridisch, financieel en administratief losgekoppeld is van Stichting Papageno. Financiële steun, zoals deze eerder ontvangen werd, is niet meer aan de orde. Hier wordt geen nadere toelichting op gegeven. In het ondernemingsplan mist ook een visie op het genereren van sponsorgelden en private middelen voor, of de allocatie van, de activiteiten in Amsterdam. Ook wordt nauwelijks inzicht gegeven in de landelijke subsidiestromen. Deze lijken in de begroting behoudender opgevoerd, dan in het verleden behaalde resultaten. Het ambitieniveau voor de eigen inkomsten vindt de commissie laag. Zo zou in de directe inkomsten een aantal beoogde diensten van Tamino meer kosten dekkend opgevoerd kunnen worden. De scholing die Tamino biedt tot muziekspecialist voor het speciaal onderwijs, levert landelijk wel reële inkomsten op.

Risicobeheersing bestaat op dit moment uit het niet starten met activiteiten indien er onvoldoende financiering wordt verkregen. De commissie merkt op dat, met name voor 2017, het percentage subsidie dat aan het AFK wordt gevraagd niet in een redelijke verhouding staat tot het percentage van de activiteiten dat in Amsterdam wordt gerealiseerd. Gezien de waarde en impact van de beoogde activiteiten van Tamino voor heel Nederland, vindt de commissie dit een belangrijk argument om minder gelden uit het Kunstenplan in te zetten.

Tamino werkt met een bestuur dat de Governance Code Cultuur onderschrijft. De organisatie heeft een concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van met name de deelnemers, en wat minder expliciet voor het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. Tamino bereikt een zeer cultureel divers samengesteld publiek. De organisatie schenkt veel aandacht aan het proactief benaderen van nieuwe doelgroepen, zoals scholen die nog geen visie op cultuureducatie hebben. Tamino beschrijft duidelijk het veld waarin zij werkzaam is en heeft, blijkens het ondernemingsplan, voldoende kennis van de hoofddoelgroep. Zij richt zich met name op cluster 3- en 4-scholen. Uit het plan wordt niet duidelijk waarom zij zich niet tevens richt op bijvoorbeeld cluster 2-scholen. Twee andere belangrijke doelgroepen van Tamino zijn kunstvakdocenten en leerkrachten uit het onderwijs. Hoe zij deze wil bereiken, wordt in het ondernemingsplan niet expliciet uitgewerkt. Ook voor het naschoolse bereik ontbreekt een marketingstrategie. Wel is sprake van een gericht aanbod, met bijvoorbeeld het project Kunst Helden, voor kinderen en jongeren met een beperking uit gezinnen met minimuminkomens. Ook ten aanzien van deskundigheidsbevordering is er sprake van, op diverse doelgroepen afgestemd, maatwerk. Met betrekking tot alle activiteiten is er sprake van goed onderzoek en bijstelling op basis van overleg, uitwisseling, evaluatie en monitoring.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als goed. Het is waardevol voor Amsterdam dat Tamino haar kennis deelt met verschillende partners in het veld en daarmee cultuureducatie ontsluit voor deze speciale doelgroep. Er wordt samengewerkt met scholen in het speciaal onderwijs, Mocca, De Rode Loper op School en het Jongerencultuurfonds. Daarnaast heeft Tamino een breed (landelijk en lokaal) netwerk met partners als Plein C en het Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst. Voor het buitenschoolse aanbod zoekt Tamino samenwerking met welzijnsorganisatie Prisma en zorginstelling Philadelphia. Domein overstijgend werken is voor Tamino noodzakelijk om de juiste doelgroepen te kunnen bereiken, en past bij deze tijd waarin er steeds meer ontschotting is tussen verschillende sectoren als welzijn, cultuur en zorg.

De spreiding beoordeelt de commissie als goed. Tamino bereikt deelnemers en publiek met activiteiten in alle stadsdelen behalve stadsdeel Centrum.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Tamino te honoreren voor een bedrag van jaarlijks € 60.000. Dit is een lager bedrag dan aangevraagd vanwege de onder zakelijke kwaliteit genoemde scheve verhouding tussen het gevraagde bedrag en het percentage Amsterdamse activiteiten, de per fte te hoog geachte en niet onderbouwde personele lasten, en de naar de mening van de commissie te behoudend ingeschatte inkomsten.