Urban Myth

Theater
Aangevraagd: € 197.492
Toegekend: € 122.000

Inleiding

Urban Myth stelt met zijn theaterproducties hedendaagse maatschappelijke thema’s aan de kaak om het publiek tot andere inzichten te laten komen en nieuwe perspectieven te bieden. Het gezelschap wil een voortrekkersrol vervullen voor cultureel divers theater. In de afgelopen periode is de organisatie gegroeid. Het maakt nu voorstellingen voor de grote zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam. In de voorstellingen stonden oude en actuele verhalen centraal, met een focus op Surinaams georiënteerde verhalen. Artistiek leider Jorgen Tjon a Fong en de crew willen Urban Myth neerzetten als hét toonaangevende interculturele theatergezelschap van Nederland.

De komende jaren zullen de Surinaamse thema's worden uitgebreid met Latijns-Amerikaanse verhalen en verhalen met wortels in de Verenigde Staten. In Amsterdam wordt nauw samengewerkt met de Stadsschouwburg, het Bijlmer Parktheater en Podium Mozaïek. Urban Myth zal komende periode Nieuwe-Makers-trajecten ontwikkelen voor vier makers. In samenwerking met Podium Mozaïek worden Rajae El Mouhandiz, Sergio IJssel, Thirsa van Til en een nog onbekende nieuwe maker begeleid. Daarnaast zal Urban Myth community projecten realiseren in samenwerking met meerdere partners in de stadsdelen, in het bijzonder met CBK Zuidoost en Bijlmer Parktheater. Verhalen worden beeldend en theatraal vastgelegd en gebruikt voor voorstellingen in het Bijlmer Parktheater.

Voor de komende periode ontwikkelt Urban Myth een aantal producties voor de grote zaal: Negroes with Guns (2017), een muzikale theaterproductie; Celia (2018) over solidariteit met je land; Paint it Black (2019) over de zwarte modellen en figuren op het doek in de Stadsschouwburg en Linnaeus (2020) over de barre tocht van onderzoeker Rollander in de binnenlanden van Suriname en het conflict tussen hem en wetenschapper Linneus.

In een speciaal programma, Stad en Wereld, The fabric of the city and the fabric of the world, wordt voor de grote zaal producties gezocht naar de persoonlijke geschiedenissen die samen ons gedeelde erfgoed vormen. Ook produceert Urban Myth voorstellingen voor de kleine zaal: Lolita (2017) over de seksualisering van jonge meisjes; Human zoo (2018) een onderzoeksmatige voorstelling waarin het publiek niet alleen naar de performers kijkt, maar de performers ook naar het publiek; Motown’s Machiavelli (2019, reprise 2020) een mix van storytelling, stand up en een concert en Het Conflict (2020), een onderzoeksmatige voorstelling over wat er zou gebeuren wanneer gegroepeerde vluchtelingen een stuk van Nederland tot woongebied uitroepen. Om een band op te bouwen met nieuw publiek en het vaste publiek te interesseren voor de voorstelling en de thema’s die daarin voorkomen, wordt elk seizoen een aantal talkshows georganiseerd onder de noemer Talkshows
S.Y.L - Support your Lifestyle.

In de periode 2013-2016 ontvangt Urban Myth € 74.920 per jaar vanuit het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam. Urban Myth vraagt in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 een bijdrage van € 197.492 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Urban Myth verwoordt in de plannen een heldere artistieke motivatie, die gebaseerd is op het belang dat het gezelschap hecht aan het produceren van cultureel divers theater. De visie heeft ook een sociaal-maatschappelijk karakter, wat goed past in het totaalbeeld van de geschetste plannen. Het zorgt eveneens voor een helder profiel van Urban Myth en maakt hen als gezelschap onderscheidend. De gedrevenheid en het vakmanschap van artistiek leider Jörgen Tjon a Fong komen duidelijk in het plan naar voren. In de voorstellingen van afgelopen periode vertaalde dit zich volgens de commissie te vaak in een eendimensionale benadering van de materie. Verdieping in de wijze waarop de thema’s worden behandeld wordt door de commissie nog gemist.

De commissie merkt op dat Urban Myth onvoldoende in het ondernemingsplan heeft gemotiveerd waarom het gezelschap de komende periode ook kiest voor verhalen uit Latijns-Amerika en de Verenigde Staten. De keuze voor het vertellen van verhalen uit verschillende culturen, kan leiden tot een verbinding tussen de betrokken makers en voor samenhang tussen de concepten voor de voorstellingen. De thema’s zijn interessant en aan de betrokken makers wordt een krachtige eenduidige boodschap meegegeven. Dezelfde samenhang is echter niet zo sterk aanwezig bij de community-projecten.

Uit de afgelopen periode is gebleken dat Urban Myth met de voorstellingen een specifieke doelgroep aanspreekt, via thema's en verhalen die gerekend worden tot het cultureel erfgoed van de cultureel diverse inwoners van Amsterdam. Met de confrontatie tussen verschillende publieksgroepen die Urban Myth via de randprogrammering wil realiseren, kunnen nieuwe inzichten en prikkelende ervaringen voor het publiek ontstaan.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De bedrijfsvoering is momenteel gezond en geeft voldoende basis om de voorgenomen activiteiten te ontwikkelen en het beoogde publiek te bereiken. De subsidie die bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst wordt aangevraagd is aanzienlijk hoger dan in de voorgaande periode en bedoeld om vanaf 2017 een grote schaalsprong in activiteiten te maken. De commissie vindt de fasering waarmee deze beoogde groei wordt ingezet niet realistisch en haalbaar. In de voorgaande periode zijn de prestatieafspraken binnen het Kunstenplan ten aanzien van de publieksaantallen niet gehaald en de financiële positie van de organisatie is kwetsbaar. De organisatie formuleert geen visie op de risico’s die een dergelijke groei met zich meebrengt en hoe met eventuele tegenvallende resultaten wordt omgegaan. Het aandeel eigen inkomsten is stabiel, maar weinig divers. Het bestaat voornamelijk uit subsidies en publieksinkomsten. Uit de plannen blijkt dat het gezelschap in de komende periode nieuwe partners gaat zoeken, om hier verandering in te brengen, maar de manier waarop dit zal worden aangepakt is niet concreet omschreven in het ondernemingsplan.

Het bestuur is op orde en de organisatie past de Governance Code Cultuur toe; de leden van het kleine bestuur zijn relatief nieuw. Uit de plannen blijkt dat Urban Myth een heldere visie heeft op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur en getuige de diverse samenstelling daarvan is dit ook voortvarend aangepakt.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. Urban Myth formuleert een heldere visie op het publiek. Uit de plannen blijkt dat het gezelschap goed publieksonderzoek heeft verricht. Op basis hiervan zijn de beoogde doelgroepen geformuleerd. De organisatie wil daarbij blijven investeren in het vasthouden van het bestaand publiek, waarmee ze duidelijk in contact staat.

Uitvoerig is daarnaast aandacht besteed aan hoe een jonger publiek en, met name, een cultureel diverse samenstelling van het publiek kunnen worden bereikt. De marketingaanpak sluit aan bij de genoemde doelgroepen en kent een grote verscheidenheid aan ideeën en instrumenten. Zo zet Urban Myth in op een sterkere branding, een intensievere samenwerking met podia en wordt een nieuwe marketingmedewerker aangetrokken.

Gezien de forse groei in publieksbereik die Urban Myth nastreeft in 2017, vraagt de commissie zich af of de ambitieuze plannen haalbaar zijn voor een kleine organisatie als Urban Myth. De commissie is van mening dat de organisatie te grote stappen in een keer wil maken, met alle risico's voor de kwaliteit en zorgvuldigheid van de marketing van dien.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als voldoende. De organisatie verbindt zich met name in de community-projecten in Zuidoost met de bewoners in de wijken. De wijze waarop verhalen bij de bewoners worden gehaald die worden teruggebracht via voorstellingen in het stadsdeel vindt de commissie sterk neergezet.
Daarnaast is er sprake van een verbinding met verschillende culturele instellingen, met name met een drietal podia. Deze verbinding is in inhoudelijk opzicht op dit moment nog beperkt, maar van beide kanten bestaat de ambitie deze verder te ontwikkelen en meer inhoudelijk te verdiepen, onder andere via talentontwikkeling activiteiten en community projecten.

De commissie beoordeelt de spreiding als goed. Urban Myth ontwikkelt activiteiten in meerdere stadsdelen en draagt daarbij goed bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan.

Conclusie

De commissie adviseert het subsidieniveau van Urban Myth te baseren op het Amsterdamse subsidieniveau van afgelopen periode, vermeerderd met een bedrag waarmee doorontwikkeling van de kwaliteit van de voorstellingen plaats kan vinden. De commissie heeft geen vertrouwen in de voorgenomen - niet gefaseerde - schaalvergroting, en adviseert die daarom niet te ondersteunen. Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van Urban Myth gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van jaarlijks € 122.000.