Third Space

Theater
Aangevraagd: € 100.000
Toegekend: € 80.000

Inleiding

Lotte van den Berg creëert binnen de kaders van de kunst tijdelijke publieke ruimtes, waarin het sociale (on)vermogen tot onderwerp wordt verheven en een intermenselijk proces op gang wordt gebracht. Voor Van den Berg zijn de meest waardevolle ruimten binnen de kunsten niet de schouwburg of het museum, maar het atelier, de repetitieruimte, het schetsboek. Van den Berg stelt zichzelf tot doel deze oefenruimte aan te bieden aan het publiek. Het werk van Lotte van den Berg brengt de werelden van theater, dans, muziek en beeldende kunst samen. Het wordt zowel in het centrum van Amsterdam als in de stadsdelen uitgevoerd, in samenwerking met gevestigde instituten en kleine buurtcentra en partners binnen en buiten de kunstcontext.

Gedurende de periode 2017-2020 nemen de activiteiten van stichting Third Space toe. Dit betekent dat de organisatie wordt uitgebreid op het gebied van zakelijke leiding, verkoop en marketing en communicatie. Een belangrijke artistieke verandering is dat van den Berg weer werk zal maken voor de grote zaal. Het werk in de periode 2017-2020 is in vier lijnen uiteen te zetten: in Building Conversation wordt het gesprek tussen mensen centraal gesteld en als performance opgevoerd. Building Conversation begon in 2013 als een project en is uitgegroeid tot een langlopend traject, gericht op direct contact en een open interactie. In Amsterdam committeert de organisatie zich aan een vier jaar durende stadstournee, met om de twee weken een gesprek. Dying Together / Orgy Alone is een tweeluik voor de grote zaal, een woordeloze scenografie, waarin de begrippen 'alleen' en 'samen' worden uitgedaagd en opengebroken. ‘De publieke werken’ is een beeldende interactieve installatie, waarin (semi)publieke ruimtes als wachtkamers en liften worden opgevoerd door een simpele schets van lijnen en verplaatsbare witte wanden. ‘De vrije ruimte’ ontstaat in relatie tot de hierboven genoemde werken en de maatschappelijke ontwikkelingen in de komende tijd. Er is één eigen productie in 2020 gepland, een coproductie in 2018 en internationale coproducties in 2017 en 2019. Verder staan jaarlijks reprises op het programma. Ook onderneemt Third Space jaarlijks 26 buurtgerichte activiteiten.

Third Space vraagt voor de activiteiten in het kader van het Kunstenplan een subsidie van € 100.000 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. Third Space verwoordt in het ondernemingsplan een heldere en pakkende artistieke visie. Lotte van den Berg wil, na een tijd van reizen en afwezigheid uit de stad, zich opnieuw aan Amsterdam verbinden met de stedelijke context en het publiek. Third Space lijkt nieuwe wegen in te gaan slaan, op basis van een concept dat Van den Berg eerder ontwikkelde.

De kern van de projecten bestaat uit het creëren van ‘theatrale vrije ruimte voor het gesprek’. Op de vanzelfsprekende manier waarop de wereld van de podiumkunsten en van de beeldende kunst met elkaar worden verweven, onderscheidt het werk van Third Space zich door de keuze voor een poëtische en ruimtelijke vorm. Al ogen de projecten afzonderlijk wat grillig en is nog niet overal even duidelijk uitgewerkt wat wordt beoogd; dit interdisciplinaire uitgangspunt zorgt wel degelijk voor een samenhang. In de komende periode gaat Third Space voor Building Conversation (2013) verbindingen aan met andere kunstenaars.

De commissie is positief over de verdieping en vernieuwing die hiermee worden beoogd ten opzichte van het concept uit 2013. Duidelijk is dat Third Space zich met de activiteiten direct tot het publiek wil verhouden. Zeggingskracht en impact op de toeschouwer zijn uitgangspunten bij het maakproces van Van den Berg en vindt de commissie, afgaand op de performances in het verleden, ook oprecht naar voren komen. Met de stap die van de openbare ruimte ook naar de grote zaal wordt gemaakt met Dying Together/ Orgy Alone, wil Third Space het uitgangspunt van het publiek als deelnemer binnen vier muren recreëren. In het recente verleden leidde dit niet vanzelfsprekend tot een sterke theatrale voorstelling.

De commissie is er niet van overtuigd dat de verstilling die in het werk in de openbare ruimte juist zo krachtig aanwezig is, in de grote zaal ook wordt bewerkstelligd. De commissie mist een gedegen uitwerking van de plannen. Het vakmanschap en originele aanpak van Van den Berg, bij haar onderzoek van projecten in de openbare ruimte, vindt de commissie echter een goede basis voor het realiseren van een grote zaalvoorstelling.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. De bedrijfsvoering rust op een kleine, relatief nieuwe organisatie. De vorige organisatie heeft de laatste jaren van het bestaan aanzienlijke verliezen geleden, waardoor de commissie nog geen conclusies kan trekken over hoe gezond de huidige bedrijfsvoering is. De zakelijk leider krijgt een uitbreiding van het aantal uren (tot 1 fte) ten opzichte van voorgaande periode. De commissie vindt het positief om de bedrijfsvoering zo te versterken, maar 1 fte in verhouding tot de omvang van de activiteiten vindt de commissie fors. In de begroting ontbreekt een duidelijke onderbouwing van de voorbereidings- en uitvoeringskosten. Niet duidelijk is waar de incidentele subsidies worden aangevraagd, waardoor de haalbaarheid door de commissie niet goed is te beoordelen. De financieringsmix is beperkt, de organisatie is voornamelijk afhankelijk van publieksinkomsten en subsidies.

De aanvrager geeft aan dat, voor een stevig financieel en organisatorisch fundament, het noodzakelijk is dat alle overheadkosten gefinancierd worden. Dit vraagt meer visie op werven van andere inkomstenbronnen. De toename in activiteiten draagt een financieel risico met zich mee. Tussen de verwachte uitkoopsommen en publieksaantallen, wordt geen verband gelegd. In het plan gaat de organisatie niet in op de risico’s bij tegenvallende resultaten in uitkoopsommen. Omdat de organisatie hiervoor grotendeels afhankelijk is van beleid van de theaters, is dit toch een onzekere post; er is geen concrete aanpak geformuleerd hoe met de risico’s van tegenvallende resultaten wordt omgegaan.

De Governance Code Cultuur wordt nageleefd. De organisatie heeft geen concrete visie op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht geformuleerd. Van den Berg is met Third Space verder gegaan onder een andere stichtingsnaam. Het huidige bestuur van de stichting is onlangs aangetreden. Uit de samenstelling blijkt niet overduidelijk dat de leden de benodigde zakelijke ondersteuning kunnen leveren.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. Third Space geeft in de plannen een mooi doordachte visie op publiek. Het is een spannende zoektocht om het publiek vast te kunnen houden, beter te leren kennen en via het publiek ook verdieping in de projecten te creëren. Third Space is gericht op de dialoog en intermenselijkheid; de toeschouwer wordt daadwerkelijk tot deelnemer gemaakt. De wijze waarop het werk in de openbare ruimte wordt gepresenteerd en hier deze dialoog aangaat, versterkt dit effect.

De impact die het werk van Third Space wil creëren bij het publiek is zodanig, dat het publieksbereik in kwantitatieve zin vrij beperkt is. Door het recreëren van het concept Dying Together / Orgy Alone voor de grote zaal, verwacht Third Space een nieuw en groter publiek te bereiken; al zal dit zeker nog voor artistieke uitdagingen zorgen, zoals de commissie eerder constateerde. Er wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijke doelgroepen, maar waarbij niet specifiek gereflecteerd wordt op culturele diversiteit. Third Space zet een interessante visie op marketing uiteen, die aansluit bij het deelnemerschap van het publiek.

De marketingstrategie past integraal bij de onderzoekende wijze waarmee de artistieke projecten tot stand komen. Ook al ogen de plannen beloftevol, het ontbreekt aan concrete uitwerking van de inspanningen. Hiervoor wordt de komende periode een marketingbureau ingeschakeld, waarbij sterk is gemotiveerd waarom voor het bewuste bureau is gekozen. Third Space wil op diverse creatieve manieren het publiek gaan opzoeken. De commissie is van mening dat Third Space met de eigenzinnige visie op publiek en de daaruit volgende benaderingswijze een verandering teweegbrengt.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als voldoende. Third Space heeft, vanuit een artistieke motivatie, de intentie om de wijken in te gaan en in de publieke ruimte verbinding te zoeken met de bewoners van de stad. Met Frascati wordt een culturele coalitie aangegaan. De commissie ziet verder beperkt verbinding met Amsterdam. Op de locatie waar de voorstellingen plaatsvinden, zoekt Third Space verbindingen met relevante maatschappelijke organisaties.

De commissie beoordeelt de spreiding als goed. Third Space zal met de projecten neerstrijken in diverse delen in de stad en gaat de interactie aan met het publiek. Hiermee draagt de organisatie goed bij aan de spreiding van het cultuuraanbod in de stad.

Conclusie

De commissie ziet een risico in het zakelijke onzekere verleden van de organisatie en de voor de komende periode nog niet voorziene zakelijke sturing, waardoor zij geen vertrouwen heeft in de voorgenomen schaalvergroting in activiteiten. De commissie adviseert de aanvraag van Third Space gedeeltelijk te honoreren met een subsidiebedrag van € 80.000 per jaar.